ACHTER DE
SCHERMEN VAN
DE ARBITRAGE (4)
De ANDERE match
28 - 25.1.1980 - De Voorpost
Waarom wordt iemand voetbalarbiter? Lode Zie
lens, de auteur van Moeder waarom leven wij
een Antwerpenaar die tegen het eind van de jongste
wereldoorlog door een van de fameuze Duitse V-
bommen werd gedood, had daar zijn eigen mening
over. In zijn novellenbundel De wereld gaat stra
lend open», vertelt hij over een voetbalref: een
mannetje dat op de terreinen de despoot uithangt en
spelers pest, gewoon omdat zijn vrouw, een Xantip
pe van een wijf, hem terroriseert. Het scheidsrech-
terke is dus een baasje dat zijn frustraties moet
kunnen afreageren.
Ik geloof niet dat iemand de kursus voor kandidaat-
refs volgt met de bedoeling achteraf voor leeuwen-
temmertje te spelen. Sommigen trekken het 'zwarte
pakje» aan omdat ze daarmee hun eigen klub een
(financiële) dienst bewijzen. Bij ons is het zo, dat een
voetbalvereniging per drie ploegen, of voor een
fraktie van drie teams, de naam van één aktieve
scheidsrechter op de ledenlijst moet hebben. Als dat
niet zo is, kost dat geld: centen die in de bondskas
terechtkomen.
De man (of de vrouw) die het fluitje opneemt uit
klubliefde alleen, houdt het niet lang vol. Of blijft
onderaan de ladder. Op zaterdagnamiddag een
matchke gaan fluiten (en hoe soms), of ook al eens
de zondagvoormiddag op stap gaan, met de bedoe
ling (de scheidsrechterskaart als laisser-passer op
zak) naar grote wedstrijden' te kunnen gaan
kijken, is iets wat door een massa -arbiters zonder
ambitie' wordt gedaan. Ik vind dat fout. Persoon
lijk heb ik steeds getracht het zo ver mogelijk te
schoppen. Ergens bereik je een plafond', sta je
voor een barrière. Met een minimum aan zelfkennis
weet iemand van zichzelf waar de grenzen van zijn
kunnen liggen. Er zijn in dit landje een massa
profrenners. De beste kunnen zich doorzetten in
door Marcel Van Hauwermeiren
klassiekers en zelfs in een Tour de France. De
minderbegaafden moeten hun broodje verdienen in
ritten rond kerktorens en patatfrietkramen. Als die
kermiskoerser op de fiets klimt met de bedoeling een
prijskete rijden en voorts het water maar over
Gods akker laat stromen, kan hij beter naar een
andere job uitkijken. Een klein coureurkedat
steeds rijdt voor wat hij waard is en uit zijn beroep
haalt wat erin steekt, heeft zich achteraf niets te
verwijten.
Een scheidsrechter die na tien jaar niet voorbij de
miniemen of de kadetten geraakt, mag je echter niet
altijd het pejoratieve 'ambitieloos- opplakken. Mis
schien kan hij ook niet beter. Op een goeie dag komt
een man me opzoeken die klaagde over zijn arbi-
terscarrière«Die en die zaten bij mij in de kursus
en zijn al een stuk geklommen. Ik loop nog steeds bij
de scholieren. Kan daar nu echt niets aan gedaan?>
Ik heb de jongen gewoon geantwoord: -Je kan blij
zijn dat je MAG arbitreren!-. Ik wist duivels goed
dat hij het niet kon, maar zo erg was het nu ook niet
dat hij aan de deur moest. Vooral omdat het aantal
refs niet zo hoog ligt, dat je met strenge behouds-
normenkan meten.
Arbitreren moet je met hart en ziel doen, er een stuk
van jezelf instoppen. Alle verhoudingen in acht
genomen is het even erg een offsidegoal te valideren
bij kadetten als in een Europacupfinale: die jonge
voetballertjes spelen eveneens om te winnen, ook al
zit er geen pak geld aan vast...
Hoe klim je uit de laagste kategorie weg? Elk
weekeinde strijken een aantal examinators op de
terreinen neer. Hun opdracht? Na te gaan wat de
aangewezen ref kan. Of niet kan. Na de match
wordt de prestatie van de -gekontroleerde - tijdens
een gesprek van man tot man ontleed. Het is
vanzelfsprekend voor die examinator erg prettig de
examinandus te kunnen vertellen dat hij het uitste-
kend heeft gedaan. Het tegenovergestelde moeten
zeggen, zonder de betrokkene te kwetsen, is minder
aangenaam. En moeilijk. Ik heb een 'kontroleur'
gekend die na de match in de kleedkamer binnen
stapte en je uitkafferde als was je nog slechter dan
een straathond: Gij kunt niet arbitreren, ge zoudt
beter weer de kadetten leiden. En er misschien nog
beter aan doen het fluitje aan de kram te hangen-.
Daar zat je dan, vermoeid van de zware inspannin
gen. Misschien tevreden omdat er niets was misgelo
pen. En dan komt iemand je plots moreel in de grond
boren. De examinator mag niet vergeten dat een
scheidsrechter een amateur is, iemand die een stuk
van zijn vrije tijd aan de voetbalsport spendeert.
Zonder dat hij daar geldgewin achter zoekt. Ik meen
dat je die liefhebbertaktvol moet benaderen. Kan
je die man niet eerst vertellen wat er goed was aan
zijn prestatie, en pas daarna, zonder hem te kwet
sen, op zijn tekortkomingen wijzen? Een examinator
gaat niet naar een scheidsrechter kijken om de man
te breken-. Hij moet een begeleider zijn: door te
wijzen op de begane fouten, leert hij hem wat. Als de
nageziene ref die woorden in de wind slaat, is dat
zijn zaak. Meestal, en dan toch als het een ambitieu
ze scheidsrechter betreft, wordt aandachtig gelui
sterd. Sommigen doen alsof, omdat ze de opleider of
het lid van de kommissie niet voor het hoofd willen
stoten. Anderen steken graag wat op. Ik heb er een
gekend die een notaboekje uit zijn zak opdiepte en
alles noteerde wat hem werd gezegd...
De 'kontroleS' resulteren in een rapport dat niet
alleen de neerslag moet zijn van wat de examinator
tijdens de match heeft vastgesteld: de scheidsrech-
terskommissie heeft meteen een (geschreven) por
tretvan de betrokken arbiter. Er dienen ook
konklusies geformuleerd: de mogelijkheden van het
element en een konkreet voorstel. Dat voorstel kan
zowel het dalen van kategorie, een status quo als een
promovering suggereren. Wanneer het om verslagen
gaat over scheidsrechters van de laagste katego-
rieën, volstaat één kontrole om iemand te laten
stijgen of dalen. Eenmaal weg uit de massaen
daarmee worden de jeugd- en reservenreeksen be
doeld, wordt het ingewikkelder. De basis is breed,
doch de top smal. Brusselheeft immers strenge
beperkingen opgelegd inzake het aantal scheidsrech
ters van El (Eerste Provinciale) en E2 (Tweede
Provinciale). De Centrale Scheidsrechterskommissie
houdt tevens een oogje in het zeil, en duldt niet dat
de opgelegde normen overschreden worden. De
plaatsjes zijn dus duur. Dat laatste betekent even
min dat het steeds de besten zijn die naar de
provinciale top klimmen. Er spelen een aantal
faktoren. Niet precies extra-sportieve. Doch de
•doorbraak' van een of andere scheidsrechter kan
geremd worden door de appreciatie van één man. Ik
kan trouwens een treffend voorbeeld aanhalen:
Gaston De Cock. Begon eerder laat te scheidsrechte
ren. Deed het zo goed dat hij in een mum van tijd
naar Derde Provinciale klom. Er drongen positieve
berichten en geruchten over die scheidsrechter door.
Goeie kritieken van klubs, van kollega's. De
examenverslagen volgden die trend: kwoteringen om
een boer van zijn paard te slaan. Twee keer werd De
Cock vorig seizoen nagezien, steeds door een ander
kommissielid. Normaliter moest uit de geformuleerde
konklusies en de toegekende punten een proef in
Tweede Provinciale voortvloeien. Dit laatste is ech
ter niet gebeurd. Omdat, volgens de voorschriften
van het te Brussel uitgevaardigde werkplan, het
aantal kandidaten voor een proef in Tweedete
hoog lag, werd beslist alle betrokkenen nog een
derde keer te laten nazien. Dat gebeurde in het
Gentse door een (ingeweken) Gentenaar. Resultaat:
De Cock bleef voor de poort staan. Hij kreeg amper
een -goed', wat onvoldoende is om aanspraak te
kunnen maken op een plaatsje hogerop. Nu zou je
kunnen veronderstellen dat de prestatie van die ref
uitgerekend die dag niet boven de middelmaat
uittorende, maar dan zijn er getuigen die dat
formeel tegenspreken.
Wat intussen van deze scheidsrechter geworden is?
Hij blijft onverbiddelijk hangen omdat hij de leeftijd
van 35 jaar overschreden heeft. De kommissie kan
met wat goeie wil evenwel die leeftijdsgrensnaast
zich leggen. Zelfs voor de promovering naar hogere
afdelingen is die 35 jaar' geen onoverkomelijke
hindernis: als het om een uitzonderlijk talent gaat,
kan een ouderenaar de NationaleEén voor
waarde: het Uitvoerend Komitee moet zijn zegen
geven. Dat laatste is trouwens enkele jaren geleden
gebeurd, toen de Lokerse ref Daniël Stevens promo
veerde.
Het geval De Cockis steeds een doorn in mijn oog
geweest. Niet omdat het een vriend zou zijn. Hele
maal niet. Doch gewoon omdat ik het onrechtvaar
dig vind dat iemand op dergelijke manier in zijn
opgang wordt geremd. Feit is dat% De Cock bij zijn
eerste nazicht tijdens het aan gang zijnde seizoen
opnieuw een zeer goede kwotatie meekreeg. Wordt
die man dan toch eindelijk de kans geboden te
bewijzen dat hij minstens zijn voet kan zetten naast
kollega's die wél het fiat kregen?
Paul De Moor arriveerde net op tijd op Lokerse-Denderhoutem
Ik wil net wegzakken in een oververdiend dutje als mijn teergeliefde broer mij
meent wakker te moeten schudden. Eigenlijk was het niet wakker schudden doch
veeleer beletten te slapen. Iets wat door de Belgische wetgeving zwaar wordt
bestraft. Pas kwart na één. Ik vraag hem of zijn aperitiefje zo zwaar is
doorgezakt dat hij van uur noch tijd weet. Nee, de dappere kerel is zelf
verschrikkelijk moe, zijn knietjes jeuken, en zijn linkervoet slaapt al.
Hij wil me wegbrengen op één voorwaarde; dat we onmiddellijk en zonder enige
aarzeling het Wichelse pad opzoeken. Ik kan me nauwelijks voorstellen welke
donderwolk ginds zal wachten wanneer ik Marcel durf te storen in zijn
zondagsrust. Maar ik heb geen keus. Fietsen is gezond, maar autorijden plezant.
De milieuharnnnen kunnen me niks, maar dan ook niks verwijten: mijn broer
vervuilt ons luchtje. Niet ik, want ik rij niet met benzineslikkende, koolstofdioxide-
spuitende vierwielers. Ik laat me voeren én tegen welke snelheid. Niemand haalt
het in zijn hoofd de aalvlugge racewagen achter zich te laten. Hij die vlugger wil
rijden gaat de gracht in, wees gerust. Niet dat ik een snelheidsmaniak ben, zeker
niet, maar wij bollen ook tijdens de werkweek en anderen alleen op zondagen. Ha,
je hebt me door. Oh ha. Piet heeft een nieuw instrument als geschenk mogen
ontvangen: een rooie driehoek. Dat spul heeft één voordeel, het is zo zwaar dat het
de wagen tegen de baan kleeft. Ik zou het niet graag gebruiken als we even moeten
pauzeren op de pechstrook, tenzij er hulp komt opdagen. Als de hardrijder
wegstuift, sta ik voor de deur van Marcel te lachen. Die auto is een moordtuig, de
benzinegeur blijft in het reukorgaan hangen. Ik hoef niet aan te bellen, dacht ik
nog. Als ik na tien minuten nog voor een gesloten deur sta te kijken, heb ik de
indruk dat er iets aan het fout lopen is. Anderen zouden reeds zware vermoedens
hebben gekoesterd, maar ik ga nu over tot de duim-kontakt-bel-reaktie. Ik moet
denken aan de hond van psycholoog Pavlov, telkens als er gerinkeld werd, begon
het beest te watertanden omdat het dacht dat er iemand kwam opdagen met
voedsel.
Ik geef toe dat het niet de stomste reaktie is die op het wereldbolletje kan
voorkomen; overal komt wel eens een bakker langs. Maar indien we steeds op de
bakker moeten wachten alvorens te kunnen smullen, konden we onze graten
aflikken (en daar zie ik wél graten in). Ondertussen blijft de deur potdicht. Voor
de tweede maal geef ik het knopje een flinke dreun op de kop. 'Sesam, Sesam,
open U' roep ik. Gelukkig heeft enkel deze deur het gebrul gehoord, ik was al
bang dat er zich enkele verkeerde deuren zouden openen. Wat dan gedaan?
Vluchten ware onmogelijk geweest. De politie kon me zonder meer arresteren. Wie
zou me in mijn norretje komen opzoeken? Dank U, vriendelijk, goedhartige
lezeres, eventuele lezer.
Marcel is nergens te bespeuren, die ligt natuurlijk nog in bed te dromen over
geschenkenregens en van dingen als op uur thuiskomen. Mis! De man is zijn
lichtgebakken-boter-kleurige auto aan het wassen. Dat is nu typisch voor hem, als
hij kan rusten werkt hij, en als hij moet werken rust hij. In Weiieren zeggen ze
konteverkeerd-maar dat mag ik niet schrijven. Het werd anders wel eens tijd,
dat hij het arme mazoutvehikeltje een goed stortbad bezorgt. -Je hoeft hem
helemaal niet te roepenlach ik. Voor eenmaal dat hij het sop over dat wagentje
smeert is het zonde hem te storen,' onderstreept mevrouw. Vrouwen kunnen in
deze mannenwereld aardig uit de hoek komen, en meestal hebben ze nog gelijk
ook. Ondertussen hebben we het over verre reizen. Ook ik noem de landen op waar
ik de groene grond onder verzwikte voeten vertrapte; de Ardennen (België), de
Hoge Venen (Belgenland), De Noordzee (Belgium), 't Sas van Gent (Belgiën) en
Brussel (Belgique zegt men daar verkeerdelijk). Je ziet, ik ben van geen kleintje
vervaard. Bij al dat over en weer gepraat (er is zelfs iemand binnengewaaid die
voor toerisme studeerde, echt waar) hebben we niet opgemerkt dat de noeste,
onverbiddelijke zwoeger aan tafel heeft plaatsgevat. Ben je ook op straat gezel,
kerel?' vraagt Marcel. Dat niet, maar ik heb mijn middagslaapje gemist, da's al
erg genoeg-. Ik ga eerst mijn handjes wassen voor ik in de diesel val. Ik heb nog
respekt voor de arbeid, hoewel ik grif het recht op luiheid verdedig. Via een of
ander Wichels kronkelpad kruipen we naar Lokeren. Ik zeg wel kruipen, want
ingeduffelde wandelaars stappen en lopen hun kilometertjes af. Een slimme
kleuter klauterde in de nek van zijn zwelende papa, want die dacht dat kinderen
veel beweging op prijs zouden stellen. Zo zie je maar dat je al te dikwijls
slachtoffer wordt van je eigen goeie voornemens. Net zoals je de prooi kan worden
van je misdadige bedoelingen: 'Wie een put graaft voor een ander is 's
anderendaags heel moe- (het kan natuurlijk ook een grafdelver zijn).
In Overmere is het weer palingen-hoogdag. Duizenden hebben hun ijsschaatsen
vastgeknoopt en begeven zich bewust op glad ijs. Massale valpartijen voltrekken
zich voor onze ogen. Iemand valt op een meesterlijk mooie manier achterover,
bijna kwam hij op zijn buik terecht. Prachtig die ijssalto's. Iemand die minder
vertrouwd is met het schaatsen stapt met die messen onder zijn voeten over de
asfaltbaan. Ik weet het, leren kost geld, maar geen miljoenen hé? Ik wil maar
zeggen dat sommige mensen een beetje van het goeie teveel willen, tenslotte gaan
we niet met het wagentje de ijsbaan op. Daar denken we zelfs niet aan, dus.
Later op de dag weet men in de eethuisjes niet wie eerst te bedienen. Die obers
lopen daar rond met de handen in hun ijspegels, Neem jij die met zijn gebroken
voet, dan neem ik die met zijn gebroken arm wel. Goeiedag meneer. Wat wou U?
Uw arm gebroken? Wat jammer! Mag er asjeblief ijs in uw Campari-orange? Op
dergelijke wijze zijn de klop-, smijt- en gooiaktiiiiteiten niet uit de lucht, dat
begrijp je wel (ik begrijp het wel). Tegen een vastgevroren ijsslakkengangetje
sturen we nog steeds naar het Wase stadje. Wanneer de referee de match heeft
afgefloten hebben we misschien al plaatsgenomen, als we zo verderboeren. Een
ware verkeersstroom overspoelt ons. Wij willen niet schaatsen, wij willen voetbal
zien al moeten we er de duivel himself bij halen. Maar dat is een noodmaatregel,
uiteraard. Amper vijf minuutjes te laat bereiken we het terrein van Lokerse, het
kon slechter, veel slechter.
Ik ben altijd zo fier als een pauw wanneer ik zonder boe of ba het terrein kan
opwandelen. Ik vind dat voetbal gratis te bezichtigen zou moeten zijn, of als dat
niet kan, heel goedkoop. Tenslotte is voetbal een produkt zoals lucht, raar zijn de
eksemplaren die onbewogen en zonder interesse een voetbalwedstrijd bijwonen.
Neem iemand mee die niks van voetbal moet weten, neem hem mee en plaats hem
tussen de massa. Volgende week gaat hij terug, hoewel hij er misschien niet
openlijk zal voor durven uitkomen. De helden zijn de wereld nog niet uit. In de
krant heb ik gelezen dat Lokerse MOET winnen wil het zijn kansen op de
kampioenstitel gaaf houden. Dezelfde krant brengt me tevens, en dit zonder
blikken of blozen, bij dal Denderhoutem MOET winnen wil het volgend jaar in
Bevordering of zoiets spelen. Als zelfs de grote kranten niet meer weten wat ze
willen... Marcel legt me wel uit wat ze daarmee bedoelen, maar ik raak er niet goed
wijs uit. Ingewikkelde boel. We hebben net plaats genomen in een zittribune (de
tribune zelf zit niet maar voetballiefhebbers kunnen er op een harde plank
plaatsnemen) of roodzwart Denderhoutem scoort. Nummer acht laat de bal net
voor zijn voet opspringen en knalt dan met een keiharde loeier tegen het
vissersnet. De keeper maakte geen kans, dat zag je zo. Misschien was het beter dat
de jongens van de voetbalbond een snelheidsbeperking opleggen aan te vlugge
ballen. Indien je dergelijke bal op je pas opgesmukte smoel zou krijgen, moet je in
geen veertien dagen onder de mensen komen. Serieus. Lokerse beschikt over een
bijzonder uitgestrekte tribune; de mensen daar noemen ze de E3. Ja, een rare
naam. Duizenden en duizenden mensen zagen deze ploeg al aan het werk. Ik kan
geloven dat de supporters ginder zeggen dat Hongaren, Duitsers, Nederlanders en
één enkele inwoner uit Koela Loempoer hun ploeg aan het werk zagen. Ik ben
bijna zeker dat er bij elk doelpunt enkele wagens tegen elkaar opknallen. Hoe ben
je zelf? Is er nu iets mooiers dan wanneer je op reis een voetbalterrein voorbijsnort
waar twee fabrieksploegjes tegen eikaars schenen lopen te stampen?
Er hangt dan een suspense-sfeer in de lucht, een echte Hitchcock-thriller bijna;
Wordt er een doelpunt aangetekend voor ik het plein uit het oog verlies?' Ik heb
het nooit kunnen of mogen meemaken. Indien het ooit zou lukken koop ik
onmiddellijk een briefje van de Koloniale Loterij, van de Nationale Loterij, van de
Lotto én van de Voetbaltoto. Op slag ben ik multi-multi-miljonair, en dat is rijk,
hoor. Lokerse, dat zoals gezegd reeds vroeg op achterstand wordt geplaatst, heeft
nogal wat konkurrentie van haar grote broer, hoewel die een veel kleinere tribune
heeft. Sporting heeft er iets op gevonden om de voetbalminnaars te doen betalen
om het grote spektakel bij te wonen. Lokerse ligt wel aan de basis van het
autowegenvignet maar Vadertje Staaf zal wel met de centjes gaan lopen. Ik zal
gedurende de pauze aan de voorzitter van de thuisploeg vragen of er geen akkoord
tussen de twee verenigingen kan uitgewerkt worden om in geval van één of andere
topmatch tot een spelersruil te komen. Beide ploegen hebben dan kans om
kampioen te spelen. Ik begrijp niet dat die mensen, die toch al jaren naar de
voetbalschool lopen deze eenvoudige, maar interessante oplossing niet onder ogen
namen. We hebben toch ook uitwisselingen op kultureel, sociaal, ekonomisch...
vlak. Waarom niet op sportief gebied? De spelers die voor ons op de weide akteren
lopen zich ondertussen de adem onder de voeten. Arbiter Van Herzele van waar
zou die zijn?) heeft het in de gaten en fluit rust. Platte rust, geen rust ter plaatse.
Ik heb ondervinding gekweekt. Ik volg Marcel op de voet, geen duimbreed wijk ik
af. Of ik kan weer op mijn kin kloppen. Ik weet uit goed ingelichte bron dat nog
andere mensen te lijden hebben gehad (en nog hebben) van plotse verdwijningen
van de baas. In de receptieruimte drinken we heerlijk nasmakende cognac. Marcel
heeft uiteraard meest geluk; iemand lust geen tongstreler en bijgevolg kan
eerstgenoemde rekenen op een dubbele hoeveelheid. Je zou het soms (ik bedoel
meestal) niet geloven indien je er niet bij was. Even later neem ik terug plaats op
de koude zitbank. Ik glimp even opzij en... Marcel heeft een kussen onder het
wiskundig zitvlak. Val nu doodbrul ik. Het gaat lever. Veel te ver. Als het zo
verder gaat kunnen we beter een reisbureau inschakelen.
Op de koop toe begint het nog te regenen. Toch gnuif ik even; ik zit toch lekker
droog. Plets. Plets. Pletsen. Het dak van de tribune is net niet lang genoeg om het
geheel te bedekken; een twintigtal centimeter golfplaten ontbreken. En dat
uitgerekend ik daar nu zit. Ik neem het niet langer meer dat mij zoveel onrecht
wordt aangedaan. Morgen of overmorgen stap ik naar Straatsburg en dien ik
klacht in wegens schending van de mensenrechten door onbekenden tegen
ondergetekende. Dan zal het wel vlug gedaan zijn. Met woeste gebaren haal ik
mijn muts met ijsbol uit mijn koffer en trek die diep over mijn oren.
De roodzwarten (die van Denderhoutem) staan met zeventien man op het plein.
Met tien verdedigen ze hun kleinst mogelijke voorsprong terwijl ze met zeven man
keer op keer voor de Lokerse keeper verschijnen. En als je het natelt blijken er
slechts 11 spelers op het terrein rond te huppelen. Iemand merkt op dat die gasten
spelen zoals in de Oostbloklanden. Dat zijn ook zo arbeidersploegen. Niet
fantasierijk, maar vol overgave en onvermoeibaar. Lokerse kan zich moeilijk aan
deze speelwijze aanpassen. Die zijn speelser, en dus trager. In de slotminuten
slaagt de bezoekende ploeg er nog in een tweede doelpunt te schilderen. Met een
krachtige bal, die door een of andere geest wordt afgeremd en dus boven het hoofd
van de gevallen keeper verdwijnt wordt Lokerse definitief in het verlies geduwd.
De vele roodzwarte supporters zingen het overwinningslied terwijl scheepshoornen
over de vlakte schallen.
Als we huiswaarts toerijden druppelt het water uil mijn haar. ik informeer bij
Marcel waar hij dat zitkussen vandaan had. Ik word moedeloos bij dia
geheimzinnige lach. De volgende keer stel ik me vlak voor de omheining dan heb ik
Hoe sterk voelt een eenzame voetballer zich in de mist, als helemaal geen zitsteuntje meer nodig. Maar wee diegene die dan een kanjer van
de zon doorbreekt, ah de avond,chemering valt en de ,chol mijn bakkc, wil fa|e„ „„„(„.„„Jm. f)an ga ,k nooit nog kijken.
duisternis plots inslaat, (pdm) NOOIT!
Paul DE MOOR
irme wirwar