ETIENNE
DE BEULE:
«DE BAAS
BETAALT,
IK DOE WAT
HIJ BEVEELT
Ik vind het jammer
dat ik geen knecht was van Eddy
toen die op zijn sterkst reed»
Etienne De Beule digest
32 - 25.1.1980 - De Voorpost
'.i mm
Sedert Etienne De Beule eind seizoen 1976 naar
de beroepsklasse overstapte won hij twee
wedstrijden. Dit was op 10 oktober 1976 te
Baasrode, en in 1977 te Maldegem. Daarmee is
de erelijst van prof. Etienne De Beule afgerond.
De jongste twee seizoenen zat er voor hem
geen zegegebaar meer in. Op het eerste gezicht
wel verwonderlijk. Als men terugblikt op de
prestaties van Etienne in de jeugdreeksen. De
Hammenaar stond aangeschreven als de renner
die een optie had om bij de liefhebbers de
meest gegeerde koersen te winnen. Zijn
aanhang meende dan ook dat hij als
broodrijder hoge ogen zou gooien. Het verliep
helemaal anders. Etienne zelf tilt niet zo zwaar
aan de die gang van zaken. Hij maakte vrij vlug
voor zichzelf uit, welke plaats hij kon innemen:
«Iedere liefhebber met iet of wat overwinnin
gen, die overstapt naar de beroepsrenners,
speelt met de ambitie om als beroepsrenner
naam en faam te verwerven. Bij mij was dit ook
zo. Die illusies heb ik vlug opgedoekt. In het
wielerpeloton zijn de plaatsen bij de elite, of in
het kransje van de echte winnaars, zeer
beperkt. Het is niet iedereen gegeven er
bovenuit te klimmen. De groten houden hun
kringetje angstvallig gesloten. Dit werd mij vrij
vroeg duidelijk. Wilde ik renner blijven, dan
was de keuze vlug gemaakt. Een knechtenrol
schrikte mij niet af. Door die te aanvaarden
geraakt men echter wel uit de publieke
belangstelling.»
Beroepsmens en supporters
Meteen hadden we een punt aangesneden dat
dikwijls ter sprake komt nadat een renner zijn
eerste profkontrakt ondertekent. Blijft er
kontakt tussen de renner en zijn supporters?
«Ik voelde dit in het begin wel aan. Een
supporter wil zien winnen, en in mijn geval zat
dit er nog nauwelijks in. Maar de mensen
moeten toch begrijpen dat de boterham voor
wat klatergoud gaat. De kritiek was in het begin
keihard.
De ploegleiding betaalt mij om de kopman te
helpen en ik tracht die taak naar behoren uit te
voeren. De echte supporters blijven en dat
ondervind ik in de klub die nog altijd te Hamme
in Cafe Stero is blijven «leven» en waarvan het
aantal leden nog altijd rond de 150 schommelt.
Evenveel als In mijn amateurstijd. Het is wel
prettig. In de jeugdreeksen heeft men die
mensen hard nodig en als ze zich achteraf voor
U blijven inzetten, zowel op materieel als
moreel vlak, is dit een gewaardeerde steun».
Gewaardeerd luitenant
Vijf seizoenen staat Etienne De Beule
ingeschreven als beroepsrenner en evenveel
keer was hij lid van een andere wielergroep, al
lag hij drie jaar onder kontrakt bij Eddy Merckx.
De jongste tijd blijven verscheidene profs in de
kou blijven staan, Etienne heeft echter nog
nooit moeite gehad om onder dak te geraken.
Hij fietste achtereenvolgens bij Molteni, Fiat,
C en A, Kas en Boule d'Or.
Liefhebber Etienne De Beule werd opgemerkt
door de verzorger van Eddy Merckx, en zijn
prestaties in de Ronde van de Kempen waren
doorslaggevend, zodat hij niet lang moest
wachten om zijn handtekeneing te zetten onder
het door Merckx aangeboden kontrakt. Voor
een jong renner was een hele belevenis om aan
de zijde van Eddy Merckx te kunnen debuteren
en Etienne ervaarde dit samengaan met «de
grootste aller tijden» erg positief
«Als neo-prof was het een leerrijke periode. Ik
heb enorm veel geleerd van Eddy. In het begin
deed het wel wat onwennig aan, maar Merckx
had niet alleen grote wielerkwaliteiten. Hij had
ook de gave om iemand op te vangen. Hij
veranderde mijn positie op de fiets en dit viel
zeker in mijn voordeel uit. Men zinspeelde er
dikwijls op dat Eddy een maniak was van het
sleutelen was, maar als hij het deed had hij er
een welbepaalde reden voor. Naast de
technische inlichtingen die Eddy ons meegaf,
was de menselijke omgang met Eddy en
Claudine zeker aan te prijzen en ik stak veel op
van zijn raadgevingen op het vlak van de
begeleiding, de voeding en de aanpassing in'
het peloton».
«Ik vind het echt jammer dat ik geen knecht van
Eddy was toen die op zijn sterkst reed. Dit
moet voor zijn maats van toen heel wat
betekend hebben, niet alleen financieel maar
ook op sportief vlak. Het tweede jaar dat ik bij
Eddy reed, was dit voor Fiat en toen was het
niet meer de grote Merckx. Bij C en A werd het
voor mij persoonlijk een rotjaar. Ik sukkelde
met de gezondheid en het liep uit op een
blindendarmoperatie. Ik voelde mij niet hon
derd procent fit en dan kunt ge er op aan, dat
ge er als beroepsrenner niet aan te pas komt.»
Andere richting
Nadat Eddy Merckx van het wielertoneel
verdween, zocht Etienne zijn geluk bij Lucien
Van Impe, en ook over die kopman heeft hij
niets dan lof.
«Ik heb na het verdwijnen van C en A niet lang
moeten wachten om voor Kas te tekenen.Ik kon
onmiddellijk mee met Lucien Van Impe. Het
was een goed georganiseerde groep en ik denk
dat het alleen als gevolg van de situatie in
Spanje is, dat Kas ermee ophield. Ik meen dat
die mensen vroeg of laat weer opduiken. Op
zoek voor een nieuw merk moest ik niet gaan.
Lucien Van Impe had mij terzake gerust
gesteld, maar ik koos voor de zekerheid en na
kontakten tijdens de Ronde Van Holland moest
ik niet lang nadenken. Ik kreeg een kontrakt
aangeboden bij de ploeg Driessens. Het
samengaan Roger De Vlaeminck - Fons De
Wolf vind ik een reuzezaak en persoonlijk zie ik
er brood in voor de komende seizoenen. Dit is
als werknemer het belangrijkste».
Etienne De Beule gaat zeker niet aan de
klaagmuur staan om zijn positie in het peloton.
Integendeel, hij spreekt er vol entoesiasme
over. Toch wil hij even de nadruk leggen op de
taak van de knecht, die soms wel eens als
minderwaardig wordt aanzien. Of men het nu
waterdragers noemt of er het om het even
welke naam opplakt, laat Etienne koud, maar
hij wil de situatie van die groep anoniemen
toch verduidelijken
«Het werk valt niet altijd mee. Iemand die er
nog niet mee gekonfronteerd werd kan er niet
over meepraten.
Dat de kopman aan broekje of de trui van de
knecht hangt is geen fabeltje en je kunt je
moeilijk inbeelden wat je op die momenten aan
dwangarbeid verricht. Als men de eerste 100 of
150 km in de wind moet rijden om de kopman
te beschermen ben je eveneens na een poosje
afgebeuld. De miserie begint pas als het
bobijntje af is. Dan krijgt men al een keer een
naar gevoel. Meestal alleen in de achtergrond.
Na de laatste bevoorradingskontrole wordt
naar de knecht niet meer omgekeken. Bij
materiële tegenslag mag je je plan trekken. De
sfeer en het entoesiasme, aan de arrivee maak
je nooit mee. Als de vedetten door de finish
flitsen worstelt de knecht in de achtergrond en
poogt hij de aankomst te bereiken. Ik herinner
me een situatie tijdens een Waalse Pijl. De
stoottroepen waren door. De supporters
kwamen afgezakt en het naamloze groepje van
de knechten kwam aangepeddeld. Levensge
vaarlijk rijden was het met al dat tegemoetko
mend verkeer. We stonden daar langs de weg.
Zoals vele anderen deed ik autostop, en die
keer werden de laatste, voor ons meestal de
moeilijkste kilometers, in konfortabele
omstandigheden afgelegd. Als alles goed
verlopen is voor de ploeg en de baas tevreden
is, wordt men door de sportbestuurder bij het
sukses van de ploeg betrokken en daar heeft
men dan ook zijn binnenpretjes mee. Om een
knechtenrol te blijven uitoefenen moet men
niet alleen de goede ingesteldheid hebben,
maar ook door de mikrobe aangetast zijn. Ik
zeg er graag bij dat ik er nog altijd goed mee
verdien».
Geen kermiskoersen
Etienne De Beule heeft nog andere redenen om
liever knecht te zijn dan een goed kermiskoer-
ser.
«Het kermiskoersen spreekt mij niet aan.
Iedere dag van de ene wedstrijd naar de andere
is niets voor mij. Knokken voor een prijsje. En
dan is er ook de speciale sfeer die er heerst. Ik
verkies dat de sportbestuurder me een duidelijk
onschreven programma voorlegt en mijn taken
bepaalt. Ik zorg er dan voor dat de konditie
goed is. Als voorbereiding rijd ik soms wel
kermiskoersen, maar me mengen in de rush
naar de eerste prijzen, is wat anders.
Soms haal ik meer baat uit een goed
doorgevoerde training dan aan een kermis-
koers. Misschien heb ik tot hiertoe wat geluk
gehad, dat ik nog nooit voor een wielergroep
heb gereden, die het in dergelijke koersen
zoekt. De publiciteit moet bij ons nog altijd van
de kopman komen. Als helper is men slechts
een klein schakeltje».
Steun noodzakelijk.
Etienne De Beule heeft zijn ogen zeker al de
kost gegeven tijdens zijn beroepsjaartjes en
kan dus al wat meepraten over de wielersport:
«Het volstaat niet ambitie en kwaliteiten te
hebben om een groot renner te worden. Men
moet veel steun krijgen. Een duwtje in de rug.
Ze moeten je aanvaarden. De plaatsjes aan de
top zijn zeer duur en nog meer beperkt. Er word
wordt slechts «een nieuwe» geduid als naar een
nieuwe blikvanger wordt gezocht. Op dat
moment worden alle registers opengetrokken
om één of andere klasseman naar de top te
duwen. Het is noodzakelijk dat het een renner
is, die over grote mogelijkheden te beschikt.
Momenteel staan Fons De Wolf en Willems er
het best voor om de fakkel over te nemen.
Daarom ben ik heel tevreden tot de formatie
van één van de comingmen te behoren. Met
Roger De Vlaeminck er bij, zitten we zeker op
rozen».
Doping: renner zwart schaap
De reaktie van Etienne De Beule op het
dopingprobleem is zowat hetzelfde als bij de
meesten van zijn kollega's.
«Het valt zeker niet te loochenen dat het
gebeurt, maar anderzijds wordt de wielersport
als schietschijf gebruikt. Doping of stimuleren
de middelen nemen alleen de renners. Dit zou
men althans moeten veronderstellen als we de
kranten openslaan. Bij de andere sporten wordt
er niet overgerept. Of erger nog: het wordt in
de doofpot gestopt. Een vrachtwagenbestuur
der, die uren, dagen aan één stuk moet rijden,
laat men zijn beroep uitoefenen. Is die man
geen gevaar voor zichzelf en voor andere
weggebruikers? Het is een publiek geheim, dat
die nog wat anders nemen dat een kop sterke
koffie. Als wij renners een kopvalling hebben,
kunnen we thuisblijven. Er zou een grens
moeten getrokken worden. Ik ben tegen de
doping, maar als er kontrole is, moet ze voor
iedereen gelijk zijn. Die kontrole zou er
inzonder bij de jeugdkategorièen moeten
komen. Als de jonge rennertjes van in den
beginne op het gevaar gewezen wordt, zal de
plaag misschien sneller uitgeroeid zijn. Voor
een beroepsrenner die een gans seizoen op de
bres moet staan, is het nodig dat hij onder
dokterstoezicht staat en dat zijn voeding wordt
aangevuld met vitamines.»
Winterrust
De winter is voor Etienne een rustperiode. Van
half oktober tot februari denkt de Hammenaar
er hoofdzakelijk aan zich fit te houden. Een
aktieve rusttijd evenwel gevuld met boslopen,
wat cyclocross, maar niet in kompetitie, een
partijtje zwemmen, maar geen piste. «Ik heb
nog nooit op de baan gereden», zegt Etienne,
«het loont voor ons de moeite niet en
anderzijds meen ik dat men geen 12 maanden
per jaar het volle pond kan geven. Ik heb niet te
veel last van mijn gewicht. Die drietal kilootjes
zijn er rap af».
Etienne De Beule kwam eerder iaat tot de
wielersport. Hij was bijna 17 jaar. Bij de
renners met het groot aantal overwinningen zat
hij ook nooit.
«Ik ben pas volop voor het wielrennen gaan
leven toen ik beroepsrenner werd. In mijn
liefhebbersperiode ging ik alle dagen werken
en ik heb zelfs nog verschillende jaren een
weekend cursus voor automecanicien gevolgd.
Dus veel trainen heb ik nooit gekund en
meermaals ging het van school naar de
koersen. Trainen gebeurde na het werk, dikwijl
in het donker met een lantaarntje op de arm.
Dus ik reed niet veel wedstrijden bij de
jongeren. Ik pikte er liever belangrijke
wedstrijden uit. De koerskens her en der
hebben me nooit echt aangesproken. Ik durf
ook zeggen dat ik nog nooit met een «12»
gereden hebt. Iemand die te groot rijdt, gaat er
vroeg of laat aan kapot.»
Vlotte omgang
Zich aanpassen lijkt voor Etienne geen
probleem.
«Ik voel me overal onmiddellijk thuis en kan me
nogal slot aan alle omstandheden aanpassen.
Ik meen dat dit In het karakter ligt. Als
wielrenner en, dan zeker voor mij als knecht,
moet je behulpzaam kunnen zijn en vlot In de
omgang met de anderen. Anderzijds ziet ge een
stuk van de wereld, maar het voornaamste is,
dat je het graag moet doen, anders blijf je niet
lang renner».
Etienne De Beule heeft zijn richting gekozen.
Hij wil zo lang mogelijk in de wielersport
blijven en de komende seizoenen meehelpen
om met Alfons De Wolf en Roger De Vlaeminck
als kopmannen suksessen te behalen voor de
wielergroep.
Etienne die een diploma A3 mechanica en B2
automechanica bij de hand heeft, maakt zich
zeker geen zorgen over de toekomst.
BENO
Etienne werd op 20 november 1953 te Hamme
geboren en is gehuwd met Ingrid Van der
Heyden van ter plekke. Momenteel nog geen
kindjes, maar tegen het begin van het seizoen
1980, zal Etienne niet alleen moeten instaan
voor zijn echtgenote, maar wordt er een eerste
kindje verwacht aan het nummer 27 van de
Hospitaalstraat te Hamme.
Etienne begon in 1970 te koersen bij de
nieuwelingen. In 1971 moest hij reeds
overstappen naar de juniores.
Overwinningen:
1971juniores: 1
1972: juniores: 7
1973: liefhebber (legerdienst): 1
1974: liefhebber: 12
1975: liefhebber: 13
1976: liefhebber: 12- beroepsrenner: 1
1977: beroepsrenner: 1
1978 en 1979: zonder overwinningen.
De meest opgemerkte overwinningen behaalde
Etienne als liefhebber en hierbij denkt hij
voornamelijk aan: Brussel - Opwijk; Beveren -
Geraardsbergen - Beveren; Seraing - Aken -
Seraingtwee keer Gent - Wervik; Sterfinale te
Aartselaar; Ronde van de Kempen;
Reningelst, Rit Franco-Beige; Schaal Rudy De
Bruyne. BENO
bout
feni>
Njaa
'"tu
il er
in h<
irma