AALST LANCEERT ZIJN EIGEN SATELLIET: KARNAVAL OF «OILJST OP ZENNE KOP» SPROOKJE SUPPORTERSKLUB «DE RUDI'S VRIENDEN -iti De Voorpost - 25.1.1980 - 7 Aalst! En daar is het gemeend. Ondanks alle kontro- versen van de laatste maanden en weken, is het Feestcomité niet werkloos en werklozen zijn er meer dan genoeg blijven toezien. Ook ten stad- huize bleef men niet bij de pakken zitten. Er was en is nog steeds meer dan genoeg werk aan de winkel. Het overgrote deel wordt hier door de dienst Feeste lijkheden voor rekening genomen en dan maar in knip en andere oogjes lezen dat we alleen de door een zekere Marcel geïnspireerde artikelen schrijven waar het leeuwenaandeel door en van zijn sekre- taris verwezenlijkt wordt. Karnaval '80 is onder het motto «Oiljst op zenne kop» in zijn jaarlijkse om- loopbaan geschoten. Laat ons nu maar hopen dat het geen sisser wordt, maar een geslaagde lancering van een bijzondere «Oiljsterse Raket» Aalst op zijn kop! Dit is dan ook de titel van de bijdrage van onze bur gervader, de heer L D'Haeseleer, voor de kar- navalfolder. Hierin legt hij sterk het aksent op het specifieke van het Aal- sterse karnavalgebeuren. De Aalsterse mentaliteit is in dat opzicht uniek, en zo konklueert hij verder: een rasechte Aalstenaar is dan ook een geboren karnavalist. Gust Van Pië Kees alias Gust Van der Stockt wordt ook hier niet vergeten. Hij is een zowat legendarische figuur geworden bihnen deze middens. Maar be klemtoont hij, ook onze nakomelingen hebben hun vaders spotlust over- gegeërfd. Het ganse jaar wordt gevuld met grap pen en guitenstreken. De minste gelegenheid wordt dankbaar aange grepen als voorwendsel om Aalst en zijn Aalste- naars over de hekel te halen. Waar een buiten staander soms vol onbe grip het hoofd schudt bij al die, soms ook wel iet wat schuine snedighe den, daar voelt een Aal stenaar zich thuiszoals een visje in het water. Wat die buitenstaander ook niet begrijpt is dat velen hoe ongelooflijk het hem ook mag voorko men gedurende een gans jaar van aswoens- dag naar het volgende karnaval toe leeft. De drie dagen vóór Aswoensdag zijn DE dagen, de aller mooiste van het ganse jaar. Gedurende maan den zijn de groepen druk in de weer, om meestal op het allerlaatste nip pertje, met hun wagen of kostuums te voorschijn te komen. Maanden van zwoegen en ingespannen opvolgen van de aktuali- teit. Want meestal wordt hun thema uit de meest recente aktualiteit of deze met de meeste impact, geput. Ze moeten «in» zijn willen ze begrepen en gewaardeerd worden. Het resultaat van hun massale inspanningen zal te bewonderen of af te keuren zijn bin nen luttele weken. Dan worden alle remmen los gegooid. De burgemees ter draagt zijn macht over aan een nieuwe nog te verkiezen Prins. Dan is karnaval weer een KONING! Ook Frans Wauters deed zijn duit in het zakje. Zijn inleiding voor wie nog nooit karnaval Aalst van dichtbij meegemaakt heeft liegt er niet om: «Maakte U ooit eens car naval mee in Aalst? Neen? Dan is het hoog tijd dat wel te doen want het wordt gegarandeerd een unieke belevenis!». In Aalst is het in feite gans het jaar door karna val. En in feite is het ook onbegonnen werk om de sfeer en het karakter van onze karnaval aan een buitenstaander op een voor hem verstaanbare wijze uit te leggen. Je moet het meemaken, meevoelen om te weten wat zoiets voor ons Aal- stenaars betekent. Wan neer karnaval verbrand wordt, dan is «vasteloa- vond» voor dit ene jaar achter de rug maar zoals bij het sterven van een keizer of koning, waar men nogal statig placht aan te kondigen «De ko ning is dood, leve de ko ning!», zo ook geldt nog steeds voor de Aalste naar: Vasteloavond '80 saluu en de kost, vivan karnaval 1980! Wat je weten moet De eigenlijke perskonfe- rentie werd uiteraard, het zou ook moeilijk anders kunnen, voorgezeten en in hoofdzaak geleid door de voorzitter van het Feestcomité, met name Frans Wauters. Op zijn eigen diplomatieke ma nier en met een «knip oogje» links en rechts naar de pers verduidelijk te hij waar dit enigs zins nodig bleek de welgevulde en veel volle dig persmap. Rugge- steuntjes vond hij ge noeg in de aanwezigheid van verschillende promi nenten op dit vlak en ere wie ere toekomt maar de dames eerst, zo hoort het nog altijd ondanks de huidige vrouwcipatie Schepen A. De Maght, Schepen M. De Bisschop en later op de avond sloop zijn beste vriend Kamiel ook nog op kou sevoeten binnen, persat taché Van de Perre, en de duivel-doet-al van feeste lijkheden: R. Van Vaeren- bergh. Ook de aftredende Prins Enrico, broederlijk (of zusterlijk?) naast onze Rita-fee gezeten, waren van de partij. Ontbraken natuurlijk ook niet onze beide ja er zijn er slechts TWEE kandida ten Prins Karnaval '80. Urbanus zou zeggen: ne rooien en ne groenen, want de zwarten hebben ze onder de baan verlo ren. Verder nog een gan se waaier van karnaval- autoriteiten, enfin te veel om op te noemen. Be langstelling was er echter genoeg, vooral daar waar het om de door onze steeds bezige «bijtjes» of hostesjes ging, en de fij ne drankjes die ze ser veerden. Sorry meisjes dat het zo laat werd, maar iemand zal het jullie wel lonen, is het vandaag niet dan wel morgen. In elk geval: bedankt èn voor het drankje maar vooral voor de «smile and service»! Na een toelichting van de zakelijke «zaken»: hoe veel deelnemers aan de stoet, trajekt, enz... (zie lijst), mocht de pers vra gen stellen. Wij vroegen natuurlijk het eerst en het meest. Misschien wel verkeerd bekeken uit de hoek van stadhuismede werker, maar zeker niet ten onrechte meenden we. Want wie zou het nu niet interesseren te we ten wanneer het Feestco mité nu eindelijk eens een rechtspersoonlijk heid wordt of een v.z.w.? Dan is het verkeerd te vragen waarom iemand wenst Prins Karnaval te worden? Of waarom er door de stad Aalst niets voorzien is wanneer op 17.2.80, Manneke Pis, al hoewel Brusselaar en weinig geliefd, door de Brusselse burgervader in de Aalsterse kleuren ge stoeken wordt? Op geen enkele van deze vragen kregen we een afdoend antwoord. De ene schoof het op de rug van de andere, maar ja, strubbe lingen zijn we nu een maal gewend. Kandidaten prinsen Ook zij werden onder de loepe genomen. Waarom ding je nu eenmaal mee naar een Prinsentitel, ook na een nederlaag gedu rende de vorige jaren? Voor Polle was het als rasechte Aalstenaar geen probleem: men moet het blazoen en vooral dit van karnaval hooghouden. Punt en uit. Verdere kom- mentaar overbodig, wat je als persmens ook over «politiek» moge denken. Voor Frangois, de laatste kandidaat in ewtremis, lagen de zaken toch iet wat anders. Vooreerts meende hij is het een schande, dat een stad zoals Aalst met toch - spijtig genoeg iets minder dan 80.000 inwo ners, slechts twee kandi daten kan opdrijven voor de Prinsen verkiezing. Beschamend noemde hij het. Voor twee jaren wa ren er nog 7 kandidaten waarvan tijdens de pre- selektie 2 wegvielen. Een spijtige zaak daar ze allen bereid waren, dus die ze ven, iedereen zijn kant te geven en ze in die optiek reeds de nodige kosten van affiches en dergelijke gedaan hadden. Gedane zaken nemen geen keer. Maar niet alleen daarom wenst hij_ Prins te wor den. De werkelijke drijf veer is dat men hier op de linkeroever denkt dat er aan de andere kant van «den denjer» geen echte karnavalisten schijnen te zijn. Frangois is er om het tegendeel te bewijzen. Volgens hem zijn er daar niet alleen evenveel, zo niet meer dan langs deze kant. We zullen moeten afwachten of de rechter oever zijn kandidaat kan laten verkiezen, en dat kan slechts door een massale opkomst op za terdag 26.1.80 voor de prinsenverkiezing. Het zal in elk geval een harde dobber worden, want aan Polle zal ie vast en zeker geen zacht eitje hebben. Beide kandida ten geven elkaar om en bij de 50% kans. Het wordt een echt uitslover- tje, iets waar we reeds lang opwachten en mis schien een vertoon dat voor volgend jaar min stens driemaal zoveel kandidaten zal aantrek ken. Voor beiden: veel sukses en dat de beste winnelll! Tijdens de Prinsenverkie zing krijgen we eerst en vooral «as antrei» de Gil lis (kan eventueel om technische redenen ver vangen worden door een optreden van de Cheva liers: Enrico, Michel en Antoine), volgt dan rond 21 uur de voorstelling van de kandidaten aan het publiek waarna deze laatsten hun verplicht op treden zullen brengen. Een half uurtje later is er een optreden voorzien van een Nederlands ar tiest, zodat we rond 22 uur terug onze kandida ten met hun vrije optre den krijgen. Rond kwart voor elf voorziet men de publieke stemming; de stemming van de jury volgt dan een kwartiertje later. Ze belanden we dan dicht bij midder nacht. Het eigenlijke op treden van de Chevaliers was ook voor dit tijdstip voorzien, maar ze zullen moeten afwachten hoe het organisatorisch met de Gillis verloopt. Ook aan de jury werden geen wijzigingen gebracht. De hoofdprijs blijft eveneens ongewijzigd: 50.000 lap pen voor de nieuwe prins. De tweede prijs zal ook wel niet te versma den zijn, en bovenop geeft het Feestcomité uit eigen zak nog eens een prijs in natura. De aard ervan wou men ons niet verraden: het moest een verrassing zijn en blijven, maar het zou «zeikes tèllen»! Kandidaten: haal het onderste uit de kan, het loont beslist de moeite! Na diverse onderbrekin gen en interventies, zo wel van de kant van de pers, als van de toe schouwers vooral En rico voelde zich een beet je naar het achterplan ge duwd en waarbij Sche pen De Bisschop zich liet ontvallen «'t ès moeilèk in Oiljst nog iet goet te doeng», besloot de voor zitter wijselijk de officiële perskonferentie te slui ten, er kon nog een glaas je gedronken worden, eventueel verder ge boomd door en met wie er nog goesting voor had. Menigen zijn nog blijven nakaarten, vooral in de dichtsbijzijnde «stamminij». Niet ieder een was het er met ieder een akkoord, maar in een echte karnavalgeest waarbij men zeker mag en moet «verwojten», maar nog vlugger moet kunnen vergeten, werd alles toch maar weer eens bijgelegd. Zoals het tenslotte hoort. Voor de lezer zal het ze ker interessant zijn om nu reeds Je weten wat hem op 17 februari aanstaan de wacht, en waar hij het allemaal kan gaan bekij ken. Hier volgt dan de lijst van de groepen en hun thema's; deze the ma's zullen in onze vol gende editie nader toege licht en uitgewerkt wor den. Het plannetje met de wegwijzer is een prak tisch iets om bij de hand te hebben wanneer je die dag op stap gaat. En ver geet het niet: rendez vous binnen vier weken want «deize kier zallet zeikes de moeijte zèn zee maan!!». En voor volgen de week beloven we je een gedetailleerd pro gramma van uur tot uur, maar nu nog vlug een opfrissertje, zaterdag 26 januari te 20 uur allen naar de Keizershallen om er je Prins te kiezen. Uit vluchten tellen deze keer niet mee! R.S. 25 Deelnemers zorgden in een goedgevulde, moor warme en «zwaarberookte» zaal spannende avond. De avond zelf was ingedeeld in vijf reeksen: a) 500 m sprint voor 18 jaar b) 500 m sprint voor —35 jaar c) 500 m sprint voor +35 jaar d) tijdrit over 5 km voor iedereen e) 500 m sprint voor liefhebbers De schiftingen waren enorm en spannend, de finales werden gewonnen door: 1500 m 18 jaar: Peter De Petter voor M. Strijmeersch. 2) 500 m -35 jaar: Limpens voor J. Van Holen. 3) 500 m +35 jaar: Benny Van Eyck voor A. Matthijs. 4) 5 km tijdrit: Dirk Moerenhout voor M. Strijmeersch. 5) 500 m sprint voor liefhebbers: Rudi Baeyens. Aon alle overwinnaars werden door de H. Gilles, sponsor van de K.S.C. Denderstreek en door .de H. Verstroeten, zaal Beukenhof een prachtige sporttrofee, geschonken door Fransens Sport, overhandigd. Door de supportersklub «De Rudi's Vrienden» werd er voor de eerste maal en met sukses een koers op rollen voor wielertoeristen ingericht in de zaal Beukenhof, Langestraat Aalst. bestuur van de Supportersklub De Rudy's Vrienden met de 2 sponsors. (Geert) Rudi Baeyens in volle aktie. (Geert) Er was eens heel lang geleden een koning. Was dat een vreemde koning zeg! Het was eigenlijk al begonnen toen hij nog gewoon prins was. Omdat er in die tijd ook niemand wist, wat je daarmee kan aanvangen, behalve op reis sturen, werkte zijn aanwezigheid soms vreselijk op de zenuwen van zijn vader, de oude vorst. Luister eens hier zei hij, ik lees hier in alle boeken en annalen dat prinsen in hun jeugd van het ene naar het andere avontuur hollen. Jij voert hier op een hele godganse dag geen bal uit. Nu ben ik niet van plan om ter ere van jou van vandaag op morgen naar het bejaarden huis te stappen. Met andere woorden, je loopt hier duchtig voor mijn en ieders voeten, het lijkt me dus veruit best dat je je paard neemt, en wat rondrijdt, zo zie je nog eens wat mensen, misschien kom je er wel een paar tegen die zich normaal gedragen, en dat is zelfs voor een toe komstige koning geen slechte ervaring. De prins nam dus een paard, een flinke beurs, een mooie mantel, een zwaar zwaard dat er bijzonder indrukwekkend uitzag, en reed de poort uit. En hij deed wat alle prinsen voor hem gedaan hadden: wat onder de prinsessen scharrelen, goede sier maken, en af en toe als het echt niet anders kon en er voldoende persmensen in de buurt waren een of andere minder-validedraak het leven wat zuur maken. Toen de oude koning jaren later in het verre vaderland midden in een officiëke audiëntie naar zijn hart greep en plots vreemd-raar op de troon zat, werd het tijd om een streep onder de meiden en de kroon op de kop te zetten. Van overal kwamen de genodigden. Qe straten waren schitterend versierd, de klokken bonsden als gekken, en toch hing er iets van vrees over alle mensen, want het was al jaren van mond tot mond gegaan: het schijnt dat de prins zo vreemd kan doen. En kijk midden in de kroningsplechtigheid in de kathedraal begon het al. De aartsbisschop zwaaide tijdens zijn homilie met een indrukwek kend wierookvat over koninklijk familie en traditie, en toen hij met een van geloof doordrongen stem uitriep, mogen wij U namens de hele gemeenschap Gods ze gen en veel geluk tijdens Uw regeringspe riode toewensen, stond de prins plots recht en riep luid, 'je mag'! Zoiets doe je natuurlijk niet, dat is onder de mom van beleefdheid onbeschoft doen. Bovendien 'je' tegen de aartsbis schop in aanwezigheid van alle notabe len! Zelfs de kamerheer die het werk van vader op zoon deed, en al wasmanden koningen versleten had schrok zich rood. Ach het komt wel in orde dacht hij, jong zijn geeft soms wat gekheid aan het leven, en zulke dagen maken de nuchter- sten onder ons wel zenuwachtig. Maar toen lapte de prins tijdens de middagpauze alle wachtende handge vers kandidaten aan zijn laars.— Geef jij al die paljassen maar een hand zei hij tegen de officier van wacht, en hij ging rustig op het terras van de tuin een hele fles wijn soldaat maken. En toen kwam in de namiddag de schou wing der troepen. Op de eretribune ston den ze allemaal schouder aan schouder te kijken naar hen die schouder aan schouder voorbijstapten. Dan ineens stond de nieuwe koning recht ging tegen een der pilaren van de baldakijn leunen, maar hij deed dat zo lamlendig zo uit dagend verveeld dat het wel leek, of hij op de koets van vijf uur stond te wachten. En toen schoof hij zijn kroon achter op het hoofd zodat hij wel een postbode op twee januari leek. Dan onder de verbijs terende stilte haalde hij uit zijn binnen zak een pijp te voorschijn, stak de kop vol tabak, waarbij hij verschrikkelijk op zijn hermelijnen mantel morste, en blies toen de rook in fraaie cirkeltjes de lucht in. Zo geschrokken waren ze allemaal dat er niemand een mond open deed. Toen wenkte de koning een van de wachtende soldaten. Eigenlijk deed hij dat in weinig beleefde termen.— Luister eens vent zei hij, haal voor mij en de heren hier in het-rond eens een vaatje bier, en neem er voor jullie ook maar eentje. En terwijl je dan toch op stap gaat, maak je het de generaal en de soldaten maar duidelijk dat het zo al wel geweest is. Ik heb er vandaag al genoeg gezien, ze mogen voor de rest van de dag naar huis. De generaal was natuurlijk vreselijk boos want zoiets wierp een blijvende smet op zijn carrière, en de soldaten vonden het helemaal niet grap pig want die waren al weken koper en paarden aan het poetsen. Andere officiëlen waren ook in hun wiek geschoten, want ondanks de onverwach te traktatie voelden ze zich fameus in hun hemd gezet. Het was dan ook geen wonder dat dezelf de avond het verzet al op gang kwam. Als er geen wet is die in zo'n geval voorziet, maak je er maar een zegden ze tegen de opperrechter, en die begreep de situatie want hij had er al veel gemaakt. Zo'n man maakt op de kortste tijd het hele land om zeep riepen ze. Als wij bovendien niets doen gaan ze ons in het buitenland voor een troep onnozelaars verslijten. Hij moet eruit! Maar zoals eewig en altijd vielen ze al direkt in twee partijen uiteen. Zij die zegden, we willen wel een koning maar dan een zoals het volk er al eeuwen en eeuwen een gekend heeft: een waardige rijzige man met een van ernst vertrokken gezicht, liefst een met een lange indruk wekkende baard en woorden die wegen als goudklompen. En omdat de posters nog niet uitgevonden waren hingen alle steden vol met tekeningen van de oude vorst die bijzonder ernstig en droef kon kijken. Hij had het wel makkelijker ge had want het lag in zijn aard en boven dien had hij er altijd reden toe. Dat was nog eens een koning zegden de mensen, dat was nog eens een man waar je kon naar opzien. Maar er waren er ook die zegden, hé zo'n gekke koning daar zit misschien wel iets in. Het leven is zo al moeilijk genoeg, en een verzetje is toch altijd meegeno men. Als dat verzetje dan nog van boven komt smaakt het dubbel lekker. Ze klad den dus op hun beurt alle muren vol met prenten van de nieuwe vorst, en versier den ze met allerlei details en bijkomstig heden, alhoewel hij in zijn eenvoud en natuurlijke staat al pijnlijk genoeg aandeed. Eerlijk gezegd was er nog een derde splinterpartij, die met het merkwaardig idee opkwam dat ze een gewone noch een ongewone koning wilden. Het moet wel gezegd worden dat die vooral uit incivieken en intellectuelen bestonden en dat hun beweegredenen niet altijd duide lijk en niet van een zekere naieviteit gespeend waren. Toen kwam dc grote dag van de volks raadpleging en de waarheid. Omdat het buskruit al veel vroeger uitge vonden was kondigden eenentwintig ka nonschoten het openen der stemlokalen aan. En daar gingen de burgers van het land, en maakten volgens hun geestdrift en vermogen het bolletje naast ja of neen zwart. Toen alle stemmen geteld waren kwum de oppervoorlezer op het balkon van het gemeentehuis van de hoofdstad staan, en voor de verzamelde gemeente las hij de uitslag voor. Dat wil zeggen eerst noem de hij alle hoogwaardigheidsbekleders bij hun titel, want het was best mogelijk; dat de koning er dadelijk uitvloog, maar de etiquette en de hiërarchie zouden nog jaren meegaan. Nadat hij ze één na één vermeld had, wachtte hij even. Hij kuch te duidelijk hoorbaar en zenuwachtig, wreef met de rechterwijsvinger aan de binnenkant van de linkerboord en zei toen: stemden vóór het behoud van zijne majesteit de koning. En zo liep dit verhaal af. Wat er met de koning gebeurde? Daarvoor hoefde je dit stukje helemaal niet te lezen. Alleen de titel al sprak voor zichzelf.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1980 | | pagina 7