Pallieter
Oscar Dierickx
verlangt naar profzegi
Luc De Puysseleir:
een doorbijter
Werner Van der
Fraenen.niet alleen
cyclocrosser
M
V
V
E
J1 Tevreden met helpersrol, maar...
arsSpi
:~"Sr
5
DE VOORPOST
40 - 16.5.1980 - De Voorpost
pTf
De 24-jarige Baardegemse beroepsrenner Oscar Dierickx
is een levensgenieter. Dat is zo merkbaar aan de guitige
tinteling in zijn ogen en aan de manier waarop hy
ontspannen vanuit zijn luie zetel over zyn beroep vertelt.
Sinds 1971 is hy «koereur» en dat bevalt hem best.
Voor zijn vijftiende speel
de hij voetbal bij miniemen
en kadetten. Maar de krie
bel van 't veloke zat hem in
de jeugdige knoken en hij
gaf het trappen tegen het
balletje op om de pedalen
rond te gaan draaien...
Nauwkeurige boekhouding
In de woonkamer van de
ouderlijke nette woning in
Baardegem zitten we in ge
zelschap van Oscar, zijn
ouders en vriend Jef Lely,
zijn zuster en zijn toekom
stige schoonbroer.
Deze laatste, Robert Ko-
synski, is verzorger van Os
car en sedert drie jaar
chauffeur van de Safirploeg
en tevens hulp-sportdirek-
teur naast direkteur Flo-
rent Van Vaerenbergh.
Een bijzonder menselijk
ploegleider, daar is iede
reen het roerend over eens.
Over de hel Safir-Ludo-
ploeg heeft Oscar trouwens
niets dan lof.
Vader Henri Dierickx heeft
de hele rennersloopbaan
van zijn zoon van bij het
prille begin nauwkeurig bij
gehouden in een lijvig
schrift.
Daaruit vernemen we dat
Oscar in 1971 als nieuwe
ling 40 koersen reed en 34
keer bij de prijzen was.
Zijn tweede jaar als nieu
weling verscheen hij 48
maal aan de start en haalde
3 overwinningen.
In 1973 werd hij junior,
reed 48 koersen en eindig
de 36 ervan in de eerste
tien. Het jaar daarop reed
hij 47 koersen in dezelfde
kategorie. Ditmaal reed hij
zes keer als eerste over de
eindstreep en verzamelde
24 ereplaatsen binnen de
eerste vijf.
Liefhebber werd hij in 1975
en hij zette aan in 54
koersen.
Nog wat onwennig in zijn
nieuwe omgeving, kreeg hij
dat jaar slechts één enkele
overwinning binnen schot,
doch eindigde 27 keer bij
de toptien!
Maar hij liet zich niet ont
moedigen en 1976 zag Os
car Dierickx niet minder
dan 73 koersen rijden. Ze
ven palmen keerden mee
naar Baardegem en liefst
47 maal zag men hem in de
eerste tien eindigen.
En het ging maar crescen
do, want in 1977 betwistte
hij 83 liefhebberskoersen
en won er zes van. Zijn
naam werd 54 maal binnen
de eerste tien geciteerd!
Beroepsrenner
Toen Oscar Dierickx be
roepsrenner werd, legde hij
zich al gauw neer bij het
statuut van helper.
Al te vlug misschien.
Dit jaar eindigde hij tijdens
het voorseizoen. 15de in de
Amstel Gold Race en 10e
in Gent-Wevelgem.
«Van een tiende plaats bij
de «groten» had ik twee
jaar geleden nog niet eens
durven dromen», lacht Os
car «maar ik heb in die
periode toch al wat erva
ring opgedaan.»
In het peleton aanvaardt
men hem nu ook. Ieder
jong beroepsrenner moet
die aanpassingsperiode na
tuurlijk doormaken.
In dat peleton vindt hij de
Nederlandse toprenner Jan
Raas een plezante figuur en
voor zijn ploegmaat vete
raan Herman Van Springel
heeft hij veel bewondering.
Deze 37-jarige heeft dit sei
zoen trouwens reeds een
respektabel aantal ere
plaatsen bijeengefietst.
Was hij tien jaar jonger,
dan zou Herman waar
schijnlijk de overwinningen
opstapelen. Nu is zijn voor
naamste betrachting «nog
maar eens» de wielermara-
ton Bordeaux-Parijs te
winnen.
Wat de naam «Ludo»,
naast Safir betekent? Want
dat weten wij niet.
Het is de naam van een
fietsenfabriek in Korten-
berg, dit jaar dus co-spon
sor van brouwerij De
Gheest.
De kwaliteit van deze Safir-
Ludo-kombinatie is dit jaar
overigens fel verbeterd.
Spijtig natuurlijk dat Wil
lem Peeters zo met zijn
gezondheid sukkelde, doch
het moreel blijft ondanks
die tegenslag op hoog peil
Bij Safir-Ludo woidt ont
spannen gelachen en harte
lijk met elkaar gepraat,
vertelt Oscar.
Probleemloos door het
leven
Natuurlijk hoopt hij op een
profzege, doch als hij zich
af en toe eens kan «laten
zien» en zijn rol als helper
goed spelen, is hij al te
vreden.
Dat is nu eenmaal de rol
die hem werd toebedeeld
en hij vindt het best zo.
Trainen doet hij meestal in
gezelschap van dorpsge
noot en liefhebber Johan
De Man, die na een blinde
darmoperatie opnieuw pa
raat is. Samen kunnen ze
het opperbest vinden op
hun oefentochten.
Oscar zegt dat hij veel te
danken heeft aan zijn
«thuis» en aan sportdirek-
teur Florent Van Vaeren
bergh.
Met schoonbroer-in-spe
Robert is hij blijkbaar goe
de maatjes.
Een supportersklub heeft
Oscar Dierickx niet.
Waarom ook?
Wielrennen is een beroep
als een ander. Hij oefent
zijn stiel graag uit en voelt
geen behoefte om vedette
te worden.
Met een bescheiden rolle
tje in dienst van zijn kop
man neemt Oscar vrede.
Bescheidenheid siert de
mens en ook in de wielren
nerij is er nood aan men
sen, die gewillig hun kan
sen offeren in dienst van de
ploeg.
In Baardegem woont zo'n
man.
Voor hem geen problemen:
hij is tevreden met zijn op
dracht en aanvaardt ze zon
der morren.
Met de glimlach.
Maar toch... droomt pallie-
ter Oscar Dierickx heime
lijk van een profzege en
met hem zijn fans uit de
Faluint jesgemeente
Cyriel Temmerman
Dat het leventje in de wielersport hard tot onzacht mag
worden genoemd weet elke wielerliefhebber onderhands
wel. De show die rond deze sporttak wordt opgevoerd is veel
kleurrijker voor buitenstaanders dan voor ingezetenen, wie
daar van kan meespreken is ongetwijfeld Luc De Puysseleir
uit Temse. Luc is een nogal gevoelige jongen die eerder vrij
laat aansluiting heeft gevonden bij de wielermiddens.
Bij de nieuwelingen reed hij amper 8 wedstrijden mee. Met
een wisselend sukses, maar in de vierde wedstrijd kon hij
zich toch verheugen op een 24ste plaats (er waren 42
deelnemers ingeschreven). Niet slecht dus voor een onerva
ren renner die nog alles te leren had en vrij weinig moest
bewijzen.
leir, komt over als een vech-
De overgang naar de junio- terstype, die zich niet in het
res verliep voor Loc te hoekje laat drummen, hij
bruusk. Nieuwelingen die trok zich op aan enkeie be_
reeds twee jaar om de zege- lere prataties Hij voelde
ruikers kampen hebben het zkh geiukkjg wanneer hij
makkelijker om het nijdige beslag kon leggen
op een
tempo dat er bij de juniores verdienstelijke vierentwin-
wordt op nagehouden te ,igsle en zelfs zestiende
slikken. Ook het toenemen- plaats Maar 2,y„ treden
de aantal kilometers was he[d nam geleidelijk af. Hij
moeilijk te verteren voor wilde nog betere uitslagen
Luc De Puysseleir. Aan-
behalen. Luc liet niks aan
vankelijk werd hij keer op het toeval over_ hij gmg om
keer uit de groep gefietst. advies vragen bij tal van
Niet leuk voor een jongeling mensen die bij de renners
die naam wil maken. Hij 5p0rt betrokken zijn: Victor
kon echter vrij goed over
weg met kritiek die werd
Van Landeghem, Mark
Ghislain, Eddy De Wilde,
geuit. In plaats van de moed hij zoch, Ze allemaal op,
- de schoenen te laten tnaar „el vruchten hield hij
zakken ging hij nog feller,
nog verbetener trainen. En
het beterde voor de jonge
renner, krakende overwin-
er niet aan over. Hij onder
vond dat een rennef- zelf
moet uitmaken wat hij mag
en kan. Luc moest dus alle
ningen zaten er niet in maar goeie raad die hij op meer.
hij slaagde er toch in met de dere fronten had ontvangen
anderen over de eindstreep
te bollen. Luc De Puysse-
op een heel persoonlijke
verwerken. Want
zoals elke renner wil Luc
ook wel eens in de krant
staan, ook wel eens een
voorsmaakje van het sukses
proeven. In elk geval hij
blijft erin geloven, hij vindt
het jammer om steeds in de
schaduw van "grote» broers
te moeten staan, maar hij
werkt tot hij ooit eens zelf in
het (pers)zonnetje zal staan.
Want ook die wet is ontzet
tend hard: wie presteert
wordt met open armen ont
vangen. De kleine die moet
vechten om het bestaan
wordt vaak, en volkomen
ten onrechte, onheus behan
deld. Zelfs beschimpt en be
spot. Maar Luc laat de
storm overwaaien en zoekt
naar nieuwe mogelijkheden
om zijn droom gestalte te
geven. Elke avond traint hij
zelfs 45 minuten met de hal
ters, tot de tranen in zijn
ogen staan. Of dat de ideale
manier is om te werken, is
een andere vraag. De ene
renner is iets vroeger uitge
groeid dan de andere en het
lijkt verkeerd wanneer men
zichzelf moet forceren om
te presteren. Veel renners
gingen er bij de liefhebbers
of zelfs bij de profs (tel ze
maar op, de vedetten die
zichzelf nooit kunnen waar
maken als het menens
wordt) definitief af omdat
ze zich in hun jeugdjaren
teveel hadden afgebeuld.
Maar Luc en de mensen die
hem bij staan zullen best
wel weten hoe ze de jongen
moeten begeleiden. Onder
tussen zoekt de renner een
plaatsje bij de eerste drie te
bemachtigen. In Hamme
zat het bijna goed. In de
tweede van de twaalf te rij
den ronden wordt er gede
marreerd, Luc voelt zich
sterk genoeg en aarzelt niet
om mee te gaan. De hele
wedstrijd door geeft hij het
allerbeste van wat hij in huis
heeft. Met zes draaiende
hardrijders de laatste ronde
in, maar Luc De Puysseleir
weet dan al dat hij zichzelf
een beetje down heeft gere
den. Hij had beter wat min
der de wedstrijd gemaakt,
maar kan je een renner ver
wijten zijn kans te gaan? De
laatste ronde werd fataal
voor Luc. Het leek wel een
bedevaart over spijkers. Hij
trapte hulpeloos in het
rond, zakte steeds verder uit
de kopgroep weg maar kon
toch nog aanspraak maken
op een mooie zesde klasse
ring. In de laatste 800 me
ters werd hij echter nog ver
rast door een jagend pelo
ton dat hem zonder wroe
ging voorbijspurtte. Zes
tiende werd hij nog.' Weg
mooie zesde plaats!
Luc herinnert zich dat hij
heeft liggen huilen in de
armen van zijn vader. Al
zijn inspanningen, al die
moeite, was het dan alle
maal voor niks geweest?
Nee! Voor zichzelf wist Luc
nu dat hij iets kon. En dat
hij moest blijven aanklam
pen. Beter laat dan nooit. In
zijn lange weg naar het suk
ses is Luc echter wel harder,
ook realistischer geworden.
Op het einde van zijn lange
brief schrijft hij volgende
zin: Daar (nvdr-de brief)
kunt U nu uw besluit uit
trekken». We hebben dat
gedaan en hopen Luc De
Puysseleir nog dikwijls op
deze sportpagina's te kun
nen plaatsen.
P.D.M.
Oscar Dierickx: bescheiden, doch tuk op een proftege. (cat)
Voor de 21-jarige Werner
Van der Fraenen zit het be
langrijkste seizoen er reeds
op, nl. de winterperiode
waarin het crossen is gebla
zen. Als nieuweling won
Werner in Bellem het pro
vinciaal kampioenschap (in
de laatste ronde wipte hij
weg uit een groep van 60
renners. Niemand was bij
machte zijn blitz aanval te
beantwoorden). Als toe
maatje won hij nog 7 andere
ritten. In 1977 arriveerde hij
als eerste op de muur van
Geraardsbergen. Een klim-
koers waarin meerdere be
kende renners de rol moes
ten lossen en vanaf 1977-78
reef Werner Van der Frae
nen tien zeges binnen bij de
cyclocrossers. Het jaar
daarop kon hij zijn rekord
aantal overwinningen met
een zege aandikken. Op de
koop toe won hij nog het
provinciaal kampioenschap
ook, en op de weg slaagde
hij erin 29 maal de ruikers
mee naar huis te nemen.
Een renner die dus duidelijk
uit het goeie hout is gesne
den, en zich ook goed weet
te verzorgen. Toch blijft de
ze renner uit Aalst erg voor
zichtig in zijn uitspraken.
Hij fietst tot dusver uit lou
ter amusement en denkt
slechts zelden aan een even
tuele profcarrière. De ren
ner uit de Ajuinstad koos
voor het veldrijden om een
welbewuste reden: "In het
veldrijden heb je meer kans
om met evenwaardige mo
gelijkheden van start te
gaan. Bijna elke veldrijder
gaat uit werken en neemt er
het crossen bij omwille van
een soort vrijetijdsbeste
ding. De baanrenners zien
de zaken anders. Er zijn tal
van liefhebbers, zelfs junio
res, die het leven van een
prof leiden. Ik vind dat ver
keerd omdat het de werke
lijkheid vervalst. Als je elke
dag een job moet uitoefenen
dan moet je op een of ande
re manier de zogenaamde
verloren tijd terug inhalen.
Maar dat kan niet. Een
wielrenner moet rustig kun
nen leven, regelmatig ook.
Als je je op de weg wil
waarmaken moet je meteen
je hoofdjob opgeven en
daar voel ik vooralsnog
niks voor. Ik werk graag in
een bekende fietshandel te
Aalst, het is trouwens een
werk dat in het verlengde
van mijn hobby ligt, name
lijk fietsen in elkaar passen.
Wat ik doe als werk kan me
eigenlijk niet zoveel sche
len, als ik maar werk heb.
Ik kijk uit waar ik bij een
drie tot viertal jaar zal
staan, normaal gezien zal ik
dan aan mijn sterkste perio
de toe zijn. Pas dan maak ik
een keuze tussen beroeps-
sport of amateurisme. Het
zou me niet verwonderen
dat ik voor de laatste moge
lijkheid opteer.
Verzorging
«Ik tracht me wel goed te
verzorgen. In 1977 had ik
voortdurend moeilijkheden
met een te lage bloeddruk,
ik vrees dat het onbezonnen
fietsen daar de aanleiding
toe was. Momenteel word ik
elke maand onderzocht
door een onderlegde sport-
dokter. Ik vind het erg be
langrijk dat mijn gezond
heid op punt blijft. Er zijn
altijd wel renners die naar
niks omzien, maar het li
chaam zet hen dat meestal
duur betaald. Naast de arts
is het mijn vader die me op
gezondheidsvlak bijstaat.
Ook de administratie en alle
formaliteiten die voor mij
eerder tijdverspilling bete
kenen regelt hij. Hij werkt
tevens een aangepast trai
ningsschema uit en bereidt
me voor op de wedstrijde
Ik moet voluit toegeven d
hij een onmisbare krac
voor mij betekent. Dat dc J®
goed. Doping? Ja, in
kranten wordt daar
over uitgeweid, maar ik ki
me er geen idee van vormt001
hoe een wielrenner met de
gelijke zaken omspringt,
die medicijnen moeten tot
schadelijk zijn? Je schrot
je prestaties op een ong ha
zonde manier op, dat mc dai
toch mislopen? Ik vind ds
de natuurlijke voorben me
ding op de koersen niet ÜVJC
evenaren zijn doq
chemisch spul. Ik blijf
dan ook kordaat af. Ik kt
echter niet veel renners d^wc
zich te buiten gaan aan dqni
pe. Ook mijn naaste ko*bi
kurrenten halen hun ne
op voor pepmiddelen.
.Hi
de:
Naaste
konkurrenten?
«Ja, op de modderwegc
bieden zich heel wat lastig
klanten aan, ik denk mat
aan een Paul De Brouwe
De Cock, Lauwaert,
Luc Nauts niet te vergetei
Voor mij zijn dat de
hoofdpionnen van het cro
sersklubje hier in de streel
Ook op de weg worden c
ereplaatsen slechts onder c
besten verdeeld. Hier in t
omgeving zitten ruim e
tiental renners die steeds
vrezen zijn. Voorbeelde
genoeg: Eric De Wilde, D
Backer, De Bondt,.
om op te noemen.»
Werner Van der Fraenet
die het zonder een suppoi
te'rsklub moet stellen, won
echter steeds luidruchti
aangemoedigd door
aanverwanten. Vooral Piet
re Verbeiren, een buurmat
mist nauwelijks e
strijd van zijn favoriet. E
deze bijkomende steun
voor Werner natuurlijk v<
groot belang. Dat hij wal
zijn mars lieeji heeft hij n
al een vijftal jaar bewezei
En we zullen er nog i'<5
horen.
P.D.M
Hi
Beveel
aan bij uw vrienden,
zij zullen er U
dankbaar voor zijn