LEADING CONTEMPORARY PRINTS
TENTOONSTELLING OM «U»
TEGEN TE ZEGGEN
CRAZY RHYTM JAZZ
ORCHESTRA VEROVERT AALST
Katolieke Filmliga
20 - 23.5.1980 - De Voorpost
Herman Sobrie, bass en susafoon.
Jacques De Neef, tien jaar terug zat hij ook achter het
Leading Contemporary Prints is de laatste tentoon
stelling van het seizoen '79-'80 in Galerij S65. Vijf
grafische kunstenaars waaronder een landgenoot
geven een idee van de rijkdom van de grafiek. De
tentoonstelling is toegespitst op twee ingewikkelde
technieken, mezzo-tint en houtsnede-screen. Blik
vangers in dit hoogstaand geheel zijn Kunito Nagao-
ka en Tetsuya Noda.
Een oeuvre te zien in S 65. (Per)
Noda werd in 1940 gebo
ren te Shiranui (Japan).
Na zijn studies aan de
University of Arts van To
kio waar hij nu doceert
legde hij zich toe op
grafiek en werd één van
de toonaangevende kun
stenaars in zijn land.
Vanaf 1970 verwierf hij
internationale bekend
heid; hij kreeg onder
meer de eerste prijs op
de Internationale grafiek
Biennale van Noorwegen
en op de Ljubljana Inter
national Print Biennale.
In Noda's werken worden
verschillende technieken
gekombineerd, met de
nadruk op houtsnede en
zeefdruk. Hij vertrekt
meestal van een foto die
hij vergrooi afdrukt op
dun fotopapier en bij
werkt met stift en pen
seel. Vervolgens wordt
dit fotografisch gegeven
via een ingewikkeld pro
cédé afgedrukt. Het re
sultaat van deze vrij on
gewone techniek is ver
bluffend, de werken stra
len een ongewoon grote
aantrekkingskracht uit.
De originele, uitgekien
de vlakverdeling en de
grote open vlakken op de
achtergrond geven de
stillevens een poëtische
dimensie die nog ver
sterkt wordt door de so
bere, grijsachtige kleu
ren. De houtsnedes zijn
bovendien een lust voor
het oog. In het modern
figuratief genre moet No
da beslist hoog aange
slagen worden.
De Armeense Brit Mark
Balakjian en de Japanner
Kunito Nagaoka zijn
grootmeesters van de
mezzotint, een van de
moeilijkste technieken
die de grafiek rijk is. De
ze techniek vereist een
jarenlange studie en een
enorme dosis geduld,
feeling en koncentratie.
Net als Noda studeerde
Nagaoka aan de Univer
sity of Arts in Tokio. Ver
volgens was hij enkele
jaren werkzaam als gra
fisch designer. Sinds
1966 woont hij in Duits
land, waar hij nog verder
studeerde. In 1977 won
hij de eerste prijs van de
Wiener Graphik Bienna
le; daarnaast werd hij
vereerd met onder
scheidingen op de Inter
nationale Grafiek Biën
nales van Krakau en
Frechen.
Nagaoka's werk is veel
minder toegankelijk dan
dat van Noda. Als onder
werp voor zijn kleuretsen
kiest hij het vulkaanach
tige landschap van zijn
geboortestreek, waarvan
hij blijkbaar erg onder de
indruk is. In de land
schappen verwerkt Na
gaoka bunkerachtige ge
gevens die de idee op
roepen dat de kunste
naar hiermee een ont
snappingsmogelijkheid
suggereert. Nagaoka zeil
is het daar niet met eens,
hij beweert dat die «pun
kers» gewoon fantasieën
zijn. Uit de werken
spreekt vervreemding,
angst, dreiging, somber
heid. Een eigenaardig,
bizar licht benadrukt de
beklemmende sfeer. Het
vraagt van de kunstlief
hebber dan ook een erns
tige inspanning om de
onaangename eerste in
druk te overwinnen en de
mezzotinten op hun artis
tieke en technische
waarde te schatten. Toch
blijft dit moeilijke kunst.
Mark Balakjian legt in
zijn werken niet diezelf
de beangstigende sfeer,
zijn kleuretsen lijken ons
minder geïnspireerd en
eerder neutraal. Op het
technisch vlak hoeft hij
echter niet onder te doen
voor Nagaoka. Dorothea
Wight, Balakjians echt
genote bereikt niet het
niveau van beide andere
kunstenaars, haar wer
ken zijn nogal braaf-inti
mistisch en missen enga
gement.
Maurice Pasternak
scheert evenmin de hoge
Leading Contempory Prints in S 65. (Per)
toppen die Nagaoka en
Balakjian bereiken. Dat
blijkt vooral uit zijn
kleurbehandeling. De
zwart-wit werken echter
baden in een intrigeren-
vluchtende figuur ver- schaduwtekening dikt
dwijnt uit een besloten geheimzinnige
kamer langs de half aan.
openstaande deur; Leading Contempoi
steeds ditzelfde tafereel: Prints mag u niet miss
de schim, de deur en het werk van dit niveau is
de sfeer. Een vluchtige raam. De gevoelige Aalst niet vaak te ziei
De muzikanten van the Crazy Rhytm Jazz Orchestra
hebben zich op zondag 18 mei zonder veel proble
men in de gunst van de Aalsterse jazzliefhebbers
gespeeld. De «Crazy Bol» zat andermaal afgeladen
vol. de sfeer was er en de tapkranen konden het
tempo amper bijhouden, want er werd geswingd als
de pest.
Eén uur voor het Terwijl de andere muzi-
optreden kanten him instrumenten
opstellen en de geluids
installatie testen, schetst
klarinettist Daniël Geir-
naert ons de geschiede
nis en de ambities van
The Crazy Rhytm Jazz
Orchestra. Hijzelf en pia
nist-bandleider Jo Velt-
man spelen reeds 25 jaar
regelmatig samen. Aan
vankelijk speelden ze
moderne jazz, maar zoals
vaker het geval is keer
den ze na verloop van
tijd terug naar de bron en
twee jaar geleden sticht
ten ze de huidige band,
een amateuristisch or
kest in die zin dat alle
spelers een vast beroep
uitoefenen. Eens per
week wordt er gedurende
enkele uren gerepeteerd
en ongeveer één optre
den per maand schijnt
een realistisch streefdoel
te zijn. Dat er toekomst
zit in de groep moet blij
ken uit de bemoedigende
resultaten die werden
geboekt op het Gulden
Vlies Festival waar ze,
naast een mooie tweede
plaats, de prijs van het
publiek en de persprijs in
de wacht sleepten. Op
het Internationaal Festi
val van Breda rangschik
ten ze zich veertiende.
Zonder overdreven ambi
ties te koesteren streeft
het orkest ernaar goede
oude nummers zo afge
werkt mogelijk te spelen.
In de nabije toekomst
zal, mits wat geluk, op
getreden worden in San
Sebastian, Leiden en
Londen.
Het uur der waarheid...
maar het werden er
bijna vier!
Dat er wel degelijk ern
stig geoefend wordt heb
ben we samen met de
andere jazzliefhebbers
tot ons genoegen mogen
konstateren. Het orkest
heeft een eigen sound en
hoewel het karakter van
de nagespeelde num
mers behouden blijft,
komt er toch een nieuwe
persoonlijke dimensie
bij. Energiek en gedisci
plineerd samenspel lei
den tot een homogeen,
goedklinkend geheel.
Bij wijze van opwarming
gaf elke muzikant na het
openingsnummer in het
frisse «Rosetta» een korte
solo en het hek was met
een van de dam. In een
fors tempo wisselden tra-,
ge en snellere, ingetogen
en speelse nummers el
kaar af.
Eén muzikant, banjoïst
Patrick Van Haute, ont
brak op het appèl. Zijn
afwezigheid werd echter
doeltreffend opgevan
gen. Pianist Jo Veltman
en bassist Herman Sob
rie ondersteunden de
melodielijnen gepast;
vooral het fijne, zangeri
ge pianospel van Velt
man, die als solist min
der opvallend werk ver
richtte, bekoorde ons
erg. Drummer Marcel
Onderbeke speelt opval
lend droog en energiek,
ook gevarieerder dan
jazzdrummers dat door
gaans plegen te doen. De
zoete klarinet van Daniël
Geirnaert kwam sterk
naar voor in de melo
dieuze nummers, terwijl
zijn solo's op de tenorsax
toegejuichte hoogtepun
ten waren in de swingen
de boogie-woogies. Dat i
was zeker het geval voor Odilon Mortier, een bekende saxofonist uit Aolst, stal J
de aggressieve, hortende deel van de show. (Per)
trompetstoten waarmee
Jan Van Wijmelbeke her
haaldelijk fors uithaal
de, hoewel hij in andere
nummers haast ingeto
gen op de achtergrond
bleef.
Zonder zich echt in de
kijker te spelen haalde
André Knapen uit zijn
trombone de meeslepen
de en vettige klanken die
zo belangrijk zijn voor de
sound van een jazzband.
Na de pauze wisselde
Herman Sobrie zijn bass
voor een susafoon en
was het lichtere, gezelli
ge muziek geblazen. Zo
wel de muzikanten als
het publiek waren niet
meer in te tomen en dat
resulteerde in een sfeer
die je nergens anders
treft dan op een jazzop-
treden. Tijdens een twee
de pauze kreeg Odilon
Mortier de kans een de
monstratie te geven op
de sax en ging Jacques
De Neef na tien jaar on
derbreking nog eens aan
de drums zitten. Het ap
plaus dat ze beiden kre
gen loog er niet om.
Deze jazzavond was voer
voor fijnproevers. Trompettist Jan Van Wijmelbeke. (Per)
V.l.n.r.. trombone André Knapen, trompet Jan Van Wijmelbeke en klarinet-saxofoon
i Daniël Geirnaert. (Per)
The Crazy Rhytm Jazz Orchestra. (Per)
Op 30 mei komt het bestuur van de KFL, de Katolieke
Filmliga samen om het voorbije seizoen af te sluiten
en tevens het programma voor het komende reeds
vast te leggen. Leden die in dit verband wensen
hebben te uiten kunnen zulks doen op het sekretariaat,
Valerius De Saedeleerstraat 24 te Aalst.