I Zo is voetbal(8) De ANDERE match m Bankzitter Mommens SC Lokeren tegen VK Mechelen De Voorpost - 31.10.1980 - 21 Wat een supporter lijden kan... Al sedert donderdag voelt Victor Balrond de zenuwen in zijn maag trekken en rommelen. «Dat onze jongens zondag toch maar winnen tegen Lebbeke,» mijmert de Dendermonde-supporter. Hij heeft altijd al last gehad van zondagnamiddagkoorts, maar als de derby tegen de jongens van het Konkelgoed plaatsgrijpt, wordt de week die het voetbalgebeuren vooraf gaat een lange zevendaagse thriller. «Ik ben nog heel tevreden als we gelijk spelen,» brult hij tegen zijn vrouw, die hem vraagt de vaat te helpen doen. Het eerste bord ligt echter al aan scherven tegen de grond. «Altijd hetzelfde melodietje,» zucht vrouwlief. «Als er geen voetbal is moet je telkens heel dringend, en als er gespeeld wordt kan je niet eens een bord in je handen houden!» Bevend slikt Victor een kalmeringspreparaat. Uit de krantenstapel haalt hij De Voorpost. «Wij verslinden Dendermonde met haar en huid» leest nerveuze Victor op pagina zeventien. Met een schreeuw springt hij uit zijn zetel (in de keuken sneuvelt bord nummer twee). Veel te bruusk stampt hij de televisietoets in en even later verschijnt een beschouwend verslag op het beeld van de komende wedstrijd Avanti Lebbeke-Neerpelt. Het schuim, dat vrijkomt bij het opwerken van een Dendermondse woede-aanval, vliegt in het rond. Met een klap wordt het beeldbuisprodukt het eeuwige stilzwijgen opgelegd (in de keuken klettert nu zowat de helft van de vaat tegen de stenen). Met een langdurige overwinningskreet schiet Victor 's nachts wakker. Zijn vrouw kent de nachtmerries van haar voetbalfanaat al langer dan vandaag en koos eieren voor haar slaapgeld; ze trok bij haar moeder in tot zondagnamiddag kwart voor vijf. Met een middeltje tegen de hoofdpijn, één tegen de spanning en één tegen overmatig drankgebruik in de zakken stapt Victor naar de bus, die de supportersschare naar Lebbeke zal vertransporteren. Louis is er ook al en Madeleine kauwt zoals elke zondag verbeten op een lap kauwgom. Voor de gelegenheid nam ze een dubbele portie. Wanneer de bus de standplaats verlaat, beseft Victor dat hij zijn paarsblauwe muts heeft vergeten. Hij zal het dan maar moeten doen met sjaal, alarmbel, tientoeterige sirenebak, ratel en sleutelhanger (voorzien van de kleuren van zijn ploeg). Gerard heeft gelukkig de klubvlag mee. Maar waar zit het KAVD-jazzensemble? «Sigaret?» «Graag.» Mons vingers zien al aardig bruin. Als Dendermonde de wedstrijd wint, wrijft hij met citroensap de nicotinevlekken van zijn vingers. Mon verricht die operatie heel onregelmatig... Omstreeks halfdrie, na tien minuutjes rijden, houdt de autocar stil bij de poorten van de klub met de blauwwitte kleuren. De bezoekende fans van stad Dendermonde worden door de gemeente-supporters op gehoon ontvangen: «Jullie komen er niet bij te pas! Schrijf de overwinning maar op jullie buik!» wordt er gelachen. Victor voelt het bloed naar zijn hoofd stijgen, zijn gelaat zwelt op en krijgt een paarse kleur. Dat hij uitgerekend nu zijn muts vergeten is. Victor is niet bijster tevreden over de verhoogde toegangsprijzen. Normaal koopt hij een kaartje voor de eretribune, maar 150 fr. vindt hij geen klein beetje overdreven. Trouwens, de hevigste supporters moeten al slaande hun jongens aanmoedigen. Uit zijn schorre en onvaste stem laat hij het Ros Beiaardlied weerklinken, zijn kameraden verheffen eveneens de stem. «Dendermonde zal zich de ziel uit het lijf spelen om minstens één punt mee naar huis te nemen. Als die van Lebbeke denken dat ze mijn ploeg met krot en mot zullen verslinden... zullen ze veel vroeger moeten opstaan. En in Dendermonde staan we vroeg op, heel vroeg...». «Allez Dendermonde. Allez» zingt het koor van het bezoekende team wanneer de spelers zij aan zij het terrein opwandelen. De scheidsrechter houdt zijn leerlingen ondertussen sterk in het oog om eventuele deugnietenstreken te bestraffen. De wedstrijd wordt in beweging geblazen en tot zijn grote vreugde stelt Victor vast dat zijn ploeg het heft onmiddellijk in de stadshanden neemt. «Komaan Harry, die kan je dribbelen,» roept hij. Victor Balrond heeft waardering voor de middenvelder met de Jamaïcaanse krullen. Een jong talent dat natuurlijk bij Dendermonde speelt. «Arbiter, zie jij dan geen steek? Domme zwartzak! Kluituil van een smoelentrekker!» schreeuwt hij wanneer een der spelers onzacht tegen het Supporter zijn is geen lol: als je eigen favorieten naar de goal doorstoten is het afwachten of er al dan niet een doelpunt komt. Belaagt de vijand je eigen doel, dan is het nog erger: veronderstel dat die kerels de bal voorbij de keeper trappen en op de koop toe de match winnen. Om dood te vallen, (c) gras wordt gewerkt. «Hou je kop,» merkt een Lebbekenaar op, «je kan toch wel zien dat de scheidsrechter de fout bestrafte! Weet je wel iets van voetbal af?» Victor zindert van koleire. Stel je voor dat de eerste de beste tegensupporter je voetbalkennis in twijfel trekt! «Indien een speler van Dendermonde zo'n fout zou begaan, krijgt ie een geel kartonnetje. Nee, een rood! De scheidsrechter heeft nog nooit pro Dendermonde gefloten. Onze klub is altijd het slachtoffer van die zwarte zijn luimen! Enkele Lebbekena- ren draaien zich boos om. «Stil nou toch, Victor, straks krijg je moeilijkhe den,» fluistert Madeleine in zijn oor. «Ik ben van niemand bang» zegt Victor nors. «Maar ik kan tegen geen onrechtvaardigheid». Het eerste kwartiertje is verstreken en de thuisploeg neemt het initiatief over. Victor wordt boos op enkele spelers van zijn ploeg. «Waegeman, doe toch iets behoorlijks met de bal,» brult hij. Zijn medestanders vallen hem niet bij: «die jongen doet toch zijn best?». «Hij kan niet voetballen,» replikeert Balrond nijdig. Net voor de rust trapt Waegeneir de bal keihard naar doel. De vallende Heyvaert krijgt de bal niet voldoende onder kontrole en Van Den Broeck maakt één der makkelijkste doelpunten uit zijn loopbaan. «Verdorie, Heyvaert waarom boks je dat leder niet weg?» krijst Victor die de moed als een broek op zijn schoenen voelt zakken, «waarom werkte niemand die bal weg? In Dendermonde hebben we geen verdediging. Het middenveld staat te slapen en de voorhoede staat op losse benen! Het is godsgeklaagd!» De pil is moeilijk te slikken voor Victor. Op verplaatsing wordt wel eens meer verloren, maar toch niet op Lebbeke? Dat is het laatste wat een supportershart kan verdragen. Gedurende de rust begeven Victor en zijn kornuiten zich naar de bierwinkel. «Pintjes en een trappist voor Madeleine.» Terwijl van het schuimend vocht geslurpt wordt en Louis een tweede rondje bestelt is voetbal natuurlijk het gespreksonderwerp. «We moeten onze ploeg niet afbreken, maar blijven steunen,» verduidelijkt iemand. «Al die negatieve kritiek... dat hoeft toch niet?». Victor voelt zich belaagd: «Als Heyvaert die bal niet poogt te pakken scoren de Lebbekenaars nooit». De Dendermondse «harde kern» wacht nog even tot Madeleine haar Paterbier uit heeft en dan zetten ze zich in beweging om de tweede helft «live» mee te beleven. «Dat we mogen winnen,» fluistert Victor terwijl hij zich een kruis slaat. Toch blijkt al vlug dat de Konkelgoedboys ten allen prijze hun voorsprong willen handhaven. Een loeier van een schot wordt door Heyvaert uit het doelvlak geranseld. Victor knijpt de ogen stijf dicht: «Aai nee,» schiet het hem door het hoofd. Als hij zijn ogen terug openspert is hij gelukkig dat de bal niet zit. De thuisploeg gooit daarop twee spelers in het heetste van de tweeën twintigkamp. Maar de bezoekende De Kinder trekt de bal even later naar de tweede paal en de Waegeman waagt alles of niets. Het wordt alles. De aanvaller plaatst de bal met het hoofd in het net. «Laat die van Lebbeke maar vissen,» juicht Victor Balrond opgelucht. «Prachtig van onze jon gens! Blijven vechten dat moeten ze!» De Lebbekenaars vallen stil. «Een goede ploeg, maar weinig rijpheid,» laat Victor zich ontvallen. De thuisfans kijken hem met gebluste ogen aan: «Hooghartige tiep!». Victor neemt een dikke sigaar uit zijn vestzak, toetert hard op zijn hoorn en roept: «Dendermonde boven!» «Die sigaar moest ontploffen» werpen de blauwwitte fans op. Maar aan het goede humeur van Victor valt niet meer te tornen. Wanneer een thuisspeler toch dicht bij een doelpunt komt, zakt de rook in het verkeerde keelgat, maar hij veinst een verkoudheid te hebben. «Dendermonde kan nog winnen,» herstelt hij zichzelf. En inder daad, Van Den Driessche stormt met de bal naar de doelmond, maar een ruwe Meert loopt de aanvaller van de voet. «Geel! Rood! Strafschop!» tiert Victor woest. «Arbiter, doe de leeuw van jouw borst en zet er een aap op,» kreunt hij boven zijn toeren. Geen strafschop, wel een vrije trap en geel voor Meert. «De scheidsrechter steelt een punt van ons. Wat een boere- loeter!». Toch haalt Victor opgelucht adem wanneer de scheidsrechter de match laat stilleggen. In het supporterslokaal wordt de wedstrijd nog even overgepraat. «Heyvaert is toch een pracht van een keeper. Heb je gezien hoe hij in de eerste helft zeker drie gemaakte goals voorkwam? Als we die jongen niet hadden waren we verloren. Dat is zeker!» zegt Victor. «Waegeman? Een aanvaller met klasse. Dendermonde heeft een goeie ploeg. Kom geef nog een pint en voor Madeleine een stuk chocolade. Melk ja, ze heeft al genoeg trappist uit!» lacht Victor. Wanneer hij om tien uur 's avonds de deur van het lokaal uitloopt, staat hij plotseling stil: «Jezus, ik moet mijn eega nog gaan halen bij mijn schoonmoeder Paul DE MOOR En nog maar eens over de gele kaart. Er is een tendens geweest om in ons landje in te haken op de «internationale» trend: twee keer geel, is één maal strafzitten. Het bleef voorlopig bij het oude. Een kanariekleurtje kan goed zijn voor drie punten, of twee. Of an derhalf puntje. Als je zes puntjes samengesprok- keld hebt (sommigen zijn daar snel aan toe, ande ren doen daar lang over), moet je noodgedwongen één match missen. Er zijn drie kategorieën «gele kaarten». Hoe wor den die onderverdeeld? Je hebt de kategorie A, voor ruw of brutaal spel en herhaalde fouten. Het onbehoorlijk gedrag wordt afgestraft met een B, die goed is voor twee punten en kritiek op de scheidsrechter is goed voor een C of anderhalf punt. Wat is ruw of brutaal spel? Opzettelijk eep tegen- I stander een voetje lich- ten, gevaarlijk spel en foutief langs achter aan- I vallen. Wat wordt bedoeld met «herhaalde fouten»? Er zijn spelers die voortdurend door de ref op de vingers moeten ge tikt worden voor pekel zonden. Op de lange duur kan het optreden van die «moeilijke vent jes» de sfeer op het ter rein verpesten. Wie niet horen wil, moet voelen. Dus. trekt de ref de gele kaart, wat evenveel bete kent als een «laatste waarschuwing». Onbehoorlijk gedrag is een vage omschrijving. Wat betekent het konkreet? Opzettelijke obstruktie is er een. Zonder de toe stemming van de ref het terrein opkomen of op nieuw betreden een an der. Tijd trachten te win nen, om het even of het een doelman of een an dere speler betreft even eens. Er zijn er trouwens nog meer... Wat doet de scheids rechter bij «truiketrek»? Fluiten natuurlijk en naast een rechtstreekse vrijschop voor de tegen partij, komt daar nog een gele B-kaart bovenop. Waarom geen A? Iemand die aan een shirt of een broekje gaat hangen, kan je moeilijk een voorbeeld van fair-play noemen. Je mag zijn fout echter niet vergelijken met die van een belhamel die noch de benen noch het vege li chaam van zijn tegen stander spaart en er maar op los trapt of slaat. Nog meer voorbeelden van onbehoorlijk gedrag? Op een ploegmaat steunen om de bal te kunnen koppen (jaja, en daar moet de ref een on rechtstreekse vrijschop voor toekennen), met de armen zwaaien om een tegenstander te hinde ren, en de opgelegde af stand niet respekteren bij vrijschop of strafschop. Mag je staan molen wieken voor een speler die een vrijschop of een strafschop gaat trappen of die een inworp wil nemen? Helemaal niet, want ook die klownstreken moeten worden bestraft als een vorm van onbe hoorlijk gedrag en met een gele kaart worden af gedaan. De scheidsrech ter kan ook om het even welke andere en hierbo ven niet genoemde fout als onwelvoeglijk gedrag beschouwen: zijn onbe perkte bevoegdheden op het terrein kennen hem dat recht toe. Wat wordt bedoeld met «kritiek ten opzichte van de scheidsrechter»? Met woorden of geba ren een beslissing van de «man in het zwart» afkeu ren is er één. Het kan ook door bij de ref te gaan kommentaar uitbrengen omtrent een of andere beslissing om de «fluite- nier» te intimideren. Ie mand die bij de spelers kommentaar uitbrengt terwijl de referee hen op merkingen maakt, wordt met hetzelfde sop gewas sen: geel met een C-boe- te. Welke betekenis heeft die gele kaart? Het is, zoals de centrale scheidsrechterskommis- sie zegt, een waarschu wing en dus een tucht maatregel die de proloog tot de uitsluiting bete kent. De «gele» speler moet weten dat hij bij een volgend ernstig ver grijp de weg naar de kleedkamer opgaat: de twee keer geel kan je niet krijgen tijdens één en de zelfde match. Vandaar... Waarom sinds enkele jaren «geel» en «rood». Vroeger deden de scheidsrechters het toch zonder die fameuze kar tonnetjes? Een scheidsrechter is niet verplicht om bij een doordeweekse overtre ding onmiddellijk een «karton» te tonen. Hij kan een speler een opmer king maken. Die opmer king moet niet geboekt worden. Hij zal zeggen: «meneer de speler, vol gende keer krijg je geel». In de goeie ouwe tijd was dat ook zo. Doch ook toen moesten de «waarschu wingen» geboekt en ge signaleerd. De ref noteer de de naam van de zon daar in zijn boekje en moest de betrokkene dui delijk meedelen dat hij bij een volgende «vertre ding de laan uit zou wor den gestuurd. Zwakkere scheidsrechters durfden het niet aan de «zwaarste beslissing» te treffen en lieten de rebellen maar doorgaan met onheil stichten. Vandaag kan dat niet meer: als iemand naar de gele kaart heeft moeten kijken, heeft ie dereen dat duidelijk ge zien. Terugkrabbelen kan niet. Daarenboven wekt dat «geel» een niet te on derschatten psycholo gisch effekt op. Wie beslist over het bepalen van de kategorie van fouten? De scheidsrechter, zeg gen de onderrichtingen. Doch daar wordt onmid dellijk aan toegevoegd; «maar hij moet zich naar de reglementering terza ke schikken. Een speler kijkt naar een gele kaart. Later in de match ziet de ref zich verplicht diezelfde stoute jongen met «rood» weg te sturen. Moet die gele kaart worden geboekt? Neen. De naam van de betrokkene moet geboekt bij de «uitgesloten spe lers». Doch over die gele kaart wordt alleen gewag gemaakt in het (ook al gele) scheidsrechters- verslag dat in twee ek- semplaren naar het be voegd komitee dient op gestuurd. (vervolgt) Marcel Van Hauwermeiren Vraag het maar Zijn er vragen omtrent de spelregels? Zet die op papier en stuur ze naar De Voorpost, Sportre- daktie. Oude Vest 34 te 9330 Dendermonde. Het antwoord volgt prompt, (mvh) Op zaterdag 1 november om 16 uur De match in het kader van de zestiende finales voor de Beker van België, het thuisvoet- ballend SC Lokeren en VK Mechelen heeft op een ongewone dag en een even uitzonderlijk uur plaats: de Westvlaamse scheidsrechter Fontaine fluit om 16 uur de aftrap op zaterdag 1 november. KLVB - Beker van Oost-Vlaanderen Kalender achtste finalés (zondag 2 november 1980 om 15 uur) Wetteren 70 - Kanaries Lede (De Geyter) Aspelare - Herzele (Tack) Velzeke Zwaluwen Impe (Severens) Velzeke - Letterhoutem (De Sutter) O. Wetteren - Heusden (Vermeelen) Sp. Aalst - Mascotten Mere (Claeys) Spaarbekken - Sportief (De Rijcke) Krolvrienden Haaltert - Damvallei (Callebaut) Aktueel Na het Europees kampioenschap in Italië werd Raymond Mommens aangekondigd als een nieuwe superstar. De 22-jarige Lebbekenaar die voor het vandaag grote Lokeren voetbalt, stak plots in de huid van een autentieke vedette. Hijzelf bleef broodnuchter en bescheiden. Hij woont immers in een gemeente waar je mekaar met de voornaam aanspreekt en waar je met je beste buren een kaartje legt. Ray Mommens «verhuisde» als piepjong knaapje naar een klub met steile ambities. Maar hij slaapt 's nachts nog steeds in een Lebbeeksbed. Voor de trip naar Dublin had Guy Thijs de naam Mommens op zijn lijstje van geselecteer den geschreven. Niet in de basis, wél als bank zitter. Thijs: «Van Moer loopt erbij, en als Wilfrieds batterij leeg is, komt Mommens erin op voorwaarde dat het rezultaat vaststaat. An ders haal ik Heyligen van de bank». Van Moer, afgepeigerd en door een trap hier en een duw ginds flink toegetakeld, stapte op voor het anderhalf uur rond was. Jos Heyligen kreeg nog gedurende enkele minuten de tijd om de rol van orkestmeester te vertolken. Raymond Mommens bleef in de dug-out. Wereldschokkend? Helemaal niet, doch bij de insiders wekte het enige wrevel dat die klasbak het trainingspak niet mocht afgooien en het gras oprennen. Thijs zal zijn redenen hebben gehad om Ray mond naast de ploeg te zetten. Hij moest zelfs geen kritiek slikken: het is pas wanneer een team de mist ingaat, of door de schuld van een blunderende akteur een knock down inkasseert, dat een trainer op de korrel wordt genomen of zelfs voor de bijl gaat. De Rode Duivels hielden aan hun Dublinreis de helft van de buit over. Dus. Intussen was er toch enige verrassing om trent de uitverkiezing van Ludo Coeck voor de «nationale elf». De (nog jongeAntwerpenaar die sinds zijn vroege tienerjaren voor het door velen verafgoodde Anderlecht speelt, maanden lang uit h$f circuit bleef wegens verwondingen en chirurgische ingrepen, is plots weer tot Rode Duivel gepromoveerd. Dat die linksvoetige ar tiest het internationaal peil haalt, kan niet be twist. Dat hij, al werd gevreesd dat zijn loopbaan door al die kwetsuren op de helling stond, er opnieuw staèt, is een verheugende vaststelling. Of hij plots zoveel beter is dan een momenteel glanzende Ray Mommens, is een ander paar mouwen. Of blijft de klubnaam doorslagge vend, bij het selekteren voor een interland? Anderlecht klinkt ook nu nog beter in de oren dan Lokeren... Ray Mommens, de bankzitter van Dublin, maakt geen misbaar. Hij is er te braaf voor, heeft te weinig «dikke nek». Zijn antwoord was er een zonder woorden: een schitterend doelpunt te gen Dundee en een gepolijste prestatie tegen de «Terrors». Marcel VAN HAUWERMEIREN

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1980 | | pagina 21