iniiiiiiHiiiiiir
Vlaams Kamerorkest en
3 Meisjeskoren in Britse Avond
W. SCHELFHOUT:
ZIN VOOR ORDE
G. TEUGELS VAT HET MOMENT
IN CLAIR OBSCUR
«Freinettechnieken» in Basisonderwijs
Polychromeren: edele kunst
«HftUHISS
10 - 21.11.1980 - De Voorpost
Als tweede luik van de Sint-Martinusviering, en dan nog op
dezelfde dag van de TV-mis, kwam het Vlaams Kameror
kest Handel en Britten spelen. Drie meisjeskoren (ik noem
se één keer): Halleluja Aalst, voorbereid door Gaston De
Cock, Makeblyde Zele, voorbereid door losée Standaert. en
Si-Bengkok Wetteren. voorbereid door zuster Machteld,
zongen de partijen uit de Cantate 'L'allegro ed il pensoro-
so'. Het zal nogal wat voeten in de aarde gehad hebben om
de BRT-jongens vlug de kerk uit te duwen, en de opstelling
der koren te onderzoeken. Maar wie niets doet, niets
misdoet, en wie alle dagen thuis zit heeft nergens last van.
zelfs niet van talent. Zo te zien waren alle mogelijke
problemen dan ook tegen het aanvangsuur verdwenen.
Arie van Lysebeth kon dus gerust de verantwoordelijkheid
voor de uitvoering dragen, en wij voor deze commentaar.
Alsof het de allereerste keer of boven op de watertoren
is, gooien we het nog maar technisch even knap of on
eens op tafel. Wie in Aalst knap, alleen klinkt het an-
een concert wil geven, zit bij ders. Ie kan ook zeggen dat
voorbaat genepen. In de de oorspronkelijke bedoe-
feestzaal krijg je maar een ling van de componist uit
halve autobus binnen, en in het lood gehaald wordt,
de kerk springen ze met vol- Er is nog een bijkomend ad-
Ie teugen tot in de verste dertje. Omdat je met zo'n
hoeken, maar je bent de weer geen dooie hond in een
klank kwijt. Een kameror- ijskoude kerk houden kan,
kest is een kamerorkest, en staat er de hele continue
als je het daar weghaalt is avond een soort super-nova
het karakter verloren. Dat installatie monotone deci-
heeft niets met interpretatie bels en kalorieën op de ach-
en peil te maken. Ze blijven tergrond te spuien. Omdat
midden op een voetbalveld het lot der voorbehouden
plaatsen me niet beschoren
is, dien ik op tijd aanwezig
te zijn, en verzeil ondanks
mijn stiptheid wel eens naar
de laatste rijen. Ik zie dus
wel van op die plaats in de
"Variaties', een werk dat ver
geven zit van pianissimo-
aanduidingen, de strijkers
de liefde tot de kunst beoe
fenen, maar hoor door het
mateloos gebrom op de ach
tergrond alleen flarden van
akkoorden voorbijgaan. Al
die factoren samen (ik weet
het, allemaal stuk voor stuk
onafhankelijk van boorde
volle goede wil) knagen uit
eindelijk aan de totale pre
sence van een optreden, en
laten de goedbemeste en
liefgekoesterde bloem ont
luiken in een halfverlichte
kamer.
Gaston De Cock, promotor,
inleider en vaste aanlokker
van het Vlaams Kameror
kest, luidde de dankklok, en
gaf meteen de situering van
het eerste werk: Brittens Va
riaties op een thema van
Bridge. Ik heb het altijd al
Op vrijdag 14 november greep de vooropening van «Geboende en gepolychromeer
de meubeltjes, wiegjes en kuriosa uit grootmoeders tijd» plaats. Deze uit Egypte
afkomstige kunstbewerking was vooral geliefd bij Zuiderse volkeren zoals de
Moren, Basken e a. Hedendaags komt deze vorm van meubelartisticiteit echter nog
weinig aan bod. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat alles met de handen moet
gebeuren en ook omdat het polychromeren op zichzelf een moeilijke en zodoende
rustige aanpak vereist. Naast voornoemde kunstvoorwerpen zijn er ook nog
geboende ameublementen en talrijke koperen pannen en ketels te bewonderen.
Alles is op een gezellige wijze geordend zodat van «overlast» geen sprake kan zijn.
Deze tentoonstelling, die doorgaat in «Het Apostelken», loopt nog tot 27 november
Renaat Gits
een prachtig werk gevon
den, maar het vraagt een
enorme concentratie van
uitvoerders en toehoorders.
Ik vermoed ook dat de varia
ties, die soms naar schitte
rende persiflages overhel
len pas echt gesmaakt kun
nen worden als je Brittens
werk en typische klankkleur
er kan door hérkennen. In
hun geheel, en stuk voor
stuk zijn ze aartsmoeilijk.
Britten haalde het thema uit
een kwartet van zijn leer
meester Bridge, en kneedde
het gegeven langs een reeks
disciplines uit de muziekli
teratuur tot een reeks ver
rassende avonturen. De
kleur van het orkest wisselt
bij elke bewerking. Zo zijn
de openingsmaten pompeus
en uitdagend, alle troeven
worden getoond. De eerste
violist met een griezelig
moeilijke partij schudt nog
even de kaarten en daar
gaan we. Al wat naam
heeft, of groot is wordt geci
teerd: Mahler, de doden
mars. het Lied. de Italiaan
se Aria, de bourrée, de ro
mance. Je kan het rustig zo
stellen dat het orkest (en de
dirigent) bij elk stukje op
nieuw in een nieuw velletje
kruipt, en dat daarin het he
le palet van kleuren uitge
wreven wordt. Alle musici,
eigenlijk stuk voor stuk so
listen, krijgen in de loop van
het werk hun kruisweg van
technische opgaven en me
lodische uitbarstingen te
verwerken. Mag ik het nog
zeggen dat dit schitterende
snarenblok, waarin alle ge
voelens van laaiende pa
thos tot weemoedig mijme
ren door die enorme ruimte
rond de violen een koelte
uitademt, die zeker niet uit
de direkte benadering van
dirigent en vertolkers
spreekt
Naar Handel: 'L'allegro ed il
pensoroso' is een cantate
voor soli, gelijkstemmig
koor en orkest. Solisten zijn
Bernadette Degelin sopraan
en Louis Devos tenor. Ze
hebben allebei de klanken
van Claes' negende nog in
de oren. De tekst (de twee
eerste delen tenminste) is
gebaseerd op verzen van
Milton. Het zou me sterk ver
bazen dat hij er postuum de
Nobelprijs voor krijgt. Het is
een allegorisch geval met
veel huppelende nimfjes, al
of niet bokkepotig scharre
lend ongedierte, kabbelen
de en murmelende beekjes,
zoetgevooisde bloemen, op
gaande manen en afgaande
etc, etc...
De huidige dichters tappen
nogal uit andere vaten, al
hoewel... een bloemetje
doet het nog altijd. Het hele
verhaal draait rond de
tegenstelling vrolijkheid -
zwaarmoedigheid. Om het
zo rijk mogelijk te houden
heeft de componist oor
spronkelijk het klassieke
kwartet voorzien. Merk
waardig is dan ook dat bas
en alt later (niet door hem)
verwijderd werden. Het is
een dankbaar en een een
voudig werk. Het is natuur
lijk niet te vergelijken met
de stortvloed en draaikolk
oratoria en opera's die de
laatste jaren in overvloed
opgegraven worden en de
markt opgegooid Daarvoor
is de hoogte (of de diepte,
hangt af van waar je kijkt)
van het werk niet relevant
genoeg. Het is wel op en top
Handel, herkenbaar vanaf
de eerste strijkersnoot tot
het laatste slotkoor, het is
het werk van een bekwaam
vakman, een muzikaal heu
veltje op weg naar de Mes-
siahbergtop. Het dankbare
slaat ook op de soli-partijen.
De sopraanpartij bijvoor
beeld is bijna een regelrecht
cadeau: heel tedere aria's,
risicoloos, geen coloraturen,
uiterst spaarzame trillers,
rustig opbouwende melo
dieën die bijna lyrisch ont
plooid kunnen worden, en
een enkele diepe noot om
het woord 'downward' bij te
kleuren. Geen enkel pro
bleem voor Degelin. die
haar werk heel kalm open
vouwt, en zich in het allego
risch geval geen ongeluk
om dramatische spanning of
diepgang moet bekomme
ren. Hetzelfde geldt voor de
tenorpartij, die van wal
steekt met een zwierige
lach-aria, maar voor de rest
alleen nog opgesmukte reci
tatieven en ariso's te ver
werken krijgt. Devos doet
het allemaal zo losjes uit de
hand. van het blad, prob
leemloos, vlekkeloos.
Merkwaardig is wel. dat be
halve een ruim aantal
aria's, koorwerkjes en or
keststukjes (de nachtegaal
aria, het klimmen van de
maan, de duetten enz...) die
het programma niet ge
haald hebben, er nog een
aantal stukken uit het ge
drukte programma uit het
partituurblad van de solis
ten gevallen zijn.
Over de koorwerken en in
terpretatie niets dan lof: ze
dragen de stempel van de
specialist en zijn effektvol
en kleurrijk (de hoorn in de
jachtscène bijv.) bijgewerkt.
De verenigde meisjes vertol
ken hun taak met veel brio
en élan. geestdrift ten allen
kante met een dirigent die
de troepen gepast in het ga
reel laat lopen. De stem
ming bereikt zijn hoogte
punt met het tugatisch slot
koor. dat je bijna tot vere
deld meezinger kan promo
veren. waarbij de stemmen
heel vakkundig tot een jui
chende climax opgezweept
worden.
Van Lysebeth nodigde dan
ook met breed gebaar
glimlach alle verantwoon
lijken en voorbereiders
de bloemen, of zoals men
de stad zegt: Handel, alt
prijs, altijd gewonnen
F.|
Het is steeds een idee van Walter Schelfhout geweest dat
een schilderij de architektuur mee helpt visualiseren. In de
galerij Pieter Coecke te Aalst hangt zijn geometrisch
abstrakt werk nu voor de eerste keer in een modern
interieur van meubels.
warmte
In zijn werk speelt hij tw 9®r
primaire elementen teg ^ji"
elkaar uit. Schelfhout
neemt daar een kategoris
De schakering is frappant.
De disharmonie opgewekt
door de kleur en vorm van
Schelfhouts werk, en het ge
sorteerde gelijnde meubel.
Schelfhout is in het midden
van de jaren '60 gekomen tot
een konkrete abstrakte
kunst. Vooraf, tijdens en
kort na zijn opleiding, si
tueerde zijn werk zich van
figuratie tot lyrische ab-
straktie. Het is in deze tijd
spanne dat hij zich beden
kingen heeft gemaakt om
trent de betekenis van zijn
kunstenaarschap en de zin
van zijn werk.
Zijn voorbereidende periode
kreeg een definitief einde in
september '68 toen zijn werk
eenvoudige vormen en een
zelfstandige kleur vertoonde
op een expozitie in de Aal-
sterse Belfortzaal, Beiden
maken van dan af een be
ginselvast principe uit in
zijn werk.
Sommige critici in die tijd
spreken van een minimalis
tische opstelling. Er waren
inderdaad parallellen met
de minimale kunst.
Maar later is toch weer ge
bleken hoe de eigenheid en
traditie van de Vlaamse
konstruktieven zijn opvattin
gen heeft beïnvloed. Zoals
bij de meeste Vlaamse ab-
strakten trouwens.
Schelfhouts werk is geëvo
lueerd naar een architektu-
raal gerichte kunst. Teza
men met de geometrie is ook
het gebruik van de verf aan
betekenis gaan winnen in
zijn werk. Zijn olieverven op
doek werden vervangen
door syntetics op paneel.
Door zijn heftige kleur, glad
uitgestreken op het plat
vlak, verwekt hij de defini
tieve disharmonie. Van de
vorm blijft dan alleen de
konstruktie bestaan, van de
kleur alleen het licht, de
standpunt in. De kijker m< no(
voor zichzelf uitmak
of hij kiest voor de vorm
de kleur. Het is geen sj
maar een uiterst delikc
keuze.
Deze opzettelijke beperl 9®r
heid omvat in feite her ken Pr0
probleem van zijn werk. H ^'s<
vormt een onuitputtelijk 9er
bron van inspiratie i der
Hetzelfde is evenzeer wal ta9'
voor zijn drie-dimensiond en
objekten. Alhoewel Schel mo
hout daarin, zeer zeker es
aflossingspunt erkent, ee
uitweg om zijn reakties
vertalen, blijkt in dat om
deel van zijn oeuvre ht
deskundig en oplettend 1
te werk gaat. Ne{
Het totale oeuvre
Schelfhout vertoont
eerste plaats zin voor orde
Tot 7 december in gale
Pieter Coecke. Molenstra
Aalst. Dagelijks behalve
zondagen.
Enkele maanden terug werden belangstellenden reeds
geïnitieerd in de «Freinettechnieken in het basisonderwijs»
in de Mikisklub in de Aalsterse Nieuwbeekstraat.
Deze keer had het Ouderko-
mitee van het Stedelijk On
derwijsinstituut nr 1, de
stadsschool aan het Vrede
plein («de Kat») een voor
dracht met videomontage
geprogrammeerd ingeleid
door André Messens, gewe
zen direkteur aan een stads
school te Vorst-Brussel. De
hoofdstedelijke Onderwijs-
winkel zorgde voor de video
montage «Freinettechnieken
in de praktijk».
Freinet, zelf onderwijzer in
een kleine dorpsschool in
Zuid-Frankrijk, verwierf be
kendheid door het in de
praktijk brengen van een
aantal technieken in de klas
waarbij de school uit de
sfeer van wereldvreemdheid
zou worden gehaald.
Hoofddoel van Freinet bleef
steeds het stimuleren van de
leerlingen tot zelfaktiviteit,
tot groepswerk naar eigen
interesse en ritme en tot in
spelen op wat het kind wer
kelijk belang inboezemt.
Principes die heden ten dage
in de moderne didaktiek nog
steeds up to date zijn.
Freinet trachtte deze princi
pes in realiteit om te zetten
via een aantal technieken die
destijds op pedagogisch
vlak furore maakten: een
schooldrukpers, een doku-
mentatiecentrum, een
schoolkrant. Middelen die
ook hedendaags nog steeds
alle attentie verdienen en
hun nut ressorteren.
Ook uitwisselen tussen
scholen en de momenteel fel
besproken projekten werden
reeds door Freinet in werke
lijk gebracht. Tal van zaken
dus die in het vernieuwd on
derwijs weer sterk aan de
oppervlakte komen.
André Messens, die zelf een
jarenlange ervaring op dat
stuk achter de rug heeft,
bleek de geschikte man om
de aandachtig luisterende
belangstellende toehoor
ders op een waarlijk boeien
de wijze, doorspekt met
voorbeelden uit het leven
gegrepen, binnen te leiden
in de denk- en praktijkwereld
van deze Franse baanbre
kende pedagoog. De vele
vragen achteraf bewezen dat
spreker niet voor dovemans
oren had gepraat.
LH
De gemeentelijke Lagere School van Hofstade huldigde de
vernieuwde gebouwen in op zaterdag 15 oktober 1980. Om
daarop de aandacht te trekken en om iedereen in de
gelegenheid te stellen zichzelf te komen overtuigen van de
afwerking, werd een tentoonstelling gehouden van schil
derijen van G. Teugels, kunstschilder uit Lebbeke. De
omlijsting van de werken bestond uit antiek, voornamelijk
uit de 18e en 19e eeuw. Franse, Vlaamse en Engelse
meubelen en oude kunst- en gebruiksvoorwerpen.
Onder meer bronzen beelden, aardewerk en porselein.
Deze antikwiteiten werden verzameld door Eddy Vinck uit
Aalst. Hij staat borg voor de oorsprong en de originaliteit
van zijn stukken om op deze manier de vertrouwensrelatie
met zijn klanten hoog te houden.
verwogen diepte. Komposi- Clair obscur. G. Teugels
ties gevoed door een weel- mocht zich verheugen in de
derig en kleurrijk palet, niet belangstelling van ook die
overdadig maar alles zacht tijdschriften die zich niet in
en warm aestoffeerd. de eerste plaats op de kunst
Het hoofdtema van de ten
toonstelling was evenwel de
schilderkunst van George
Teugels. Hij werd te Dender -
monde geboren op 4 januari
1937. Reeds zeer vroeg was
hij door de tekenmicrobe ge
beten. Net als bij menig an
der getalenteerd kunstenaar
manifesteerde de aanleg
voor het tekenen zich reeds
in zijn prille jeugd. In de
kleuterklas vond hij in het
grote bord en de vele stukjes
kleurkrijt de gepaste attri
buten om zijn jonge en onge
duldige kreativiteit bot te
vieren. Op 16 jaar besloot hij
tekenles te volgen aan de
academie te Parijs. Verder
ging hij zich bekwamen aan
de Koninklijke Academie
voor Schone Kunsten en Am
bachten te Brussel. G. Teu
gels ontpopte zich als een
der meest leergierige adep
ten van de academie Zijn
werken en essais werden
meermaals om hun verfijn
de weergave van het objekt,
hun zin voor detail en uiter
mate zorgzame afwerking,
geprezen. De kunstzin van
deze man stoelt op een zeer
knappe tekentechniek. Zijn
werken zijn pareltjes van
authenticiteit die doen den
ken aan de bedrevenheid en
vaardigheid van de oude
meesters. Rembrandt Van
Rijn, Madou en Vermeer.
Hebben deze kunstenaars
hem geïnspireerd, dan de- Kunstschilder Georges Teugels (rechts)
den ze hem ook teruggrijpen stelden tentoon in de vernieuwde turnzaal
naar de oude technieken van de Hofstaadse gemeenteschool Direkteur Antoine
van glacis en patine. In de Paridaens kwam beide exposanten feliciteren met hun
bloemstukken ligt een welo- geslaagde tentoonstelling (Per)
toeleggen. Het blad Ruiter
bijvoorbeeld: iemand die de
karaktertrekken van de
schilder kent zal het wel
licht niet verwonderen dat
hij zijn aandacht toespitst
op het goedige en gemoede
lijke boerenpaard, gegrepen
tijdens de volle inspanning
of rustig toevend in de stal.
Dan schildert hij met vaardi
ge hand twee of drie paar
denkoppen waaruit kalmte
en vriendschap spreekt, of
een dier dat klaar staat om
behulpzaam te zijn tijdens
de zware arbeid op het veld
in weer en wind, weerstand
biedend aan koude en hitte,
zich totaal gevend in dienst
van de mens. Schoon zijn
dergelijke afbeeldingen om
dat er eenvoud en karakter
ingelegd wordt en de kun
stenaar er een stukje van
zichzelf in verwerkt. Teugels
heeft het landelijke leven
lief en hij schildert bij voor
keur figuren uit het volksle
ven zoals hij ze tegenkomt in
het dorpscafé te Lebbeke In
hun typische kledij, genie
tend van een stoere pint of
een geurige pijp.
Vertrekkend van een schets
ter plaatse, gemaakt in
houtskool of pastel schildert
hij met olieverf op doek, fijn
van verflegging, raak van
materieweergave, vooral
rustiek van vorm en poë
tisch van sfeerschepping. In
al de verschillende technie
ken die hij als beroepskun
stenaar met meer dan twin
tig jaar ervaring gebruikt,
bewijst de schilder dat hij
over een vaardige hand be
schikt waardoor zijn ganse
oeuvre getuigt van een grote
vakkennis, realistische vi
sie en romantische uitwe-
ring. G. Teugels bouwt zijn
composities op vertrekken
de van het zo moeilijke clair
obscur dat typisch is voor de
grote Rembrandt. Op een
donkerbruine achtergrond
contrasteren de lichtere
bruine, tedere grijze en ge
voelige gele en groeien sa
men tot een harmonisch ge
heel dat als onverbreekbaar
naar voor komt. Stuk voor
stuk zijn het vormtechnisch
perfekte schilderijen. Ze zijn
verwezenlijkt met liefde
voor het zo moeilijke schil
dersvak en met bezieling
voor het verwerkte tema.
Volkse typen. De kunste
naar houdt van het contact
met het volk. Typische kop
pen uit de familiekring en
uit de buurt die hij in een
steeds wisselende fysiono
mie op het doek brengt, be
wijzen dat. Zo stond vader
Teugels meermaals model.
Nu eens met een strooien
hoed en een "erbeten blik in
de ogen, dan weer eens als
Palmdrinker de blik
even omhoog, verlekkerd op
wat gaat gebeuren.
Zijn landelijke ruikers zijn
fraaie bloemstukken gecom-
poseerd met aangepaste on
derwerpen. Door een wel
doordachte opbouw lijkt het
boeket veldbloemen uiteen
te spatten in de ruimte. De
overschakering van okertint
deint weg in een clair
obscur.
Portretten en bloemen wor
den verlaten wanneer het
schilderen der binenkoeren
van boerenhoven aan de
beurt komt. De mens ver
dwijnt dan. De materie ver
schijnt. Stemmige hoekjes
die rust uitstralen komen
dan op het doek en zij doen
de toeschouwer mijmerend
terugdenken aan het noeste
werk dat even tevoor mis
schien nog gepresteerd
werd. Een bijzonder knappe
weergave van de speling
van licht en donker treffen
we aan in de binnenzichten
van de wagenkoten En
kele kippen scharrelen in
het stro, een mand en een
driewielkar vervolledigen
het geheel. In het typische
bruine koloriet brengen ze
telkenmale de sfeer terug
van tientallen jaren gele
den, toen het werk op de
boerderij nog vorderde lpCrp
een stevig, maar geenszi»
jachtig tempo. George Te:
gels komt in zijn genreschf
deringen tegemoet aan i
mensen die nog houden v
traditionele, goedgesch!
derde taferelen over folkl«c
ristische figuren en het la),
delijke volksleven. Hij hei
de grote verdienste aan z
medemensen ogenblik!
van vreugde te bezorgef
Ligt daar niet de opdrad—
voor alle echte kunst? X I
In de behaaglijkheid van c
leefkamer heeft de
tende lezer een welv^
diende rust. De rode
van de pas in brand Sf08*,.^!
ken pijp, het geurige aror* -
van de opkringelende
baksrook, het boek en l»QQn<j
diffuus licht, verlenen ai(jQn
dit werk een bijzonder ru»
ge sfeer. Teugels, ald^ 'l
Godfried Dauwe in zijn v<
woord in het boek over
schilder is een van de wei
gen die de gave bezitten
moment te grijpen, ervan I
genieten en bij machte
het door te spelen naar
medemens.
De tentoonstelling loopt
en met 23 november K
Zaterdag van 15 tot 21 ui
zondag van 10 tot 12.30
en van 15 tot 20 uur, werk<
gen van 18 tot 20 uur 30.
A.Dj