De ANDERE match
.-SS
20 IS VOETBAL
11)
Akn"" Luc Van Nuffel.
een van de laatste «groten»
3
mstmm
m PU/VEL
of hoe je onfeilbaar op de Toto speelt
e pio
Dille
Victor Gokmans handen en vingers wriemelen krampachtig door zijn
latste haren. Rechts van hem ligt een zilverkleurige balpuntpen (naast een
lansteker van hetzelfde merk), net voor hem merk je een rechthoekig
jlaadje met rode letters erop, en links van hem ligt niks. Er zou iets moeten
r^i"en' maar: «Emérence, weet je zeker dat je de krant van maandag samen
Jp'yet de aardappelschillen in de vuilnisemmer stopte?» Vanuit de badkamer
irult zijn teergeliefde schat dat zij zoiets nooit zou doen. Wie schilt er nou
iardappelen als zij bijna klaargebakken te krijgen zijn in de zwarte winkel?
"•us kan vrouwlief nooit de krant hebben weggegooid.
Met de geblakerde pook tast Victor in de open haard. «Inge, je hebt
vuurtje met de maandagse krant gestookt!», maakt hij zich boos «Maar
paps, ik mag zelfs geen lucifersdoosje in mijn handen houden van jou!».
Het ongenoegen van Victor groeit met de minuut. «Hoe kan ik nou die
Toto invullen», kreunt hij wanhopig. «Morgen is het te laat, vandaag moet
die nog binnen zijn. En wel voor zevenen» Terwijl Victor een erg onheus
c woord tussen de lippen prevelt, neemt hij plaats op de namaak eiken stoel.
«Als ik win koop ik een nieuw salon,» droomt hij luidop. «Kortrijk-
Anderlecht» leest hij
Met een ruk springt hij recht, de stoel klettert met een harde klap tegen de
ivit-marmerkleurige vloer. «Koffie heb ik nodig, veel koffie». Gewapend
riet een tas en een liter brouwsel neemt Victor opnieuw plaats achter zijn
(huiswerk». «Kortrijk-Anderlecht dus». De thuisspelers zullen waarschijn-
ijk die Ivic-stijl wat aanleren, misschien binden ze die Joegoslaaf wel een
>aar gulden sporen rond de strot. Een kruis onder nummer één. Brugge
leeft het steeds moeilijk op Rocourt maar Gress leerde ze alle gras
rerteren. Berchem-Antwerp. Coppens, geel geschorst wegens belediging
(an de scheidsrechter, loopt er niet bij. Maar die andere Antwerpenaren
uilen nog wel hun TV-Express aan het lezen zijn. Gelijkspel. Winterslag
egen Standard. Dat wordt een slag in het water. Net goed voor die
nijnwerkers. Trouwens, na tot Kaiser gelouterd geweest te zijn zullen de
de Sii *ouches wel een Happeltje tegen de dorst weggemoffeld hebben. Een kruis
elijkai )nder nummer twee. Seraing zal Charleroi partij geven. Verdomme, een
trant zou ik best kunnen gebruiken. Maar Charles is toch al lang geen Roi
neer? Seraing, enfin? Ja, Seraing wint. Hasselt mag een derby spelen
egen Tongeren. Ik geloof niet dat die van Hasselt krachtig genoeg zijn om
rweefjte snor van Ambiorix bij te knippen. Maar het blijft een derby, natuurlijk. Ik
- oudPeb de ir,druk dat die hele Toto een derbygeval is. Dat is nu al de vierde
kVafePPeenvol9encle maal dat fwee ploegen uit dezelfde omgeving tegen elkaar
met jitkomen. Winterslag-Standard, dat zijn toch twee Limburgse teams? Dat is
jeen mopje maar pure Ernst! De ajuinen gaan de maan blussen. Die
Vlechelse militairen gaan al wenend naar hun Candries-kazerne. Doornik-
.ede. Het begint al! Had ik nou toch maar de krant van maandag, dan kon ik
;enminste eens behoorlijk de stand van voetbalzaken onder ogen nemen.
Toto is studie! Toto is de aanwending van logisch en dus gezond verstand,
gekoppeld aan geluk. Toto is een liefdesverhouding tussen een voetbal-
wijsneus en dame fortuna.
Victor trekt een der laatste haren uit zijn kop. Er zijn toch twee
Doornikken? Toch twee klubs? Bombeke zal hen wel leren sigaren Pfaffen.
En Uyttenhove voelt zich in elke tuin thuis. Lede gaat winnen. Testelt mag
€pok nog eens voetballen (had het niet gewonnen tegen Wisselbroek? Eh,
Willebroek?). Overpelt klinkt mij nogal kommunistisch. Overpelt Fabriek,
het lijkt wel Dynamo Dresden, of Berliner Betrieb AEG. Als ik maar in die
krant kon loeren, dan zou ik tenminste weten welke ploeg best gerang
schikt staat.
rein i Ik gok op Testelt. Stel je voor! Toto spelen en moeten gokken! Emérence
Mael<an je echt de sportkatern niet vinden? Ik verspeel een miljoen of tien als je
vanP'te vindt! Wablief?! De Lotto is belangrijker? Dat is pas geldverspilling,
n depouwens, alleen postbodes winnen de Lotto. Dat is afgesproken spel. Dat
ge/an toch een kleuter konstateren? Okee, je hebt gelijk, maar laat nu mijn
m e£rme hoofd met rust. Ik ben aan het nadenken! «Dat zou je eens meer
piririoeten doen» hoort hij ergens roepen. Nijdig koncentreert Victor zich op
□pgeret Toto-formulier.
3r hi Zwevegem thuis tegen Dottignies. Jezus, waar halen ze het uit!
en Zwevegem heeft geen dotjes nodig om te vliegen. Maar ja, die kunnen er
niet in twee richtingen uitvliegen. Misschien zweven ze zich kampioen ofwel
<en storten ze een klasse lager tegen de graszoden. Nee, die spelen gelijk. En
ien de Geelzuchtigers trekken op kamp naar Diegem. Daar zit hoogstens een
end lepidemie in, maar goals 0-0, voorspel ik. Hutoise, waar hebben ze die stad
e varin hemelsnaam gesticht? Het lijkt Warem(pel)me meer op hutsepot (op
n deizijn Waals) dan op voetbalgroen. Als die nu eens zouden drawnen, dan is
de mijn pronostiek voorlopig keihard juist.
Maar wie heeft de Toto nu samengesteld? Die rotvent laat Verviers tegen
'erviers spelen! Als dat maar geen gevecht aan de boorden van een
tuwdam wordt. Verviers, vervijf, verzes, SK wint tegen de Unionisten!»,
toj* De lezer kon natuurlijk de hersenspinselen van Victor Gokmans volgen,
Z®*maar hij merkt niet hoe dikke zweetdruppels over zijn aangezicht lopen. Hij
^ntuf1 0°k n'et hoe Gokmans met heftige bewegingen het laatste druppeltje
ÜCNVEKTC
Goal, geen goal, toch goal. Die verdomde voetballers
spelen nogal met de centen van Victor Gokman.
koffie uit de pot schudt, ook de proppensvolle asbak ontsnapt aan het
lezersoog.
«Wie heeft de krant laatst in zijn handen gehad?» vraagt Victor aan de
televisiekijkende huisraad. Niemand acht zich geroepen een antwoord te
verstrekken. «Ik moet altijd alles alleen doen, maar als ik maandag mijn
miljoenen ga afhalen, dan krijgt niemand een frank! Zelfs geen halve!».
Moe gaat Victor nog wat koffie zetten in de rommelige keuken. Op de tafel
liggen nog enkele Nationale Loterijformulieren, aan de linkerkant werd de
naam Lotto afgedrukt. «Kinderspel voor bijgelovigen,» bromt Victor.
Met de geurige koffie naast zich vat Victor de tweede ronde aan.
Hierachter zal hij nog vier kolommen invullen. Hier en daar wijzigt hij iets,
maar als de klok kwart voor zevenen slaat, schrikt hij verstrooid op. Nog
vijftien minuten om het papier te gaan afleveren bij Roger Brusselmans.
Hijgend en puffend zakt Victor in de diepe namaak-lederen zetels
Maandag ben ik multimiljonair, dinsdag zeg ik mijn werk op en begin ik te
tuinieren. Woensdag ga ik de hele dag vissen, donderdag lees ik de
kranten van maandag, dinsdag en woensdag, en De Voorpost van de week
ervoor en pas daarna vul ik de Toto in. Vrijdag neem ik een snipperdagje en
dan neem ik al wat week-end-rust. Zaterdag en zondag wil ik enkel het
woord voetbal horen in dit huis. Wee de vermetele die op de rustdagen het
woord Toto durft uit te spreken! Ik scheur zijn Lottobriefje!.
In Sportpanorama wordt net de goal van Nederland tegen het Duitse
Alaminia getoond. «Die Hollanders vreten we op met kaas en oranje
pepers. Het zal hen wel eerst geel voor de ogen worden, daarna rood en
dan pas zwart.» «Als Vandereycken maar geen geel of rood onder de ogen
krijgt» tempert zoon Bram de vreugde. «Niet alleen de Nederlanders
durven over de schreef te schoppen.»
Heel voorzichtig strijkt Victor het afgescheurde deel van de Toto
formulieren onder zijn hoofdkussen. «Ik verbied je ten strengste en met de
'scheiding van tafel en bed'-dreiging als stok achter de deur deze week het
bed nog op te maken,» waarschuwt hij zijn vrouw. Emérence is enerzijds
verheugd (om de eerste eis) maar denkt er toch aan het gebod te negeren
omdat akte twee (of de dreiging) haar goed zint. In zijn droom juicht Victor
voor het ene doelpunt na het andere.
Emérence krijgt op een bepaald ogenblik (de scheidsrechter fluit een
penalty voor Seraing) zelfs een knappe mep om de oren, zodat ze maar in
de zetel gaat verdermaffen. «Voetbal, altijd maar voetbal. Hij zit zelfs
opgescheept met voetbalmerries en ik kan er niet van slapen. Heb je ooit
Vrijdagavond stuurt Victor zijn wagen onbehendig naar het stadion van
Lokeren («Maar paps, die komen toch niet voor in de pronostiek,» had zijn
zoon nog geopperd). «Als die winnen wordt ik multi-miljonair. Maandag, 17
november wordt de eerste goeie maandag uit mijn leven» gnuift Victor. Om
kwart na acht start hij zijn wagen opnieuw. «Met die van Lokeren weet je
nooit. Spelen die nu niet in Beringen? Hopelijk plaatsen ze die ploeg nooit
in de Toto-rijen, dan ben ik gezien. Dat weet ik zo.»
Zaterdagmiddag, twaalf uur precies, draait Victor de antenne van het
radiotoestel naar BRT-1 op. «Maar papa, het is nu de BRT-Top-Dertig»
roept zijn zoon boos uit. Om 20 uur begint de top dertien, smoort Victor
het verzet. Om negentien uur gaat Victor op het uiterste puntje van zijn
stoel zitten. Nog een uurtje en ik weet al wat meer,» zegt hij lief tegen zijn
vrouw. «En ik zal naar de Collega's kijken. Of meneer dat aanstaat of niet,
maar ik wil televisie vanavond,» zeurt Emérence. Een fikse ruzie tussen het
verliefde paar ontspint zich.
Aan het einde van de scène merken we Victor met zijn linkeroor aan het
radiotoestel gekluisterd, en Emérence met de kinderen rond de beeldbuis
gegroepeerd. Om kwart voor negen rukt Victor de volumeknop bijna uit het
toestel. Zijn vrouw maant hem aan de rust te behouden: «Volgende keer
win je misschien eens vijftig frank». Bevend van ingehouden emotie zoekt
Victor een sigaret uit het pakje. «Er volgen nog vijfenveertig minuten. Er
kan nog van alles gebeuren.» Vercauteren haalt een dwaze zet uit door te
scoren. En Theunis moesten ze de kop omwringen!».
Om kwart voor tien zit Victor met gebogen hoofd voor de open haard.
«Ik spring in de vlammen,» gilt hij. Zijn vrouw begrijpt de zorgen van haar
man maar half, maar toch bereidt ze haar huisdiertje een warme grog. «Als
je morgen wat geluk hebt kan je misschien toch nog met een goede uitslag
voor de proppen komen. Je bent een zondagskind, morgen wordt alles
goed!»
Met de tanden stevig op de lippen geduwd hoort Victor hoe Ivan Sonck
zijn pronostiek volledig in de vernieling leest. «En als die atleet zich
misleest? Ik zal pas morgen zeker zijn dat ik verloor, ik heb nog moed,» het
gezicht van Victor is nu wel erg wit geworden.
«Ik ga slapen.» Hij zoent zijn vrouw goeienacht, knipt het licht uit en
wacht tot de kranteboer om precies halfvijf de krant in de brievenbus laat
glijden. «Voor mij hoef je de maandageditie niet meer te houden,» zegt
Victor zacht. «Ik speel liever met de Lotto mee, da's plezantertrouwens,
wedden dat een vrouw de Toto wint?».
Paul DE MOOR
d na
geld:
fani
Dewii
nen
ddei
iet
□en l
woontrent een aantal spel-
gels liepen nogal wat
egen binnen. Zoals be-
)fd, geven we daarop
"in promptantwoord,
e kunnen het ons alles-
halve wat uit de duim
«ff! zuigen en daarom gin-
we snuisteren in de
kliteratuur. Dus: we
rijven een stukje voet-
levangelie.
n speler schopt de bal
het beginsignaal ach-
ruit in plaats van voor-
Mag dat?
feen. De bal moet in
orwaartse richting ge-
n ipt worden, de kleinst
ogelijke hoek is echter
l tri egestaan. De speler die
bal bij die beginschop
at kan ook na het inkas-
ren van een doelpunt
n bij het begin van de
'h 'eede helft of bij de ex-
_e i-times zijn) tegen alle
gels in achteruit geeft,
oet een waarschuwing
ijgen en bij herhaling
tgesloten worden.
e scheidsrechter fluit
Dor de aftrap. De speler
ie de eerste schop te
en het balletje moet ge-
enc en, wil eens anders
ge, Den dan de anderen,
r va "kt zich en slaat op de
al met de vuist. Moet de
oe{J9er,stander een recht-
mk reekse vrijschop we-
sfpjens handspel worden
rie I 'egekend?
een, want de bal was
I j2le' 'n bet sPe'- Wél kan
e «man in het zwart» de
ian bekeuren met een
'<d9 lri
an t
ke
Tipu
he
■pc
gele kaart wegens on
betamelijk gedrag.
Tijdens een kompetitie
wedstrijd breekt de
dwarslat. Alles wordt
door de thuisploeg in het
werk gesteld om de aan
gerichte schade te her
stellen, doch na tien mi
nuten is men daar nog
niet in geslaagd. Mag
een koord gespannen
worden en de match
voortgezet?
Jammer genoeg niet:
een spelonderbreking
mag in dit geval slechts
tien minuten duren en
een koord is geen lat...
Dus: de match wordt
stopgezet en wat de uit
slag van de ontmoeting
betreft moet het bevoegd
komitee een beslissing
nemen.
De scheidsrechter heeft
niet gezien of de bal al
dan niet in doel gegaan
is. De «vlaggeman» staat
echter uitstekend opge
steld en loopt naar het
midden van het terrein
om te beduiden dat er
een goal is aangetekend.
Mag die ref voortgaan op
dat «advies» van zijn offi
ciële grensrechter?
Ja. In geval van twijfel
mag hij zelfs bij zijn assis
tent te rade gaan, alhoe
wel hijzelf steeds het laat
ste woord heeft en zijn
beslissing door iedereen
moet aanvaard worden.
Kan dezelfde ploeg twee
keer na elkaar de aftrap
nemen zonder dat daar
reglementair iets kan te
gen ingebracht worden?
De vraag is niet nieuw.
Het antwoord blijft het
zelfde: ja. Hoe? Het elftal
van Bommerskonten
heeft een goaltje geïnkas-
seerd en mag dus aftrap
pen. Na de rust is het
opnieuw de beurt aan de
zelfde ploeg om de eerste
schop tegen de bal te ge
ven omdat de tegenpartij
dat voorrecht had bij het
begin van de match.
Is het mogelijk dat een
ploeg die een doelpunt
moet toestaan, nadien
niet mag aftrappen?
Jawel. Veronderstel dat
die ploeg een goal moet
«pakken» op het einde
van de eerste time en dat
de arbiter onmiddellijk
daarna voor rusten fluit.
Indien, volgens de beurt
rol de andere ploeg de
aftrap voor de tweede
helft moet geven, zal dat
ook moeten gebeuren.
Is er een geldig doelpunt
aangetekend wanneer de
bal voor drie vierden de
doellijn tussen de palen
overschreden heeft?
Onmogelijk, de b^l moet
geheel en al in zijn nor
male vorm de doellijn
tussen palen en lat over
schreden hebben zonder
dat die bal gedragen, ge
slagen of geworpen is
door een speler van de
tegenpartij. Pas dan, en
als geen enkele andere
overtreding is begaan,
kan sprake zijn van een
geldig goaltje.
De doelman van één van
beide ploegen heeft geen
enkele bal moeten pak
ken gedurende het eer
ste half uur: zijn maats
zitten voortdurend op de
helft van de «anderen».
Die ëénrichtingssituatie
begint zo fel op de zenu
wen van de zich verve
lende keeper te werken
dat hij rustig een sigaret
je opsteekt. Mag dat?
Neen. Wanneer de refe
ree dit ongewoon voor
valletje in het oog krijgt,
moet hij de «roker» zelfs
met een gele kaart be
denken: het mannetje
maakt zich immers schul
dig aan onbetamelijk
gedrag.
Mag een keeper een in-
worp nemen?
Ja.
De scheidsrechter krijgt,
tijdens de spelevolutie
de bal pardoes in het ge
laat. De «zwarte man»
gaat van zijn stokje en
omdat het allemaal
zwart is voor zijn ogen,
kan hij onmogelijk zien
dat het balletje in het net
verdwijnt. Normaal is
een geldig goaltje tot
stand gekomen, maar
gaat de «rechthebben-
Groot van stuk was hij niet. Eerder een klein vinnig
baasje. Een doorzetter. Een vechter. Met hem sollen
was het laatste wat op dit aardbolletje gebeuren zou.
Hij was het onbenullig scheidsrechtertje niet waar
over Lode Zielens destijds smalend schreef in zijn
novellenbundel «De wereld gaat stralend openLuc
Van Nuffel werd geen arbiter omdat hij noch thuis,
noch in zijn werkkring een vinger in de pap had. Hij
trok veeleer een rechte lijn: hij slaagde er in een
«carrière om den brode» op te bouwen en floot
tijdens zijn rijke scheidsrechtersloopbaan, naast tal
van toppers binnen de landsgrenzen zowat zestig
internationale matchen.
Luc Van Nuffel was er zich terdege van bewust dat
een «man in het zwart» geen robot is. Doch gewoon
mens, met gaven en gebreken. Iemand die niet alles
kan zien en bestraffen. Van Nuffel is eens bij mij
thuis blijven doorbomen over abritrage. Tot een stuk
in de morgen. Een poosje geleden: in 1962, als mijn
computeralles goed in zijn geheugen heeft opge
slagen. Eén van zijn waarhedenwas de volgende:
«Een scheidsrechter die acht keer op de tien een goeie
beslissing neemt, heeft een kanjer van een prestatie
weggeven».
Hij eiste echter, en later bleef hij daar als lid van de
provinciale en centrale scheidsrechterskommissie de
nadruk op leggen, dat een scheidsrechter zijn autori
teit door dik en door dun bleef handhaven. Niet door
het opdringen van een «arbitrair gezag», doch langs
het treffen van goeie beslissingen op het opportune
moment om Zonder zich door om het even wat en
wie te laten beinvloeden. Beslist. Kordaat. Zelfbe
wust, doch nooit arrogant. Hij kon urenlang anekdo
ten vertellen over rumoerigematchen. Zoals er die
keer een was in Spanje: één van de «akteurs» van het
toen roemruchte Real Madrid was tijdens een kort
doch doorslaandduel met een tegenstander als
voor dood tegen de grasmat gaan liggen. Het andere
kemphaantje was overeind gebleven en werd vanzelf
sprekend prompt de laan uitgestuurd. De Madrileen
kwam na zijn komedienummertje kreunend over
eind, kreeg van «zijn» publiek een ovatie omdat hij
de strijdoverleefd had, maar mocht eveneens zijn
matten oprollen. Luc Van Nuffel: «Toen heb ik wat
beleefd: er vlogen kussentjes op het terrein, de massa
joelde en het was alsof de hel losbrak. Maar het
luwde. Ze hebben toen met tien tegen tien voortge
daan».
Luc Van Nuffel vond dat, met het spelregelboekje in
de hand, een referee voldoende gewapend is om de
spelverruwing tegen te gaan. Als de man in het zwart
dan ook nog kompetent is, lef heeft en een persoon
lijkheid is, kan niets ergs gebeuren. En hij had nog
gelijk ook. Doch er lopen momenteel te veel «schip-
peraars» op onze terreinen rond. Mannen zonder
ruSSegraat, piependuikspelers. Jongens die in de leer
moesten zijn gegaan bij John Langenus, Louis
Baert, Leo Horn, Fred Delcourt en zelfs bij sand
wichman Francis Rion. Maar vooral bij Luc Van
Nuffel, één van de laatste «groten». Er branden
momenteel weinig lichtjes. De jonge generatie die we
reeds zagen fluiten zit vol bleekneusjes. Misschien
wordt Soenens over afzienbare tijd onze nummer
één. Het is de enige die blijk geeft van een zekere
persoonlijkheidop zijn eigen manier een match fluit
en de spelers aanpakt, maar dan weer anders dan de
anderen. Niet zoals de vele meelopers waarmee we
momenteel opgescheept zitten.
Luc Van Nuffel is niet meer. Hij verongelukte. Was
hij een van de laatste «groten»?
Marcel Van Hattwermeiren
de» ploeg die ook op
haar aktief krijgen?
Ja, op voorwaarde dat de
officiële grensrechter, die
zich het dichtst bij de faze
bevond, alles duidelijk
heeft gezien en van oor
deel is dat een geldig
doelpunt werd aangete
kend.
De kapitein vindt dat één
van zijn maats het wat te
bont maakt en de ploeg-
tucht aan zijn laarzen
lapt. Mag hij die op eigen
houtje van het terrein
sturen?
Neen, alleen de scheids
rechter heeft dat recht.
Het is nochtans de kapi
tein die bij de scheids
rechter komt (en nie
mand anders) om te zeg
gen dat deze of gene spe
ler door een andere ver
vangen wordt. Maar dat
heeft dan niets mét een
«uitsluiting», doch veel
eer met een taktische zet
te zien.
(wordt voortgezet)
Marcel
Van Hauwermeiren
Vraag het maar
Vragen omtrent de voet
balspelregels kunnen
steeds schriftelijk inge
zonden worden naar De
Voorpost, Sportredaktic,
Oude Vest 34, 9330 Den-
dermonde. Het antwoord
volgt prompt.