B t i Zo is voetbal (12) De ANDERE match Babelse verwarring B V L U - 5.12.1980 - De Voorpost I of de lotgevallen van een sponsor Met houterige gebarentaal tracht Bram Stamknots zijn teergeliefde eega duidelijk te maken dat hij geen lapje kalfsgebraad (op zijn hormoons klaargestoofd), zelfs geen lepeltje saus, meer lust. Zijn vrouw heeft na één handbeweging al door wat haar echtgenoot bedoelt: «Heerlijk. Maar ik heb geen trek.» Als geen ander weet zij dat Brams eetlust zware klappen ondergaat op zondag. Want op de Dag des Heren daalt de honger van Bram evenredig met de temperatuur rond Kerstmis. «Als de ploeg vandaag tegen Houthakkers F.C. twee punten pakt, dan spelen we in mei de kampioenstitel,» gromt Bram. Deborah, zijn vrouw, luistert maar met een half oor naar de voetbalverhalen die haar man opdist. Het spel is een muur van wazigheid en verveling voor haar. Waarom zou zij er zich druk om maken? Enkel op zondagavond informeert zij naar het resultaat. Nou ja, informeren is veel gezegd. Deborah bekijkt haar lieveling alsof ze naar een barometer kijkt. Zonder één woord te zeggen leest ze het resultaat af van zijn gelaat. Purperachtig rood is de weerspiegeling van verlies, groen wordt meestal met een drawn in overeenstemming gebracht. Glanzend rood, gekoppeld aan een heuse woordenvloed, houdt steevast een overwinning in. «Tegen die brutale Houthakkers moéten we winnen, want die ploeg wordt gesponsord door Jan Boomschors. Die Boomschors is verdraaid een felle konkurrent voor mijn firma. Stel je voor dat die kerel gaat pronken met een zege op Bram Stamknots! Dan gaat mijn handeltje zo op de fles! Trouwens, als de jongens vandaag het onderspit delven, doe ik ze elk zestig bomen omhakken. Als die maar niet denken dat Stamknots knotsgek is.» «Schat, je hoeft je toch niet op te winden? De wedstrijd moet immers nog aanvangen. De mensen op de tribune gaan je verwijten een zenuw pees te zijn. En dat is geen publiciteit voor de handel. Neem liever een Corps Diplomatique, of neen, een wilde Havanna, van die geurige die Peter je vorig jaar meebracht uit Mexico». Bram Stamknots schuift op loden voeten naar de klassiek-eiken kast en neemt op zijn dooie gemak een tabakslont uit de kist. De met de hand vervaardigde sigaar stopt hij behoedzaam, als kon het ding elk moment ontploffen, in zijn mond. «Tot straks» of zoiets mompelt de sigaar tussen zijn lippen. Met heel wat geraas scheurt de brede Mercedes de Beukenlaan in. De rust herstelt zich in het huis. Enkele kilometers verder wordt het hout, het brandhout dat nodig is om de zitplaatsen op de tribunes warm te houden, overdreven duur verkocht. In het stadion ontmoet Bram de andere leden van het bestuur. «De voorzitter schudt handjes en de sponsor blijft in de kou staan,» gromt Bram. Maar zijn vrees blijkt ongewettigd. Iemand wijst er hem zelfs op hoe mooi het stadion van uitzicht gewijzigd is. «Heb ik gerealiseerd,» lacht Bram trots. «Het bestuur overwoog in eerste instantie een betonnen tribune te laten optrekken. Dat voorstel heb ik evenwel afgewezen. Een mooie houten tribune, met Zwitsers uitzicht en hier en daar een takje groen ertussen, moest hier opgetrokken worden. U ziet het eindprodukt. Fraai, nietwaar? Met veel genoegen zuigt Bram aan zijn sigaar die steeds minder gaat wegen. Even verslikt hij zich omdat de rook driest langs het verkeerde keelgat doorglipt: «Verkoudheden zijn gratis. Als Wilfried Martens dat te weten komt!» Op de eretribune hebben de meeste ereleden plaats genomen. Enkel de deken is nog niet aanwezig. «Die zal een frank zoeken om in de parkeermeter te stoppen,» grapjast Bram die overtuigd liberaal is (van huis uit trouwens). Royal Racing Club Eikenhout rent het terrein op. Op de paarsblauwe shirts glimmen de letters die naam vormen van Houthandel Bram Stamknots en Dochters. De supporters gaan aan het juichen. «Als een fan morgen een plank koopt komt die zeker naar de magazijnen van Stamknots,» glundert Bram. Even later stormt de Houthakkerskompagnie het terrein op. «Houthakkers! Beenhakkers!» brullen de thuiSsupporters. De glimlach van Bram wordt nog breder wanneer hij het ongenoegen bemerkt van Jan Boomschors: «Wie laat nu de naam Boomschors op zijn trui drukken?», merkt hij grimmig op. «De schors moet eraf zodat de mensen met eigen ogen kunnen konstateren dat de boom die eronder steekt geen halve frank waard is.» De man met het gepunte potlood in de kousen schuifelt hard op zijn muziekinstrumentje en de partij wordt aangevat. De wedstrijd is nog geen drie minuten uit de startblokken geblazen of Hovestamp, een stoere Houthakker, graaft een voorspeler onder het gras. Het publiek joelt en de scheidsrechter trekt zelfs een gele kaart uit de achterzak van zijn zwarte broek. Bram loopt rood aan: «Voila! Zie! Altijd dezelfde onbeschofte streken! Niet alleen op het veld maar ook in de handel grijpen die kerels naar middelen die noch door de beugel, noch door de beurs kunnen.» De heer 3oomschors staart pal voor zich uit en veinst niks van de beschuldiging te lebben opgevangen. Maar zijn pokerface staat volgens de buren op tilt niet te verwarren met de voetbalklub uit West-Vlaanderen). De vrije trap vordt door spits Bladgroen biezonder sekuur naar de houten winkelhaak jestuurd, maar de bezoekende doelman is, op de ke(e)per beschouwd, Gezonder attent. «Verdraaid,» bromt Bram. Terwijl hij het krachtwoord de lucht instuurt valt de peperdure sigaar egen de parketvloer. Het ene scheldwoord volgt het andere razendsnel op. Terwijl Bram in zijn overjas naar een andere kankerboom graait, glijdt A/alter Meeuwblad onderuit en de vijandige spits verrast keeper Lageboom met een loeier van een schot. De touwen worden even bol gezet als de Winnen moeten ze, winnen. Anders laat ik ze zestig bomen omhakken, fwvc-per) kaken van de verwonderde sponsor. Jan Boomschors springt op en neer, hij grijpt zelfs naar de toeter van zijn zoon (die naast hem plaatsgenomen heeft) en voert een soort Indiaanse vreugdedans op. «Vernuft en kwaliteit kenmerken het spelkoncept van de Houthakkers!» brult hij. «Bij Boom schors ben je nooit gefopt. Bij Boomschors koop je geen eikenhout dat lijkt op sparrenhout!». Deze maal is het de beurt aan de plaatselijke sponsor om een onbewo gen gezicht te trekken. Inwendig smeult het als een open haard die in geen drie dagen heeft stilgelegen. «De schoft» gonst het in zijn achterhoofd. «Die verdediger daar? Hoe noemt hij? Meeuwsblad? Wel Meeuwsblad heeft nooit kunnen voetballen.» «Maar mijnheer Stamknots, U heeft die speler aangetrokken dit jaar!» denkt iemand luidop. «Het zou moeten lukken dat het de deken is die met dergelijke rotopmer- king komt aandraven. Uitgerekend omdat ik weigerde een nieuwe houten trap te schenken aan de kerkfabriek, neemt die vent me steeds op de korrel. Maar voor nog geen tien dekens geef ik een trap gratis weg. Ik ben liberaal en daar ben ik fier op,» mijmert Bram. Het spel is ondertussen niet blijven stilstaan bij het doelpunt. De Eikenhouters nemen het initiatief en de ondernemingszin op en jagen onstuimig naar een doelpunt dat de scorebordjes in evenwicht zou moeten brengen. Net voor de rust wordt Firmin Zaagsel zwaar onderuit gehaald door een Houthakker, volgens de eerlijke supporters binnen de strafschopzone, maar de man in het zwart legt het leder net voor de grote rechthoek. «Omgekocht. Uitverkocht. Steekpenningen. Zwart geld wit wassen. Jo den...» de woordenvloed stort als de Niagarawaterval uit de mond van Bram Stamknots die zichzelf nu niet meer in de hand heeft. De sponsor van de tegenpartij haalt de schouders op: «De arbiter stond dichtst bij de gewraakte aktie, hij zal best weten hoe te handelen.» Het woedeschuim vormt een korst op de lippen van Bram Stamknots. «Jij bent een bedrieger. Zowel op het voetbalterrein als in die malle zaak van jou!». Enkele omstaanders glimlachen instemmend, anderen morren. «Ik verkoop toch geen tribunes aan mijn klub. Ik doe een hele tribune kado,» trapt Boomschors na. Die zit. Bram wou dat hij in de grond zonk: «Ik heb helemaal niks verkocht. Hou die leugens maar voor jou! Bij mij'meet een meter hout precies honderd centimeter en geen vijfennegentig!». Boomschors slikt de rauwe aantijging door als een hap zure appel. Binnen de wedstrijd is nu een andere match begonnen. Die verloopt als een België-Nederland (vroeger had men het over Belgiê-Holland). Zeven tiende provinciaal. Bram wil net met een tweede aanval uitpakken als de scheidsrechter iedereen de rustkamers instudrt. Hij wacht zijn tijd wel af, tot na de rust. In het spelershokje port Bram Stamknots zijn jongens aan: «Een extra premie van tweeduizend frank de man als je een gelijkspel kan forceren. In het geval van winst komt daar nog een etentje bovenop.» De jongens van de pers die de woorden van de ondernemer hoort, maakt enkele aanteke ningen in zijn notaboekje. Bram klikt vlug een driedubbele whisky in de slokdarm en houterig stapt hij naar zijn zitplaatsje. De zenuwen zijn strakker gespannen dan gedurende de eerste vijfentwintig minuten. Nauwelijks rolt de bal van de middenstip of de homespelers kiezen resoluut voor de aanval. Ludo Zaaghoek, die rap ontbrandt maar zijn gewicht in dollars waard is, werkt zich (als een worm door een schors) langs de laatste stopper en met een boogballetje omspeelt hij de keeper. De bal zou in de doelmond verdwenen zijn ware het niet dat een tegenspeler de bal met de hand wegkaatste. «Strafschop! Strafschop!» galmt het door het stadion. De referee volgt de eis van de toeschouwers gewillig op. De elfmetertrap wordt met sukses omgezet door Erwin Vandenstamboom. De vreugde bij de thuisploeg kan niet op. Bram Stamknots houdt zijn dikke portefeuille in de handen en zwaait heftig heen en weer met beide armen. «Eikenhouters Kampioen! Holadiééé, holadioooo zingt hij schor. «Rechtvaardigheid zal altijd zegevieren,» roept hij naar zijn naaste konkur rent. «Inderdaad, we zullen nog wel een goaltje maken,» grijnst die bitter terug. Maar de stemming bij Bram zit in het bovenste beste schuifje zodat hij geen aanstoot neemt aan de snedige opmerking. De spelers druipen arm in arm terug naar hun zijde van het terrein. Vandereiken en Van Moerboom, die beiden tussen verdediging en aanval hun operaties uitvoeren (het lijkt wel Mash) maken zelfs een grapje: «Nog eentje en we kunnen eindelijk eens lekker vreten». Hoog in de tribune stopt Bram Stamknots zijn geldtas met de blauwe briefjes terug op de plaats: «Als we nu een doelpunt kunnen fokken dan gaan we uit eten. Champagne, kreeft en oesters. De grote chique!» (Hoewel Bram de term «doelpunten fokken» hanteerde, en daarmee bewijst dat hij dagblad Het Volk leest, doet dat niks af aan zijn «blauwe» opvattingen). Maar de roodaangelopen neus van de sponsor wisselt alras voor het povere wit. De tegenpartij loopt storm op de defensie die kreunend en uiterst moeizaam het gevaar afwentelt. «Vooruit mannen! De bijl erin!» knarsetandt de geldschieter. Voorplanckers van de Eikenhouters kan de bal onderscheppen, trapt het spul in de richting van Van den Stamboom die met een onhoudbare knal Vezelburg alleen in de wind laat staan. «2-1». De tribune staat bijna in lichterlaaie, maar de geforceerd-opgewekte blik van Boomschors zorgt voor de nodige blusvloeistoffen: «Ik ga verdraaid die ploeg van mij een hele hoop geld aanbieden. Op voorwaarde dat mijn naam van de truien wordt geschrapt. Ook dat is sponsoring.» Stamknots laat iemand van zijn bedienden een restaurant bellen Paul DE MOOR C L< De lat h loetei icht. lebasl uwdt lelgis itaal it. nvie ;rlies Zes iker ge laats fjnlij Een fcn ta een feren eer én b pn t Lgd ptek< |e ui bven ien Z' jerhe Dek >rde De iker lidde fijpe bar Hoelang een voetbal wedstrijd moet duren, weten we onderhand wel: twee keer drie kwar tier voor seniores en ju niores. Uefa's spelen tweemaal 40 minuten, scholieren en vrouwen twee times van 35 minu ten, en voor knapen en miniemen volstaan twee helften van een half uurtje. «Zelfs bij onderling ak koord tussen de twee <lubs mag de duur niet /erkort worden en even min verlengd,» zegt het gele spelregelboekje. Er -rijn natuurlijk uitzonde- ingen voor bievoorbeeld uekermatchen. Maar dat vordt dan expliciet mee gedeeld. Voor de tornooien en /riendenmatchen gelden de voorschriften even- sens, zegt het reglement, maar het kan tussen de deelnemers op een ak- <oordje worden gegooid, maar dan moet het pub- nek daarover geïnfor meerd worden. Hoe lang mag de rust tussen twee speelhelften duren? Vijf minuten. Maar dan /ijf minuten verblijf in de deedkamers. Mag de tweede time rerlengd worden omdat ie ref vóór de koffiepau ze te vroeg affloot? Neen. Veronderstel dat de «man in het zwart» bij vergissing tien minuten te vroeg de eerste helft affluit, dan mag hij de tweede helft geen tien minuten langer laten du ren om het anderhalf uur af te ronden. Is dan geen pasklare oplossing voorzien door het reglement? Ja: indien de ref na het einde van een speelhelft onmiddellijk tot de vast stelling komt dat hij te vroeg heeft afgefloten, moet hij de overblijvende minuten laten spelen. In dien het niet meer moge lijk is het spel te laten hernemen, dient hij op het scheidsrechtersblad melding te maken van zijn vergissing. De afge vaardigden van beide klubs zullen de verklaring mede ondertekenen. Als het een match betreft waarvoor officiële grens rechters zijn aangewe zen, zullen beide laatsten eveneens hun handteke ning onder het «verhaalt je» zetten. Wat gebeurt er als vastgesteld wordt dat een speelhelft te lang heeft geduurd? Het spreekt voor zich zelf dat de ref er zelf moet van overtuigd zijn dat hij de spelers te lang op het terrein liet ronddraven. Hij dient, evenals bij de vaststelling dat een speelhelft te vroeg werd afgebroken, het feit te no teren op de ommezijde van het scheidsrechters blad, en deze verklaring mede te laten onderteke nen door de twee klubaf- gevaardigden en even tueel de officiële grens rechters. Een match kan ook ge schorst worden. Waar voor? Incidenten, overrom pelen van het terrein door woeste fans van een of ander team: dat zit er vanzelfsprekend steeds in, maar het gebeurt niet om de haverklap en dat is maar goed ook. De scheidsrechter kan even wel ook genoodzaakt zijn de boeken dicht te klap pen omdat de weersom standigheden hem geen andere keuze laten. Wat wordt bedoeld met weersomstandig heden? Regen, een hevig on weer, buitengewone kou de of f ;tte, mist... Regen? Het ka zo onbarmhartig beginn n «douchen» dat noch spelers noch scheidsrechter kunnen zien wat er op het terrein gebeurt. Koude of hitte? Het kan zo erg worden dat een zonnesteek, een bloedaandrang of andere plots optredende «stoor nissen» te vrezen zijn. Mist? Nevel en mist kun nen zo dicht en ondoor- zichtbaar worden dat de ref gewoon niet meer kan zien wat er op het speel veld omgaat. Wanneer is de match begonnen? Niet nadat de scheids rechter het beginsignaal gefloten heeft, wel nadat de bal zijn omtrek in voorwaartse richting heeft afgelegd. Waarom en hoe wordt getosst? Een voetbalmatch wordt steeds voorafge gaan door een toss, een opgooi. De bezoekende kapitein mag steeds kruis of munt («kop of letter» wordt dat in de volks mond genoemd) kiezen. De ploeg die de toss wint, mag kiezen tussen het kamp of de beginschop. Kiest een (tosswinnende) kapitein het kamp, dan mag het andere team af trappen. Kiest hij even wel de bal om zelf te mo gen aftrappen, dan mag de andere kapitein het kamp kiezen. Waar moeten de spe lers staan bij de aftrap? Allen op hun eigen speelhelft, en de akteurs van de ploeg die de af trap niet mag nemen, op minstens 9,15 meter van de bal. De kontrole op die 9,15 meter is gemakke lijk: de «verdedigende» ploeg moet haar dichtste mannetjes buiten de mid dencirkel houden. Mogen de spelers van beide ploegen op de mid dellijn staan bij de aftrap? Neen, want bij de be ginschop is die middellijn «eigendom» van de «af trappers». Nadien is de middellijn van iedereen, zodat nota bene geen en kele speler op buitenspel mag betrapt worden als hij zich op die «witte streep» bevindt. Wat gebeurt er als de beginschop achteruit wordt gegeven? Die moet opnieuw wor den genomen. Wél moet de scheidsrechter de zon daar (dat is de man die de aftrap neemt) een waar schuwing meegeven. Kan een doelpunt ge scoord worden uit een beginschop? Neen, want het gaat hier om een onrecht streekse vrijschop. De Engelse tekst van het re glement is terzake erg duidelijk: «a goal shall not be scored direct from a kick-off». Een speler neemt de beginschop, trapt de bal zo hard mogelijk in de richting van het «vijande lijk» doel, de keeper wil de bal onderscheppen, maar dat malle ronde ding ontglipt hem en be landt in de goal. Is dat doelpunt geldig? Ja, want de bal is door een tweede speler aange raakt en dus kan het alle maal (wordt voortgezet) Marcel Van Hauwermeiren Aktueel In Sportleven, het officieel orgaan van de KBVB, werd op 29 oktober 1980 een zeer verwarrend bericht gepubliceerd door de provinciale scheidsrechters- kommissie van Oost-V laanderen. «De gele kaarten van spelers die zich na de wedstrijd onwelvoeglijk gedragen en waarvoor de scheidsrechter een verslag dient op te maken, moeten op het scheidsrechtersblad F worden vermeld Die mededeling wekte de schijn dat een ref ook na de match nog een gele kaart mag trekken. Niets is nochtans minder waar. Het betrof een ongelukkige formulering vanwege sekretaris Van Renterghem, j een man met een onvoorstelbaar goed geheugen. Geheugen dat hem ditmaal echter in de steek liet, j zodat hij de tijdens de vergadering van de provinciale scheidsrechterskommissie uitgeprate onderrichtingen I aan de Oostvlaamse referees op zijn eigen manier op papier zette. Met alle gevolgen vandien. Intussen is, een beetje laat want het gebeurde pas op woensdag 19 november, orde op zaken gesteld. Volgende verdui delijking staat te lezen op pagina 9 van «Sportleven»: Het betreft wel degelijk de gele kaarten die in de loop van de wedstrijd aan de spelers werden getoond. Wanneer een speler een gele kaart krijgt tijdens de wedstrijd en hij gedraagt zich na het eindsignaal onwelvoeglijk, dan moet die gele kaart op het scheidsrechtersblad vermeld en dient de scheidsrech- ter een verslag op te maken nopens de gedragingen i na de wedstrijd. De aandacht van de scheidsrechters wordt er nogmaals op gevestigd dat na het eindsig- naai geen gele of rode kaarten mogen worden getoond, doch enkel een verslag moet worden opge- maakt betreffende eventuele onregelmatigheden met spelers. Waarvan akte. Al kon er best nog een zinnetje bij: «Ook moeilijkheden met niet-spelers en incidenten moeten aan het bevoegd komitee met een verslag worden meegedeeld». Maar die verduidelijking van de vorige week lezen we misschien in een of ander nummer van Sportleven dat in de loop van volgende maand of begin vorig jaar verschijnt. Marcel Van Hauwermeiren ^nsk lom] peen t Ar 'env ipiri :rscf Ir R,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1980 | | pagina 20