y Tejater'80 oogst met «De Emigranten» opnieuw sukses Betekent «Op leven en dood» het begin van de heropbloei voor De Schakel? "se'z ?ri Elle Loomon (zittend) en Chris Verhoeven, twee Tejater'80 bracht met hun tweede opvoering «De Emigran ten» totaal verschillend van hun eerste sukses «Zwijg Kleine», opnieuw een schitterende voorstelling. In de nieuwe zaal Netwerk leidde Walter Boni de twee akteurs. Dirk Klinck en Luc Van Den Broeck, zonder kleurscheuren doorheen een moeilijk stuk. Geleidelijk aan wisten deze twee klasse toneelspelers een drukkende spanning op te bouwen, terwijl de auteur Slawomir Mrozek meer en meer de opvattingen belichtte zoalB «macht» en «vrijheid». Meteen weet het publiek ook dat het nieuwe, maar bruisen de Tejater '80 na het sukses «Zwijg Kleine» ook nog gewaagde en interessante stukken te bieden heeft. Teja ter'80 slaagde erin een goed stuk te tonen, niet alleen gekenmerkt door de snijdende dialogen en de personages, maar tevens door een sterk gegeven. De bewuste «Emigranten» zijn slechts twee persona ges: een intellektueel, die om politieke redenen is moeten vluchten uit zijn moederland en een gast arbeider. die tijdelijk zijn land heeft verlaten om hier de nodige rijkdom te verga ren. In een vuile kelder ne men we deel aan hun ver borgen leven, want ze zijn totaal afgesloten van de Westerse maatschappij. Eerst en vooral valt je de tegenstelling tussen beide personages op. Maar lang zamerhand dringt het tot je door dat er ook nog een tweede tegenstelling in dit stuk schuil gaat. die min stens even aangrijpend is. Beide emigranten hokken immers samen in een vuil en weinig komfortabel kel dertje terwijl er boven hen volop gefeest en gevierd wordt op de oudejaarsa vond. Een tijd die bij ons synoniem is voor goede voornemens, gelukwensen, feestmaaltijden en geschen ken. Deze twee tegenstellin gen konfronteren ons op een pijnlijke wijze met onze nietsontziende konsumptie- maatschappij, de droevige omstandigheden en de een zaamheid waarin de «gas ten» zich bevinden. Over de auteur Slawomir Mrozek wil ik ook nog een woordje kwijt. Deze werd geboren in Borzecin (Polen) op 26 juni 1930. Vanaf 1950 begint hij duchtig te schrijven. Be langrijk om te vermelden is verder dat hij zich na de val van Gomulka schaarde aan de zijde van de jongere schrijvers die de officiële partij niet langer wilden vol gen! Zo zal hij op het schrij verscongres van 1954 de woordvoerder van de nieu we absurd surrealistische li teratuur worden, die aan knoopte met de vooroorlog se tendensen. In 1963 ver huist hij naar Italië en vanaf 1968 woont hij in de licht stad Parijs. Als belangrijk ste toneelwerken vernoe men we graag Tango (dit stuk werd verboden door de Tsjechische autoriteiten), Testarium of de profeten en De Bultenaar. Waar het allemaal om draait in de Emigranten is de pijnlijke en wrange tegenstelling tussen ener zijds een schrandere politie ke vluchteling en anderzijds een grauwe gastarbeider. Het stuk vangt aan op een schijnbaar doodgewone dag; een gastarbeider, pri ma vertolkt door Luc Van Den Broeck. stapt een slor dig en weinig komfortabel kelderkamertje binnen. Daar wacht hem een alles behalve uitgelaten welkom van zijn makker, een intel lectueel. gespeeld door Dirk Klinck. Er volgt een op het eerste zicht verwarrende dialoog tussen beide perso nages. Maar langzaam, beetje tij beetje net genoeg om er begeesterend van te genieten, dringt het tot je door dat de intelligente vluchteling de 'domme en naiëve' gastarbeider aan het overtroeven is. De we reld van deze ongelukkige gastarbeider, die toch zo mooi was opgebouwd in zijn fantasierijke geest, wordt als een kaarthuisje omver geblazen door de harde, maar realistische vluchte ling. Maar ondertussen prikt het knap standpunt van de schrijver enkele malen 'on genadig' in je, zodat het opeens allemaal duidelijk wordt. Beiden zijn immers op zoek naar de vrijheid, het hoogste en felst begeerde bezit van de mens. Doch dit proberen ze elk op een ver schillend vlak en een nieu we tegenstelling komt je te gemoet. De arbeider, slaafje van het fabriek, ziet vrijheid als het verzamelen van geld. Daarom ook verliet hij zijn arm moederland en kwam hij zich vol goede moed vestigen in 'het Be loofde Land». En toch komt hij van een kale reis thuis. Hij verdient hier wel behoor lijk zijn boterham en weet zelfs een spaarcentje opzij te leggen, maar hij is hier ver re van gelukkig. Hij kan zich nauwelijks aanpassen aan onze welvaartstaat, omdat hij niet aanvaard wordt. Als enige oplossing ziet hij dan maar overuren kloppen; zijn spaarvarken eigenlijk is het een 'spaarbeer' in het toneelstuk wordt vetge mest maar hij vaart er hele maal niet goed bij. Voor de intellektueel daar entegen is vrijheid het syno niem van geestelijke vrij heid. Dit tracht hij te verwer ven door onder andere een massa tijdschriften te ver slinden en 'schrijver' te spelen. Maar toch zal hij nooit het boek beginnen, alhoewel hij er alles over weet. Een enor me schrik weerhoudt hem. Verder voelt hij maar al te goed aan dat hij een zekere achterstand heeft op de gastarbeider. Dit kan hij moeilijk verkroppen en daarom zal hij zijn 'makker' kleineren tot in«het uiterste. Als toeschouwer word je hierdoor erg aangegrepen. Koude rillingen lopen over je rug, je wilt wel schreeu wen van verontwaardiging, maar je kan niet of je durft gewoonweg niet. Nog bitsi- ger en harder wordt de intel lektueel wanneer hij beseft dat de hard werkende gast arbeider binnenkort naar zijn land kan terugkeren; hij beschikt over voldoende fi nanciële middelen om bij zijn familie terug te keren en daar een rustig leventje te slijten. De politieke vluchte ling probeert dit te verhin deren met alle middelen; hem 'omkopen' door de (la ge) huur van het kelderka mertje te betalen; als dat niet lukt zal hij zijn geld proberen te stelen. Via hun vlotte dialogen krijg je ook antwoord op de vraag «Wat is macht?» De intellektueel tracht macht te verwerven door een boek te schrijven, de arbeider door geld te ver dienen. «De Emigranten» eindigt met de volgende tekst dia's geprojecteerd op de grauwe muur; «Arbeid 'zal brood geven, en de wet vrijheid, want de vrijheid zal het recht zijn en het recht de vrijheid.» «De toeschou wer» krijgt ruimschoots de kans om hieraan zijn opvat ting te testen. Hoewel dit stuk dateert van 1974, blijft het toch nog uit erst aktueel en hierin ligt al voor een groot deel de sterk te van het geheel. Het pub liek wordt 'onrechtstreeks' met de neus op een enorm probleem gedrukt; een pro bleem dat steeds groeit maar toch dikwijls uit het oog verloren wordt. Denken we maar even aan de ver schillende dissidenten die naar het Westen konden ko men, en na hun spektakulai- re verwelkoming al vlug in de vergeethoek geraakten. In het toneelstuk wordt ook nog op een fijne wijze een ander probleem voor deze vreemdelingen aange bracht; alles speelt zich im- niers af op een oudejaarsa vond. de tijd bij uitstek voor welgemeende voornemers, bruisende champagne en geschenkjes. De 'gasten' in de kelder moeten het echter stellen met een glaasje cog nac en de eenzaamheid. Dus alles bij elkaar een ge geven, waar je alle kanten mee uitkan, vernuftig uitge werkt tot een aktieloos stuk, maar daarom niet minder boeiend en aangrijpend. De dialogen primeren en geluk kig zijn ze dan ook van hoog gehalte. Ook een pluim voor de regisseur Walter Boni. Dit stuk is zeker een kolfje 16 - 6.2.1981 - De Voorpost van Zuster Anderson; dit deed ze op een overtuigende wijze en liet zich vooral op vallen door vlotte en natuur lijke bewegingen. Chris Verhoeven nam de dankbare rol van Dr. Clare Scott voor haar rekening. Zij was immers één van de wei nigen die de situatie van Ken begreep; zij was het ook die resoluut weigerde in de ze omstandigheden een overdosis valium toe te die nen. Haar optreden kan ge zien worden als het voorsoel van de harde konfrontatie tussen de hoofddokter Emer- dat een 'ter-dood-veroor- deelde' want dat is Ken toch, de wereld weet te rela tiveren en in het belachelij ke te trekken. Maar langza merhand dringt het tot je door dat hij eigenlijk maar één doel voor ogen heeft, dit verachtelijke ziekenhuis de rug toe keren en mens-waar dig sterven. «Dit is geen le ven meer voor mij. Jullie zijn té goed voor mij, en dus onmenselijk. Waarom moet ik me hier verder laten ver zorgen tot ik rijp ben voor het kerkhof? In mijn leven zal ik wel ooit nog leven zal ik nooit geen kunst meer kunnen scheppen en dus zal ik een zinloos bestaan leiden.» Tegenwoordig zijn de me ningen over dit probleem verdeeld. Sommigen zijn van oordeel dat de arts de behandeling dient voort te zetten zolang er hoop is; als alles gedaan is en verdere behandeling zinloos, dan beslist hij over het wel en niet staken van de behande ling. Anderen echter zullen beweren dat de patiënt niet de beslissing mag nemen, maar zij die verantwoorde lijk zijn voor hem. Tenslotte is er nog een derde groep die van oordeel is dat ieder mens, die met een klare geest over zijn eigen situatie kan oordelen, het funda mentele recht heeft zich van het leven te beroven hoe hard het ook moge klinken. «Op Leven en Dood» is een boeiend stuk met weinig ak- tie; alle aandacht wordt toe gespitst op de dialogen. De ze werden vloeiend en vlot gebracht op een behoorlijk tempo, alhoewel dit tempo wel iets hoger mocht liggen, vooral in het eerste bedrijf. Gelukkig loopt het in het laatste bedrijf als een trein. Door een beredeneerd ge bruik van de scène kon het stuk tegelijkertijd gevolgd worden in verschillende ka mers. Regisseur Tuur Van Den Brulle heeft het plateau dan ook optimaal benut; op sommige ogenblikken wordt het voortdurend over- en weer geloop van de akteurs weliswaar irriterend, maar dat is eerder aan het ver haal zelf te wijten. Op de plaatsing van de ak teurs valt maar weinig aan te merken, terwijl de timing erg belangrijk in dit stuk weeë ooist ld oei it Sp< Ie we Weggedoken, zelfs ondergedoken voor de «vreemde» maatschappij, durven de 2 gastarbeiders zich enkel op elkaar afreageren. (Per) 'K Sf De Bi blik tseiz ilnnii «n pi yauw flnnii Een ongewilde inspuiting, Paul Seghers en Jo Van den Brulle (Per) prima was uitgekiend. Toch moet het ons van het hart dat het voortdurend aan- en uitknipperen van de verlichting vermoeiend werkte. Jo Van Den Brulle als Ken Harrison bracht zijn vertol king met brio. Hij wist dit op een uitermate geconcen treerde wijze te doen en kwam vrij natuurlijk over. Hij stond stevig in zijn schoenen, alhoewel hij on geveer twee uur in bed moest blijven liggen. Dit al leen al is een enorme pres tatie; hij mocht immers niet bewegen met zijn lichaam. Jo had wel wat luider mogen spreken, maar ja. een over groot deel van zijn stemvo lume ging verloren, omdat hij steeds naar het plafond gericht was. Ella Looman speelde de rol dat haar fris 'pakje afstak tegen het 'wit van het ziekenhu(:J neel. De overige akteurs,! Hendrickx, Dolf Paul Sonck, Edmoni man, Guido Wentei! Van Den Brulle, Irma; wisten zich goed aanl sen aan de specials van het verhaal. Als slotkonklusie: neelvereniging bra< «Op Leven en DoolHoog Brian Clark (hij bewanp„/ T.V. spel «Who's Ur Anyway» voor het een prima tonee Vooral Jo Van Den Bi schrandere en inte Ken Harrison spreid enorm toneeltalent t en toonde zich meester in de droge en cynisme. Het stu wel wat vaart, De alge mochten enkele deleéf, zijr diger uitgewerkt i jaar i bijv. de dialoog tusLwach psychiater en de ho y( ter. Hopelijk mogen als het begin van eei bloei beschouwen, ei dat De Schakel zie meer zal wagen aan lijke moeilijke, maawate erner i ngst de ni ioen iden spannende stukken. er Fa 'oDuit Ai naar zijn hand, maar toch heeft hij er prachtig 'luister- toneel' van gemaakt. Dirk Klinck als de snuggere en jaloerse intellektueel liet zich gelden als een rasak- teur. Hij is zeker een toneel speler met présence. Alleen al zijn miniek en intonatie zijn imponerend. Toch miste hij in de kleine bewegingen een tikkeltje meer beheer sing. Verder wist hij op de bewust dramatische mo menten (en dat waren er heel wat) het publiek adem loos in de ban te houden. Luc Van Den Broeck als de domme en naieve gastarbei der was werkelijk geknipt voor deze rol. We wisten wel dat Luc goed speelt, maar hier heeft hij bewezen dat bij een klasse-akteur is. De pittigheid van het kernachti ge (praat) stuk was voor een overgroot deel aan hem te danken. Wanneer de span ning echter afneemt zal hij zich laten leiden door zijn medespeler Dirk, en dit soms een beetje ten on rechte. Als slotkonklusie: De Emi granten is een striemende aanklacht op onze konsum- ptiemaatschappij in harde en gebalde dialogen, die manier indrukwekkei Tl en jater '80 heeft hierm* Wern der meer aan zijn dl m in ling «ander» en «bet neel beantwoord, leen door de keuze stuk, maar vooral d< spelpeil en het dekor sfeervol, maar tocl,ers overladen). De timin ook tot in de puntjiBrd zorgd zodat we kunne vat W ken van een beklem produktie, die zeker tijd een leerrijke erve voor de toeschouwi boeiend brokje toneel nog gaan bewonde zater-7, zon-8 en ma< februari telkens om stipt in zaal Netwei derstraat 28. De zaa terst geschikt voor d stuk want de persona ten werkelijk in eei der», en het is er'ook slordig en onafgewi de zaal staat er een over de gastarbeidei blematiek en tevens er een aantal intere boeken ter bescl gesteld. Jo De te zw ulkse een n jeu jiugd kreeg e sli Met «Op leven en dood» van Brian Clark bracht de toneelvereniging De Schakel een zeer goede prestatie. Zonder overdrijven mogen we spreken van een heropbloei, want was het niet zo dat deze toneelvereniging dreigde dood te bloeden bij gebrek aan nieuwe ideeën en moed. Want moed is er zeker nodig om een dergelijk moeilijk stuk als dit te brengen. Het leeuwenaandeel nam Jo Van Den Brulle voor zijn rekening, die met zijn vertolking van Ken Harrison een ongemeen goede prestatie leverde. Het gaat eigenlijk om een zeer merkwaardig stuk; een jongeman, Ken Harrison, wordt in een ziekenhuis op genomen na een zeer ern stig ongeval, resultaat, hij is volledig verlamd door een zwaar ruggemergletsel on danks de inspanningen van de geneeskunde. Hierdoor zal hij voor de rest van zijn leven verlamd blijven. Ge lukkig zijn z'n intellektuele kapaciteiten nog gaaf. maar dit heeft ook tot gevolg dat hij maar al te goed beseft dat zijn bestaan afhangt van de intensieve kontrole in het ziekenhuis; zonder deze voortdurende kontrole zou hij sterven na afzienbare tijd. Harrison was vóór het onge val een kreatief beeldhou wer, een wervelende artiest die vooral de onafhankelijk heid in het leven hoog schatte. Daar knijpt nu juist het schoentje; hij wil niet langer meer leven op een onmenselijke, artificiële manier. Hij wil derhalve waardig sterven en daar voor ziet hij maar één moge lijkheid, uit het ziekenhuis ontslagen worden. Natuur lijk botst dit op het radicale verzet van de hoofdgenees heer. deze is vcm mening dat Harrison zwaar depres sief is en daarom niet in staat is een rationeel besluit te nemen. Ook verdedigt hij met kracht zijn stelling dat het leven een onbetaalbare rijkdom is, die ten alle koste moet gevrijwaard worden. Discussies tussen deze twee hoofdpersonages zijn er dus overvloedig en ondertussen wordt het publiek met de neus op de tragische proble men gedrukt. Eutanasie, zelfmoord, klinische dood worden op een meesterlijke wijze uit de doeken gedaan. Kortom, je kan er onmogelijk omheen. Uiteindelijk wil de dokter hem interneren als patiënt die onder de wet van de geesteszieken valt, wat hem dus wettelijk toelaat de volledig verlamde Ken Har rison in het ziekenhuis te houden. Ken echter wil zo niët meer verder en moet tenslotte de enige weg in slaan die hem nog rest; er een advokaat bij halen om het geschil door een recht bank te laten beslechten. En dit vormt dan ook de kli- maks van het ganse stuk. De harde konfrontatie tussen de hoofddokter en Kens ad vokaat. Deze eerste blijft bij zijn standpunt dat Ken zwaar depressief is en daar door onmogelijk nog nor maal kan nadenken. De ad vokaat daarentegen ver klaart zijn depressief-zijn als een reaktie op het 'gefor ceerd vriendelijk' zijn van het ziekenhuispersoneel (dus niet als een ziekte!). Het boeiend stuk eindigt met het feit dat Ken Harrison ontsla gen wordt uit het zieken huis, d.w.z. dat de medische apparatuur wordt uitge schakeld en dat Ken binnen de zes dagen zal sterven. Het stuk is een harde dobber voor iedereen; akteurs, re gisseurs en zeker ook het publiek. Gelukkig voor het publiek heeft Brian Clark dit pijnlijk en wrang onderwerp ondergedompeld in een badje van humor en ironie. Maar ook niet té diep; steeds voel je als toeschouwer het tragisch probleem op je drukken, en toch hoef je net op tijd even te glimlachen om Ken's gevatte en leuke opmerkingen over de medi sche wereld. Het lijkt op het eerste zicht onbegrijpelijk son en het gerecht. Hiervoor kon zij beroep doen op de kwaliteiten die een rasaktrice kenmerken: een fijne stembeheersing, con centratie en podiumpresen- ce. In de dialogen met deze charmante dokter gaf Jo als Ken het beste van de avond weg. An Macharis als de ijverige studente, Kay Sadler en Hendrik Wijnendaele als dandy John, zorgden voor de nodige grappige situaties. John stelde alles in 't werk om deze ijverige studente, die aanvankelijk slechts oog had voor haar studies, te versieren. Beiden beschik ken over een welluidende stem en een frisse uitspraak en dat was wel welkom als je achteraan in de Stads schouwburg zat. John kon verder ook aanzien worden als het type verpleger, die het wel goed meent met z'n patiënten maar hun proble men nauwelijks au sérieux neemt. Mrs Boyle, vertolkt door Ro- se-Marie Daelman gaf een gave prestatie ten beste, al hoewel haar ontreddering wanneer ze merkte dat haar opmonterende taal nauwe lijks invloed had op Ken, niet geheel overtuigend was. Wel was ze een frisse verschijning, alleen al om- Grapjassen aan een ziekenbed. (Per) De konsekwente dokter. (Per) Gehuisvest in een kelder, tussen het lawaai volgen de konfliktsi- tuaties elkaar op. (Per) Een pluchen diertje, de enige liefdesbron (Per)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1981 | | pagina 16