Jacky jaren vechten om Munaron: keihard door te stoten "I )rt er eveneens bij: als eregast de aftrap geven, zoals onlangs in Berlare. De Voorpost - 24.4.1981 - 21 OT wee 3, VI J ree Even meeluisteren naar de raadgevingen die de ploegkapiteins meekrijgen van de ref. (jj) onverbiddelijk bergen kritiek te slikken. Anti voetbal, heet het. Of sys teem-voetbal. En uitein delijk: Ivic-drukdoenerij. Anderzijds knalt datzelf de Anderlecht zich toch kampioen, tot groot on genoegen van trainers die voor het voetbal» kiezen. Munaron is zich net als de klubmakkers bewust van die haat-liefde-rela- tie van de voetbalsup porter met betrekking tot de Belgische koninginne- ploeg. Munaron: «Vooral de spelers lijden wel eens onder die ongewone kri tiek. Iedereen die mo menteel met de ploeg meedraait, werkt zich de ziel uit het lijf om klin kende prestaties op de grasmat te toveren. Onze techniek is dan ook heel eenvoudig. De bal wordt zover mogelijk van de doelman gehouden. Bal verlies moet binnen de kortst mogelijke periode rechtgezet en tevens moet gepoogd worden zoveel mogelijk doelpun ten te scoren. Ik ben het eens met de bewering dat we de jongste weken iets minder fris kombi- neerden, maar je moet bedenken dat negentig procent van de ploegen met dichtgeklapt vizier het terrein opkomen wanneer het om Ander- lecht gaat. Ten slotte zijn wij het altijd die het spel moeten maken, de ande ren hopen enkel een auntje te kunnen meepik ten. Be veren, Lokeren en Gent vormden tot hiertoe de zeldzame uitzonde ringen. Wij defensief? Op Standard? Omdat we zonder specifieke aan vallers aantreden be duidt dat toch niet dat we niet offensief zijn? Loza- no en Vercauteren, twee middenvelders, vormen toch een reële bedrei ging voor elke verdedi ging. En Haan en Coeck? Zelts Michel De Groote kanjert de bal herhaalde lijk tegen de netten. Weet je dat we op Stan dard veel meer doelge- vaar schiepen dan de Luikenaars zelf? En Stan dard is toch sterk genoeg om de situatie naar ei gen hand te zetten? Die kem is even breed als de onze. Blijkbaar zijn de Rouches niet in staat de vuist te ballen, maar kan men ons dat verwijten? Er is nog meer. Veel lui vergeten dat we profspe lers zijn, letterlijk bete kent dat: «broodspelers». Wanneer we niet winnen is de winstpremie foet sie. Het is vandaag dat we onze voorraad moe ten aanleggen, niet mor gen. Als ik stop met kee pen, moet ik iets totaal nieuws aanpakken. Een profvoetballer met pen sioen moet een andere broodwinning zoeken. Dankzij Ivic komt er nu geld in de lade, mag dat niet? Vorig seizoen was het een ware rommelpot. De ene groep spelers lag met de andere in kon- flikt. Met de trainer bo terde het ook al niet te best. Enfin, het was een fiasko. Ook op voetbal- gebied. Thuis ging het misschien nog wel, maar op verplaatsing kregen we steeds het deksel op de neus. Wat baat het dan goed en degelijk te voetballen? Je verdient er géén lap aan. Ivic heeft het hele zootje rechtgetrokken, de boel grondig gesaneerd en de ploeg een nieuwe inhoud weten in te pompen. Het is een plezier met dit An derlecht te mogen spe len. Noem eens spelers die voor geen geld bij de Vanderstock-ploeg zou willén uitpakken? Nee, Anderlecht is en blijft een begrip. Vroeger bijvoorbeeld, waren de teoretische les sen meestal niks. De oe- fenmeester herhaalde en herhaalde zichzelf dat het een lol was. Iedereen zat na een kwartiertje te knikkebollen en tegen de verveling op te gapen. Nu is dat anders. De les sen zijn bijzonder nuttig en... grappig. Ivic is een fenomeen, een voetbal- fantast. Ik ken niemand die zo aan die sport ver slaafd is als hij. Voortdu rend is ie in de weer met papiertjes, schema's, te keningen. Voetbal, voet bal en nog eens voetbal. Ik denk dat ie met een voetbal gaat slapen ook. Als mens is hij best te genieten. Je moet weten dat Ivic soms nogal gek ke toeren uithaalt. We laclfèn ons soms een bult met die man. Maar de oefenpartijen zijn er naar. Dat is werken te gen honderd per uur. Zijn richtlijnen zijn al tijd heel strikt, de sche ma's moeten feilloos uit gevoerd, verkeerde pas sen zijn verboden en te mijden ais de pest. Vaak is het drollig ook. Als je iemand tijdens een par tijtje de bal moet ontfut selen roept onze oefen- meester: «Kill him! Kill him!». Je schrikt wel even, maar zo erg is het niet. Het is enkel een wat bizarre manier om zich uit te drukken. Ik ben dus pro Ivic, net als de sup porters. Die spontane op welling van vreugde na de match tegen Beveren spreekt toch boekdelen? Eindelijk kunnen de paarswit-aanhangers zich»druk maken om de titel. («We zijn er nog wel niet, maar ik zie niet goed in wie ons zou kun nen remmen»), en het ligt toch in de bedoeling kampioen te worden? Onze aanhang stijgt steeds, in tegenstelling tot wat beweerd wordt. Anderlecht lijkt een beet je taboe te zijn. Al die roddels ook rond de ploeg! Het team wordt zo kritisch gevolgd dat het bijna niet meer te gelo ven is. De zaak-Cluy- tens. Niemand is toch ge baat met dergelijke non sens? En hoeveel maal zou Ivic nu al niet ver trokken zijn? Ik denk dat hier en daar mensen zit ten die Anderlecht het licht in de ogen niet gun nen. Hoge bomen...». Ivic moet zich niet druk maken over een dissi dente doelwachter. Maar Munaron wil niet alleen zijn trainer het leven ver aangenamen met sierlij ke karpersprongen, ook Guy Thijs kan rekenen op de jonge Dinantees. Munaron: «Ik ben in feite een beetje te jong om nu al in het doel van de Rode Duivels ballen te staan grijpen. De he gemonie van Pfaff is voorlopig onaantastbaar en ook Preudhomme heeft al een paar jaar meer ervaring. Europees sta ik nog nergens, maar daar zal volgend jaar wijziging in komen. Toch ben ik vreugdevol ge stemd nu reeds tot de voorgeselekteerden te mogen behoren. Ik kijk tegen de toekomst niet met angstogen aan, in tegendeel. Geef me een paar jaren tijd om mijn mogelijkheden nog funk- tioneler aan te wenden. Waarom zou ik de boel trachten te forceren? Ik weet dat ik mijn tijd moet afwachten...». Tot dusver Jacky Mu naron. Terwijl de gast heer me naar de deur begeleidt werp ik even op dat SK Lebbeke er heel wat beter zou voor staan indien Munaron en Mommens zouden mee spelen. Jacky bekijkt me met ogen vol vraagte kens. Ik zie er luchtkaste len in weerspiegelen. Paul DE MOOR liters hangt een waas van geheim- zoals het raadsel van de eeuwige niemand kan verklaren, meest bijgelovige In het voetbalmn- l extra ruimte voorzien om er zijn atleet aan te spijkeren. Yashine hangt er al. Pfaff en Ihilton reserveerden er alvast de nodige akte, en Jacky Munaron houdt momenteel de h aan de ezel. iron: «Ja, het loopt ilaatste tijd. Enkel bkermatch op Wa- was ik één mo- pinder gekoncen look al omdat de I traag werd opge jAnderlecht was gewipt. Maar in hpetitie werd ik rar twaalf maal 1. Dat is niet aan ïn te danken. Ik onb uiterst soliede ige jnte verdediging rhijaneus staan. Een peneikeeper in een Moneam blijft nooit VeP. dat spreekt 3n bpzelf een zinnetje dat Jeéntwintigjarige ."p Lebbekenaar ejj. Munaron is er I bewust voor een J* 1 te spelen. Hij Ven valse be- 'pheid aan de jcH bekijkt alles nter. fon; «Alvorens Voeien tot vaste ihad ik een lan- 'e tiet altijd makke- °|g te doorlopen, it telreerste wedstrij- ^h^plde ik voor Di- 1 djstad waar ik bo- b doopvont werd ;or Ji. Aanvankelijk ^byls spits op het 1 P^Mond, tot op een trainer mijn le- ®len reaktiesnel- tatenide aanwenden in vneepersprobleem tste J,eg te bannen. Ik beslissing best n zin. Ik ontpop- fi ook vrij snel tot Idoelman van de iparlfj CORlt Het daar- hoofdstukje een Ander- volgepend worden. Het lijkt mis schien onlogisch datik niet naar Standard uit week, omdat elke Waal een beetje Standard-fan is, maar ik had daar wei nig last van. Anderlecht leek me een goeie keuze. Uiteraard kwamen nogal wat problemen de kop opsteken bij die over gang. De pendel tussen Dinant en Brussel, als jeugdige knaap, leek me al onoverkomelijk. Daar om werd uitgekeken naar een pleeggezin. In Opwijk was er een ou derpaar dat zich over mij wilde ontfermen. Twee jaar bleef ik er. Ik moet toegeven dat die mensen bijzonder aardig voor me waren. Aardig, maar ook streng en korrekt. Wan neer ik tien minuutjes te laat thuiskwam hadden zij het Versé-stadion reeds verwittigd. Ik werd dan telkens op een ferme uitbrander getrakteerd. Bij het paarswitte team werd ik pas goed op de trainingsbank gelegd. Alle valse plooitjes dien den weggewerkt. Snel heid, lenigheid, koncen- tratie en autoriteit wer den bijgewerkt. Ik moest tevens steeds het onder ste uit de kan halen. Op de trainingen, geduren de en zelfs na de wed strijd werd gewoon alles geëist, de laatste zweet druppel diende uitge perst. Keepen voor Ander lecht was de enige bood schap en ik leefde daar ook naar. Nooit dronk ik meer dan twee pintjes. Geen sigaretten, geen uitgangsavonden. Het kon me allemaal niks ge ven. Voetballen en.in de eerste ploeg van Ander lecht komen, was mijn betrachting. Vorig sei zoen was het zover. On geveer halfweg de kom petitie mocht ik invallen voor De Bree. Het zag er nochtans somber uit voor ik die kans kreeg. Konci- lia werd aangetrokken, maar gelukkig voor mij bracht die er niet veel van terecht. De Bree was en bleef een goeie doel wachter en zou dus bank zitter zijn geworden. Mu naron zou ergens in de tribune gezeten hebben. Gelukkig voor mij ging Koncilia de laan uit. De problemen situeerden zich binnen de ploeg. Veel spelers dachten dat ik té jong was om die zware verantwoorde lijkheid te torsen. Week na week diende ik te vechten om mijn plaatsje veilig te stellen. Ik mepte een paar «gemaakte» doelpunten uit de recht hoek weg en het vertrou wen van de jongens be gon te groeien. Prof spe ler worden is natuurlijk een grote uitdaging. Pu re klasse volstaat niet om naam te maken. Je moet het bewijzen op het veld. Wanneer de kern overtuigd is van je kun nen, is het voor mekaar. Anders raak je op het middenplan verzeild. Ik ben kernspeler, maar wanneer ik ondermaats zou gaan presteren, mag ik mijn koffers pakken. Anderlecht, en vooral Ivic, wil dat een speler zich totaal inzet, tot het einde. Wie die regel niet respekteert, wordt uit de fanionploeg gewipt. Ik moet mezelf steeds blij ven waarmaken tegen over ploeg en bestuur. Als je denkt even stoom te kunnen aflaten, mag je het allemaal vergeten. Anderlechtspeler, Rooie Duivel, foetsie, weg kas teel van mijn dromen. Het gesprek met An- derlechts doelverdediger verloopt aanvankelijk nogal stroef, maar naar mate het interview vor dert komt de blonde Leb bekenaar voorgoed los. Ook de vier maanden jonge Nathalie neemt ak- tief aan het gesprek deel. Hoewel haar inbreng niet te onderschatten is, laten we de kraaierige klanken achterwege. Hoe voelt een keeper zich als huisvader? Munaron: «Heerlijk. Ik ben er rotsvast van over tuigd dat een profvoet baller behoefte heeft aan een bepaalde opvang. Een rustpunt. Het gezin is daarvoor ideaal. Trou wens, ik ben niet het woelige type dat zichzelf voortdurend achterna hinkt. Liefst zit ik naast Linda wat televisie te kij ken. Ik ga elke dag vroeg het bed in en meestal sta ik met de vogels en de kippen op. Er zijn spelers die voor bepaalde wed strijden de bloemetjes nog buiten zetten, maar daar doe ik niet aan mee. Vanaf donderdagavond begin ik me voor te berei den op de weekendwed strijd. Ik hou mijn zenu wen nauwkeurig onder kontrole, ontvang zo wei nig mogelijk bezoek en hou me heel gedeisd. Geen gekke sprongen voor de match. Vrijdag avond vertrekt de ploeg meestal in afzondering en na de zaterdagavond match kunnen we naar huis. Gedurende die af zonderingsperiode kan je enkel je vrouw even tele foneren. Voor de rest wordt al je aandacht toe gespitst op de wedstrijd. Ik, als keeper, heb be hoefte aan een verre gaande koncentratie. Andere spelers hebben daar misschien niet zo'n dringende nood aan, ik kan niet zonder. Eén fout je is tenslotte vol doende...» Wie bij Anderlecht het mooie Joegoslavische weer jielpt maken, krijgt

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1981 | | pagina 25