[ozef Vacenovsky: k heb in Lokeren eel vrienden gemaakt» «In Tsjechoslovakije wordt trager gespeeld. ppiii nou Ivic. Die koppelt icipline aan teehniek en derleeht wordt ongenaakbaar.» vriendelljk en het uö vuurposi - o.o. iao i - as appartement waarin de Tsjechi- alptrainer van Sporting Lokeren itrek nam, ligt in een relatief vrij verkaveling. Het appartement Ier klein, maar kraaknet en zorg- doch zonder zin voor overdrij- ngericht. Een knots van een ster- en en een dure video springen uit id, aan de maren hangen frag- keningen van de gouden stad f Vaeenovsky, een pezig man met haren en gebronsde huid, zal het Waasland heel binnenkort jen. Misschien voorgoed, doch als Jt komt hij vast nog langs. Met het |k van Vacenovsky wordt meteen ismeed trainersduo ontdubbeld. nam je ae pyn doen hen te moeten waar van verlaten. In Praag zal ik Lokeren en dikwijls aan Lokeren dj oerde- denken en je kan er van spelerstalent op aan dat ik hier nog bloklanders die in het Westen een gooi naar beroemdheid for ceerden. Ik ben beginnen voet ballen bij Jikta Vace- nouska, een dorp ten zuiden van Brno dat am per 4.000 mensen groe peerde. Maar klein zijn hoeft geen nadeel te zijn, want toen ik achttien was speelde ik met dat klubje kampioen der Ue- fa's. De trainer van Duk- la Praag zag me aan het werk en toen ik opgeroe pen werd om onder de wapens te gaan, tekende ik een verbintenis met de legerploeg. Het feit dat ik kon doorstoten naar topklasse verwon dert me. Het was een komplete verrassing voor mij, ik had er nooit van dat bruisende sap slikte ik in Gent. Gantoi- se had altijd al oog voor buitenlanders en de aan passing verliep er uiter mate vlot. Ik moest me wel inwerken in de kapi talistische leefwereld, maar veel moeite heb ik niet ondervonden. Ver volgens speelde ik sa men met Jurion bij der deklasser Lokeren. Eén jaar was ik hier aktief als speler en tot mijn grote vreugde konden we de fusieploeg in twee de trappen. Op mijn vijf endertigste achtte ik het bekeken en week op nieuw uit naar mijn va derland. Ik monsterde daar aan bij een kleine ploeg vergelijkbaar met de hogere provincia le reeksen van hier en ibiPd R( üj] 'ozeF1- ïeui r< 3ij 1„ Pla#tei 3p rospèil 5e, Lokeren ho- ropese toppen, e makkelijk af- van het is altijd moeilijk, moeilijker dan maar mijn be- lag al enkele vast. Ik ben aan rust toe, zegt me niks k, ik heb dit gische en Euro- j iloegen moeten ik heb hard ge let de jongens en en wat geluk ge- lar om de cham- mogen proeven ie jaar een nor- familiaal leven ontberen en dat bijzonder zwaar wil terug bij de die studeren, 1 ook mijn vrouw Ik weet niet wat ik in fa doen. Het eni- me voorlopig in- rt is mijn gezin, milie. Ik heb de drie jaar lang list te hebben dat inderlijke waar- lelang was. Wel- ik ik me een jaar it de kompetitie- loewel... Hier in heb ik evenwel enden gemaakt, isen zijn enorm ,g< Wc vaak mijn vakantiepe riodes zal doorbrengen. En wat dat sukses be treft, daar blijf ik heel kalm bij. Ten eerste zijn het nog altijd de spelers die het moeten waarma ken, als zij niet willen, dan mogen Haesaert en ik nog duizend andere tandems uitproberen, het zal geen zoden aan de dijk brengen. In de Uefa-cup hebben we het helemaal niet slecht ge daan en in de kompetitie veroverden we de tweede plaats achter een supe rieur An derleeht, In de Beker van België gaat de struggle nog steeds door, het feit dat we de halve finale haalden mag al een prestatie worden genoemd, al wat meer in de schoot valt zal de kroon nog meer doen schitteren. In jouw land heb je ook al een niet onaar dig palmares te verde digen. Bij Dukla Praag was je één van de betere spelers op het moment dat de klub op de toppen van zijn kunnen speelde en nu keer je terug als trainer van een Belgi sche topklub. Als voetballer was je zelfs één der eerste Oost- rekening mee gehou den. Bij Dukla speelden nog andere heren die het prachtig zouden gaan doen. Ik denk maar aan MasoDust en Novak, die beiden in België ver maardheid verwierven en dat zelfs nog doen. Van 1955 tot '69 speelde ik ononderbroken met de Tsjechische hoofdste delingen in Eerste Na tionale. Vier keer won nen we de Beker van Tsjechoslovakije, zes maal plaatsten we de kampioenskroon op het boofd en in de Europese kompetities deden we het ook niet bepaald slecht. Eens speelden we de semi-finale en we kwamen uit tegen de meest vermaarde topklubs als Benfica, Real Madrid en de Glas gow Rangers. Bij het na tionaal elftal werd ik vijftien maal ingeschre ven. Net zoals Karol Do- bias mocht ik de titel van «Master of Sports», dat is een ere-titel voor een voetballer die viermaal kampioen speelt met eenzelfde klub, ont vangen. Toen ik tweeëndertig werd, verkreeg ik van de Tsjechische autoriteiten de toestemming om het Westers avontuur te proeven. De eerste lepels. kon er de ploeg ten dien ste zijn door viermaal te promoveren. Tot mijn achtendertigste bleef ik speler-trainer en Ostra- wa knokte ik in de op één na hoogste afdeling. Nadien koos ik opnieuw richting West-Europa en ben Lokeren gaan trainen. Voor mij was dat uiteraard een uit daging. Maar ik ben ie mand die het risiko niet schuwt omdat ik steeds verder tracht door te sto ten. Het lag in mijn be doeling een erkend oe- fenmeester te worden achter of voor als je wil het Gordijn en dat kon pas wanneer ik mijn voetbalinzichten kon verruimen door interna tionale praktijk. Hier in het Waasland heb ik een enorme ervaring kun nen opdoen in de ver schillende kompetities waarin de klub scheep ging- Internationale erva ring klinkt prachtig. Verschilt het Westers en het Oosteuropees voetbal dan zoveel met elkaar? Of beschouwt men ons voetbalsys teem als zoveel beter dan in de Sovjetvoor tuin? Eigenlijk moet je het breder zien. Eén sys teem is op zichzelf ge zien niet slecht, maar de kunst om een bepaalde manier van spelen met een andere te kombine- ren is uiterst belangrijk. Zowel voor de kwaliteit van het voetbal als voor de struktuur errond is verfijning en vermen ging van kapitale waar de. Neem nou Ivic. Die koppelt het disciplinaire aan het technische en Anderlecht wordt onge naakbaar. In Tsjechoslo vakije wordt er een beet je luier gespeeld, het spel vordert er trager, maar technisch gezien wordt er hoogstaand voetbal voorgeschoteld. Er wordt gedribbeld, de passen zijn aardig om zien en toch levert het vaak weinig op. Tenslot te willen de toeschou wers spektakel en ook goals zien. In België gaat men veel meer de atletische toer op en da's een ontwikkeling die niet altijd het gewenste effekt oplevert. Vaak schieten de spelers dan technisch tekort. Een voetballer wordt steeds minder voetballer maar steeds meer atleet. In het Oostblok weet men dat de spelers technisch be dreven zijn en daarom legt men veel nadruk op gespierde lichamen. Bij na nooit wordt met de bal geoefend in Tsje choslovakije. Altijd maar lopen, lopen en nog eens lopen. Onder tussen worden er oefe ningen doorgemaald om het spiervolume op te drijven. Wanneer de spe lers dan eindelijk een veld moeten oprennen is hun energie al opge brand en staan ze veel lustelozer te kombine- ren. Be heb hier de trai ningen met de bal leren kennen en wees gerust, ik zal thuis gretig van dat instrument gebruik maken. Die trainingen schijnen mij ideaal om nieuwe impulsen in te pompen in ons bedaard voetbal. Anderzijds moet ik daaraan toevoegen dat een goeie speler niet alleen over een stevige fysiek moet beschikken, hij moet in de eerste plaats over een pak ta lent beschikken en hij moet organisatorisch in zicht hebben. Ook de dis cipline is ontzettend be langrijk. In het Oosten moet een trainer zijn volledige oefenstof op papier neerzetten en op sturen naar de bond. De oefeningen, de tijds duur, het procent inter- valtrainingen, buikspie roefeningen, kortom: al les moet tot op de mi nuut worden uitge werkt. De bondsleden onderzoeken het schema en brengen er aanmer kingen op aan. Hier is zoiets onbestaande, de trainer heeft enkel ver antwoording af te leg gen aan het bestuur... Ginds vergeet men vaak dat voetbal in eerste in stantie een spel is waar in ontzaglijk veel plaats moet geschapen worden voor improvizatie. Ook de persoonlijke benadering van elke spe ler apart is belangrijk. Sommigen zijn van na ture uit luier dan ande ren. Een trainer moet daarom langs allerlei in grepen motivatie kwe ken. Soms dienen de in- tervaltrainingen met een chronometer bege leid te worden. Iemand die de honderd meter loopt in vijftien sekon- den kan zich bij kontrole niet veroorloven over de zelfde afstand bijvoor beeld vijf sekonden meer te doen. En nogmaals, ik heb al veel gezien, heb alle ploegen waartegen we uitkwamen gescout en overal waar ik kwam heb ik gekeken én ge schreven. Het beste zit in mijn achterhoofd ge borgen, wat onbruik baar is ben ik bewust vergeten. De samenbun deling van al die ideeën zal ik proberen te ver werken in het Belgische voetbal. Pas op, ik zal geen chirurgische in grepen uithalen. Het ene systeem wisselt men niet op slag voor een an der. Dat zou volstrekt onzinnig zijn. Het scouten, hoe zit dat in elkaar? Is dat inderdaad nuttig of werkt het enkel de verveling in de hand omdat alle bewegin gen, alle verrassin gen reeds vooraf ont maskerd zijn? Scouten is op een on dubbelzinnige manier naar voetbal kijken. Als ik een ploeg ga ontleden dan gebeurt zoiets met de ogen van een trainer, niet met die van een toe schouwer, die zich gaat ontspannen. Ik neem mijn notitieboekje in de hand en kontroleer de positie der spelers. De eerste vraag is steeds: «Welke opstelling?». Vervolgens krijgen de spelers een waardecijfer toegemeten, de bewegin gen van de spelers individueel wordt uitgetekend, ook het standaard-spelmodel wordt uitgelijnd. Dat be treft dan de aard der voorzetten. Worden er vooral lange trappen ge geven, of zijn de passen kort... De opstelling bij een hoektrap, de opstel ling en de truukjes bij een vrije trap... Duizend en één dingen die van groot belang kunnen zijn, worden ontleed om tegenzetten te kunnen plaatsen. Ik geloof ech ter niet dat die manier van werken de vervlak king bevordert en de spektakelwaarde naar beneden haalt. Ik zei het al. De trainer mag alles op papier zetten en alles als een scheikundele raar uitkienen, dan nog doen zich gloednieuwe situaties voor. Een doel punt maken is iets dat op een fraktie van een sekonde kan plaatsgrij pen, en je mag ook niet vergeten dat een trainer langs de kant zit. Het is de speler die het op de groene mat moet waar maken. Wij kunnen hem honderd wetenswaar digheden in het oor fluisteren maar wan neer die kerel zich daar geen jota van aantrekt of wanneer hij tekort schiet dan kan de coach daar niet aanspra kelijk worden voor Je vertrekt nu naar Tsjechoslovakije, de episode-Lokeren is geschreven in gouden krulletters. Zal je in je land een erkend trai ner zijn? Als ik de aanbiedin gen doorblader kan ik in alle eerlijkheid zeggen dat de mensen ginder een hoge dunk van mij hebben. Maar ik ben im mer een bescheiden wer ker geweest. In Lokeren heb ik drie jaar het beste van mezelf gegeven, achter de schermen heb ik veel, heel veel werk geleverd, nooit heb ik in het middelpunt van de belangstelling wilier staan. Door die inzet, gf koppeld aan het dyn. misme van de heer Ha saert en het bestuur t het talent van de spelei heb ik de grondslag g legd voor een late loopbaan. Nu ga ik r terugtrekken en zal alles wat ik heb opges1 ken trachten te verw< ken tot een eigen s? teem, om later m schien met de rooie loj ergens ingehaald worden. Ik keer niet ter naar Tsjechoslovak als een rijke loebas een dikke nek heb nooit gehad. De mens kunnen het hier be met me stellen en bij n thuis is het ni anders... Van het rijke kris is- Westen naar het kom- munistische Oosten is dat geen grote stap? Hola, hola, velen den ken dat het hier een pa radijs is en dat het gin der een grote gevange nis is. Maar dat is hele maal niet waar. In de winkels liggen de luxe- produkten er ginder in derdaad heel karig bij. Doch onderwijs, genees kunde zijn gratis, de so ciale voorzieningen zijn spotgoedkoop en wonin gen worden tegen mi nieme prijsjes ver huurd... Hier is wel meer welstand, maar of de mensen daarom ge lukkiger zijn, is een vraag die ik graag open laat. Éénmaal ben ik in Lo keren zelfs doodsbang geweest, toen dat kom- mando me overviel. De kogelsporen zijn nog steeds merkbaar. Als er aangebeld wordt, open ik nog altijd met een bang hart de deur. Je ziet het. Een maatschap pij wordt gemaakt door de mensen die erin wo nen, daarom moeten de mensen opgevoed wor den in het licht van sa menwerking en solidari teit. Enfin ja, ik spreek daar niet graag over. Lo keren is een thuishaven voor mij, ik voelde me hier prima en niets of niemand kan dat gevoel van tevredenheid ver dringen. In Praag zal ik de uitslagen van Loke ren op de voet volgen. Ik hoop dat voor de ploeg een machtige toekomst is wegge legd. Mijn kollega Haesaert wens ik eveneens het allerbes te. Ik vind het spijtig dat hij niet meer in Lokeren zal te vinden zijn. Ook hij heeft zich volledig inge spannen om Lokeren te steunen, om te ko men waar het nu staat: aan de top! Paul DE MOOR

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1981 | | pagina 25