olf 5 nog altijd «den besten iroude St.-Antoniusvieringen in Aalsterse "^jarige mutsenmaker gooit er niet met pet naar... Lebbeekse kerststal uitgebreid De Voorpost- 8.1.1982-21 in 1 de h weer het éven toelaat zitten Dolf en ine op een stoel voor hun huis: twee kanjelijke zeventigers die óók van de niet e. frisse stadslucht genieten. Het huis et nummer zes in de Aalsterse Korte rstraat ligt zowat naast de Frégate en tgenover Chalet, Bronx, Hollywood, insenhof, Tiki, Monopole, Amber, rius. hart van de Aalsterse uitgaansbuurt Dolf en Leontine vóór het uitstal- ivan hun mutsenwinkel en slaan glim- nd de drukke va-et-vient van de uit te jeugd gade. rwets buiten op straat op 'n stoeltje .«vwdj zitten in een rumoerige uitgaans- 1: een wonderlijke tegenstelling die je stad nog zelden aantreft. •ngeren lopen er meestal onverschil- iorbij, doch af en toe komen er n een praatje aanknopen met het de paar. iGhijsbrecht is jarenlang een beken- juur geweest in Aalst. hij naar de Korte Nieuwstraat kwam jn baatte hij in de Korte Zoutstraat nutsenwinkel uit en iedereen kende toen als «Den Besten». Eén van de ame volkse figuren die Aalst nu nog wil van geen wijken weten, hij wil on zijn beroep niet opgeven. Natuur- oet hij het kalm aan, het is meer een :rdrijf en als je met pensioen bent, je van de fiskus ook niet té veel rdienen... ishoofds r dat er gevaar voor bestaat, want het :rk van klakken, mutsen, petten of e al die hoofddeksels ook mag noe- is voorbij. "^toensen lopen er thans liever bloots- ds bij en Den Besten vindt die evolu- Btuurlijk jammer, doch blijft er goed- tst bij... hoe kan het ook anders? staat zijn muts wel eens verkeerd en het oppassen geblazen: kinderen en inderen van Dolf weten dat hij :ld is op orde en tucht. Zijn woord is jiTiaar hij meent het natuurlijk niet zo ttefen w'e ^raa^ 's en Soec* 'u'stert jt een pluimpje op zijn hoed! L ham ^Vjf Ghijsbrecht werd de 29e oktober i in Aalst geboren. te grootvader Gieden Ghijsbrecht was 5ier in de toenmalige Brabantstraat, Alfred Nichelsstraat. Zijn klanten be- jtte hij steevast met «Ha, mennen NlW> of «Dag. men besteken!» en zo is ikomen... lclKalstenaars zijn dol op het geven van ■tfimen en zeker vroeger was de minste eiding voldoende om iemand genera- lang een supplementaire naam te Irgen. iwerd het nakomelingschap van de ndelijke haarkapper Gieden Ghijs- ~~!ht bedacht met het troetelnaampje n Besten». akkordeon! f woonde eerst in de St.-Janstraat en r in de Felix de Hertstraat, toendertijd Ajuinstraat genoemd. Ier was muzikaal aangelegd en ook de ■je Dolf moest tegen zijn zin klanken ^jje trekharmonika halen. gtr 15-jarige bleef hij weg uit de school, ..jZijn vader te volgen naar de markten, t hij zijn klakken ging verkopen. Toen hij 17 werd, gaf hij zijn akkordeon op en werd het instrument «God zij dank!» zegt Dolf verkocht aan kafee De Peli kaan. Hard werken Er bleef trouwens niet veel tijd over om zijn muzikale talenten tentoon te sprei den, want met de mutsenmakerij was het hard werken geblazen. Op de dagen dat er markt was, moest Dolf 's nachts om 4 uur al de fiets op om tijdig de bestemming te bereiken. Frans Bergman, een voerman uit de Walstraat, bracht de «marchandise» ter plaatse; 's maandags was dat Dender- monde, dinsdag Ninove, waar de voerman bleef slapen om de woensdag om de 14 dagen de koopwaar naar Enghien te brengen. 's Zaterdags was er dan de markt in Aalst. De namiddag van de marktdagen en de overige dagen van de week werden be steed om de mutsen te maken, want de familie Ghijsbrecht kocht weinig in de fabriek. De markt begon al om 7 uur en 's winters werden de klanten besteld bij het licht van een gewoon lampje. «Maar de mensen waren toen niet zo kieskeurig» meent Dolf. «Hoe ze besteld werden stak niet zo nauw, als ze maar kwaliteit kregen!» En dat kregen ze bij Den Besten, welke op die manier voor de tweede keer zijn bijnaam verdiende. De lederen bandjes in de mutsen bijvoorbeeld, waren er met de hand in gestikt. Als het kermis was op den buiten, kwa men de mensen een week te voren een zondagse klak kopen in de winkel, die de hele zondag open was. Ze kwamen van heinde en verre naar Aalst en dat zou nog vele jaren zo blijven. 't Zyn droeve tijden Tijdens de Eerste Wereldoorlog zag het er nochtans vier jaar lang belabberd uit. Alle fabrieken lagen stil, want er waren geen grondstoffen. Om mutsen te maken gebruikte vader Ghijsbrecht de stof van Duitse soldaten- kapoten, afkomstig van de kavalerie of paardenvolk. Die was van uitstekende kwaliteit en werd bruin of blauw geverfd. De meeste mensen hadden haast niets te eten en ook geen geld om het te kopen. Gelukkig was er de «Amerikaanse win kel», waar rijst en céréaline te krijgen was. De Duitsers lieten dat oogluikend toe, want ze hadden zelf honger. Bij het «Komiteit» kon men broodbons krijgen en zo trok iedereen in die moeilijke om standigheden toch zijn plan, zo goed en zo kwaad als het ging... Velen waren naar het neutrale Holland gevlucht om er in de fabrieken te werken, degenen die hier achterbleven hadden geen werk, geen geld, weinig te eten en haast geen middelen van ontspanning. Kaatsen mocht wel, op de Houtmarkt en De Kat, doch wipschietingen waren ver boden, omdat je geen boog mocht be zitten... 't Zijn droeve tijden als de oorlog woedt. Dolf en Leontine vertellen over die tijd tussen 1914 en 1918, toen er geen radio was, geen krant, geen post. «Je wist niets van wat er allemaal gebeur de» zegt Dolf. «Van die toestand profi teerden veel waarzeggers en waarzegsters. Zij voorspelden aan ongeruste ouders, dat ze weldra een brief zouden krijgen van hun zoon aan het front. Zij gaven heel wat mensen valse hoop en slaagden erin licht gelovige familieleden van frontsoldaten «cengen af te loizen»!» Spreekmachines Omdat ze als zelfstandigen niet van het Komiteit konden genieten en het bij ge brek aan grondstoffen al eens spaak liep met het maken van mutsen, hadden ze er bij Den Besten gauw >vat anders op ge vonden. De spreekmachines, van die din gen met een grote hoorn eraan en die je moest opwinden als je een plaat wilde draaien. Die waren niet te duur en ze verkochten er regelmatig van, tot ze op een dag niet meer aan «pinnekes» konden geraken. Doch daaraan was vlug verholpen. «Kop- ke Cyriel, je kent hem wel hé» lacht Der Besten «die was bevriend met een dia mantslijper en die man sleep glas van lusters tot «diamantjes» voor onze spreek machines...» «Er werd veel gestudeerd in die tijd. Sommigen gingen tot hun 16. 17 jaar naar school, want je kreeg er alle dagen koe ken met soep of chokolattentee!» Hij lacht weer hartelijk, doch wordt dadelijk weer ernstig. «In de winter, als het te koud was, gingen de scholen echter dicht». Levenslustige Dolf Maar de oorlog ging voorbij en het gewo ne leven hernam na die vier onwezenlijke jaren opnieuw zijn rechten. Tot groot genoegen van de levenslustige Dolf, die zich met volle teugen in het Aalsters uitgaansleven stortte. En dat was niet niks. Wat de Korte Nieuwstraat en omgeving vandaag voor de jeugd bete kent, was vroeger vooral in de Hoogstraat te vinden. Er waren acht danszalen in dat straatje en negen kafees. Hij noemt er enkele: Schele Fong, Mameir, Virge, De Pat en Tor Kiekes... Er waren ook nog drie frituren en een kremerie. Verder waren er nog danszalen op de Markt, in de Molenstraat, Pieter Coucke- straat, op de Veirkemert en on de Zaat- strootpoeirt! En kermissen! Houtmarkt-,. Pit (Waterto ren)-, Jacquettekermis, Kermis Arond, Jeneivelkermis. Meiboomkermis. Er wa ren fanfares en de orgels van de Hoog straat in tenten en schuren. Er waren de Hippelpeerekes, Scheirlasliep, Vastelau- ved... Er was plezier... «Als 't nu karnaval is zeggen ze: «Zo'n schone wagen», maar dat is al, de spot is er af. ze hebben het lachen verleerd! Zelfs op kafee zie je haast niemand meer lachen!» Alles is anders geworden Zo is het. Dolf. Er zijn andere dingen in de plaats geko men: radio, televisie, auto's en verre rei zen, alles op afbetaling. Met het krediet is de mensen het lachen vergaan, want het gaat ze vaak een beetje boven hun pet... Vroeger waren er de wipschietingen, waar Den Besten zo dol op was. Hij heeft zich acht keer koning geschoten en vooral veel plezier gehad in die jaren tussen de twee wereldoorlogen. In 1928 was hij een eigen mutsenwinkel begonnen in de Korte Zoutstraat. Op 24 april van hetzelfde jaar gehuwd met Leon tine Van Mol. Al bijna 54 jaar nu... De jonge Adolf met vader Ghijsbrecht en zijn broer, met de akkordeon die hij zozeer verfoeide. Een autentieke bruine foto... En er is nog steeds vertedering in haar stem als ze hem «onze patj» noemt, deze uiterlijk ruwe man met de zachte inborst. Trots op kwaliteit Den Besten. Er is een tijd geweest dat er zeker een twintigtal mutsenwinkels waren in Aalst. Alleen Kamiel Ringoir in de Nieuwstraat maakte er ook zelf. Den Besten maakte ze allemaal eigenhandig. Hij heeft ook nog kepi's gemaakt voor politie en brandweer, voor de brouwerij Zeeberg «in toile ciré» en Roos-Geerinckx-De Naeyer... Nu maakt hij er nog steeds. Met de hand. En kwaliteit, waar hij terecht trots op is. Toen in 1959 het huis aan de Korte Zoutstraat 14 moest worden afgebroken, verhuisde hij naar de Korte Nieuwstraat 6. Er waren toen welgeteld twee kafees: de Monopole en De Goudvink. Ook hier zagen Dolf en Leontine de wereld evolueren: van de manie om alles met stront in te wrijven of trippen met jelap te vullen en dan de WC toe te nagelen, zodat de klant met de broek in de handen een ander toevluchtsoord op moest zoeken, blijft thans niets meer over. Hoeft ook niet. Doch er is ook niets voor in de plaats gekomen. Er is nog weinig plezier in deze wereld. Een 77-jarige mutsenmaker met een bewogen carrière achter de rug. (cdj) Mensen van vlees en bloed Er is agressie. Er is angst voor de toekomst. Werkloos heid. Dreigende oorlog. Niet alleen Jan met-de-pet is bang. Ook de groten zijn er niet gerust in. En toch gloort er weer hoop, want 1981 zag een massale vredesbeweging in het oude, vermoeide Europa. Dolf en Leontine slaan het allemaal mon kelend gade vanuit hun winkeltje of als het mooi weer is vanop hun stoel op het trottoir. Ze bekijken het rumoerig gedoe van de jeugd met een filosofische blik. Zij maakt het eten klaar, hij werkt aan een pet, die iemand heeft besteld. Buiten klinkt het rumoer van de schaterende jeugd, knetterende motoren, doffe disko- muziek... «Heb je daar nooit last van, Dolf?» vra gen we hem nog. «Ik niet» antwoordt hij, «maar de mensen hebben rap van iets last tegenwoordig». Ja, die wat brommerige Dolf Ghijsbrecht is zeker Den Besten. Met zijn lieve, yriendelijke Leontine een paar mensen van vlees en bloed, tevreden over het rijke leven dat ze samen hebben geleefd. Weet je, daèr nemen we ons petje voor af... Cyriel Dolf Ghijsbrecht den Besten zijn hoeden en mutsen aanprijzend tijdens een braderij in de Korte Zoutstraat. Aan de prijs op het bordje en de strohoed van de keurige heer op de voorgrond te zien, een tijdperk dat tot een ver, doch prettig verleden behoort... sj, in heel Vlaanderen staat volksheilige Antonius geroepen. iags in vieringen allerhande centraal. De Aalsterse «at zich hierbij zeker niet onbetuigd want met St.-Antonius en zijn varken »em en Essene beleeft de bevolking van de hele Over de afbeelding van An uitwee weliswaar qua visie en realisatie zeer verschil- tonius met een varken be- mestiviteiten doch beide folkloristisch gefundeerd en Vand van oeroud volksgeloof in deze toch wel popu- u«nt. onius-Abt staan diverse verklaringen. De legende zegt dat een zeug eens een blind biggetje bij Antonius zou hebben ge bracht die het het zicht te- ontstond en hij Abt en Vader p^nius-Abt, niet te ver- van het Monnikenwezen rugschonk. Uit dankbaar- flmet St.-Antonius van werd. Daarna verliet hij Pip- heid zou dit biggetje Anto- de «heilige tegen sir en leefde verder in de voorwerpen», was woestijn tot hij op 105-jarige '^jgoede jongeman die leeftijd overleed. «Monnik» lij have en goed had betekent dan ook «alleen Ie- rochonken, zijn intrek ven». Slechts vele eeuwen de demoon zou hebben >4 een hut en er aan de later werd zijn graf ontdekt dwongen hem te volgen na ntfn het dorp in Egypte en eerst naar Alexandrië en ;o£op brood en eetbare daarna naar Constantinopel „J met water als drank, overgebracht. »g verder willende af- I en trok hij naar een St.-Antomuskruis en St.-An- r3f in een bergflank en toniusvuur "net de buitenwereld Zijn kruis kan een peststok II kontakt via één per-zijn dienend om op te leunen die hem af en toe of een dubbele dwarsbalk bezorgde. Antonius ofte Grieks kruis. Als teken onderhevig aan dui- van de kortstondigheid van ■.verzoekingen die op het leven komt vaak aan de l|fkwamen in de vorm voet van het kruis een Jpntastische demonen doodshoofd voor. n soms half dood ach- Het St.-Antoniusvuur zou tn. wijzen op de vlammen der jaar komplete afzon- hel waaraan de heilige dien- vestigde hij zich in de te weerstaan. Anderen steel Pispir waar men zien in vlammen het simbool edsel gewoon over de van de strijd die Antonius i-ijBooide want ook hier voerde tegen lichamelijke hij niemand zien. Op lusten. I ngen van een aantal In de Middeleeuwen nam F en die zich rond zijn men door onwetendheid zijn f hadden gevestigd toevlucht tegen ziekten aller- l hij zich aan onder- hande tot heiligen. Zo sprak n aan het regelen van men van de «roos» of van ®fevenswijze zodat een «koudvuur» waartegen An- ■%tendom rondom hem tonius her en der wordt aan- nius dan nooit meer verlaten hebben- Anderen zien in een zwijn de gedaante waarin Antonius aan zijn kuiperijen te hebben weerstaan. Nog anderen zien in het varken het sim bool van onkuisheid. Het be grip varken wordt steeds ge koppeld aan vuil, onrein. Zo reinigde men in de Midde leeuwen straten door er een varkenshoeder met zijn die ren door te sturen. In een middeleeuws fresco wordt werd een belangrijke zaak. Men trok er niet met ledige handen heen doch nam var kenskoppen, kledingstuk ken, veldvruchten, neerhof- dieren of geld mede. Het geldstuk dat men meenam kreeg een speciale behande ling: men raakte er het zieke dier mee aan of legde het in de trog van het dier waarna men het in wijwater be waarde. Ook kwam er vanzelfspre kend een boete bij te pas: rond de kerk of kapel gaan, liefst drie maal, en daarna de relikwie vereren. Als tast baar bewijs kreeg men dan een bedevaartvaantje mee naar huis. Dat werd dan in de stal ter bescherming op gehangen en waar er een broederschap bestond liet men zich dan inschrijven als lid. Pensenworp Te Herdersem, het majoret- Antonius bekoord door een tendorp, vormt de pensen varken gezeten «dame». St.-Antoniusverering Van in de elfde eeuw werd deze volksheilige aangeroe pen tegen de pest en werd hij daarenboven de patroon van slachters, slagers, var worp de hoofdpion van de traditionele St.-Antoniusvie- ring. Er is echter heel wat meer. Op zaterdag 16 januari stel len Herdersemse kunste naars vanaf 18.30 u. onder de auspiciën van de Dorps raad, tentoon in het Paro- kenskwekers, pestverple- chiaal Centrum en zulks voor gers, pastei- en suikerbak- de hele duur van de drie kers, handschoenmakers, mandenvlechters, borstel makers, riemensnijders, scheepstimmerlui, hove niers. Beewegen naar St.-Antonius daagse viering. Te 19 u. is er op de voorhof van de Hoeve Buyle aan de Grote Baan de folkloristische uitbeelding van de St.-Antoniuslegende met medewerking van de plaatselijke harmonie. In tegenstelling met verleden jaar wordt het spel nu op één avond afgewerkt en, zoals trouwens ook verleden jaar, staat het St.-Antonius- varken centraal tussen boe ren, boerinnen, dorsvlegel- ploeg en landslieden. Na het spel gezamenlijke optocht naar zaal «De Kletser» voor het Dorpsbal. Ondertussen is de belottersprijskamp in lokaal St.-Antonius reeds van start gegaan en kon de inwendige mens reeds wor den versterkt bij Paul Ver- haegen met «pellepatatten» met bakharing of tong in madeirasaus. Dit eetfestijn is doorlopend tot en met maandagavond. Op zondag gaat na de aan gepaste eucharistievierin gen waarbij het zangkoor zijn beste beentje voorzet de folkloristische stoet uit met de Harmonie St.-Antonius en de H. Gudula, de St.-An- toniusgilde en het Aalsters feestkomitee met prins kar naval. Voor de kinderen tot 12 jaar volgt te 16 u. de pensenworp met de zilveren pens en te 16.45 u. komen de volwassenen aan hun trek ken met de gouden pens. Wandelklub «De Kadees» or ganiseert ondertussen een wandeltocht van circa 10 km door natuurgebied «De Bie- zebroeken» en langs het «Al- fons De Cockwandeipad». Vertrek aan de kerk. Voor de jeugd is er T-Dan- sant in zaal «De Kletser» ten voordele van «De Sport vrienden». Op maandag 18 is er te 10 u. de alomgekende, aloude «Moorselse Mis» met een priester uit Moorsel als voor ganger en vanaf 12 u. gaat de traditionele pensenker- mis door in 't Klubhuis. Ook te Essene, doch dan wel volgens een ander patroon, komt St.-Antonius ruim aan zijn trekken. Op zondag 17 januari wordt de volksheilige Antonius- Abt andermaal centraal in de belangstelling gebracht. Zo wel te Essene als te Her dersem. Op zaterdag 16 is er te 19 u. een eucharistieviering ter in tentie van de gildeleden van Essene waarbij aansluitend processie. Te 20 u. volgt dan de bekendmaking van de uit slag van de St.-Antonius-te- kenwedstrijd voor kinderen. Op zondag zelf worden van in de vroege morgen offers en giften aangebracht in de kerk waar te 8 u. een gelezen mis plaatsvindt doch te 10 u. een plechtige gregoriaanse mis met preek en offergang opgeluisterd door het «Gau- deamus-Zangkoor» uit Lie- dekerke o.l.v. Etienne De Reuse. Tijdens deze mis uit reiking van santjes en gewij de broodjes. Na de mis, naar aloude traditie, openbare - verkoop van de offergaven op het kerkplein. Een folklo ristische gebeurtenis van belang. In de verwarmde tent op het dorpsplein optreden van een volkszanger en gelegenheid tot het verorberen van boe- rekost met kriek of lambiek van 't vat. Te 13 u. St.-Antoniusmaal in de refter van de zusters- school met op het menu erwtensoep met korstjes, voorgerecht, varkensge braad met groentenkrans en kroketten, koffie en gebak plus een glas wijn. Prijs 550 fr. per persoon, vóór 10 ja nuari in te schrijven bij Rik .De Bolle, Boonhof 4 of Mare De Bisschop, Paddeput 22, beiden te 1705 Essene. LH Voor de vierde maal installeerden de leden van de Lebbeekse kunstkring «Als ich Can», ter gelegenheid van de voorbije feestdagen, onderaan de pui van het gemeentehuis, hun kerststal. Werd de stal tot vorig jaar bevolkt door de figuren van Maria, Jozef en het kindeke Jezus, dan zorgde de kunstkring en vooral dan beeldhouwer Staf Peleman ervoor dat dit jaar ook twee herders van de partij waren, een blinde fluitspeler en een figuur die een kan melk aanbrengt. Opnieuw twee expressieve koppen, die het beeldend talent van Staf Peleman beklemtonen. Midderwijl hoopt de kunstkring volgend jaar een oude droom te realiseren, namelijk het bevolken van de kerststal met levende figuren. De inzet en de werklust, de leden eigen, zijn we er vast van overtuigd dat ze daar in 1982 beslist zullen in slagen, (v.r.p.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1982 | | pagina 21