De grote
en de kleine k
c
p
e Sint-Niklase tekenakademie is een begrip geworden
fotografie in België, België in de Fotografie: een boeiend kijkstuk
Gold Washboard Hot Jazz
Company (Polen)
«Elf gesprekken»
verschijnt eerlang te Aalst
Kunst in Waas
IN HONKY-TONK
SSSbïïïïS Frans Van Steen te Affligem
De Voorpost - 29.1.1982 - 21
Expo
Bij hoge uitzondering liet Els Duchesne deze week
het schrijven van de Wase kunstrubriek over aan
Harold Van de Perre. We publiceren het grootste
deel van zijn zeer fundamentele beschouwing over
de Sint-Niklase akademie voor schone kunsten,
n.a.v. de tentoonstelling «Het portret», die tot eind
januari in het museum van Sint-Niklaas te zien was.
De akademie van Sint-Niklaas legt letterlijk haar
kaarten op tafel: haar leraars, met aan het hoofd
i direkteur Karei Mechiels, stellen hun gebeeldhouw-
de, geschilderde en getekende portretten tentoon. Ik
licht mijn petje voor deze lui, die gezamelijk zo
naakt-openhartig aan het publiek laten zien wat zij
j kunnen. Laten zien wat men kan, is meteen laten
zien wat men niet kan. Het is niet de eerste keer dat
zij de konfrontatie van zichzelf met hun stad, en het
publiek in alle openhartigheid zoeken. Sedert jaar
en dag heeft Karei Mechiels altijd vindingrijk
zijn leraars en leerlingen de tijd niet gegund om
i gezapig en ongezien in te dommelen. Wie het exposi-
I tieleven in Sint-Niklaas geregeld volgt, staat ver
steld van wat deze stadsakademie in de laatste jaren
zoal aan het publiek heeft getoond. Nu de direkteur
én de leraars bovendien hun portretkunst aan de
muurwand hangen, kan iedereen zien, dat zij deze
vuurproef grosso modo, schitterend doorstaan. Het
geheel is zo merkwaardig, dat ik eender welke
j akademie m dit land uitnodigen durf hen dit na te
doen. Ik weet bij voorbaat dat mijn uitdaging on-
beantwoord zal blijven.
Over deze dubbele uitdaging «portret» en «schilde-
ren» zei de grote Henri De Braeckeleer: «Gij weet
niet hoe moeilijk het is».
Dat direkteur Mechiels dergelijke uitdaging voor
zichzelf en zijn leraars niet heeft geschuwd, past
I perfekt in zijn strategie, zijn beleid en zijn visie over
het fenomeen akademie en kunstonderwijs. Dat hij
al jarenlang onveranderd alhoewel vriendelijk en
diplomatisch weet wat hij wil, heeft hem veel
waardering, maar ook kritiek opgeleverd.
Sommigen proberen alles wat deze akademie pres-
teert dood te zwijgen. Anderen hebben jarenlang,
zijn beleid als traditioneel en volkomen verouderd
doodgeverfd: «het laatste achterhoedegevecht».
Maar als men aandachtig de jongste ontwikkelin-
j gen terzake blijft volgen, en weet welke onverwacht
I nieuwe wind opnieuw waait over de akademies in
binnen- en buitenland, dan zou het eens kunnen dat
deze laatste achterhoede weldra de eerste vóórhoede
gaat worden!
Belangrijker nog is de vaststelling dat dit «pleidooi»
eerder al en haast onopgemerkt door de leerlingen
zelf op gang werd gebracht.
Van alle markten thuis, en moe-gemanipuleerd en
misbruikt, zijn zij zowat overal het geklets, getheo
retiseer en gepraat misselijk-beu. Wat zij vragen is:
als schilders en beeldhouwers, als grafici en teke
naars opnieuw opgeleid te worden in de groot-
ambachtelijke betekenis van het woord. Het gezegde
indachtig. «Niets is zo nieuw als het herontdekte
alleroudste», komt boontje te Sint-Niklaas om zijn
loontje: het aantal leerlingen komt van einde en
verre, velen uit Nederland. En het aantal steeg
gestadig van enkele honderden, naar 2350 dit jaar.
Meteen werd deze avond- en weekendakademie de
grootste van dit land. Kortom, «de basis» heeft haar
even moedige als verziende direkteur ruimschoots
«gelijk» gegeven!
Om u dit «gelijk» beter te laten verstaan, moet ik
even deze ervaring opbiechten: zowat twintig jaar
geleden was ik student plastische kunsten in het
immer broeierige Gent. Op een avond maakte ik een
vernissage mee van een jong veelbelovend talent.
Zijn lyrisch-abstrakt schilderwerk werd ingeleid
door een nog jong advokaat. Hij legde haarfijn-
aktueel uit dat de figuratieve kunst definitief had
afgedaan, omdat zij definitief door de fotografie
voorbij gerend was geworden. Nu, zegde hij, breekt
na het tijdperk van de anekdotiek (uiteraard het
figuratieve), het tijdperk van de essentie aan, (uiter
aard het abstrakte), enz.
De dag nadien bezocht ik het levend-model atelier
van Gerard Hermans in Sint-Lukas. Deze merk
waardige man, in voeling met de gangbare trends,
had allang lont geroken. Tenzeerste begaan met zijn
leeropdracht, haalde hij precies die dag een pakje
brieven te voorschijn.
Hij vertelde ons dat hij naar de bekendste Europese
figuratieven én abstrakten een brief had geschreven
met telkens deze vraag: «wat moet ik de leerlingen
plastische kunst, vandaag de dag voorhouden?» Nu
hij de antwoorden en teksten terzake verzameld had
las hij ons de konklusies voor. Groot was onze
verbazing, teksten en brieven van... Picasso, Manes-
sier, Bazaine, Kokoschka, en van de beeldhouwers
Moore, Manzu en Zadkine te zien en te horen! Hun
antwoord was kort en bondig en vrijwel geheel
gelijklopend:
1. mateloos de natuur bestuderen. Nooit eindigen
met tekenen naar ze.
2. de voeling én studie met en naai' de «grote
nooit los laten.
3. alléén zijn eigen ster volgen. Voor de rest: wer
ken en niet omzien naar mooipraters en modes.
Aangemoedigd door deze grote «praktijk-mensen»
zijn wij opnieuw begonnen. Intussen zijn wij met z'n
allen twintig jaar ouder geworden. Door de Schelde
is sedertien zeer veel water gevloeid...
Dat de tentoonstelling in Sint-Niklaas inmiddels
méér dan lokale belangstelling opwekt, komt niet
zozeer omdat de bezoekers de sensatie willen bele
ven, portretten te gaan herkennen. Het geheim zit
dieper: de aandachtige toeschouwer ervaart het als
nieuw, dat opnieuw artiesten (van wie velen nog
jong) het aandurven om «bekende gezichten» in
«schilderkunst» om te zetten. Kwaliteit wil men
zien!
Wat is schilderkunst eigenlijk? Hoe kan men kwali
teit onderkennen? Niemand kan hierop een ant
woord geven.
Alleen kan men één ding doen: almaar opnieuw naar
het werk van de besten, de grootsten gaan zien.
Zien, herzien en opnieuw gaan zien. En zwijgen. En
persoonlijk ontdekken, ervaren, dat niets zo kwali
tatief is geschilderd en zo is getekend, dat niets zo
revolutionair is, zo nieuw en derhalve zo modern als
een tekening van Da Vinci, van Rembrandt of
Hokusai, een laatste piëta van Michelangelo, de
laatste schilderijen van de stokoude Titiaan, Goya,
El Greco, Turner, enz...
Is de klassieke akademie de beste plaats voor (deze)
basisvorming? Zonder enige twijfel was de ideale
opleiding de atelierscholing bij een of ander
meester, van vóór de tijd dat de akademie werd
uitgevonden. Maar noch de meester, noch het atelier
zijn vandaag in ons maatschappij bestel «als oplei
dingsplaats» beschikbaar, bestaande.
Dat deze basisvorming naar de akademie werd over
geheveld, met alle vernauwingen vandien, is onze
fout niet.
Dat een akademiehoofd als Karei Mechiels nog
probeert iets van dit «grote elan» over te houden,
strekt hem tot eer.
Sedert decennia valt de vraag of de huidige akade
mie vandaag de dag, nog aan klassieke basisvor
ming moet doen, of eerder op de aktualiteit moet
gericht zijn?
Ik laat buiten beschouwing wè.t deze aktualiteit kan
zijn, en wie ze bepaalt. Maar wanneer ik evenwel
niet in één-dags-kortzichtigheid geïndoktrineerd
wil blijven, zie ik wat iedere sterveling weet: dat de
ervaringswereld van het verleden onuitputtelijk én
kosteloos raad blijft aanbieden.
Persoonlijk geloof ik dat deze vormingsjaren rustig
buiten de aktualiteit, ja haast buiten de tijd mogen
staan. Daarvoor is immers nadien alle tijd nog
voorhanden!
Is het bovendien zó aan te raden dat een leraar zijn
evolutie, zijn theorie, zijn problematiek nadrukke
lijk op de leerlingen overhevelt?
Wanneer men de leerlingen vooral vanuit een zeer
brede vitale natuurstudie (cfr. Da Vinei) de zovele
facetten van vormexploraties blijft aanbevelen, zet
men hen aan de onuitputtelijke bron aller dingen.
Wanneer men vandaar uit verbanden legt naar de
grote figuratieven, én de grote abstrakten uit een
der welk «isme», uit eender welk tijdperk, dan leert
men hen zien hoe deze tijdloze leermeesters vanuit
de natuur hun plastische oplossingen hebben ge
vonden. De natuur bedreigt nooit. De mode haast
altijd! Cézanne, toch één der grote vernieuwers,
heeft én naar grote voorgangers geschilderd, én
midden in de natuur alleen zichzelf en zijn oplossin
gen gevonden.
Vanop dergelijke eerlijke en fundamentele tijdloze
basis, kunnen de leerlingen - mits talent - zélf op
zoek gaan naar zichzelf én hun tijd! Mits werken,
groeien en wachten. Is langzaamheid en wachten
vandaag niet meer «in», het blijft tenvolle zijn
geldigheid houden. Want zoals de grote voorbeelden
leren, is het bijzonder hoopvol vast te stellen, dat
voor menig talent het grote leven vaak pas na
veertig of vijftig begint!
De grote momenten van schilderkunst die ik in de
Sint-Niklase tentoonstelling mocht zien, bevestigen
alle verhoudingen in acht genomen deze hoop.
Verder bevestigen zij dat eenieder, vertrekkende
vanop deze basis, zijn eigenzinnige koers blijft
uitvinden. Deze basis is de grote tekentraditie. Deze
Sint-Niklase tekentraditie is een begrip geworden.
Dit begrip is haar «akademisch» watermerk. Het is
plezierig vast te stellen dat binnen dit watermerk
zoveel verscheidenheid bloeit.
Direkteur Mechiels is erin geslaagd zich te omrin
gen met een stel steviggevormde én persoonlijke
kunstenaars. Beslist geen geringe verdienste. Deze
diverse persoonlijkheden, waarvan hun diverse por
tretten getuigen, vormen de ruggegraat van deze
bruisende kunstakademie.
Heeft haar direkteur de fout begaan, sedert jaar en
dag «juist te denken», dan is het evenzeer waar, dat
de geschiedenis hem met een stevige schouderklop
aanmaant, niet om te zien en de ingeslagen weg
voort te zetten.
Harold Van de Perre
chte kunstliefhebbers herinneren zich ongetwijfeld wel
|t de zesde biënnale van het kunstfestival Europalia in
980, bij de viering van «150 jaar België» aan ons land
iwijd was.
let diverse manifestaties werd toen niet alleen de aan-
fccht getrokken op de Europese roeping van ons land
it doorheen de geschiedenis zo vaak het trefpunt ge-
eest is van Europese verschillen en overeenkomsten
laar ook op de karakteristieken van ons land waarvan de
lekomst bepaald wordt door de bevestiging van zijn
(verse kuituren.
et programma omvatte Lijfrentekas: «De fotografie
|n Europees en een speci- heeft met Belgié gemeen
pk Belgisch gedeelte. Dit dat zij beide in 1980 onge-
Jatste gedeelte vestigde veer even oud zijn. De groei
boral de aandacht op ons en de evolutie van het land,
ktionaal kultureel patri- heel zijn geschiedenis,
pnium staan dus afgebeeld in on-
l dit kader werd in de za- telbare foto's die elk voor
n van de Algemene Spaar- zich getuigen, op de meest
i Lijfrentekas, Kreupel- direkte wijze, van wat zich
lldstraat te Brussel van 3C in die tijd heeft voorge-
|ei tot 24 augustus 198C daan. Een keuze uit al dat
Camera Belgica» in de kij- werk kan een bijzonder
ter gesteld een fotoskopie boeiende evokatie zijn van
f België, gezien en ge- een maatschappij in
Jtreerd in al zijn aspek- wording,
door onze beste fotogra- Een dergelijke, historische
n De belangstelling voor benadering was echter niet
fze tentoonstelling was de bedoeling van de ten-
terweldigend toonstelling
ok het stadsbestuur van Zij wou zich in wezen rich-
al8t programmeert nu, ten naar het resultaat van
Inaf 15 januari tot 7 fe- dat verleden, naar het Bel-
ruari 1982, in samenwer- gië dat vandaag bestaat, en
mg met Europalia deze naar de wijze waarop het in
ierkwaardige fototentoon- fotografische beelden ver
telling in de Belfortzaal en schijnt in heel zijn com-
Belfortcrypte, Grote plexatie. Met daarenboven
jarkt te Aalst nadruk op de fotografische
leen boek dat in 1980 de waarde van het getoonde
fopositie in Brussel bege- werk. Fotografie is immers
Idde schreef de heer Luc niet alleen een utilitair ge-
terts. direkteur generaal geven en een massapro-
in de Algemene Spaar- en dukt, niet zelden is zij ook
een medium dat door zijn
kreatieve uitingen het pre
dikaat kunst verdient. En
wat dat laatste aangaat
leeft er in België een foto
grafie van hoog gehalte.
Het was dus bijzonder zin
vol een tentoonstelling op
te bouwen die Belgiè in
beeld bracht door het objek-
tief van een aantal van de
beste fotografen
En volgens de heer Coenen,
wetenschappelijk assistent
van het provinciaal fotogra
fisch museum Sterckshof te
Deurne en samensteller van
de tentoonstelling was het
zijn betrachting te «bewij
zen dat fotografie die wer
kelijk op hoog niveau staat
de grenzen van haar her1
komst overschrijdt. De ge
toonde werken brengen dus
een beeld van België zoals
ontsproten uit de geest van
een vijfen twintigtal foto
grafen, afkomstig van her
en der, ouderen en jonge
ren. sommigen professio
nelen, anderen amateurs in
de goede zin van het
woord.»
Bijna twee jaar na de triom
fantelijke fototentoonstel
ling in Brussel heeft sche
pen Roels en de Dienst On
derwijs, Kuituur en Toeris
me het aangedurfd «Came
ra Belgica» in Aalst nog
eens op de affiche te zetten.
Misschien wel wat be
scheidener ditmaal, met
een tentoonstelling van
tientallen zorgvuldig uitge
kozen foto's. Alle foto's zijn
perfekt tentoongesteld.
Geen eksplozie van grootse
noch spektakulaire werken
is dat, maar een verfijnd
genot, dat men met eerbied
benadert Men moet de pa
nelen langs, één na één.
voor elke foto blijven staan
-en bewonderen.
De tentoongestelde foto's
gunnen de kunstliefhebber
een uiteraard vluchtige, fa
scinerende blik op de foto
grafie in België en op Bel-
gie zoals het zich de laatste
jaren vertoont aan het ma
gische oog Ze weerspiege
len de stijl, de sfeer en de
opvattingen van de fotogra
fie van gisteren en vandaag
in ons land en onthullen
daarnaast het unieke ver
mogen van de kamera: het
vasthouden van een vluch
tig moment. En misschien
mogen we wel onderstre
pen dat «goede» fotografie
niet berust op het vastleg
gen van de werkelijkheid
maar wel op het interprete
ren ervan «Goede» fotogra
fen tonen het dagelijks le
ven, beoordelen feiten en
gebeurtenissen, maar be
kijken ook alles op een ei
gen manier door de lens en
leggen eigen aksenten in
hun werk, meestal volgens
een bepaalde tijdsgeest.
Bij een wandeling doorheen
de tentoonstelling kunnen
we er niet aan ontkomen
vast te stellen dat de foto
grafie zich de jongste jaren
Muziek
ZATERDAG 30 JANUARI 1982 - AANVANG 21 UUR
Sinds Europa voor een belangrijk aandeel het
oude-8tijlvaandel heeft overgenomen, hebben
ook de Oosteuropese landen zich in deze «jazz-
battle» niet onbetuigd gelaten. Honky Tonk
heeft reeds verscheidene keren, zowel op festi
vals als in de bunker, Poolse, Oostduitse en
Tsjechische ensembles geprogrammeerd.
Vooral de Polen mochten rekenen op een en-
toesiast publiek en onlangs nog kreeg de
Vistula Jazzband een ongewoon aantal bezoe
kers in de bunker.
Gold Washboard is gesticht in 1971 en behaal
de reeds in '74 een eerste prijs tijdens een
Pools concours. Van dan af trok deze groep
door geheel Europa en nam deel aan verschil
lende festivals onder meer in Tsjechoslowakije
en Skandinavië. De bondsrepubliek werd naar
alle richtingen doorkruist, en zelfs Honky
Tonk zette hen in 1975 op het programma.
Ondertussen werden er ook lp's gemaakt en
één der hoogtepunten uit het bestaan van Gold
Washboard is een koncert tijdens een audiën
tie bij de paus in het Vatikaan.
De populariteit van Gold Washboard is geba
seerd op de verbinding van de échte muziek
met de vaardigheid van de muzikanten. In het
repertoire vinden we naast de klassieke ever
greens heel wat lichtere stukken die soms op
het grappige af zijn.
Gold Washboard speelt de traditionele jazz op
een echt Europese wijze en deze muziek beleeft
momenteel hoogtepunten van populariteit.
Het is een orkest van Europees niveau! De
namen gaan we er niet bij geven. Er is toch
niemand die ze kan onthouden.
Niemand moet ongerust zijn: de Poolse Band
is momenteel reeds in West-Duitsland.
(M.D.B.)
toch wel aardig heeft ont
wikkeld. Heel wat fotogra
fen hebben deze ontwikke
ling meebeleefd en er zelfs
voor een goed deel mee een
gestalte aan gegeven.
Alle facetten van de ten
toongestelde foto's beschrij
ven is onmogelijk. Deze
grootse tentoonstelling laat
de bezoeker kennismaken
met een brede waaier van
verscheiden tendenzen die
betrekking hebben op ons
land, ons volk, onze ekono-
miè, onze ontspanning, on
ze kuituur Het zijn foto's
van veelzijdige fotografen
die hun ervaring willen uit
drukken, hoe individueel
deze dan ook uiteraard
soms is.
Een goed portretfotograaf
zoekt gevoelszin te ontwik
kelen voor persoonlijke
stemming en karakter. Te
vens heeft hij oog voor ka
rakteristieke ekspressie of
pose. Verschillende typen
mensen vragen een ver
schillende fotografische be
nadering. Van alle genres
in de fotografie zijn foto's
van mensen vaak de meest
waardevolle. Paul Ausloos,
professor fotografie aan de
Koninklijke akademie voor
schone kunsten te Antwer
pen, toont ons op de ten
toonstelling een reeks por
tretten van dichters.
Bert Bracke uit Deunre is
autodidakt. Hij trekt onze
aandacht op grafzerken en
doet terugdenken aan afge
storven familie, vrienden,
kennissen.. Walter Cabes
is ook autodidakt. Hij koos
interieurs en ook hun sfeer
als motief voor zijn foto's.
Van de 43-jarige Brusse
laar, Christian Carez, zijn
verscheidene kleine foto's
te bekijken waaronder «Ko
ning Boudewijn bij de
brand van de Innovation»,
«Het Atomium in kon-
struktie...»
Mare Cels uit Antwerpen is
werkzaam als fotoreporter
bij de Standaard en was lau
reaat van de Leo Tinde-
mansprijs 1978. Hij
schenkt vooral aandacht
aan het tema: oorlog en vre
de en de gevolgen hiervan.
Professor Walter De Muidei
uit Kalken fotografeert
graag de mens en de na
tuur op de buiten.
Op de kleurfoto's van Karl
Goffin uit Ekeren vinden
we vooral de natuur bloe
men en planten als mo
tief terug.
Damien Hustinx kreeg zijn
opleiding in St. Lucas te
Luik. Hij doet ons terug
denken aan verlof, vrije tijd
en ontspanning aan onze
Vlaamse kust. Ook Jean
Janssis uit Ans zoekt zo'n
motieven De 31-jarige Ant
werpse Liliane Lacasse
heeft oog voor interieurs
van gróte historische ge
bouwen, hun perspektief en
bijzonder karakter.
Jonge kinderen zijn gewil
lige, aktieve onderwerpen
en hun snel veranderende,
uitdrukkingsvolle stem
mingen betekenen erg goed
materiaal voor Lucia Ra-
dochonska, die in België
vertoeft sedert 1958. Ook
voor Jacques Sonck uit De
Pinte.
Filip Tas uit De Pinte is
professor aan het Nationaal
Hoger Instituut Bouwkun
de en Stedebouw, te Ant
werpen en fotografeert bij
voorkeur in kleur grote ge
bouwen.
Ook Valeer Vanbekbergen
uit Kessel-Lo stelt kleurfo
to's tentoon, evenals de zes
tigjarige Brusselaar Frank
Philippi die «Het Poppen
theater» als motief kiest.
Deze merkwaardige foto
tentoonstelling in de Bel
fortzaal en de Belfortcryp
te, onder de eeuwenoude
belforttoren is van 15 ja
nuari tot 7 februari 1982 op
de werkdagen toegankelijk
van 10 tot 12 uur en van 14
uur tot 17.30 uur, zaterdag
van 14 u. tot 18 u. en op
zondag van 10 u. tot 12.30
u. en van 14 u. tot 18 u.
Een eenvoudige katalogus
is ter beschikking.
De Bruyn
Van de hand van Remi Bogaert, Dr. Hendrik Strijpens en 450 fr.bij verschijnen 550 de exemplaren in luxe-uit-
Jean-Paul Van der Poorten verschijnt dit voorjaar in fr. voering, ingebonden en van
uitgaven van «Dialoog», vereniging voor kunst, letteren Er is ook een kunstintgave stofwikkel voorzien,
en geschiedenis, «Elf Gesprekken». met een eigenhandig ge- Intekenprijs 950 fr. Na
nummerde en gesigneerde 31.3.1982: 1150 fr. Redak-
Gesprekken met oud-bur- op glacépapier, rijk geillus- linosnede van Frans Lemai- tiesekretariaat Dialoog,
gemeester Marcel De Bis- treerd en bevat een 20-tal re alsook een manuskript Marktweg 15 te 9430 Nieu-
schop, journalist en dichter foto's, dokumenten en in facsimilé over zijn ate- werkerken, prk. 068-
Luc Delafortrie, auteur van handschriften. Inteken- lier. Deze uitgave ver- 0920620-20.
werken over Pieter en prijs tot 31 maart 1982 is schijnt op 200 genummer- LH
Priester Daens, Joris Van
Severen en het Verdinaso. i~< TT nm
kunstkritikus, journalist,
dichter, toneelschrijver en
-recensent, manager van de Van zaterdag 6 februari tot en met zondag 21 februari lend Wlezenaar, die meer-
«Vlaamse Fantastiek», stelt de bekende zaakvoerder van «Publi-Wieze» een reeks dere bestuursfunkties heeft
Frans Lematre, beeldhou- werken tentoon in het Kultureel Centrum, zaal B te bij lokale organisaties als
wer-schilder. Prijs van Ro- Affligem. Deze kunstparade die op 0 februari, najrerwel- bv. de V.V.V. en de Sint-
me, ereleraar aan de Akade- koming door Pieter De Mol, zal ingeleid worden door CeciliafanfareDe laatste
mie, Julien Librecht, schrij- prof. Frans Vincke, zal vrij toegankelijk zijn op de jaren heeft hij zijn schil-
ver van jeugdboeken en zaterdagen van 14.30 tot 20 u en 's zondags van 11 tot 13 dersaktiviteit blijkbaar op-
dichter, Hélène Schelck- u en Van 14.30 tot 20 u. gevoerd en menig waarde-
Ketting, sprekend over Vol doek kwam zijn verza-
haar echtgenoot, bekend meling verrijken. Dit zal
expressionist, leidende fi- Expo(sant) de Akademies voor Schone weer eens blijken op de ex-
guur van de derde St.-Mar- Naast portretten en mari- Kunsten te Aalst, Dender- po te Affligem, waar hij ie-
tens-Latem-generatie, prof. nes, zeer geliefd door de monde en Dresden (tijdens dereen, en vooral vele Wie-
dr. Piet Thomas, hoogle- artiest, zullen ook bloemen, de oorlog). Vandaar zijn zenaren welkom heet Wij
raar, dichter en vertaler, landschappen, stillevens scherp inzicht inzake lijn, wensen de exposant en zijn
Fir min Van der Poorten, e.a. te bewonderen zijn. vorm en kleur bij zijn oeu- echtgenote Rosa, die hem
dichter, novellist, aforisti- Frans heeft immers meer- vres, waaruit niet zelden gj zjjn werk trouw en
cus, oud-redaktiesekretaris dere pijlen op zijn schil- zijn optimistische aard begrijpend terzijde staat,
van «Nieuwe Stemmen», dersboog. Tekenen, vormen straalt. Niet te verwonde- veei sukses op zijn tweede
Bert Van Hoorick, Vlaams en kleuren zitten hem sinds ren dat zijn eerste grote grote kunstshow!
politicus en Jean Van Innis, jaar en dag in het bloed, tentoonstelling te Antwer-
erenotaris. Amper 14 jaar oud illus- pen, twee jaar geleden, een
Het boek op formaat 21,5 treerde hij al de kinder- mooi sukses werd.
bij 27,5 telt zowat 125 blad- krant van zijn school. Na- Voor de rest kennen we
zijden en wordt uitgegeven dien volgde hij lessen aan Frans als een sociaal-voe- J.V.L.