RIJSCHOOL WAASLANI V Hulde aan de lithografi Rijbewijs C of D nodig? dat behaal je in enkele weken bij 24 - 5.2.1982 - De Voorpost Kunstschilder Rene Bekaert scheen wel ietwat verrast toen wij hem verleden week, bij hem thuis, Rozendreef 158 te Aalst, een bezoekje brachten. Maar ook wij hadden toen de indruk zelf ietwat te beginnen blozen. En eerlijk gezegd, we voelden ons eerst wat bedeesd, toen hij ons, glimlachend, na een flinke handdruk en een «Welkom en... kom maar gerust bin nen» vriendelijk binnenleidde in zijn woning: een stukje onvervalste leefwereld van een vierenveertig jarige Aal- 8terse kunstenaar. Daar kregen we dan de gelegenheid, van dichtbij, op een eenvoudige, ideale manier, kennis te maken met een veelzijdig kunstenaar en met het werk dat hij presteert. Bij deze eerste kennisma king met de schilder meen den we een zekere schroom maar ook een zekere rust en vreugde in hem te ont dekken. Hij leek ons eerder van ingekeerde aard, maar toch wel gevoelig, indivi- dualistisch gericht en zoe kend naar schoonheid in eenvoud. Wellicht tracht hij ietwat stug zijn eigen weg te gaan. Hij spreekt en drukt zich uit zoals hij is en zoals hij zich voelt. Zijn «rijkste» taal is ongetwij feld zijn schilderwerk, ge kenmerkt door een zeer ge varieerde en toch zeer per soonlijke, individuele, vormgeving: de uiting van een persoonlijke levensbe schouwing en een rasecht schilderstalent. Hij keek ons soms aan met uitdruk kingsvolle ogen die mijns inziens een gevoe lig kunstenaar verraden. Hij luisterde naar onze vra gen en formuleerde vervol gens, ondertussen ketting- rokend, zijn gedachten en antwoorden eerst wat aar zelend en "daarna wat meer gezwind. Hoe schetst U in 't kort Uw loopbaan? Misschien is uw schilderstalent u ingebo ren. Maar waar leerde u dan uw technische vaardig heid? 'k Ben geboren te Aalst op 5 januari 1938. Vanaf mijn prille jeugd had Dit werk bevindt zich nu, door een schenking, in het Nathaniamuseum in Israël. De Club der Twaalf was 10 jaar voordien gesticht door twaalf mecenaten, om jon ge kunstenaars, verbonden aan de Koninklijke Akade- mie en het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kun sten, aan te moedigen door werken van hen te verko pen en door jaarlijks ook geldprijzen toe te kennen In 1961 werd ik ook met een bijzondere vermelding bedacht in de «Prijs Gode- charles» te Brussel (Prijs gedeeld door vijf kunste naars). En tien jaar geleden, in 1972, werd ik derde ge rangschikt in de «Prijs Fe lix De Boeck» te Brussel. Daarnaast behaalde ik ook nog verschillende vermel dingen in nationale en in ternationale Prijzen. In 1972 werd ik geselekteerd in het herfstsalon voor schilderkunst te Etterbeek voor de «Louis Schmidt Prijs 1972». 17 hebt reeds heel wat doe ken geschilderd. Waar stel de u reeds uw werken ten toon? Ja, ik heb reeds heel wat tentoon gesteld op indivi duele tentoonstellingen te Brussel, Gent, Antwerpen, Dendermonde, Oostende, Geraardsbergen, Deurle aJd Leie, Aalst, In een uitgebreid artikel «Nakaarten over de Aal- sterse kunstschilder René Bekaert» typeert John Rij pens, in 1964, de schilder als volgt: «Hoewel hij als één der bijzonderste aanko mende schilders in het Vlaamse land mag be schouwd worden werd zijn oeuvre tot heden toe minder opgemerkt. Over hem werd wellicht nog niet zoveel ge schreven. Hoe dit komt kunnen wij slechts gissen. Misschien is het een nor maal verschijnsel, en houdt de kunstkritiek zich bij voorkeur niet bezig met niet gevestigde waarden om zich te onderscheiden. Hij is nu 26 jaar oud en zijn werk kan gesitueerd wor den in het grensgebied van het figuratieve en het neo- impressioni8me. Hijzelf noemt zijn werk auto-figu ratief. Zijn eerste doeken, waaron der vrouwenfiguren, zijn kennelijk onder invloed van Opsomer ontstaan. Met bisters, doorschijnende kleuren (hij noemt ze «ge bakken kleuren») leert hij iets op het doek brengen. Hij houdt zich bij halve tin ten, grijze en grauwe over wegend, bij genuanceerde licht- en donkerschil dering. Na deze eerste «periode» ontdekt Bekaert de passie voor de complementaire kleuren: met «platte» vlak ken stelt hij ze moedwillig tegenover elkaar. Een ge weldige evolutie is merk baar: niet alleen de wijze van kleur te gebruiken in haar tegenstellingen, Be kaert wordt ook geestelijk en artistiek onrustig Zon der het misschien zelf te beseffen komt hij tot het inzicht dal de kleur voor iets meer dient dan om een vlak te vullen, en de kunst de weergave moet zijn, niet Een recent typisch Bekaert-werk (CDJ) ik een zekere voorliefde voor tekenen en schilderen. Als kind bracht ik reeds kommentaar op de grafi sche elementen van het be hangpapier en als knaap interpreteerde ik de Me- chelse katechismus in de vorm van beeldverhalen... Later dweepte ik met de «te- kening8ke8» van Mare Sleen. 'k Wilde echter meer dan een goed tekenaar wor den Zeer vroeg legde ik indrukken en beelden vast in tekeningen en zelfs in schilderijtjes. Vanaf mijn veertiende jaar.vanaf 1952 tot in 1958, volgde ik de Akademie voor Schone Kunsten te Aalqt, waar ik als leraars had Frans De Koninck, Albert Claeys (schilderen) en Jan Mulder (tekenen). Van 1960 tot 1964 studeerde ik aan het Nationaal Hoger Instituut te Antwerpen waar ik zeer van dichtbij kennismaakte met kunstschilder-leraar Ant. Marstboom en toenma lig direkteur J. Kreytens me leerde figuurschil deren. Op 8 september 1957 reeds, werd mij, bij de prijsuitrei king van het schooljaar 195-1957, in de Aalsterse Akademie, na het vijfde studiejaar afdeling schil derkunst, door de jury de prijs yalerius de Saedeleer toegekend. Ik behaalde trouwens 95% van de pun ten! In 1961 werd ik laureaat van de «Club der Twaalf» piet de «Prijs van de Prins» te Antwerpen. Deze prijs behaalde ik met een zelfpor tret. Waar en wanneer stelde u zoal tentoon in uw geboor testad? Wel, in Aalst heb ik reeds heel wat tentoongesteld Op 18-jarige leeftijd ekspo- zeerde ik voor de eerste maal in de Aalsterse Bel fortzaal, samen met de kunstschilder Jan Sanders. In 1962 toonde ik terug mijn werk in de Belfortzaal en in 1963, (26 oktober tot 3 november) samen met kunstfotograaf Jo Boon, in de Belfortkelder. Nadien ekspozeerde ik ook, samen met andere kunstschilders, enkele keren in het Oud Hospitaal. Ook op 6 april 1968 opende ik, en dit voor een veertien tal dagen, een tentoonstel ling in de Raadskelder van het Belfort. De kritieken waren lovend, en eind 1968 stelde ik ten toon in de Reformgalerij te Aalst. In oktober 1970 uitte ik mijn schilderstalent in de kunstgalerij «Borghmans» te Aalst en enkele jaren ge leden ekspozeerde ik in het gemeentehuis te Erembo- degem. In mei 1981 stelde ik ten toon in «Het Apostelken» samen met Beekman (beeld houwwerk) en Suzanne Van Nieuwenborgh (cera miek). U hebt nu reeds een hele schildersloopbaan achter de rug. Er is toch wel een zekere evolutie merkbaar in uw werk? Inderdaad.Om u daar een idee over te geven zal ik u best mijn «kritieken-map» even doorgeven. zozeer van wat de schilder ziet, maar van diens inner lijkheid. Niet het motief brengt de tragiek in het schilderij tot stand, maar vooral de uitdrukking die aan het motief gegeven wordt, en uitdrukking wil zeggen kleur, lijn, ritme, compositie (dixit Picasso). Zo komt Bekaert tot een ei gen kleuren vormen wereld. Later zal blijken dat dit een overgang is geweest tot zijn productie van 1958 en de jaren nadien, waarin wij duidelijk de uitslag zien van zijn technische opzoe kingen. In het Expojaar moeten de kleine zwarte «Troubadoers van Koning Boudewijn» werkelijk hem beroerd hebben opdat wij hen op verschillende doe ken terugvinden. De neger- ziel en al het exotische dat ermee gepaard gaat karak teriseren trouwens overwe gend zijn werken uit die tijd en later: negers met platte, uitgelengde koppen, tenger, sluw. immoreel, huiden als van schubben, eeltige voeten, grimassen trekkend. Hoewel hij dit niet toegeeft zien wij in Be kaert een dromer, onweer staanbaar aangezogen door een exotische wereld, ver tolkt door de kleur en de bouw van de compositie. De schilder kan er zich, als het ware door heel zijn werk, niet van losmaken. Het zijn soms slechts «tekens» die inhoud schenken aan het kunstwerk, een soort archetypen: een kameleon, exotische bladeren, een boom, epn struik. Met zijn werk speelt hij de verbeel ding van de beschouwer aan. Hij suggereert het no dige, men wordt aangezet verder te gaan, niet gewoon toe te kijken, maar in het schilderij door te dringen. Zijn «kameleon» is verder de voorbode van zijn huidi ge productie. De arabesken en het exotische doen gril lig aan, even wreed als on verwacht met verbijsteren de kleuren tegenstellingen De kleuren schreeuwerig, de lijnen driftig gebogen, de spanning werkt zich uit in ritmisch op elkaar in werkende kleuren vakken... Bekaerts' groeiperiode ver loopt echter natuurlijk en normaal. Zijn kunstexpres sie neemt vormen aan waarvan de ene voortvloeit uit de andere, er is een pro ces van geleidelijke am bachtelijke verbetering en van geestelijke en artistie ke verdieping. Bekaert bezint zich thans over nieuwe picturale pro blemen; hij werd gecon fronteerd met microscopi sche kleurenopnamen en hij zoekt naar een techni sche vernieuwing. De neo- impressionisten gebruiken reeds de optische primaire kleuren (rood, groen, blauwviolet of alle spectrale kleuren). Met kleuren in stippen zonder bepaalde volgorde, om een optisch kleureneffect uit de natuur te krijgen (vb. grijsgroene mantel), Bekaert tracht zijn kleuren met welbepaalde volgorde en met volle verf (zonder kleureffect) addi tief te mengen, t.t.z. zoals de kleurmenging bij gepro jecteerde kleurschijven die gedeeltelijk over elkaar val len (in de schouwburg, lichtreklames, regenboog, microscopische kleurenop namen, enz.). Deze zaken dreven hem trouwens tot dergelijke kleurmengingen aan. Wij zagen een verruk kelijk zittend naakt en be merkten dat zijn werkwijze verrijkt was, en zijn inzicht geëvolueerd. We zien geen duidelijk af gelijnde kleurenvlakken meer. De kleuren worden een koloriet van subtiele in elkaar overvloeiende lichte en donkere tonen. We wil len besluiten met te zeggen dat in het werk van Bekaert het exotische, plus de ver beelding en de gevoelige ge waarwording tezamen smelten in een synthese van kleuren en vormen, steeds gekenmerkt door een gevoel dat een levendi ge waarde geeft, en dit met picturale middelen.» En een negental jaren gele den, schreef Julien Li- brecht, omtrent René Be kaert het volgende: «Aanvankelijk toonde Be kaert schilderijen waarin de vormen tot lijnen en vlakken waren samenge bracht. Figuratieve kunst met kubistische aksenten, schreven in die tijd de men sen die het konden weten. Maar, hoe de formulering ook werd naar voor ge bracht, feit is zeker dat het familieportret dat uit die periode stamt, een groot schilderij was met een tref fende emotionele kracht. Het krachtig temperament met de wilde strekkingen van René Bekaert getuigt van een zeer gevoelige na tuur en van een grote trefkracht in ekspressio- nistische stijl, schreef ie mand toen Dit was een ra ke visie op deze kunste naar, want wildheid was de aanvankelijke hoofdtrek in dit werk. Ze is zelfs even uitgegroeid tot een echte bezetenheid waarin harde vormen en hevige kleuren leidden tot beklemmend ru we schilderijen. Deze perio de was zeer intens, maar evenredig kort. Ze luidde een merkwaardige veran dering in, waarbij het werk geleidelijk stiller werd, wel licht wel rijper. De ruwheid en de brutaliteit maakten plaats voor een zeker exotisme dat een zeer dankbare vorm leek om het massale van de werken en het overwegend kleurrijke te koppelen aan een zinrij ke romantiek. De schilder is in deze perio de zeer produktief geweest. Wellicht heeft hij in de ver dieping van z'n visie een rijkere inspiratieve bron gevonden dan in de hevige gevoelsexplosies uit zijn jeugd. Hij heeft het aange kund, zij het dan ook volle dig intuitief, de menselijke psychologie in zijn doeken binnen te brengen. Hij heeft rake typeringen gege ven van heimwee en wee moed en van verlatenheid. Denken we hierbij enkel aan «het paar», een bijzon der sterk opgebouwd schil derij dat onwillekeurig ont roerde om de sfeer van wee moed, angst en innige ver bondenheid die het in zich droeg. De recente schilde rijen zijn stuk voor stuk belangrijk. We ontmoeten hier een schilder die zich zelf blijft, die moedig over eind blijft op de eenzame plaats in zijn genre, maar die, ietwat verstild en ge louterd, voortbouwt aan een hem vertrouwd opzet. Meer en meer getuigen de schilderijen van een rust die alleen hem eigen is die in alle eerlijkheid heeft af gerekend en die zich veilig voelt in het besef van zijn eigen artistieke kracht. Het schilderij wint hierdoor aan innerlijke kracht. Het brengt ons een geloofwaar dige boodschap van schoon heid en menselijkheid Na de uitreiking van de Fe lix de Boeckprijs in 1972, schreef A Merckx: «De ont- stuimigheid van de eerste werken, het feest van het geweld, van de diepe zware kleuren, groen, paars, geel, oranje, heeft plaats ge maakt voor de beheersing, de vergeestelijking zelfs. De grijzen, bruinen, witten die hij in zijn laatste wer ken tegen elkaar uitspeelt, zijn doorzichtig geworden, zodat zij het licht als het ware van binnenuit afge ven. Bekaert heeft de moed gehad de ruimte van het plat vlak naar zijn hand te zetten. Hij slaagt erin de zwaartekracht op te heffen ten voordele van een inten siteit die meer in de diepte gaat werken. Kenmerkend is dat de menselijke figuur in het vage gehouden wordt, wat de realistische uitbeelding betreft, maar wint aan innerlijke kracht, geloofwaardiger wordt. Het contrast tussen de vlekken onderling is opgeheven ten voordele van een gevoelig uitgewerkte schakering in het kleurveld zelf. Zo ont staat een bredere uitbouw van de vormen. Bekaert besteedt aandacht aan het onderhuidse licht, daar waar hij vroeger een beroep deed op het invallende licht. Wat zijn de laatste jaren nu de resultaten van uw voort durende drang tot piktura- le verwoording en plasti sche vertaling? Met een glimlach langs zijn baard, toonde René Bekaert me enkele recente werken van hem: vastgelegde her inneringen aan zijn reis naar Griekenland van okto ber 1981 Maar daarnaast stelde hij ook enkele schil derijen met een duidelijk mystiek-filosofische inslag. En hij vertelde ons: «De laatste jaren is voor mij «De Rozekrui8ers Orde» een be langrijke inspiratiebron geworden Deze orde is in de eerste plaats een Broe derschap, over de gehele wereld verspreid, die zich ten doel stelt de bevorde ring van het lichamelijk en geestelijk welzijn van alle mensen, ongeacht rang en stand, nationaliteit of ras. Dit «welzijn» sluit ook in: gezondheid, gezond oor deel. geluk en vrede. Hoe wel dit dus betreft het aard se leven, hier en nu, wordt het werk der Rozekruisers niet gedaan zonder uitzicht op een leven na dit leven. Integendeel, de Rozekrui sers is overtuigd dat dit aardse leven een onverbre kelijk geheel vormt met een volgend leven en wéét dat de continuiteit van het menselijk individueel be staan niet kan worden afge broken of wezenlijk ver stoord door een zgn. dood. Hij weet, dat het geluk en de mate van geluk, afhangt van wat hier en nu voor anderen en voor zichzelf wordt gedaan. Ten tweede is het doel der Orde de leden te helpen zó te leven als in de Schepping en de Eeuwi ge Orde der Dingen is be doeld en zo alle voorrechten te genieten die de Natuur de harmonische mens kan schenken, en verder de mens te bevrijden van vrees en van ketenen van bijge loof en twijfel en van de begrenzingen van onwe tendheid. De Orde is een school, die zich niet in mys tiek-filosofische beschou wingen verliest, maar deze dienstbaar maakt aan proefondervindelijk werk; met experimenten en oefe ningen de menselijke ver mogens scherpt en uit breidt en de sluimerende krachten in de mens tot le ven en werkzaamheid brengt. (Nadere informatie: AMORC BRABANT, 1730 ZeUik P B. 9. Tel. 02-465.69.73).» Bekaert wees naar één van zijn laatste schilderijen: geen gek gedoe, wel een waardig zoeken naar de waarheid, gebaseerd op kosmische wetten. Hier over gaf hij graag een woordje meer uitleg. ke Kunstschilder René Bekaert, zijn taal is zijn schilderwerk en hij spreekt en uit zich zoals hij is en zoals hij voelt (CDJ) Harmonie is de overeen- tigen welke de twee samen- de in zulke vormen en kleu- stemming van vibraties. Er brengt in een komplete een- ren. Hij speelt er mijns in- kan worden gezegd dat de heid van uitdrukking, of- ziens mee. Maar dan zeker atomen zelf van vreugde schoon er een vierde of vijf- en vast niet achteloos, zingen in de dageraad van de kwantiteit aan toege- deze vreugde wil hij ook iedere geschapen vorm, voegd kan worden; maar er meedelen aan anderen want leven is in beginsel kan bepaald worden ver harmonie en harmonie is meld en gedemonstreerd Rene, wat zijn de vooruit vreugde. Het volmaakte ge- dat drie het kleinste getal is zichten voor uw volgende tal drie is de vertegenwoor- dat een volmaakte vorm tentoonstellingen? diging van volledige har- van harmonie vertegen- Wel, iedere zaterdag en monie. Dit beseft ge als ge woordigt. zondag, van 20 februar ze ziet hoe het de tegengestel- Nogmaals, we bevinden dat 1982 tot 28 maart 1982 ste de den in de natuur vertegen- harmonie niet kan verande- ik tentoon in de woning vaflEe woordigt. Het is wellicht ren, voortgang hebben in Schepen Herman Roels, Ge ke goed om op te merken dat ruimte of tijd of evolueren raardsbergsesteenweg 61, tw twee verschillende vibraties zonder een of ander bepaald te Erembodegem-Terjoden. in één schaal met elkaar in stelsel dat is gebaseerd op Deze tentoonstelling zal in en harmonie kunnen zijn wet geleid worden door Her va maar ze zijn op zichzelf Zij kan geen gebruik ma- man Roels, op vrijdag l{hc nooit volmaakt en drukken ken van de schaal opgaand februari 1982 te 20 uur. geen bepaald karakter uit. of neergaand, zonder een ik hoop er heel wat belangjse B v. twee geluiden of twee fundamentele wet welke in stellenden en kunstliefheb n; kleuren die met elkaar in belangrijkheid gelijk is aan bers te ontmoeten en t pi overeenstemming trillen op haar eigen wet, welke het boeien, hun respektievelijke gebie- geheel beheerst, den zijn gelijkvormig aan Om zulke schilderijen te En... volgend jaar, van 2 be twee dimensies in de ruimte maken en er van te genie- augustus 1983 tot 12 sej zonder de derde; twee even- ten hoeft men niet enkel tember 1983, ekspozeer i wijdige lijnen die hun be- over een dosis fantasie te in de Belfortcrypte te Aalsl Hc gin hebben en nergens ein- beschikken, maar ook over Daarover hoort U nog wel. digen. Het is noodzakelijk smaak en liefde voor de om een verwachtschap met kleur in zich. René Bekaert gmv een derde kwantiteit te ves- schept ongetwijfeld vreug- ka Met een orgelrecital door de MoorseLse orgelist, leraar en koordirigent Rudi Tas in een programma waarbij «vier eeuwen muziek» werd gebracht, werden de vele steunpilaren van het Orgelfonds waarmede de droom van Moeder Beatrijs werd gerealiseerd, op een merkwaardige wijze bedankt. In de stemmi ge, meer dan eivolle kloosterkapel klonk het nochtans eerder kleine orgel volumineus en sonoor waarbij Rudi Tas de mogelijk heden van dergelijk instrument op virtuoze w(jze demonstreerde. Herman Roelstraete, ere- prof van het Brussels konser- vatorium en promotor van «Musica Flandrorum», bracht voor oningewijden énige de tails over het pijporgel van de Eupenaar Stephan Schuhmac- her. Een positief (staande in tegenstelling met draagbare en verplaatsbaar in tegenstelling met grote orgels met voetpeda len) C (verwijst naar de «c», de «ut»), pijporgel (trillingen van lucht, in tegenstelling met elektronische golvingen) met vier registers, bourdons, 2-, 4- en 8-voeten en mixture. Een orgel dat de traditie van de Vlaamse orgels, - Vlaande ren was toch de wieg van de orgels - eer aan doet. Het programma overliep zo wat vier eeuwen muziek met diverse periodes. Die van de barok, met werken van J.S. Bach, van zijn tijdgenoot en vriend J.G. Walther, de Ita liaan D. Zipoli en Francois Dandrieu die de klavecimbel lanceerde. Klassieke muziek van J Haydn waarna de ro mantiek aan de beurt kwam met de te weinig gekende me nenaar Philippe Van den Berghe, waarvan nu de premi ère na zijn door een eeuw terug doorging van een aantal versetten. Tenslotte eigentijd se muziek van Herman Roel straete zelf met inventies (stu dies) en sonatines als illustratie van kerkgezangen en een enigszins verwarrend en hyb- riek klinkend «Er is een roos dif he ia lange aktie die heel wat tot in komstperspektieven impl vo ceert. Genot dat achteraf, msei een verdiende ovatie voor djhe orgelist, op het spijs en drank werd voortgezJfie in een stijlvolle receptie ge In de zaal van het Brou- reëel kunstwerk met et wershuis te Wieze wordt op beperkte oplage en eige vrijdag 5 februari e.k om handig door de kunstena 20 uur de tentoonstelling genummerd en geteken «Hulde aan de Lithografie» Ze is, zoals Paul Klee zej )n geopend. Er worden wer- «het dichtst bij het hart vi ken getoond van o m. Bar- de kwestie» doux, Bonnefoit, Bouché, De tentoonstelling «Ht Brasüier, Carzou, Cassig- de aan de Lithografi neul. Del val, Fini, Gantner, brengt een overzicht vi Of Green, Labisse, Landuyt, wat er op Europees vit W Oosterlynck, Renoux, door hedendaagse kunst ef Stauffer, Trémois, Valadié, naars aan lithografis nc Van de Woestijne, Weis- «uvre aangeboden wordt ar buch. Zeiler De tentoongestelde w< jjy De lithografie of steen- ken zijn stuk voor stuk o drukkunst werd in 1798 ginele exemplaren, n ontdekt en heeft sindsdien zorg gekozen en tegen vt haar polyvalentie bewezen, antwoorde prijzen te v* Grote artiesten hebben een werven, belangrijk oeuvre nage- De tentoonstelling 1< laten. op zaterdag 6 februari Feit is dat de kleurenlit- 14 tot 20 uur, zondag hografie momenteel wedij- februari van 10 tot 12 vert met de schilderij qua van 14 tot 20 uur. Ze w< aantrekkelijkheid en di- gerealiseerd met mede' mensie. Het is allesbehalve king van de Stichting een eenvoudige repro- Kunst en Kuituur duktie. v.z.w. Toegang tot d Een lithografie is een langs de parking. sche bracht keurig Ruusbroecs «Loflied voor den Godmens» en onder leiding van Moeder Beatrijs zongen de aanwezigen een aantal aangepaste gewijde liederen dapper mee. Een avond van stil intens genieten als bekroning van een Parklaan 15, SINT-NIKLAAS Tel. 031 -76.55.51

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1982 | | pagina 24