RIJSCHOOL WAASLANI
V
Hulde aan de lithografi
Rijbewijs C of D
nodig?
dat behaal je in enkele weken bij
24 - 5.2.1982 - De Voorpost
Kunstschilder Rene Bekaert scheen wel ietwat verrast
toen wij hem verleden week, bij hem thuis, Rozendreef
158 te Aalst, een bezoekje brachten.
Maar ook wij hadden toen de indruk zelf ietwat te
beginnen blozen. En eerlijk gezegd, we voelden ons eerst
wat bedeesd, toen hij ons, glimlachend, na een flinke
handdruk en een «Welkom en... kom maar gerust bin
nen» vriendelijk binnenleidde in zijn woning: een stukje
onvervalste leefwereld van een vierenveertig jarige Aal-
8terse kunstenaar. Daar kregen we dan de gelegenheid,
van dichtbij, op een eenvoudige, ideale manier, kennis te
maken met een veelzijdig kunstenaar en met het werk dat
hij presteert.
Bij deze eerste kennisma
king met de schilder meen
den we een zekere schroom
maar ook een zekere rust
en vreugde in hem te ont
dekken. Hij leek ons eerder
van ingekeerde aard, maar
toch wel gevoelig, indivi-
dualistisch gericht en zoe
kend naar schoonheid in
eenvoud. Wellicht tracht hij
ietwat stug zijn eigen weg
te gaan. Hij spreekt en
drukt zich uit zoals hij is en
zoals hij zich voelt. Zijn
«rijkste» taal is ongetwij
feld zijn schilderwerk, ge
kenmerkt door een zeer ge
varieerde en toch zeer per
soonlijke, individuele,
vormgeving: de uiting van
een persoonlijke levensbe
schouwing en een rasecht
schilderstalent. Hij keek
ons soms aan met uitdruk
kingsvolle ogen die
mijns inziens een gevoe
lig kunstenaar verraden.
Hij luisterde naar onze vra
gen en formuleerde vervol
gens, ondertussen ketting-
rokend, zijn gedachten en
antwoorden eerst wat aar
zelend en "daarna wat meer
gezwind.
Hoe schetst U in 't kort Uw
loopbaan? Misschien is uw
schilderstalent u ingebo
ren. Maar waar leerde u
dan uw technische vaardig
heid?
'k Ben geboren te Aalst op 5
januari 1938.
Vanaf mijn prille jeugd had
Dit werk bevindt zich nu,
door een schenking, in het
Nathaniamuseum in Israël.
De Club der Twaalf was 10
jaar voordien gesticht door
twaalf mecenaten, om jon
ge kunstenaars, verbonden
aan de Koninklijke Akade-
mie en het Nationaal Hoger
Instituut voor Schone Kun
sten, aan te moedigen door
werken van hen te verko
pen en door jaarlijks ook
geldprijzen toe te kennen
In 1961 werd ik ook met
een bijzondere vermelding
bedacht in de «Prijs Gode-
charles» te Brussel (Prijs
gedeeld door vijf kunste
naars).
En tien jaar geleden, in
1972, werd ik derde ge
rangschikt in de «Prijs Fe
lix De Boeck» te Brussel.
Daarnaast behaalde ik ook
nog verschillende vermel
dingen in nationale en in
ternationale Prijzen. In
1972 werd ik geselekteerd
in het herfstsalon voor
schilderkunst te Etterbeek
voor de «Louis Schmidt
Prijs 1972».
17 hebt reeds heel wat doe
ken geschilderd. Waar stel
de u reeds uw werken ten
toon?
Ja, ik heb reeds heel wat
tentoon gesteld op indivi
duele tentoonstellingen te
Brussel, Gent, Antwerpen,
Dendermonde, Oostende,
Geraardsbergen, Deurle aJd
Leie, Aalst,
In een uitgebreid artikel
«Nakaarten over de Aal-
sterse kunstschilder René
Bekaert» typeert John Rij
pens, in 1964, de schilder
als volgt: «Hoewel hij als
één der bijzonderste aanko
mende schilders in het
Vlaamse land mag be
schouwd worden werd zijn
oeuvre tot heden toe minder
opgemerkt. Over hem werd
wellicht nog niet zoveel ge
schreven. Hoe dit komt
kunnen wij slechts gissen.
Misschien is het een nor
maal verschijnsel, en houdt
de kunstkritiek zich bij
voorkeur niet bezig met
niet gevestigde waarden
om zich te onderscheiden.
Hij is nu 26 jaar oud en zijn
werk kan gesitueerd wor
den in het grensgebied van
het figuratieve en het neo-
impressioni8me. Hijzelf
noemt zijn werk auto-figu
ratief.
Zijn eerste doeken, waaron
der vrouwenfiguren, zijn
kennelijk onder invloed
van Opsomer ontstaan. Met
bisters, doorschijnende
kleuren (hij noemt ze «ge
bakken kleuren») leert hij
iets op het doek brengen.
Hij houdt zich bij halve tin
ten, grijze en grauwe over
wegend, bij genuanceerde
licht- en donkerschil
dering.
Na deze eerste «periode»
ontdekt Bekaert de passie
voor de complementaire
kleuren: met «platte» vlak
ken stelt hij ze moedwillig
tegenover elkaar. Een ge
weldige evolutie is merk
baar: niet alleen de wijze
van kleur te gebruiken in
haar tegenstellingen, Be
kaert wordt ook geestelijk
en artistiek onrustig Zon
der het misschien zelf te
beseffen komt hij tot het
inzicht dal de kleur voor
iets meer dient dan om een
vlak te vullen, en de kunst
de weergave moet zijn, niet
Een recent typisch Bekaert-werk (CDJ)
ik een zekere voorliefde
voor tekenen en schilderen.
Als kind bracht ik reeds
kommentaar op de grafi
sche elementen van het be
hangpapier en als knaap
interpreteerde ik de Me-
chelse katechismus in de
vorm van beeldverhalen...
Later dweepte ik met de «te-
kening8ke8» van Mare
Sleen. 'k Wilde echter meer
dan een goed tekenaar wor
den Zeer vroeg legde ik
indrukken en beelden vast
in tekeningen en zelfs in
schilderijtjes. Vanaf mijn
veertiende jaar.vanaf
1952 tot in 1958, volgde ik
de Akademie voor Schone
Kunsten te Aalqt, waar ik
als leraars had Frans De
Koninck, Albert Claeys
(schilderen) en Jan Mulder
(tekenen). Van 1960 tot
1964 studeerde ik aan het
Nationaal Hoger Instituut
te Antwerpen waar ik zeer
van dichtbij kennismaakte
met kunstschilder-leraar
Ant. Marstboom en toenma
lig direkteur J. Kreytens
me leerde figuurschil
deren.
Op 8 september 1957 reeds,
werd mij, bij de prijsuitrei
king van het schooljaar
195-1957, in de Aalsterse
Akademie, na het vijfde
studiejaar afdeling schil
derkunst, door de jury de
prijs yalerius de Saedeleer
toegekend. Ik behaalde
trouwens 95% van de pun
ten!
In 1961 werd ik laureaat
van de «Club der Twaalf»
piet de «Prijs van de Prins»
te Antwerpen. Deze prijs
behaalde ik met een zelfpor
tret.
Waar en wanneer stelde u
zoal tentoon in uw geboor
testad?
Wel, in Aalst heb ik reeds
heel wat tentoongesteld
Op 18-jarige leeftijd ekspo-
zeerde ik voor de eerste
maal in de Aalsterse Bel
fortzaal, samen met de
kunstschilder Jan Sanders.
In 1962 toonde ik terug
mijn werk in de Belfortzaal
en in 1963, (26 oktober tot
3 november) samen met
kunstfotograaf Jo Boon, in
de Belfortkelder. Nadien
ekspozeerde ik ook, samen
met andere kunstschilders,
enkele keren in het Oud
Hospitaal.
Ook op 6 april 1968 opende
ik, en dit voor een veertien
tal dagen, een tentoonstel
ling in de Raadskelder van
het Belfort.
De kritieken waren lovend,
en eind 1968 stelde ik ten
toon in de Reformgalerij te
Aalst.
In oktober 1970 uitte ik
mijn schilderstalent in de
kunstgalerij «Borghmans»
te Aalst en enkele jaren ge
leden ekspozeerde ik in het
gemeentehuis te Erembo-
degem.
In mei 1981 stelde ik ten
toon in «Het Apostelken»
samen met Beekman (beeld
houwwerk) en Suzanne
Van Nieuwenborgh (cera
miek).
U hebt nu reeds een hele
schildersloopbaan achter
de rug. Er is toch wel een
zekere evolutie merkbaar in
uw werk?
Inderdaad.Om u daar een
idee over te geven zal ik u
best mijn «kritieken-map»
even doorgeven.
zozeer van wat de schilder
ziet, maar van diens inner
lijkheid. Niet het motief
brengt de tragiek in het
schilderij tot stand, maar
vooral de uitdrukking die
aan het motief gegeven
wordt, en uitdrukking wil
zeggen kleur, lijn, ritme,
compositie (dixit Picasso).
Zo komt Bekaert tot een ei
gen kleuren vormen wereld.
Later zal blijken dat dit een
overgang is geweest tot zijn
productie van 1958 en de
jaren nadien, waarin wij
duidelijk de uitslag zien
van zijn technische opzoe
kingen. In het Expojaar
moeten de kleine zwarte
«Troubadoers van Koning
Boudewijn» werkelijk hem
beroerd hebben opdat wij
hen op verschillende doe
ken terugvinden. De neger-
ziel en al het exotische dat
ermee gepaard gaat karak
teriseren trouwens overwe
gend zijn werken uit die
tijd en later: negers met
platte, uitgelengde koppen,
tenger, sluw. immoreel,
huiden als van schubben,
eeltige voeten, grimassen
trekkend. Hoewel hij dit
niet toegeeft zien wij in Be
kaert een dromer, onweer
staanbaar aangezogen door
een exotische wereld, ver
tolkt door de kleur en de
bouw van de compositie. De
schilder kan er zich, als het
ware door heel zijn werk,
niet van losmaken. Het zijn
soms slechts «tekens» die
inhoud schenken aan het
kunstwerk, een soort
archetypen: een kameleon,
exotische bladeren, een
boom, epn struik. Met zijn
werk speelt hij de verbeel
ding van de beschouwer
aan. Hij suggereert het no
dige, men wordt aangezet
verder te gaan, niet gewoon
toe te kijken, maar in het
schilderij door te dringen.
Zijn «kameleon» is verder
de voorbode van zijn huidi
ge productie. De arabesken
en het exotische doen gril
lig aan, even wreed als on
verwacht met verbijsteren
de kleuren tegenstellingen
De kleuren schreeuwerig,
de lijnen driftig gebogen,
de spanning werkt zich uit
in ritmisch op elkaar in
werkende kleuren vakken...
Bekaerts' groeiperiode ver
loopt echter natuurlijk en
normaal. Zijn kunstexpres
sie neemt vormen aan
waarvan de ene voortvloeit
uit de andere, er is een pro
ces van geleidelijke am
bachtelijke verbetering en
van geestelijke en artistie
ke verdieping.
Bekaert bezint zich thans
over nieuwe picturale pro
blemen; hij werd gecon
fronteerd met microscopi
sche kleurenopnamen en
hij zoekt naar een techni
sche vernieuwing. De neo-
impressionisten gebruiken
reeds de optische primaire
kleuren (rood, groen,
blauwviolet of alle spectrale
kleuren). Met kleuren in
stippen zonder bepaalde
volgorde, om een optisch
kleureneffect uit de natuur
te krijgen (vb. grijsgroene
mantel), Bekaert tracht zijn
kleuren met welbepaalde
volgorde en met volle verf
(zonder kleureffect) addi
tief te mengen, t.t.z. zoals
de kleurmenging bij gepro
jecteerde kleurschijven die
gedeeltelijk over elkaar val
len (in de schouwburg,
lichtreklames, regenboog,
microscopische kleurenop
namen, enz.). Deze zaken
dreven hem trouwens tot
dergelijke kleurmengingen
aan. Wij zagen een verruk
kelijk zittend naakt en be
merkten dat zijn werkwijze
verrijkt was, en zijn inzicht
geëvolueerd.
We zien geen duidelijk af
gelijnde kleurenvlakken
meer. De kleuren worden
een koloriet van subtiele in
elkaar overvloeiende lichte
en donkere tonen. We wil
len besluiten met te zeggen
dat in het werk van Bekaert
het exotische, plus de ver
beelding en de gevoelige ge
waarwording tezamen
smelten in een synthese
van kleuren en vormen,
steeds gekenmerkt door
een gevoel dat een levendi
ge waarde geeft, en dit met
picturale middelen.»
En een negental jaren gele
den, schreef Julien Li-
brecht, omtrent René Be
kaert het volgende:
«Aanvankelijk toonde Be
kaert schilderijen waarin
de vormen tot lijnen en
vlakken waren samenge
bracht. Figuratieve kunst
met kubistische aksenten,
schreven in die tijd de men
sen die het konden weten.
Maar, hoe de formulering
ook werd naar voor ge
bracht, feit is zeker dat het
familieportret dat uit die
periode stamt, een groot
schilderij was met een tref
fende emotionele kracht.
Het krachtig temperament
met de wilde strekkingen
van René Bekaert getuigt
van een zeer gevoelige na
tuur en van een grote
trefkracht in ekspressio-
nistische stijl, schreef ie
mand toen Dit was een ra
ke visie op deze kunste
naar, want wildheid was de
aanvankelijke hoofdtrek in
dit werk. Ze is zelfs even
uitgegroeid tot een echte
bezetenheid waarin harde
vormen en hevige kleuren
leidden tot beklemmend ru
we schilderijen. Deze perio
de was zeer intens, maar
evenredig kort. Ze luidde
een merkwaardige veran
dering in, waarbij het werk
geleidelijk stiller werd, wel
licht wel rijper. De ruwheid
en de brutaliteit maakten
plaats voor een zeker
exotisme dat een zeer
dankbare vorm leek om het
massale van de werken en
het overwegend kleurrijke
te koppelen aan een zinrij
ke romantiek.
De schilder is in deze perio
de zeer produktief geweest.
Wellicht heeft hij in de ver
dieping van z'n visie een
rijkere inspiratieve bron
gevonden dan in de hevige
gevoelsexplosies uit zijn
jeugd. Hij heeft het aange
kund, zij het dan ook volle
dig intuitief, de menselijke
psychologie in zijn doeken
binnen te brengen. Hij
heeft rake typeringen gege
ven van heimwee en wee
moed en van verlatenheid.
Denken we hierbij enkel
aan «het paar», een bijzon
der sterk opgebouwd schil
derij dat onwillekeurig ont
roerde om de sfeer van wee
moed, angst en innige ver
bondenheid die het in zich
droeg. De recente schilde
rijen zijn stuk voor stuk
belangrijk. We ontmoeten
hier een schilder die zich
zelf blijft, die moedig over
eind blijft op de eenzame
plaats in zijn genre, maar
die, ietwat verstild en ge
louterd, voortbouwt aan
een hem vertrouwd opzet.
Meer en meer getuigen de
schilderijen van een rust
die alleen hem eigen is die
in alle eerlijkheid heeft af
gerekend en die zich veilig
voelt in het besef van zijn
eigen artistieke kracht. Het
schilderij wint hierdoor
aan innerlijke kracht. Het
brengt ons een geloofwaar
dige boodschap van schoon
heid en menselijkheid
Na de uitreiking van de Fe
lix de Boeckprijs in 1972,
schreef A Merckx: «De ont-
stuimigheid van de eerste
werken, het feest van het
geweld, van de diepe zware
kleuren, groen, paars, geel,
oranje, heeft plaats ge
maakt voor de beheersing,
de vergeestelijking zelfs.
De grijzen, bruinen, witten
die hij in zijn laatste wer
ken tegen elkaar uitspeelt,
zijn doorzichtig geworden,
zodat zij het licht als het
ware van binnenuit afge
ven. Bekaert heeft de moed
gehad de ruimte van het
plat vlak naar zijn hand te
zetten. Hij slaagt erin de
zwaartekracht op te heffen
ten voordele van een inten
siteit die meer in de diepte
gaat werken. Kenmerkend
is dat de menselijke figuur
in het vage gehouden
wordt, wat de realistische
uitbeelding betreft, maar
wint aan innerlijke kracht,
geloofwaardiger wordt. Het
contrast tussen de vlekken
onderling is opgeheven ten
voordele van een gevoelig
uitgewerkte schakering in
het kleurveld zelf. Zo ont
staat een bredere uitbouw
van de vormen. Bekaert
besteedt aandacht aan het
onderhuidse licht, daar
waar hij vroeger een beroep
deed op het invallende
licht.
Wat zijn de laatste jaren nu
de resultaten van uw voort
durende drang tot piktura-
le verwoording en plasti
sche vertaling?
Met een glimlach langs zijn
baard, toonde René Bekaert
me enkele recente werken
van hem: vastgelegde her
inneringen aan zijn reis
naar Griekenland van okto
ber 1981 Maar daarnaast
stelde hij ook enkele schil
derijen met een duidelijk
mystiek-filosofische inslag.
En hij vertelde ons: «De
laatste jaren is voor mij «De
Rozekrui8ers Orde» een be
langrijke inspiratiebron
geworden Deze orde is in
de eerste plaats een Broe
derschap, over de gehele
wereld verspreid, die zich
ten doel stelt de bevorde
ring van het lichamelijk en
geestelijk welzijn van alle
mensen, ongeacht rang en
stand, nationaliteit of ras.
Dit «welzijn» sluit ook in:
gezondheid, gezond oor
deel. geluk en vrede. Hoe
wel dit dus betreft het aard
se leven, hier en nu, wordt
het werk der Rozekruisers
niet gedaan zonder uitzicht
op een leven na dit leven.
Integendeel, de Rozekrui
sers is overtuigd dat dit
aardse leven een onverbre
kelijk geheel vormt met een
volgend leven en wéét dat
de continuiteit van het
menselijk individueel be
staan niet kan worden afge
broken of wezenlijk ver
stoord door een zgn. dood.
Hij weet, dat het geluk en
de mate van geluk, afhangt
van wat hier en nu voor
anderen en voor zichzelf
wordt gedaan. Ten tweede
is het doel der Orde de leden
te helpen zó te leven als in
de Schepping en de Eeuwi
ge Orde der Dingen is be
doeld en zo alle voorrechten
te genieten die de Natuur
de harmonische mens kan
schenken, en verder de
mens te bevrijden van vrees
en van ketenen van bijge
loof en twijfel en van de
begrenzingen van onwe
tendheid. De Orde is een
school, die zich niet in mys
tiek-filosofische beschou
wingen verliest, maar deze
dienstbaar maakt aan
proefondervindelijk werk;
met experimenten en oefe
ningen de menselijke ver
mogens scherpt en uit
breidt en de sluimerende
krachten in de mens tot le
ven en werkzaamheid
brengt. (Nadere informatie:
AMORC BRABANT,
1730 ZeUik P B. 9. Tel.
02-465.69.73).»
Bekaert wees naar één van
zijn laatste schilderijen:
geen gek gedoe, wel een
waardig zoeken naar de
waarheid, gebaseerd op
kosmische wetten. Hier
over gaf hij graag een
woordje meer uitleg.
ke
Kunstschilder René Bekaert, zijn taal is zijn schilderwerk
en hij spreekt en uit zich zoals hij is en zoals hij voelt (CDJ)
Harmonie is de overeen- tigen welke de twee samen- de in zulke vormen en kleu-
stemming van vibraties. Er brengt in een komplete een- ren. Hij speelt er mijns in-
kan worden gezegd dat de heid van uitdrukking, of- ziens mee. Maar dan zeker
atomen zelf van vreugde schoon er een vierde of vijf- en vast niet achteloos,
zingen in de dageraad van de kwantiteit aan toege- deze vreugde wil hij ook
iedere geschapen vorm, voegd kan worden; maar er meedelen aan anderen
want leven is in beginsel kan bepaald worden ver
harmonie en harmonie is meld en gedemonstreerd Rene, wat zijn de vooruit
vreugde. Het volmaakte ge- dat drie het kleinste getal is zichten voor uw volgende
tal drie is de vertegenwoor- dat een volmaakte vorm tentoonstellingen?
diging van volledige har- van harmonie vertegen- Wel, iedere zaterdag en
monie. Dit beseft ge als ge woordigt. zondag, van 20 februar ze
ziet hoe het de tegengestel- Nogmaals, we bevinden dat 1982 tot 28 maart 1982 ste de
den in de natuur vertegen- harmonie niet kan verande- ik tentoon in de woning vaflEe
woordigt. Het is wellicht ren, voortgang hebben in Schepen Herman Roels, Ge ke
goed om op te merken dat ruimte of tijd of evolueren raardsbergsesteenweg 61, tw
twee verschillende vibraties zonder een of ander bepaald te Erembodegem-Terjoden.
in één schaal met elkaar in stelsel dat is gebaseerd op Deze tentoonstelling zal in en
harmonie kunnen zijn wet geleid worden door Her va
maar ze zijn op zichzelf Zij kan geen gebruik ma- man Roels, op vrijdag l{hc
nooit volmaakt en drukken ken van de schaal opgaand februari 1982 te 20 uur.
geen bepaald karakter uit. of neergaand, zonder een ik hoop er heel wat belangjse
B v. twee geluiden of twee fundamentele wet welke in stellenden en kunstliefheb n;
kleuren die met elkaar in belangrijkheid gelijk is aan bers te ontmoeten en t pi
overeenstemming trillen op haar eigen wet, welke het boeien,
hun respektievelijke gebie- geheel beheerst,
den zijn gelijkvormig aan Om zulke schilderijen te En... volgend jaar, van 2 be
twee dimensies in de ruimte maken en er van te genie- augustus 1983 tot 12 sej
zonder de derde; twee even- ten hoeft men niet enkel tember 1983, ekspozeer i
wijdige lijnen die hun be- over een dosis fantasie te in de Belfortcrypte te Aalsl Hc
gin hebben en nergens ein- beschikken, maar ook over Daarover hoort U nog wel.
digen. Het is noodzakelijk smaak en liefde voor de
om een verwachtschap met kleur in zich. René Bekaert gmv
een derde kwantiteit te ves- schept ongetwijfeld vreug-
ka
Met een orgelrecital door de MoorseLse orgelist, leraar en
koordirigent Rudi Tas in een programma waarbij «vier eeuwen
muziek» werd gebracht, werden de vele steunpilaren van het
Orgelfonds waarmede de droom van Moeder Beatrijs werd
gerealiseerd, op een merkwaardige wijze bedankt. In de stemmi
ge, meer dan eivolle kloosterkapel klonk het nochtans eerder
kleine orgel volumineus en sonoor waarbij Rudi Tas de mogelijk
heden van dergelijk instrument op virtuoze w(jze demonstreerde.
Herman Roelstraete, ere-
prof van het Brussels konser-
vatorium en promotor van
«Musica Flandrorum», bracht
voor oningewijden énige de
tails over het pijporgel van de
Eupenaar Stephan Schuhmac-
her. Een positief (staande in
tegenstelling met draagbare en
verplaatsbaar in tegenstelling
met grote orgels met voetpeda
len) C (verwijst naar de «c», de
«ut»), pijporgel (trillingen van
lucht, in tegenstelling met
elektronische golvingen) met
vier registers, bourdons, 2-, 4-
en 8-voeten en mixture.
Een orgel dat de traditie van
de Vlaamse orgels, - Vlaande
ren was toch de wieg van de
orgels - eer aan doet.
Het programma overliep zo
wat vier eeuwen muziek met
diverse periodes. Die van de
barok, met werken van J.S.
Bach, van zijn tijdgenoot en
vriend J.G. Walther, de Ita
liaan D. Zipoli en Francois
Dandrieu die de klavecimbel
lanceerde. Klassieke muziek
van J Haydn waarna de ro
mantiek aan de beurt kwam
met de te weinig gekende me
nenaar Philippe Van den
Berghe, waarvan nu de premi
ère na zijn door een eeuw
terug doorging van een aantal
versetten. Tenslotte eigentijd
se muziek van Herman Roel
straete zelf met inventies (stu
dies) en sonatines als illustratie
van kerkgezangen en een
enigszins verwarrend en hyb-
riek klinkend «Er is een roos
dif
he
ia
lange aktie die heel wat tot in
komstperspektieven impl vo
ceert. Genot dat achteraf, msei
een verdiende ovatie voor djhe
orgelist, op het
spijs en drank werd voortgezJfie
in een stijlvolle receptie ge
In de zaal van het Brou- reëel kunstwerk met et
wershuis te Wieze wordt op beperkte oplage en eige
vrijdag 5 februari e.k om handig door de kunstena
20 uur de tentoonstelling genummerd en geteken
«Hulde aan de Lithografie» Ze is, zoals Paul Klee zej )n
geopend. Er worden wer- «het dichtst bij het hart vi
ken getoond van o m. Bar- de kwestie»
doux, Bonnefoit, Bouché, De tentoonstelling «Ht
Brasüier, Carzou, Cassig- de aan de Lithografi
neul. Del val, Fini, Gantner, brengt een overzicht vi Of
Green, Labisse, Landuyt, wat er op Europees vit W
Oosterlynck, Renoux, door hedendaagse kunst ef
Stauffer, Trémois, Valadié, naars aan lithografis nc
Van de Woestijne, Weis- «uvre aangeboden wordt ar
buch. Zeiler De tentoongestelde w< jjy
De lithografie of steen- ken zijn stuk voor stuk o
drukkunst werd in 1798 ginele exemplaren, n
ontdekt en heeft sindsdien zorg gekozen en tegen vt
haar polyvalentie bewezen, antwoorde prijzen te v*
Grote artiesten hebben een werven,
belangrijk oeuvre nage- De tentoonstelling 1<
laten. op zaterdag 6 februari
Feit is dat de kleurenlit- 14 tot 20 uur, zondag
hografie momenteel wedij- februari van 10 tot 12
vert met de schilderij qua van 14 tot 20 uur. Ze w<
aantrekkelijkheid en di- gerealiseerd met mede'
mensie. Het is allesbehalve king van de Stichting
een eenvoudige repro- Kunst en Kuituur
duktie. v.z.w. Toegang tot d
Een lithografie is een langs de parking.
sche bracht keurig Ruusbroecs
«Loflied voor den Godmens»
en onder leiding van Moeder
Beatrijs zongen de aanwezigen
een aantal aangepaste gewijde
liederen dapper mee.
Een avond van stil intens
genieten als bekroning van een
Parklaan 15, SINT-NIKLAAS Tel. 031 -76.55.51