O.C.M.W.-Lebbeke heeft grootse plannen Stijgende spanning tussen OCMW's en gemeentebesturen? De poppen van Pascale Hoste uit Lokeren <Den Union» van Baasrode doorgelicht 10 - 26.3.1982 - De Voorpost Niet alleen op nationaal vlak roert het, omdat de regering de neiging heeft eerst te besparen in de sociale sektor, of eerst de kleine man te treffen, ook op gemeentelijk vlak doet deze spanning zich gevoelen. Situatie. Zoals iedereen weet, krijgen de gemeenten het fi nancieel zeer lastig, evenals de Staat trouwens. Ook hier wordt de oorzaak gezocht in strukturen die omgebouwd werden. De huidige OCMW's hebben een eigen bestuur en een eigen rechtspersoonlijk heid. In zeer strikte zin maakt het in feite geen deel uit van het gemeentebestuur. Dit af zonderlijk handelen is er de oorzaak van dat gemeenten en OCMW een beetje uit elkaar gegroeid zijn. Maar de OCMW's moeten hun wer- kingsgelden gaan halen bij de gemeentebesturen. En deze hebben nu niet veel geld voor handen. Bovendien is het elek- toraal gezien aantrekkelijker verschillende verenigingen te betoelagen, openbare werken te doen, enz. Daarbij komt dat de sociale betrokkenheid van langsom meer vermindert. Zonder het OCMW zou het voor de gemeente vaak gemak kelijker zijn om financieel in evenwicht te blijven. Vroeger en nu. Van de ene kant heb je de wet op het bestaansminimum en van de andere kant ziet het gemeente bestuur met lede ogen dat de COO's vroeger minder geld kostten. Dit drijft de spannin gen tussen de beide besturen op. De opdracht van de COO's was anders, ze luidde: 'de ma teriële leefbaarheid van de mensen begeleiden' m.a.w. de mensen mochten niet verhon geren. Deze COO's werden ook betoelaagd. Maar de op dracht van het OCMW is: 'ie der persoon de mogelijkheid te geven om een menswaardig bestaan te leiden'. Dat is na tuurlijk een veel komplexer opdracht. Want wat is mens waardig? wat houdt dat alle maal in? Hoever gaat dat? Hier speelt de visie van het plaatselijk bestuur een grote rol. Is menswaardig meer dan kleding, verwarming, voeding? Is het ook huisvesting, enz..? Maar dat kost natuurlijk alle maal geld. En dan zijn er de andere takken: sport, cultuur e.a., die ook op de gemeente beroep doen. (betoelaging 5 milj. voor Lebbeke). Er is dus voor de gemeenten iets bijge komen in een fase waarin ze er financieel net niet zo goed voorzitten en zo beperkt zijn. Vb. een OCMW ücht de inwo ners graag regelmatig in over haar diensten. Vroeger hebben wij nog een brochure uitgege ven. Nu wachten we op een betere gelegenheid, want het kost geld. Reken maar even: 6.000 exemplaren.... Diskussiepunten en oorzaken van spanning Wat heeft dus de prioriteit: de toelagen aan de OCMW's of de toelagen aan 'elektoraal aantrekkelijke projekten'? Het wordt een vicieuze cirkel. De overheid bezuinigt op lig dagen, remgeld, ziekenhuis personeel, enz en waar moe ten de mensen naartoe? Dat is ook zo voor bejaardenzorg. Maar denk eens aan die andere problemen: ziekte, alcoholis me, enz. Ik beweer dat, door het feit dat vele inwoners van Voor het OCMW-Lebbeke wordt 1982 een suksesvol jaar, waarin de vruchten geplukt worden van vroegere realisaties, maar ook een jaar van hard werken. De plannen voor het nieuw OCMW-gebouw zijn immers via het schepencollege, de provinciale, de stedebouwkundige en de ministeriële diensten eindelijk beland bij de voogdijminister. Als deze zijn fiat geeft, is de overwinning van heel wat obstakels niet voor niets geweest en is Lebbeke over een vijftal jaar, de fiere bezitter van een zeer origineel opgevat bejaardentehuis. Maar er is meer: voor de erkenning van het huidig rustoord is de kogel ook door de kerk! Een gesprek met de heer A. Tirez, voorzitter. De nieuwbouw Voor dat het dossier eindelijk bij de Voogdijminister beland de werden een heleboel moei lijkheden overwonnen, o.a. in verband met de Ringlaan (waar het nieuw OCMW-rus- toord zal komen), de verleg ging van de waterloop, bijko mende onteigeningen enz... en Waartoe? Wel, voor de bouw van een 'landelijk' home. De meeste steden voorzien in de opvang van bejaarden met flat gebouwen. Kijk maar naar Dendermonde met 'Het zilver- pand' en 'Hof ter Boonwijk'. Wij stelden voor het eerst een soort landelijke bouw voor: laagbouw, dus geen verdiepin gen, tenzij in het centraal ge deelte en we hebben nogal problemen gehad om door de administratieve molen te gera ken, zoals gezegd, aan de Ringlaan op een terrein van drie hektare, schuin achter het huidige. Eén vleugel is voor zien voor opname van anders valide bejaarden, daarop volgt het centrale gedeelte met ont spanningsruimte, rekreatie- ruimte, kapel, bar Op de eerste verdieping heb ben verpleegster, kinesithera- peute en dokter hun kabinet. Hier zijn vier liften voorzien. Direkt daarop, in rechte lijn, sluit de vleugel aan voor echt paren. Loodrecht daarop wordt een gedeelte voor de zusters voorzien. Deze drie laatste afdelingen staan rond een rechthoekig plein, waar van zich te midden een vijver bevindt. Deze wordt gekreëerd uit een gedeelte van de beek. die we verplicht waren te verleggen. Loodrecht aansluitend op de centrale vleugel komt de keu ken. De gronden die daarach ter liggen zijn ook onteigend om later sociale bejaardenwo ningen te bouwen. De bedoe- l:ng van het OCMW is immers alle belangrijke diensten te centraliseren. Vermits dit nieuwe rustoord aan de Ring laan gebouwd wordt, voorzien we langs de weg een scherm en een helling om de lawaaihinder van het verkeer te beperken. alhoewel dat visueel zichtbaar blijft. Eén van de bezwaren tegen deze laagbouw was de lengte (in totaal 126 m.) voor het personeel Na berekenin gen is dit toch heel aanvaard baar gebleken. De kapaciteit is 90 bedden voor bejaarden en 6 bedden voor het personeel (96 totaal). Als de voogdijminister geld ter beschikking stelt, kan de aan besteding gebeuren. Het huidig rustoord Het huidig rustoord heeft een kapaciteit van 78 bedden en 2 ziekenkamers, dus 80 bedden. De procedure voor erkenning, reeds lang aangevraagd en be zig is officieus aanvaard. Offi cieel moet de bevestiging nog komen. De aanpassingswer- ken, vooral op gebied van brandveiligheid, zijn allemaal uitgevoerd. Alles werd, na kontrole, in orde bevonden. Wij verwachten de betekening voor april 1982. Dit is bijna 80 jaar na de start. Het rustoord werd immers ge bouwd in 1903 en was nooit erkend door de voogdijover heid. Wat bent u met dit bejaarden tehuis van plan als het nieuwe er is? Dit nieuwe rustoord komt er slechts over 4 - 5 jaar. Indien er op dat ogenblik geen andere benadering is. dan zouden wij dit gebouw voor allerlei dien sten ter beschikking stellen. Ik denk maar aan het Rode Kruis, het Nationaal Werk voor Kinderwelzijn e.a., die nu problemen hebben om er gens een onderkomen te vinden. De warme maaltijden Dat is een typisch Lebbeekse oplossing: alle maaltijden wor den immers bereid in de keu ken hier aan de hand van een menu. Hoe dat in zijn werk gaat? Iedere donderdag komt er een werkgroep bijeen om het menu (ontbijt, middag maal. avondmaal) voor de vol gende week vast te leggen. Alle mensen .van buiten het rustoord, die ook recht hebben op zo'n maaltijd, krijgen het zelfde middagmaal. Wie komt in aanmerking voor zo'n maaltijd? Alle mensen, die met pensioen zijn, hebben automatisch recht. Anderen doen eerst hun aanvraag, daarop volgt een en quête door de sociale dienst en aan de hand daarvan worden de maaltijden toegekend en de prijzen vastgesteld. Het bedrag kan variëren van 50 tot 120 frank. Kijk maar even naar het menu: het is de gezonde boerenkeukcn zonder diepvriesprodukten. Het menu ziet er inderdaad lekker uit en biedt zeer veel afwisseling. Per dag worden 140 maaltijden rondgedeeld. De bedoeling van het OCMW is ook bejaarden zoveel moge lijk in hun eigen vertrouwd milieu te laten verblijven. Ver mits deze dienst erkend is, wordt hij ook betoelaagd door het Ministerie. Bewoners hebben inspraak Om de 2 maand wordt in het home een nota rondgedeeld, waarin elke bejaarde uitgeno digd wordt, rond 3 uur in de namiddag, rechtstreeks zijn suggesties, klachten, wensen enz. over te maken aan de voorzitter. We willen hier vooral alle hiërarchische hin demissen uit de weg ruimen. Dan is hier ook een nauwe samenwerking met verschillen de bonden voor gepensioneer den, waarmee we reeds sedert een drietal jaar overleg plegen. Ongeveer vier keer per jaar streefcijfer) komen ze hier bij een rond een paar thema's. Bedoeling is: evaluatie van de bejaardenzorg. Tegenover dit initiatief was in het begin heel wat wantrouwen. Maar nu is de werking heel vlot; alles ver loopt perfekt en iedereen voelt er zich echt gemakkelijk mee. Andere plannen We hebben een gemiddelde van 40 mensen, die op de wachtlijst staan voor opname. We zullen dus ook in de toe komst niet aan de vraag kun nen beantwoorden. Daarom zullen wij zeker pogen ons veel beter nog te struktureren. Wat wij betrachten is dat bejaarden zo lang mogelijk in hun eigen midden kunnen blijven. Daarom hebben wij een poets- dienst en een karweidienst. We hebben echter nieuwe plannen. Opdat de mensen dichterbij met hun problemen zouden terechtkunnen, voor zien wij de inrichting van dien stencentra in elke deelgemeen te. In Wieze en Denderbelle zullen dus zo vatten wij het althans op 'alarm-entiteiten' opgericht worden. We hebben 11 flats ingericht voor mannen en 4 voor vrouwen. In de toe komst zouden wij pogen meer anders-valide bejaarcen op te nemen en de valide bejaarden, met gestruktureerde hulp, zo veel mogelijk in hun eigen om geving houden. Zo is althans ons opzet. Bent u van plan daarvoor sa men te werken met tele- dienst? We hebben met Tele-dienst een goede relatie, maar we beschouwen dit als onze op dracht en zullen dus proberen ze van hieruit waar te maken. Ziet u deze dienstencentra dan werken op basis van vrijwillige inzet of met mensen van het OCMW? Liefst zouden we een perma nentie hebben op basis van vrijwillige inzet, maar als dat onmogelijk blijkt dan werken we met iemand van het OCMW Het gespecialiseerd personeel, dat hier zijn dag taak heeft, zal dus ook in die centra zijn deel van de dien sten dragen, zijn taak daar ver vullen. Zo te zien heeft het OCMW te Lebbeke enorm veel toe- komstperspektieven en is er veel werk aan de winkel. Wij wensen hen alvast alle (minis teriele) wind in dc zeilen. En dan... En dan is er nog Leo Callaert, VU, nieuw OCMW-lid. plaats vervanger van Jef Bosman, 65 jaar, VU eveneens, die van zijn partij moet ontslag ne men Dan is er ook nog: de kinderopvang, de Caritas- dienst. dc dienst onthaalmoe ders en. last but not least: de zaak Moeyersoons waarover nog niets gezegd is. Maar dat wordt allemaal stof voor een volgende keer. En dan zijn er nog de zovele vrijwilligers, die zullen wel kom zijn om die dienstcncen- trale in eigen dorp te helpen oprichten en te helpen bij de werking; en dit voor bejaarden uit eigen omgeving. onze gemeente de juiste weg niet kennen, bepaalde dingen niet weten, niet op de hoogte zijn van hun rechten, er voor onze gemeente jaarlijks één miljoen verloren gaat. Maar je hebt strukturen en personeel nodig om de mensen wegwijs te maken en dat gaat niet vanzelf. Waar ligt de oplossing? In feite kan noch het gemeen tebestuur, noch het OCMW een beslissing nemen, omdat ze allebei gehouden zijn aan de wet. Wat wel kan gebeuren, aldus de hr. Tirez, is een ak- sentverschuiving. In feite zijn het hier theorieën die tegen over elkaar staan. Neem nu bv. in de bejaardenzorg. Vroe ger was het principe, dat de kinderen voor hun ouders zorgden. Maar die filosofie verdwijnt. Moeten wij die nu terug invoeren? Denk bv. aan een jong echtpaar, dat net ge bouwd heeft en een lening moet aflossen. Kan het bij voorbeeld het inkomen van de vrouw derven om zorg te dra gen voor de bejaarde ouders? Hoe moet het dat financieel verhalen? Is dat op gemeen telijk vlak ondergeschikt aan sportakkomodatie, kultu- rele gebeurtenissen, enz.? Dit zijn mogelijke diskussiepun ten, die slechts kunnen opge lost worden door een aksent- verschuiving. Het is ook een uitdaging: wie tekent immers het patroon van een mens waardig bestaan? Welke keuze maken de gemeentebesturen, de OCMW's? De vrijheid van het OCMW Positief is ook dat elk OCMW naar eigen goeddunken kan beslissen. Maar dat houdt na tuurlijk ook konsekwenties in. Neem nog maar het begrip: 'repressie'. Iemand komt in een konfliktsituatie door eigen fout: alkoholisme. drugs e.a; en verliest zijn werk. Dan kun nen er twee filosofieën ont staan: of 'hij heeft fout en hij moet boeten' (geen hulp) of 'hij heeft een misstap begaan en moet daaruit geholpen wor den'. Naargelang het stand punt van het OCMW zijn de gevolgen verschillend. Elk OCMW beslist zelf hoe het die situatie ziet. Konklusie: hoe sterker het OCMW geënga geerd is, hoe meer kans er is op konflikten met het gemeen tebestuur. Deze diskussiepun ten zullen nog groeien. Of een baan nu wel of niet een verlich ting moet bekomen levert niet veel diskussie, maar hoevér maatschappelijk wel of niet be toelaagd wordt en aan wie en waarom, kan zelfs in een partij een serieuze grond zijn voor gedachtenwisseling. Persoonlijke bedenking bij de invloed Niet alleen op gemeentelijk vlak geven deze diskussiepun ten spanningen. Ook op natio naal vlak laten ze hun invloed gelden. In elk geval zullen de gemeenten nog eens extra ge confronteerd worden met het nationaal beleid en zijn gevol gen, niet alleen voor hun eigen begroting, maar ook door de weerslag van de nationale be sluitvormingen. Ter illustratie volgend 'voorbeeld: de vraag stelt zich immers of de afhou ding van 500 fr. op de kinder bijslag, verhoging van autobe lasting en benzine, waardever mindering van het geld en koopkrachtvermindering even schadeloos zal verlopen voor mensen die pensioengerech tigd zijn, gehandikapt, stempe len, kleine bedienden, als de 10% voor de ministers? Want ook nationaal gaat het hem allemaal om die aksentver- schuiving. Wie heeft de sterk ste ekonomische weerslag: de man met de wedde van 40.000 net, die rechtstreeks en onrechtstreeks 7%, inlevert, hetzij 2.800 fr; of iemand die 80.000 net per maand heeft en 12% inlevert, hetzij 9600 fr.? Indien dit heel moeilijk te besluiten is kan de persoon van 80.000 een maand pogen rond te komen met 37.200 en die van 40.000 met 70.400. Als dat kon gebeuren zouden de ak sentverschuivingen niet lanj op zich laten wachten. Wie ii het OCMW werkt, wordt dai nog met andere situaties ge- konfronteerd, waarbij 40.00( fr. een echte luxe is. Men zegt dat de mens op de eerste p' komt. Is dat wel zo? En hoevë zijn wij nu nog echt sociaa betrokken? Er is rond dit on derwerp een heieboe denkwerk weggelegd, dat gaa van eenvoudige spontane bu renhulp tot eerlijke, partijpoli tieke beslissingen, die steunet op rechtvaardigheid, daadwer kelijke rechtvaardigheid en di< niet langer stuklopen op eei heleboel klassieke doodlopen zoals: «die partij heeft di schuld, het staal heeft d( schuld, de kolenmijnen heb ben de schuld, enz.» Terwij elke partij nog volop aan dl pot likt, zolang er, al was he maar, de geur van stroop ii hangt. Ligt op dit terrein nie het échte slagveld van de ver nieuwde democratie? En wel ke partij heeft het eerst d< politieke moed om deze ak sentverschuiving door te voe ren en drastisch toe te passen? Door het ACV bestuur van Baasrode werd het initiatie! genomen om de aangesloten leden te laten kennis maken met een bedrijf dat voor een groot deel zijn stempel heeft gedrukt op Baasrode. Meer bepaald de vroegere fabriek Union, nu het bedrijf voor de firma Jacky-Iglo zijn intrek heeft genomen. Deze firma vaardigde trouwens zijn personeelschef, de heer Cools af, oni de vergadering een beter inzicht te geven in het hele bedryf. Ook de nationale sekretaris van de centrale voeding, de heer Frans Bocklandt was present. Plaatselijk voorzitter Her mans leidde beide gasten in. Hij onderstreepte ook dat de tewerkstellingspro- blematiek in de gemeente Baasrode zeer kritisch is en onderstreepte dat er toch heel wat aan bedrijven ten onder zijn gegaan: scheeps werven, bouwondernemin gen, enz. Rond de eeuw wisseling, aldus de heer Cools, startte de heer De Bruyne te Sint-Gillis Den dermonde met een oliemo len om voor de tweede oor log zijn familiebedrijf over te brengen naar Baasrode. Hij startte zijn bedrijf met 30Ö werknemers, onder wie 12 vrouwen. In 1958 werd overgeschakeld naar een nieuwe gamma produkten. Men startte met Ola en later met Milkana. In 1968 werd Ola zelfstandig en werd Jacky aangekocht. De tewerkstelling ging daar mee ook in stijgende lijn: in 1962 600 arbeidsplaat sen, in 1968 800 en momen teel 920. Daarbij moet men nog de ruim 1.200 leveran ciers-boeren tellen. Heeft de firma Jacky een internationaal afzetgebied, dan moet men hier reke ning houden met het zo snel mogelijk afleveren van verse produkten. Dat ligt anders bij Milkana dat meer nationaal gebonden is en een stabiele markt heeft. Frans Bocklandt. ooit nog ACV propagandist op het bedrijf, zei dat Iglo-Ola- Jacky steeds gewerkt heeft met een direktie die zich altijd heeft ingezet tot het uiterste om tot goede reali- 'zaties te komen. Boven dien is het een van de be kommernissen van de di rektie geweest open oor en oog te hebben voor de pro blemen van de werkne mers. De direktie houdi zich aan de nationaal afge sloten overeenkomsten en waar men vroeger probeer de de' vakbonden uit de weg te gaan. dan ging men in 1960 toch over tot de oprichting van een onder nemingsraad en een komi- tee Veiligheid en Gezond heid. Dat was meteen een grote verandering in het bedrijf dat nu best een pi lootonderneming kan wor den genoemd. Vragen Na beide uiteenzettingen kregen de vele aanwezigen kansen te over om vragen te stellen. Vooral proble men rond het brugseizoen kwamen aan de orde. Wat de devaluatie aanging, ook daaromtrent rezen vragen. Maar gezien Iglo-Ola en Jacky arbeidsintensieve be drijven zijn, verwacht men de eerstkomende jaren weinig verandering. Niette genstaande de krisis ziet men het bij «den Union» rooskleurig in. Pascale Hoste woont in Lokeren aan de Jasmijn straat 9. Groot was onze verwondering toen na het bellen de deur openging, en we stonden daar voor vader Hoste. Julien Hoste is jarenlang BSP-gemeen- teraadslid geweest in Lokeren. Talrijke verkiezingen hebben wij samen meegemaakt op het Lokerse stadhuis, soms waren wij allebei getuigen, soms was hij getuige en ik sekretaris van de voorzitter. Maar hoe dan ook, er was steeds een vlotte en prettige samenwerking. Nu is Julien nog altijd verbonden aan de socialistische mutualitait van het arrondissement Sint-Niklaas. Nog een paar jaartjes en hij legt daar ook de riem af. Want Julien is al eens serieus ziek geweest. Gelukkig schijnt hij er nu terug bovenop gekomen te zijn. Dochter Pascale studeert momenteel aan de rijksuni versiteit van Gent. En ze heeft wel hoog gemikt. Ze koos het moeilijkste en meest langdurige, ze zit nu in de eerste kandidatuur geneeskunde. Gemakkelijk is het niet", zegt ze, «maar het is interessant, en ik doe het graag». En dan opeens, zoals ze in Lokeren zeggen, viel onze frank. Het is niet de eerste keer dat we Pascale Hoste ontmoet hebben. Zij was het toch die in de grote tentoonstelling van de Lokerse hobbyklub de plaatselijke persprijs heeft gekregen. Ze verzamelt immers poppen. Hoe is zij aan die eigenaardige verzameling van folkloristische poppen begonnen? Wel, toen haar zus (die zeventien jaar ouder is dan zijzelf) ging trouwen, en dus het huis zou verlaten, had die daar een viertal folkloristische poppetjes staan. Die zou ze niet meenemen, en jonge zus Pascale, die altijd in bewondering gestaan had voor die poppetjes, kreeg ze nu in volle eigendom. Dal was zo rond 1971. En dan is Pascales verzamel woede pas voorgoed begonnen. Telkenjare werd een reis gemaakt en in al die verre landen zijn er zo van die poppetjes te vinden. Dat zijn er uit Tirol, Spanje en Schotland. Er zijn ook Belgische bij. En we mogen zeker de eigen Lokerse Kovensniet verge ten. Die verdienen natuurlijk een ereplaats. Verder kwamen er dan nog Poolse, Griekse en Macedoni sche poppen de verzameling vergroten. Van buiten Europa heeft ze er ook al een heel pak: Marokkaan se, Tunesische, Arabische, en Turkse. Voor die twee Tunesische poppen heeft ze een speciale voorkeur. Die werden in plastiek gemaakt en zijn aan houten plankjes vastgemaakt zodat ze niet kunnen vallen. Het wonderbaarste is hun gekke gelaatsuitdrukking, waar je, willen of niet, moét mee lachen ...Nu heeft Pascale haar gezichtseinder nog verruimd, en met fierheid toonde ze ons al poppen uit de Seychellen en uit Thailand. Deze laatste zijn zeer fijn opgevat, en bekleed met wondermooi fijn geborduurde zijde. Of de verzameling al kompleet is? «Och neen», zegt Pascale, «dat geraakt nooit volledig af. Er zijn nog zoveel landen waarvan ik nog niets bezit. Begonnen met vier, ben ik nu toch reeds in het bezit van honderd en elf exemplaren». En daar komen er toch nog altijd bij. Zij krijgt er ook veel van vrienden en kennissen. Want het is vanzelfsprekend dat zij die landen nog niet allemaal zelf heeft bezocht. Zo'n pop kan wel vijfhonderd frank kosten, maar van één reis breng je er toch maar één of twee mee. Al die poppetjes en poppen zijn meestal met de hand gemaakt, en er zijn waarachtige kunstwerkjes bij. De gezichten zijn van was, stof of van plastiek. Die stoffen vindt zij over het algemeen de mooiste. Daar kan de maker het meest uitdrukking in leggen. Als steun en als dokumentatie voor haar hobby verzamelt Pascale ook postkaarten over het zelfde onderwerp. En zo heeft zij er ook al een indrukwek kend aantal van. Ruilvoorwerpen vormen de poppen werkelijk niet, want ze kent bij hobbyklubs geen enkele soortgelijke verzameling. Ze is dus volledig op eigen krachten en op die van vrienden aangewe zen. Het zal dus ook nooit geen hobby worden zoals postzegels verzamelen, waarbij de mogelijkheden nooit zijn uitgeput. Vroeger ging Pascale ook geregeld naar de Lokerse hobbyklub. Daar is ze sinds haar achtste jaar lid van. Maar nu is ze daar minder aktief sinds ze aan de universiteit studeert. En daar kunnen wij haar geen ongelijk in geven. Haar ruime slaap- en studeerkamer staat al helemaal vol, op kasten en op rekken langsheen de muren. Het vergt erg veel onderhoud. Maar haar laatste aanwin sten laat ze meestal in de plastic omhulsels zitten. Zo blijven die beter gevrijwaard. De vroegere, ontdaan van plastic, moeten wel geregeld afgestoft worden. Het schijnt dat dat nogal eens een werkje is voor moeder J.V.L.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1982 | | pagina 10