O.C.M.W.-Lebbeke
heeft grootse plannen
Stijgende spanning tussen OCMW's
en gemeentebesturen?
De poppen van Pascale Hoste
uit Lokeren
<Den Union» van Baasrode doorgelicht
10 - 26.3.1982 - De Voorpost
Niet alleen op nationaal vlak roert het, omdat de regering de
neiging heeft eerst te besparen in de sociale sektor, of eerst de
kleine man te treffen, ook op gemeentelijk vlak doet deze
spanning zich gevoelen.
Situatie. Zoals iedereen weet,
krijgen de gemeenten het fi
nancieel zeer lastig, evenals de
Staat trouwens. Ook hier
wordt de oorzaak gezocht in
strukturen die omgebouwd
werden. De huidige OCMW's
hebben een eigen bestuur en
een eigen rechtspersoonlijk
heid. In zeer strikte zin maakt
het in feite geen deel uit van
het gemeentebestuur. Dit af
zonderlijk handelen is er de
oorzaak van dat gemeenten en
OCMW een beetje uit elkaar
gegroeid zijn. Maar de
OCMW's moeten hun wer-
kingsgelden gaan halen bij de
gemeentebesturen. En deze
hebben nu niet veel geld voor
handen. Bovendien is het elek-
toraal gezien aantrekkelijker
verschillende verenigingen te
betoelagen, openbare werken
te doen, enz. Daarbij komt dat
de sociale betrokkenheid van
langsom meer vermindert.
Zonder het OCMW zou het
voor de gemeente vaak gemak
kelijker zijn om financieel in
evenwicht te blijven.
Vroeger en nu. Van de ene
kant heb je de wet op het
bestaansminimum en van de
andere kant ziet het gemeente
bestuur met lede ogen dat de
COO's vroeger minder geld
kostten. Dit drijft de spannin
gen tussen de beide besturen
op. De opdracht van de COO's
was anders, ze luidde: 'de ma
teriële leefbaarheid van de
mensen begeleiden' m.a.w. de
mensen mochten niet verhon
geren. Deze COO's werden
ook betoelaagd. Maar de op
dracht van het OCMW is: 'ie
der persoon de mogelijkheid te
geven om een menswaardig
bestaan te leiden'. Dat is na
tuurlijk een veel komplexer
opdracht. Want wat is mens
waardig? wat houdt dat alle
maal in? Hoever gaat dat?
Hier speelt de visie van het
plaatselijk bestuur een grote
rol. Is menswaardig meer dan
kleding, verwarming, voeding?
Is het ook huisvesting, enz..?
Maar dat kost natuurlijk alle
maal geld. En dan zijn er de
andere takken: sport, cultuur
e.a., die ook op de gemeente
beroep doen. (betoelaging 5
milj. voor Lebbeke). Er is dus
voor de gemeenten iets bijge
komen in een fase waarin ze er
financieel net niet zo goed
voorzitten en zo beperkt zijn.
Vb. een OCMW ücht de inwo
ners graag regelmatig in over
haar diensten. Vroeger hebben
wij nog een brochure uitgege
ven. Nu wachten we op een
betere gelegenheid, want het
kost geld. Reken maar even:
6.000 exemplaren....
Diskussiepunten
en oorzaken van spanning
Wat heeft dus de prioriteit: de
toelagen aan de OCMW's of
de toelagen aan 'elektoraal
aantrekkelijke projekten'?
Het wordt een vicieuze cirkel.
De overheid bezuinigt op lig
dagen, remgeld, ziekenhuis
personeel, enz en waar moe
ten de mensen naartoe? Dat is
ook zo voor bejaardenzorg.
Maar denk eens aan die andere
problemen: ziekte, alcoholis
me, enz. Ik beweer dat, door
het feit dat vele inwoners van
Voor het OCMW-Lebbeke wordt 1982 een suksesvol jaar, waarin de vruchten geplukt
worden van vroegere realisaties, maar ook een jaar van hard werken. De plannen voor
het nieuw OCMW-gebouw zijn immers via het schepencollege, de provinciale, de
stedebouwkundige en de ministeriële diensten eindelijk beland bij de voogdijminister.
Als deze zijn fiat geeft, is de overwinning van heel wat obstakels niet voor niets geweest
en is Lebbeke over een vijftal jaar, de fiere bezitter van een zeer origineel opgevat
bejaardentehuis. Maar er is meer: voor de erkenning van het huidig rustoord is de kogel
ook door de kerk!
Een gesprek met de heer A.
Tirez, voorzitter.
De nieuwbouw
Voor dat het dossier eindelijk
bij de Voogdijminister beland
de werden een heleboel moei
lijkheden overwonnen, o.a. in
verband met de Ringlaan
(waar het nieuw OCMW-rus-
toord zal komen), de verleg
ging van de waterloop, bijko
mende onteigeningen enz... en
Waartoe? Wel, voor de bouw
van een 'landelijk' home. De
meeste steden voorzien in de
opvang van bejaarden met flat
gebouwen. Kijk maar naar
Dendermonde met 'Het zilver-
pand' en 'Hof ter Boonwijk'.
Wij stelden voor het eerst een
soort landelijke bouw voor:
laagbouw, dus geen verdiepin
gen, tenzij in het centraal ge
deelte en we hebben nogal
problemen gehad om door de
administratieve molen te gera
ken, zoals gezegd, aan de
Ringlaan op een terrein van
drie hektare, schuin achter het
huidige. Eén vleugel is voor
zien voor opname van anders
valide bejaarden, daarop volgt
het centrale gedeelte met ont
spanningsruimte, rekreatie-
ruimte, kapel, bar
Op de eerste verdieping heb
ben verpleegster, kinesithera-
peute en dokter hun kabinet.
Hier zijn vier liften voorzien.
Direkt daarop, in rechte lijn,
sluit de vleugel aan voor echt
paren. Loodrecht daarop
wordt een gedeelte voor de
zusters voorzien. Deze drie
laatste afdelingen staan rond
een rechthoekig plein, waar
van zich te midden een vijver
bevindt.
Deze wordt gekreëerd uit een
gedeelte van de beek. die we
verplicht waren te verleggen.
Loodrecht aansluitend op de
centrale vleugel komt de keu
ken. De gronden die daarach
ter liggen zijn ook onteigend
om later sociale bejaardenwo
ningen te bouwen. De bedoe-
l:ng van het OCMW is immers
alle belangrijke diensten te
centraliseren. Vermits dit
nieuwe rustoord aan de Ring
laan gebouwd wordt, voorzien
we langs de weg een scherm en
een helling om de lawaaihinder
van het verkeer te beperken.
alhoewel dat visueel zichtbaar
blijft. Eén van de bezwaren
tegen deze laagbouw was de
lengte (in totaal 126 m.) voor
het personeel Na berekenin
gen is dit toch heel aanvaard
baar gebleken. De kapaciteit is
90 bedden voor bejaarden en 6
bedden voor het personeel (96
totaal).
Als de voogdijminister geld ter
beschikking stelt, kan de aan
besteding gebeuren.
Het huidig rustoord
Het huidig rustoord heeft een
kapaciteit van 78 bedden en 2
ziekenkamers, dus 80 bedden.
De procedure voor erkenning,
reeds lang aangevraagd en be
zig is officieus aanvaard. Offi
cieel moet de bevestiging nog
komen. De aanpassingswer-
ken, vooral op gebied van
brandveiligheid, zijn allemaal
uitgevoerd. Alles werd, na
kontrole, in orde bevonden.
Wij verwachten de betekening
voor april 1982.
Dit is bijna 80 jaar na de start.
Het rustoord werd immers ge
bouwd in 1903 en was nooit
erkend door de voogdijover
heid.
Wat bent u met dit bejaarden
tehuis van plan als het nieuwe
er is?
Dit nieuwe rustoord komt er
slechts over 4 - 5 jaar. Indien
er op dat ogenblik geen andere
benadering is. dan zouden wij
dit gebouw voor allerlei dien
sten ter beschikking stellen. Ik
denk maar aan het Rode
Kruis, het Nationaal Werk
voor Kinderwelzijn e.a., die
nu problemen hebben om er
gens een onderkomen te
vinden.
De warme maaltijden
Dat is een typisch Lebbeekse
oplossing: alle maaltijden wor
den immers bereid in de keu
ken hier aan de hand van een
menu. Hoe dat in zijn werk
gaat? Iedere donderdag komt
er een werkgroep bijeen om
het menu (ontbijt, middag
maal. avondmaal) voor de vol
gende week vast te leggen.
Alle mensen .van buiten het
rustoord, die ook recht hebben
op zo'n maaltijd, krijgen het
zelfde middagmaal.
Wie komt in aanmerking voor
zo'n maaltijd?
Alle mensen, die met pensioen
zijn, hebben automatisch
recht. Anderen doen eerst hun
aanvraag, daarop volgt een en
quête door de sociale dienst en
aan de hand daarvan worden
de maaltijden toegekend en de
prijzen vastgesteld.
Het bedrag kan variëren van
50 tot 120 frank. Kijk maar
even naar het menu: het is de
gezonde boerenkeukcn zonder
diepvriesprodukten.
Het menu ziet er inderdaad
lekker uit en biedt zeer veel
afwisseling. Per dag worden
140 maaltijden rondgedeeld.
De bedoeling van het OCMW
is ook bejaarden zoveel moge
lijk in hun eigen vertrouwd
milieu te laten verblijven. Ver
mits deze dienst erkend is,
wordt hij ook betoelaagd door
het Ministerie.
Bewoners hebben inspraak
Om de 2 maand wordt in het
home een nota rondgedeeld,
waarin elke bejaarde uitgeno
digd wordt, rond 3 uur in de
namiddag, rechtstreeks zijn
suggesties, klachten, wensen
enz. over te maken aan de
voorzitter. We willen hier
vooral alle hiërarchische hin
demissen uit de weg ruimen.
Dan is hier ook een nauwe
samenwerking met verschillen
de bonden voor gepensioneer
den, waarmee we reeds sedert
een drietal jaar overleg plegen.
Ongeveer vier keer per jaar
streefcijfer) komen ze hier bij
een rond een paar thema's.
Bedoeling is: evaluatie van de
bejaardenzorg. Tegenover dit
initiatief was in het begin heel
wat wantrouwen. Maar nu is
de werking heel vlot; alles ver
loopt perfekt en iedereen voelt
er zich echt gemakkelijk mee.
Andere plannen
We hebben een gemiddelde
van 40 mensen, die op de
wachtlijst staan voor opname.
We zullen dus ook in de toe
komst niet aan de vraag kun
nen beantwoorden. Daarom
zullen wij zeker pogen ons veel
beter nog te struktureren. Wat
wij betrachten is dat bejaarden
zo lang mogelijk in hun eigen
midden kunnen blijven.
Daarom hebben wij een poets-
dienst en een karweidienst.
We hebben echter nieuwe
plannen. Opdat de mensen
dichterbij met hun problemen
zouden terechtkunnen, voor
zien wij de inrichting van dien
stencentra in elke deelgemeen
te. In Wieze en Denderbelle
zullen dus zo vatten wij het
althans op 'alarm-entiteiten'
opgericht worden. We hebben
11 flats ingericht voor mannen
en 4 voor vrouwen. In de toe
komst zouden wij pogen meer
anders-valide bejaarcen op te
nemen en de valide bejaarden,
met gestruktureerde hulp, zo
veel mogelijk in hun eigen om
geving houden.
Zo is althans ons opzet.
Bent u van plan daarvoor sa
men te werken met tele-
dienst?
We hebben met Tele-dienst
een goede relatie, maar we
beschouwen dit als onze op
dracht en zullen dus proberen
ze van hieruit waar te maken.
Ziet u deze dienstencentra dan
werken op basis van vrijwillige
inzet of met mensen van het
OCMW?
Liefst zouden we een perma
nentie hebben op basis van
vrijwillige inzet, maar als dat
onmogelijk blijkt dan werken
we met iemand van het
OCMW Het gespecialiseerd
personeel, dat hier zijn dag
taak heeft, zal dus ook in die
centra zijn deel van de dien
sten dragen, zijn taak daar ver
vullen.
Zo te zien heeft het OCMW te
Lebbeke enorm veel toe-
komstperspektieven en is er
veel werk aan de winkel. Wij
wensen hen alvast alle (minis
teriele) wind in dc zeilen.
En dan...
En dan is er nog Leo Callaert,
VU, nieuw OCMW-lid. plaats
vervanger van Jef Bosman, 65
jaar, VU eveneens, die van
zijn partij moet ontslag ne
men Dan is er ook nog: de
kinderopvang, de Caritas-
dienst. dc dienst onthaalmoe
ders en. last but not least: de
zaak Moeyersoons waarover
nog niets gezegd is.
Maar dat wordt allemaal stof
voor een volgende keer.
En dan zijn er nog de zovele
vrijwilligers, die zullen wel
kom zijn om die dienstcncen-
trale in eigen dorp te helpen
oprichten en te helpen bij de
werking; en dit voor bejaarden
uit eigen omgeving.
onze gemeente de juiste weg
niet kennen, bepaalde dingen
niet weten, niet op de hoogte
zijn van hun rechten, er voor
onze gemeente jaarlijks één
miljoen verloren gaat. Maar je
hebt strukturen en personeel
nodig om de mensen wegwijs
te maken en dat gaat niet
vanzelf.
Waar ligt de oplossing?
In feite kan noch het gemeen
tebestuur, noch het OCMW
een beslissing nemen, omdat
ze allebei gehouden zijn aan de
wet. Wat wel kan gebeuren,
aldus de hr. Tirez, is een ak-
sentverschuiving. In feite zijn
het hier theorieën die tegen
over elkaar staan. Neem nu
bv. in de bejaardenzorg. Vroe
ger was het principe, dat de
kinderen voor hun ouders
zorgden. Maar die filosofie
verdwijnt. Moeten wij die nu
terug invoeren? Denk bv. aan
een jong echtpaar, dat net ge
bouwd heeft en een lening
moet aflossen. Kan het bij
voorbeeld het inkomen van de
vrouw derven om zorg te dra
gen voor de bejaarde ouders?
Hoe moet het dat financieel
verhalen? Is dat op gemeen
telijk vlak ondergeschikt
aan sportakkomodatie, kultu-
rele gebeurtenissen, enz.? Dit
zijn mogelijke diskussiepun
ten, die slechts kunnen opge
lost worden door een aksent-
verschuiving. Het is ook een
uitdaging: wie tekent immers
het patroon van een mens
waardig bestaan? Welke keuze
maken de gemeentebesturen,
de OCMW's?
De vrijheid van het OCMW
Positief is ook dat elk OCMW
naar eigen goeddunken kan
beslissen. Maar dat houdt na
tuurlijk ook konsekwenties in.
Neem nog maar het begrip:
'repressie'. Iemand komt in
een konfliktsituatie door eigen
fout: alkoholisme. drugs e.a;
en verliest zijn werk. Dan kun
nen er twee filosofieën ont
staan: of 'hij heeft fout en hij
moet boeten' (geen hulp) of
'hij heeft een misstap begaan
en moet daaruit geholpen wor
den'. Naargelang het stand
punt van het OCMW zijn de
gevolgen verschillend. Elk
OCMW beslist zelf hoe het die
situatie ziet. Konklusie: hoe
sterker het OCMW geënga
geerd is, hoe meer kans er is
op konflikten met het gemeen
tebestuur. Deze diskussiepun
ten zullen nog groeien. Of een
baan nu wel of niet een verlich
ting moet bekomen levert niet
veel diskussie, maar hoevér
maatschappelijk wel of niet be
toelaagd wordt en aan wie en
waarom, kan zelfs in een partij
een serieuze grond zijn voor
gedachtenwisseling.
Persoonlijke bedenking
bij de invloed
Niet alleen op gemeentelijk
vlak geven deze diskussiepun
ten spanningen. Ook op natio
naal vlak laten ze hun invloed
gelden. In elk geval zullen de
gemeenten nog eens extra ge
confronteerd worden met het
nationaal beleid en zijn gevol
gen, niet alleen voor hun eigen
begroting, maar ook door de
weerslag van de nationale be
sluitvormingen. Ter illustratie
volgend 'voorbeeld: de vraag
stelt zich immers of de afhou
ding van 500 fr. op de kinder
bijslag, verhoging van autobe
lasting en benzine, waardever
mindering van het geld en
koopkrachtvermindering even
schadeloos zal verlopen voor
mensen die pensioengerech
tigd zijn, gehandikapt, stempe
len, kleine bedienden, als de
10% voor de ministers? Want
ook nationaal gaat het hem
allemaal om die aksentver-
schuiving. Wie heeft de sterk
ste ekonomische weerslag: de
man met de wedde van
40.000 net, die rechtstreeks en
onrechtstreeks 7%, inlevert,
hetzij 2.800 fr; of iemand die
80.000 net per maand heeft en
12% inlevert, hetzij 9600
fr.? Indien dit heel moeilijk te
besluiten is kan de persoon van
80.000 een maand pogen rond
te komen met 37.200 en die
van 40.000 met 70.400. Als dat
kon gebeuren zouden de ak
sentverschuivingen niet lanj
op zich laten wachten. Wie ii
het OCMW werkt, wordt dai
nog met andere situaties ge-
konfronteerd, waarbij 40.00(
fr. een echte luxe is. Men zegt
dat de mens op de eerste p'
komt. Is dat wel zo? En hoevë
zijn wij nu nog echt sociaa
betrokken? Er is rond dit on
derwerp een heieboe
denkwerk weggelegd, dat gaa
van eenvoudige spontane bu
renhulp tot eerlijke, partijpoli
tieke beslissingen, die steunet
op rechtvaardigheid, daadwer
kelijke rechtvaardigheid en di<
niet langer stuklopen op eei
heleboel klassieke doodlopen
zoals: «die partij heeft di
schuld, het staal heeft d(
schuld, de kolenmijnen heb
ben de schuld, enz.» Terwij
elke partij nog volop aan dl
pot likt, zolang er, al was he
maar, de geur van stroop ii
hangt. Ligt op dit terrein nie
het échte slagveld van de ver
nieuwde democratie? En wel
ke partij heeft het eerst d<
politieke moed om deze ak
sentverschuiving door te voe
ren en drastisch toe te passen?
Door het ACV bestuur van Baasrode werd het initiatie!
genomen om de aangesloten leden te laten kennis maken
met een bedrijf dat voor een groot deel zijn stempel heeft
gedrukt op Baasrode. Meer bepaald de vroegere fabriek
Union, nu het bedrijf voor de firma Jacky-Iglo zijn intrek
heeft genomen. Deze firma vaardigde trouwens zijn
personeelschef, de heer Cools af, oni de vergadering een
beter inzicht te geven in het hele bedryf. Ook de nationale
sekretaris van de centrale voeding, de heer Frans
Bocklandt was present.
Plaatselijk voorzitter Her
mans leidde beide gasten
in. Hij onderstreepte ook
dat de tewerkstellingspro-
blematiek in de gemeente
Baasrode zeer kritisch is en
onderstreepte dat er toch
heel wat aan bedrijven ten
onder zijn gegaan: scheeps
werven, bouwondernemin
gen, enz. Rond de eeuw
wisseling, aldus de heer
Cools, startte de heer De
Bruyne te Sint-Gillis Den
dermonde met een oliemo
len om voor de tweede oor
log zijn familiebedrijf over
te brengen naar Baasrode.
Hij startte zijn bedrijf met
30Ö werknemers, onder wie
12 vrouwen. In 1958 werd
overgeschakeld naar een
nieuwe gamma produkten.
Men startte met Ola en
later met Milkana. In 1968
werd Ola zelfstandig en
werd Jacky aangekocht. De
tewerkstelling ging daar
mee ook in stijgende lijn:
in 1962 600 arbeidsplaat
sen, in 1968 800 en momen
teel 920. Daarbij moet men
nog de ruim 1.200 leveran
ciers-boeren tellen.
Heeft de firma Jacky een
internationaal afzetgebied,
dan moet men hier reke
ning houden met het zo
snel mogelijk afleveren van
verse produkten. Dat ligt
anders bij Milkana dat
meer nationaal gebonden is
en een stabiele markt
heeft.
Frans Bocklandt. ooit nog
ACV propagandist op het
bedrijf, zei dat Iglo-Ola-
Jacky steeds gewerkt heeft
met een direktie die zich
altijd heeft ingezet tot het
uiterste om tot goede reali-
'zaties te komen. Boven
dien is het een van de be
kommernissen van de di
rektie geweest open oor en
oog te hebben voor de pro
blemen van de werkne
mers.
De direktie houdi
zich aan de nationaal afge
sloten overeenkomsten en
waar men vroeger probeer
de de' vakbonden uit de
weg te gaan. dan ging men
in 1960 toch over tot de
oprichting van een onder
nemingsraad en een komi-
tee Veiligheid en Gezond
heid. Dat was meteen een
grote verandering in het
bedrijf dat nu best een pi
lootonderneming kan wor
den genoemd.
Vragen
Na beide uiteenzettingen
kregen de vele aanwezigen
kansen te over om vragen
te stellen. Vooral proble
men rond het brugseizoen
kwamen aan de orde. Wat
de devaluatie aanging, ook
daaromtrent rezen vragen.
Maar gezien Iglo-Ola en
Jacky arbeidsintensieve be
drijven zijn, verwacht men
de eerstkomende jaren
weinig verandering. Niette
genstaande de krisis ziet
men het bij «den Union»
rooskleurig in.
Pascale Hoste woont in Lokeren aan de Jasmijn
straat 9. Groot was onze verwondering toen na het
bellen de deur openging, en we stonden daar voor
vader Hoste. Julien Hoste is jarenlang BSP-gemeen-
teraadslid geweest in Lokeren. Talrijke verkiezingen
hebben wij samen meegemaakt op het Lokerse
stadhuis, soms waren wij allebei getuigen, soms was
hij getuige en ik sekretaris van de voorzitter. Maar
hoe dan ook, er was steeds een vlotte en prettige
samenwerking. Nu is Julien nog altijd verbonden aan
de socialistische mutualitait van het arrondissement
Sint-Niklaas. Nog een paar jaartjes en hij legt daar
ook de riem af. Want Julien is al eens serieus ziek
geweest. Gelukkig schijnt hij er nu terug bovenop
gekomen te zijn.
Dochter Pascale studeert momenteel aan de rijksuni
versiteit van Gent. En ze heeft wel hoog gemikt. Ze
koos het moeilijkste en meest langdurige, ze zit nu in
de eerste kandidatuur geneeskunde. Gemakkelijk is
het niet", zegt ze, «maar het is interessant, en ik doe
het graag». En dan opeens, zoals ze in Lokeren
zeggen, viel onze frank. Het is niet de eerste keer dat
we Pascale Hoste ontmoet hebben. Zij was het toch
die in de grote tentoonstelling van de Lokerse
hobbyklub de plaatselijke persprijs heeft gekregen.
Ze verzamelt immers poppen. Hoe is zij aan die
eigenaardige verzameling van folkloristische poppen
begonnen? Wel, toen haar zus (die zeventien jaar
ouder is dan zijzelf) ging trouwen, en dus het huis
zou verlaten, had die daar een viertal folkloristische
poppetjes staan. Die zou ze niet meenemen, en jonge
zus Pascale, die altijd in bewondering gestaan had
voor die poppetjes, kreeg ze nu in volle eigendom.
Dal was zo rond 1971. En dan is Pascales verzamel
woede pas voorgoed begonnen. Telkenjare werd een
reis gemaakt en in al die verre landen zijn er zo van
die poppetjes te vinden. Dat zijn er uit Tirol, Spanje
en Schotland. Er zijn ook Belgische bij. En we
mogen zeker de eigen Lokerse Kovensniet verge
ten. Die verdienen natuurlijk een ereplaats. Verder
kwamen er dan nog Poolse, Griekse en Macedoni
sche poppen de verzameling vergroten. Van buiten
Europa heeft ze er ook al een heel pak: Marokkaan
se, Tunesische, Arabische, en Turkse.
Voor die twee Tunesische poppen heeft ze een
speciale voorkeur. Die werden in plastiek gemaakt
en zijn aan houten plankjes vastgemaakt zodat ze
niet kunnen vallen. Het wonderbaarste is hun gekke
gelaatsuitdrukking, waar je, willen of niet, moét mee
lachen ...Nu heeft Pascale haar gezichtseinder nog
verruimd, en met fierheid toonde ze ons al poppen
uit de Seychellen en uit Thailand. Deze laatste zijn
zeer fijn opgevat, en bekleed met wondermooi fijn
geborduurde zijde.
Of de verzameling al kompleet is? «Och neen», zegt
Pascale, «dat geraakt nooit volledig af. Er zijn nog
zoveel landen waarvan ik nog niets bezit. Begonnen
met vier, ben ik nu toch reeds in het bezit van
honderd en elf exemplaren». En daar komen er toch
nog altijd bij. Zij krijgt er ook veel van vrienden en
kennissen. Want het is vanzelfsprekend dat zij die
landen nog niet allemaal zelf heeft bezocht.
Zo'n pop kan wel vijfhonderd frank kosten, maar
van één reis breng je er toch maar één of twee mee.
Al die poppetjes en poppen zijn meestal met de hand
gemaakt, en er zijn waarachtige kunstwerkjes bij. De
gezichten zijn van was, stof of van plastiek. Die
stoffen vindt zij over het algemeen de mooiste. Daar
kan de maker het meest uitdrukking in leggen.
Als steun en als dokumentatie voor haar hobby
verzamelt Pascale ook postkaarten over het zelfde
onderwerp. En zo heeft zij er ook al een indrukwek
kend aantal van. Ruilvoorwerpen vormen de poppen
werkelijk niet, want ze kent bij hobbyklubs geen
enkele soortgelijke verzameling. Ze is dus volledig
op eigen krachten en op die van vrienden aangewe
zen. Het zal dus ook nooit geen hobby worden zoals
postzegels verzamelen, waarbij de mogelijkheden
nooit zijn uitgeput.
Vroeger ging Pascale ook geregeld naar de Lokerse
hobbyklub. Daar is ze sinds haar achtste jaar lid van.
Maar nu is ze daar minder aktief sinds ze aan de
universiteit studeert. En daar kunnen wij haar geen
ongelijk in geven.
Haar ruime slaap- en studeerkamer staat al helemaal
vol, op kasten en op rekken langsheen de muren. Het
vergt erg veel onderhoud. Maar haar laatste aanwin
sten laat ze meestal in de plastic omhulsels zitten. Zo
blijven die beter gevrijwaard. De vroegere, ontdaan
van plastic, moeten wel geregeld afgestoft worden.
Het schijnt dat dat nogal eens een werkje is voor
moeder
J.V.L.