Meldert in de tijd van toen
50-jarig priesterjubileum Deken De Vos te Aalst
Zondag 18 april a.s., Beloken Pasen, wordt op initiatief van de Kerkraad van Sint-Martinus, van de parochiale
geestelijkheid en de parochieraad de hele gemeenschap betrokken by het jubileum van Constant De Vos, kanunnik en
deken te Aalst.
Te 9u45 gaat in de feestzaal van het stadhuis een akademische zitting door waar het woord zal worden gevoerd door
burgemeester D'haeseleer, voorzitter van de kerkraad prof. em. dr. ir. E. De Beer en J.P. Vermassen, voorzitter van
de parochieraad. Uiteraard volgt dan een dankwoord van de gevierde, wellicht in de hem eigen humoristische spirituele
styl die hem siert. Deze plechtigheid wordt opgeluisterd door het Kamerkoor van de stedelijke muziekakademie o.l.v.
Herman Slagmulder.
Te 11 uur is er dan de plechtige eucharistieviering in koncelebratie met de pastoors van de dekenij. De liturgische
gezangen worden verzorgd door het Sint-Martinuskoor o.l.v. E.H. Michael Ghys aan het orgel, begeleid door organist
Kristiaan Van Ingelgem.
Te 12ul5 volgt dan in het Sint-Jozefskollege, Pontstraat 7 een receptie waaraan de jubilaris het «Liber Amicorum»
waaraan tientallen van zijn vrienden hebben meegewerkt, aangeboden. Op uitdrukkelijk verzoek van de deken
worden, onder welke vorm dan ook, geen persoonlijke geschenken aanvaard. Wie meent zijn dankbaarheid te moeten
betuigen kan zulks door een storting op rekening 293-0212508-36 van het Jubileumkomitee Kanunnik C. De Vos,
Merestraat 11 te 9430 Nieuwerkerken (Aalst). De giften gaan integraal naar de parochiale school voor mentaal
gehandicapten, het Don Boscoinstituut, St.-Kamielstraat te Aalst.
Ruim zeventig jaar terug zag Constants geboortedorp er uiteraard helemaal anders uit. Met alle respekt voor de
deken schetsen we, ter illustratie, hierbij Meldert in de tyd van toen als kader waarin de jubilaris zyn jeugd sleet. En
hoe!
Pië Vos was immers één Asse kon niet tijdig bereikt trouwens zelf een klein
«Vossens», destyds
zenuwknooppunt van
Meldert
van de vroede gemeenteva- worden daar hij op visite veloke.
was. Met het gekende fata-
deren.
De Meldertse politiek ie gevolg.
Reeds zowat een eeuw vond haar oorsprong in de
terug was «Vossens» te schoolstrijd (1879-80) toen
Meldert reeds een begrip het gemeentebestuur had
en is dat trouwens geble- geweigerd de vrije school
ven. In zodanige mate zelfs aan te nemen. Onder ïm-
dat latere bewoners, alhoe- puls van pastoor Benedic-
wel van totaal andere fami- tus De Clippel kristalliseer-
lies als Kamiel Roggeman de zich een partij rond de
en Louis Verdoodt, in de families Goossens, Van
volksmond het epitheet Cauwelaert, Van Brempt
«Vossens» meekregen. en De Vos.
Petrus De Vos, alge- In 1911, toen de Mei-
meen gekend als «Pië dertse gemeenteraad een
Vos», een ietwat korpulent eerste blijk gaf van Vlaams
man met vinnige oogjes, bewustzijn door mede te
zeer populair wegens zijn ijveren voor de vervlaam-
goed humeur, schalkse lach sing van de Gentse Hoge-
en vele kwinkslagen, bete- school, was Petrus De Vos
kende er immers heel wat schepen. In 1912 werd hij
meer dan maar gewoon de dan burgemeester en bleef
boer op het grote, geheel zulks tot bij zijn.dood in
ommuurde hof met liefst 1917. Tot de toenmalige
een zestal paarden en tien- oppositie behoorden, is er
tallen stuks vee. De vader nog wel iets nieuws onder
van Constant De Vos, de de zon?, de «groenen» die
huidige deken, baatte er het zich in het heetste van
immers ook een maalderij de strijd moesten laten wei-
uit, destijds door een gevallen dat werd gezongen
stoommachine aangedre- «de vissen moeten de ketel
ven. Afgedankte molenste- in, de vossen moeten de
nen liggen er nog, als stille zetel in» wat dan later via
getuigen, nu als deurdrem- sarkasten evolueerde tot
pels. het schampere «van vissen
In de «tijd van toen» en vossen, verlos ons,
werd te Meldert ook heel Heer»,
wat vlas geteeld waarmee
Een bedryvige
familie
Gonsde het dus op het
hof zelf van aktiviteiten al
lerhande, ook in het woon-
«De straat» boeide hem
echter bovenal. Een do-
Albert De Vos was thuis mein waar trouwens heel
in het bedrijf aktief, richtte wat te beleven viel, te leren
later een kaasfabriek op en en te rapen, voor een pien-
bleef gedurende achttien tere knaap die van jongsaf
jaar, tot de ongewenste fu- aan gekonfronteerd werd
sie, '"burgemeester te met de realiteit van elke
Meldert. dag en, nog zeer klein, met
Madeleine tenslotte, het de buurt meeleefde als een
enige meisje, sleet haar volwassene in vestzakfor-
jonge jaren voor een groot maat.
deel bij Soeë Van den Echte volwassenen op de
Broeck en Leonieken De korrel nemen werd voor
Vos met dochter Judith als Constant trouwens een ge
speelkameraadje. Madelei- liefkoosd tijdverdrijf.
bij het aanhoren van hun
soms wilde verhalen had
Constant een kluif. Een
vette.
Zo maakte Soeë eens
een pomp om er in de Wa
len mijnwerkers uit de
koolputten mee boven te
halen. «Alle trokken aan
de pomparm. kwam er een
man boven...».
Of toen Soeë vertelde
van die met de duiven ge
wonnen «konstateur» die
hij helemaal uiteengooide,
weer ineenstak en die, niet
tegenstaande dat hij vier
stukken over had, perfekt
marsj eerde.
Maar vooral 's zaterdag
snamiddags als Soeë «alles
liet vallen» om te Vossens
te gaan bakken was het
voor Constant een feest.
Een paar knapperende
ovenkoeken waren er
steeds voor de bengel bij en
dat wist Constant naar
waarde te schatten. Dat
doen velen trouwens nu
nog steeds.
Fiolekes Nieken was
voor Constant als een twee
de moeder en als Madame
op boodschap moest, werd
de kleine bij Nieken gede
poneerd die er dan als hij
samen met zoontje Arthur
Ook het Kapelleke op de Meysberg was een attraktiepunt. De jeugd dolf er
potaarde uit de berm en maakte er marbels mee. In 1920 werd het kapelleke afgebroken
toenmalig pleintje waar in
de dag de kinderen ravot
ten en bij zomeravonden
«de staf» bijeenkwam.
Rechtover het reeds ver
melde estaminet van Fiole
kes stonden dan op de uit-
de boeren te Vossens te
recht konden om het tot
lijnzaad te laten stampen.
Hele karrevrachten lijn
zaadkoeken werden daar-
moegespeeld was, mee
naar bed trok. Aan weers
zijden één, terwijl Peken
aan de toog explikeerde
hoever Mons waar hij «zijn
troep had gedaan» van Ber
gen lag.
Maar «de Kat» was nog
veel meer dan dat!
Allemaal gezinnen waar
Constant welkom was. Uit
eraard in het één al meer
dan in het ander. Zo te
«Van de Moalens» waaruit
kijk over hun gebied Jeang
en Soeë van Mollekes, Miel
besloeg er de paarden en in
«de Roeper» korfde men
de duiven in voor Quié-
vrain. Ook «'t Strotjen», de
huidige Stevensveldstraat,
behoorde tot de belangstel
lingssfeer van Constant met
Miëster van den Brande
wiens zoon zijn dood vond
bij het vernietigen van mei
kevers in de schooltuin, de
boerderij «Stopmans»
enboven naar een fabriek huis heerste grote drukte
te Baasrode gevoerd om er De moeder van de De-
tot lijnmeel, «lijzemeel» te ken, Marie De Saedeleer,
worden gebroken ten be- een bijdehandse zakelijke
hoeve van lokale en regio- boeredochter van de Haal-
nale veetelers. Constant tertse Brul, niet van krasse
De Vos, peter van de de- uitspraken allerhande ver
ken, baatte op het dorp, vaard, en door heel Mel-
ongeveer achter het huis dert «Vossens Madame»
waar nu Emmérence geheten, zwaaide er de
woont, één van de drie plak in het huisgezin met
vroegere Meldertse wind- vijf kinderen waaronder
molens uit. Via muldersbe- Constant als de middelste,
langen kwam hij in kontakt Bovendien trachtte ze
met Elodie De Vis, «Tie- ook enige orde te handha-
ken van Smoljers» van de ven bij een aantal knechten
reeds in 1151 in de Affli- en voerlui die ofwel 's
gemse annalen vermelde avonds naar huis trokken
Neermolen aan de vijver en ofwel in de paardestal over-
de Kempinne, en legde nachtten.
door zijn huwelijk de link En vermits Madame in
De Vos-De Vis. In een ei- haar jeugd bij de maseur-
gendom De Vos, rechtover kes te Tildonk in het pen-
het hof, beheerde Benoit sionaat had «gelegen» en
Clauwaert, «Stantens dus ook met de taal van
Noeë», een coöperatieve Molière overweg kon, had
melkerij avant la lettre. ^et dan ook vaak nog
Boeren kwamen er met druk met de papieren van
hun stoop melk aan, wacht- "de commune». Vossens
ten tot de melk met de was destijds immers ook
hand was afgeroomd en administratief centrum
trokken dan met boter en van Meldert.
«slap» naar huis toe. De huidige jubilaris had
Als dan even later Albert dus drie broers en één zus-
De Saedeleer, broeder van ter- Jozef' de oudste, ruiter
de «miëstès van 't hof» en hij de genade Gods en ver
dus nonkel van de deken, woed motor- en sportwa-
een wegens zijn allure «de genfreak, was voyageur in
Prinsj» genoemd vrijgezel veevoeders en werd na zijn
die later zou huwen met de huwelijk de kastelein van
officiersweduwe Offergeldt de aloude afspanning In
ne trad later in het huwelijk Zyn domein: «de Kat»
met ingenieur Paul Prové, En die 5uurt? dat was
direkteur van een kaas- en dan vooral de Kat> het stuk
melkpoederfabnek te Dorpstraat van aan Van de
Stnjpen-Zottegem. Maelens tot aan de
In dit ietwat republiek- Roeper.
achtig aandoend gonzend Quasi in elk huis van de
mierennest waar winst niet Kat was de kleine Constant
altijd rechtevenredig met thuis, liep hij in en uit, at er
inspanning en prestatie zwarte boterhammen met
was, groeide «Vossens pjattekaas mede en werd er
Constant», zoals hij toen- door de vrouw des huizes
dertijd werd genoemd op gesoigneerd en zo nodig
tussen huisgenoten en ververst,
knechten als Koperen Pitj,
Dikke Kamiel, Vos van
den Bosch, Gillekes Dik
ken, Pitjboerens Jeang die,
voor een «leverance» te
Haaltert met de wagen op
weg reeds in de «Diepe-
straat» een deel van de kilo
spek en het boerenbrood
had verorberd. Lowie van
't Smes, Dor en Mong van
Bodelie, onwetend dat eeu
wen vroeger een naamge
noot, weliswaar geboren te
Turnhout, pastoor was te
Meldert en deken werd van
het «distrikt» Aalst
1667) doch er zich wel
van bewust was dat de ei
gen nonkel Joseph priester
was en zijn laatste dagen
sleet als direkteur bij de
Zusters te Lebbeke.
«Vossens Constant»
Constant, een kwieke
dreumes met guitige kij
kers, vertoefde zodra hij
kon lopen, als het enigszins mer «zat» Constant in de «Fröbel», schooltje opgericht door Pastoor De Clippele in
mogelijk was, buitenshuis 1897.
en verdeelde zijn tijd tus
sen de stallingen waar
knechten hem van alles Op de Kat viel inderdaad
leerden, meestal katte- heel wat mee te maken en
kwaad, de drie boom- daar was hij dan ook voort-
gaarden (die van de Dorp- durend op dril
straat van aan Vossens tot
Fiolekes, die achter het
woonhuis en die in «'t
Stretjen», de huidige Mo
lenweg) en «de Kat»
Te Gillekes bij klompen
maker D'Hauwers, in een
nu door de zustersschool
opgeslorpt huis,, keek Con
stant zich de ogen uit de
de Aalsterse Zonne-
straat op het erf nog een
komplete brouwerij liet
bouwen met alles erop en
eraan kan het allerminst
verwonderen dat «Vos
sens» om zo te zeggen het
zenuwknooppunt werd van
het bedrijvige Meldert.
den Ouden Bareel te Asse
aan de Kalkoven, waar nu
zoon Leon achter de tap
kast staat als hij niet met
een of andere zware trans
porter door het land toert.
Marcel De Vos stierf nog
zeer jong ten tijde van de
kroepepidemie. Meldert
Maar ook van politiek ^a£^ toen n08 geen genees-
Meldert! beet en dokter Claes van
Kijken op het krulbolspel van «De Lustige Bolders» was voor de kleine dreumes een
aangenaam tijdverdrijf.
Vanuit de Dorpstraat kop en gaf ondertussen aan
was het heerlijk afgevallen de blokmaker voortdurend
appelen gooien naar voor- het nodige alaam aan. In
bijgangers of «vooruitstre- «'t Smes» bij Niel Carlé
vende» mensen die zich op kon hij toekijken hoe paar
de mulle zandweg tussen de den er werden beslagen in
hobbelige straatkeien en de «de travoille» voor het huis
haag met bijnennesten met of stoeien op wagens en
een hen door Mèkkes ge- karren in de smidse. Ket-
leende «leervelo» oefenden tingen waarmee paardepo-
in de edele kunst van het ten werden vastgesjord wa-
fietsen. Burgemeester- ren wel verraderlijk speel-
szoontje Constant had gerief, waarin Constant
meer dan eens vastgeklemd
geraakte. Mieke was een
vrouw met een gouden hart
en met veel begrip voor
boeren die in de smidse in
het krijt stonden en Sint-
Elooi als betaaldag wel
eens vergaten. Toen Con
stant aan Mieke eens een
koppel boterhammen
vroeg en Mieke zegde «ik
zal dan bij u thuis eens om
wat bloem komen», repli
keerde het zakelijk ventje
met «dat zij thuis maar wei
nig bloem hadden doch dat
Mieken maar eens naar
Nievel bij Torremans
moest gaan. Daar hebben
ze veel bloem». Vossens
leverden er.
Te Fiolekens was Con
stant uit 't werkhuis van
Soieë en Peken niet weg te
slaan. Zowel aan het bekij
ken van hun stielvaardig-
heid als srhr.inwprlr»™ ;,k
primus perpetuus Joseph
Carlé was gesproten. En
vrijgezel Cyriel Vereecken
wiens broeder als school
hoofd tijdens de school
strijd zijn stem eens had
verheven in de kerk tegen
de pastoor. Zo ook de gro
te paardenboerderij René
Van den Houte, schoenma
ker «Bloeite Jeang» (Lan-
noy) die pantoffels maakte
«voor de zisters me en
tong», beenhouwerij Wer
vers Stant (Philips) waar
het ook «staminee» was.
Pië Boatens Mil, wiens
ezelke Constant zo boeide
en Sef Robijnsens Fine
wiens Pé «den oorlog had
gewonnen». Rechtover
Soeë Fiool dan «Miëster
Sjalen me zen twië schoeën
maskes», Woelfkes Soeë en
Trien met in de herberg
«ne peblieken telefong»,
Toepe Noeë die alle dagen
naar Brussel reed, schoen
maker «Dolfkes Jeang»
(Pipar) waar Constant thuis
was, het bollenwinkeltje
van Melle Matthijs, «Prot-
jens Staaf» Vermoesen met
winkel en estaminet die in
de melkerij eens moest
vaststellen dat er was inge
broken en «boter gelan-
gen» doch dat de scherven
niet langs binnen doch aan
de buitenkant lagen, kleer
maker Adolf Nuelant die
later burgemeester zou
worden, de boerderij van
«Tepelkes» (Jacobs) waar
zoon Lowie rapper uit het
pensionaat te Liederkerke
terug thuis was dan dat va
der Jeang hem had wegge
daan, kolenhandelaar Pros-
n'T "a" Moll»™ hof
(Vereertbruggen), barbier
«Ridders Noeë» (Tiele-
mans), jager «De Goor»
(Ebraert) tot aan «den
Draaiboom» (Crabbé) en
«'t Veljeken».
Constant
en zyn kameraden
Was «de Kat» inderdaad
een ideaal gebied waar
Constant groot en klein
kende, de eigen boom
gaarden, schuur en karre-
koten vormden uiteraard
zeer geschikte ravotgele-
genheden waar hij soms
met kozijn Jean uit Aalst of
Marcel uit Brussel speelde,
maar meestal met «Jef van
Woelfkes», «Omer van de
sekretaris», Arthur en
Stant van Fiolekes en ook
al eens met Albert Cop-
pens die later samen met
hem te Meldert zijn eremis
zou opdragen en het tot
een hoge post in het Tech
nisch Onderwijs wist te
brengen.
Fratsen, meestal on
schuldige, waren toen sche
ring en inslag. Foeteren op
knechten en paarden, zwie
ren met kippen tot die er
draailoos bij werden, schie
ten met zelfgemaakte bo
gen, eieren uitzuipen bij
het rapen, makkers een
handje toesteken als ze
«aan 't fruit zaten», doch
achteraf hun «maternes
ten» laten verdwijnen en
paarden treiteren als ze na
een vermoeiende tocht in
de grote mestpoelput «een
bad» namen.
Als een andere «Witte»
raakte Constant bij het
zwemmen in de Kuipe-
meersbeek zijn broek kwijt
toen «Mang van Pestep-
pes» en «Dolf van Jil» er
mee aan de haal waren
gegaan.
Toen Fiolekes Stant eens
lindebloemen mocht pluk
ken om er thee van te ma
ken kreeg hij in de lindebo
om een'zodanige mep dat
hij in de mestpoel viel en
met zijn broek boven op de
bakoven belandde om ze er
te laten drogen. Wel vroeg
moeder Nieken bij zijn
thuiskomst wie «er iets had
laten vliegen», waarna
Stant dan maar liefst oot
moedig alles opbiechtte.
En toen een andere keer
Omer noten mocht rapen
onder de notelaar waarin
Constant was gekropen en
er eens duchtig zou aan
schudden, werd Omer van
uit de hoogte op... vloeistof
getrakteerd.
Maar als Lowie de kleine
Constant na het invallen
van de duisternis wilde
thuisbrengen wrong deze
zich steeds uit diens greep.
Constant kwam immers lie
ver «als een grote» alleen
thuis, in «den donkeren».
En als de bengel het dan
toch eens al te bar had
gemaakt en Madame dreig
de er de lap te zullen opleg
gen, vond de kleine nog
steeds troost en soelaas bij
peter Constant die met zijn
vos hondje op weg naar het
huis dat hij in de boom
gaard in 't Stretjen had ge
bouwd, 's middags zelfs
troost en soelaas zocht in
«de Roeper» bij een stevige
klare.
En nu...
naar school
Uiteraard moest Con
stant ook naar school.
Eveneens op «de Kat». Zo
wel de zusters als de
meesters.
Bij de zusters zat Con
stant bij de o zo vriendelij
ke zuster Edwarda en daar
na bij zuster Philomène
waar «stouteriken» al eens
in de hoge stoel werde
gedeponeerd.
Na de fröbel, het rij
waar kinderen met
«klakkers» werden opge
leid, belandde Constant bi
de meesters, meer bepaal
bij meester Pa ep, Joze
Van Gyseghem, die lateé
ironie van het lot, uitgere
kend in de gemeente Gijzc
gem schoolhoofd zou woi
den. Een strenge man me
knevelbaard doch met ee
goed hart. Zowel op d
«kleine als op de grot
kant» (le en 2de leerjaar
deelde Constant er zijl
bank met Maurits Maes
schalck, de latere gemeen
tesekr» taris. Brave leerlin
gen kregen van meeste
«Paep» wel eens een opper
beste peer van eigei
kweek. Als we kwatongei
mogen geloven zou de klei
ne Constant, die nogal een
«achter de haag durfd<
gaan», er niet te veel gekre
gen hebben. Ze hadden et
trouwens thuis zelf meei
dan genoeg, vond hij. Me
«de studie» zelf had Con
stant niet de minste moeite
Bij meester «Sjalen» (Ka
rel de Saedeleer)
meester Van den Brande
«zat» Constant niet. Hij
was toen reeds weg naai
Aalst.
Te Aalst belandde Con
stant reeds op achtjarig»
leeftijd bij de wegens hui
strengheid gekende Jezuie
ten Hij verbleef er bi
«Matant», kwam
slechts sporadisch naai
Meldert en werd in 't Colle
ge zelf intern zo gauw dal
mocht.
Het eerste jaar moest hij
er wel dubbelen. Niet we
gegens studiemoeilijkhe
den, hij was immers een
gedevoueerd student die op
17-jarige leeftijd de Grieks
Latijnse humaniora ha»
voltooid, en miste slechts ii
de Rethorica het «primus
pierpetuusschap» naar werd
gezegd «omdat hij geen Je-
zuiet wilde worden».
Van Meldert zelf was de
jonge student nu wel ver
vreemd. Met Oscar
«Zontjens» werkzaam in de
posterijen en die hem re
gelmatig «De Standaard*
bezorgde (thuis las men
«De Volksstem» of «Het
Volk») diskussieerde Con
stant urenlang over «de
Vlaamse kwestie»
Smes» waar Oscar toei
«vreed».
Tijdens de vakanties
vrije dagen las Constant
voormiddags de krant of
een leesboek, een leerboek
van de school bracht hij
nooit of nimmer mee naar
huis, en 's namiddags fiet
ste hij naar één"of ander
medestudent als de latere
geneesheer D'Hauwer
Wieze of de latere apoteker
Marcel De Bisschop
Aalst. j|
Deze molen, afgebroken in 1899, was eigendom van Frank De Vos. Hij stond Of
Dorp, bij de pastorie en bij de eerste school van Meldert, in «de Victorie».