Frans Melckenbeeck: «De mooiste dag uit mijn leven was toen ik kampioen van België bij de liefhebbers werd» Palmares 30 - 4.6.1982 - De Voorpost Zelfs Eddy Merckx was op de viering present Als kleine knaap uit een arbeidersgezin met tien kinderen, zag de toekomst er niet bepaald rooskleurig uit voor Franske Melckenbeeck. Zoals zovelen in die tijd, moesten moeder en vader met veel opofferingen proberen het jaar rond te maken. Franske, van kindsbeen af al een flinke baas, zou later in vaders voetsporen treden en de boterham verdienen met noeste handenarbeid. Maar het liep wel anders af dan algemeen werd verwacht. In alles wat hij met sport te maken had, was hij zijn vriendjes de baas. Op prille leeftijd liet Franske Melckenbeeck zich dan ook inschrijven bij de atletiekclub Vlierzele Sportief. Daar was immers het grote voorbeeld Roger Moens die 1 in Oslo een wereldrekord over de 800 meter in een gewoon fabuleuze tijd had gelopen. Frans kon in zijn slungeljaren gewoon alles: hij was de besre in de sprintnummers, en op de lange afstanden was hij gewoon de sterkste. Dat hij vele medailles bij elkaar liep, zal dan ook niemand verwonderen. Maar het kleine baaske, stevig geblokt, was van oordeel dat naturaprijzen ook niet alles zijn. Dus schakelde hij over naar een andere, meer rendabele sport. Bij zijn ouders in het café vond hij de goede voedingsbodem. Hij werd er beetje bij beetje toe aangezet om te beginnen met wielrennen. Lang duurde het niet of Franske was akkoord. Hij zou het op zijn minst proberen. Inderhaast werd er een supportersclub opgericht en die kon zelfs het fabuleuze bedrog voor een echte koersfiets bij elkaar brengen. ZES MINUTEN VOORSPRONG Frans was 15 jaar toen hij voor de eerste keer zo zenuwachtig als een kleuter die zijn eerste Nieuw jaarsbrief moet aflezen, aanzette als onderbeginne ling. Een kategorie die toen ophef maakte en de kweekschool was voor de toekomstige vedetten. Na enkele wedstrijden had de kleine Frans Melcken beeck het koersritme te pakken. Overwinningen, zo zeiden de supporters die het allemaal zo goed konden vertellen, zouden niet lang meer uitblijven. Te Hillegem won hij zijn allereerste wedstrijd. Met liefst 6 minuten voorsprong. Hij zou er hetzelfde jaar nog een dozijn bloemtuilen aan toevoegen. Een geslaagd eerste seizoen dus. In 1956 startte hij bij de nieuwelingen. De juniors kwamen toen nog in dezelfde kategorie uit wat maakte dat Frans samen- koerste met mannen die een flink stuk beter uit de kuiten waren gewassen. Hij was 16 jaar en liet zich echter door de grote mannen niet doen. Toen het seizoen werd afgesloen hingen er in de gelagzaal van het café 13 nieuwe palmen aan de muur te pronken. In 1957 kwam Frans pas goed op dreef. Bijna heel Lede stond achter de jonge renner. Eergierig als hij was, zette Frans in zijn derde seizoen alles op alles en bolde niet minder dan 30 maal als eerste over de eindmeet. Supporter zijn van Melckenbeeck was in die periode gewoon een festijn. Ging men met de renner mee, dan was men er zo goed als zeker van ook met de bloemen terug naar huis te komen. Op Melcken beeck stond er toendertijd gewoon geen maat. Hij gen stapelden zich op en groeide aan tot 37. Maar tussen die 37 zegepralen was er eentje bij dat Frans Melckenbeeck steeds oneindig veel plezier heeft gedaan. Hij werd Belgisch Kampioen bij de liefheb bers. De dag van het kampioenschap hadden de suppor ters zelfs een autocar ingelegd. Geen enkele suppor ter wilde blijkbaar het evenement missen. Frans reed goed, zorgde voor spektakel en daar wilde iedereen bijzijn. Bovendien gaven de kranten hem haast allen de meeste kans om de titel binnen te rijven. Lede, dat toen enkele auto's rijk was, liep die dag zo goed als leeg. ledereen die kon en mocht was naar het kampioenschap gaan kijken. In een lange sliert toeterend en joelend vertrok men. 's Avonds zou men nog luidruchtiger terugkomen. In een geweldig spannende finale toonde Frans Melckenbeeck zich de sterkste. Hij werd Belgisch kampioen. De suppor ters telefoneerden onmiddellijk na de aankomst naar het thuisfront en daar kon een aanvang worden gemaakt met een onvergetelijke viering. Heel Lede stond op zijn kop. Vlaggen werden inderhaast gehesen en de gemeente werd feestelijk versierd om de kampioen gepast te kunnen ontvan gen. Het dorpsplein zag zwart van het volk. leder een wilde erbij zijn. Toen de lange karavaan haar intrede deed, werd er in de handen geklapt alsof de koning zelf op bezoek kwam. Het werd een feest zoals Lede dat nog nooit eerder had gekend.Tot in de vroege uren werd er gezongen en gesprongen, en natuurlijk ook gedronken. kwam, zag en overwon. In 1958 deed hij nog beter. Niet minder dan 42 overwinningen op een enkel seizoen. En meestal gebeurde dat op dezelfde manier. Van bij de start in de aanval en blijven doorgaan tot de laatste renner uit het wiel was gereden. Het was vooral die rijstijl die Frans Melckenbeeck razend populair maakte bij de wieler- lief hebbers. BIJ DE AMATEURS Elk weekend beleefde Lede zijn ware volksverhui zing. Enkele honderde supporters trokken met Frans mee, ook met de fiets. Overal waar hun poulain naar toeging, daar gingen ook de supporters naartoe. Bovendien was het voor die supporters telkens een hele eer en een waar genoegen met hun renner mee op te trekken. Want Frans reed in die tijd met de fiets naar al zijn koetsen. En wie er zeker gelukkig bij werd, dat waren de ouders van Frans die telkens wanneer de stoere man met een bloemtuil naar huis kwam en dat was elk weekend het geval de bierkranen moesten laten lopen. Tot een stuk in de nacht werd er geklonken en geschonken op de gezondheid van de jonge kampioen. Toen moest Frans de stap naar de liefhebberskate- gorie zetten. Hij deed het verre van slecht, want al van bij de aanvang boekte hij acht overwinningen. De afstand was langer, de manier van koersen ook anders. Frans moest er wel even aan wennen. Het spelletje dat hij in de jeugdreeksen steeds had gespeeld, vlammen tot iedereen steendood zat, ging hier minder gemakkelijk op. Het tweede seizoen bij de amateurs was al een heel stuk beter. Met negentien overwinningen mocht Frans meer dan tevreden zijn. Ze liepen er toen niet al te dik die een dergelijk palmares konden voorleg gen. En het eigenaardige was, dat Frans opnieuw sukses kende met zijn erop- en -erover-stijl. Meer dan eens domineerde hij een wedstrijd van bij de start tot bij de aankomst. KAMPIOEN Het jaar 1961 staat met gouden letters geschreven in de karrière van de renner Frans Melckenbeeck Het seizoen startte biezonder goed, de overwinnin- MERCKX WAS ER OOK De week daarop zou de kersverse kampioen officieel worden gehuldigd. Gezeten in een open wagen in die tijd een onuitgegeven lukse werd Frans Melckenbeeck door het dorp rondgereden Zijn ouders mochten mee in de wagen plaatsnemen en de eerbetuigingen in ontvangst nemen, ledereen wilde een glimp opvangen van de jonge sterke bonk die Frans Melckenbeeck heette En tussen die mas sa kijklustigen bevond zich ook een frele jongeman, die zonder veel te zeggen intens genoot van het hele gebeuren. Het was Eddy Merckx, toen nog te jong om wielrenner te worden, maar reeds gebeten door de wielermikrobe Ook hij was ter plaatse toen Belgisch amateurskampioen Frans Melckenbeeck zijn grootste triomf beleefde. Frans had bij de liefhebbers alles gehad, wat hij er hebben kon. Hij stapte dus over naar de onafhanke- lijken. Een kategorie die ondertussen verdwenen is, maar die een goede rodage-aperiode vormde voor de grote sprong naar de profs toe Hij werd er zes keer overwinnaar en hield het ook daar voor bekeken. Hij had inmiddels al een aanzoek gekregen om deel uit te maken van de beresterke Franse profploeg Mercier, waar Raymond Poulidor de onverzettelijke, de uitgesproken kopman was in de rittenwedstrïj- den In de klassieke wedstrijden kwam Poupou echter minder aan de bak Mercier moest ook daar zijn sterke pion hebben. Melckenbeeck was de geknipte man, zo zegde de sportbestuurder. Frans werd er van het begin af een beschermd renner. Hij slaagde erin talrijke grote wedstrijden te winnen. Onder meer ook Luik - Bastenaken - Luik, de Omloop Het Volk en zelfs een ritzege in de Ronde van Frankrijk. Hij nam driemaal aan de Tour deel. DE WEERSLAG Melckenbeeck zou 66 keer het zegegebaar maken bij de profs. Hij reed er met groten als Anquetil, De Bruyne, Anglade, De Roo, Elliott, Jean Graczyk, Eddie Pauwels, Jan Adriaenssens, Bernard Van Kerckhoven, Michel Van Aerde, Ritten De Wolf, Julien Stevens, Louis Proost, Jokke Wouters, Miel Daems, Leon Van Daele, Willy Bocklandt, Guido Reybroeck, Jos Huysmans, Herman Van Springel, Met het hele gezin gezellig in de zetel. Aan het gips rond zoons arm is te zien dat hij een voetbalfan is Theo Verschueren, Frans Aerenhouts, en Barry Hoban die zijn ploegmaats waren, Jan Van Gompel en vele anderen. Dat om maar te zeggen dat de konkurrentie in die tijd zeer groot was. De eerste drie jaren van zijn profcarrière was zijn programma echter zo afgeladen vol, dat er wel spoedig sleet moest komen op deze klasbak. Van februari tot september was Frans Melckenbeeck bestendig in kompetitie. Was hij in de klassieke wedstrijden de onbetwiste leider, in de rittenwedstrij- den stond hij steeds ten dienste van Poulidor. Dat maakte het voor Melckenbeeck natuurlijk gemakke lijker, want hij wilde ook wel zelf graag aan de bak komen en anderzijds voelde hij het als zijn verant woordelijkheid «Poupou» bij te staan zolang hij kon. In die tijd was er helemaal geen sprake van een stop midden in het seizoen. Het werd dag-in-dag-uit rijden om ter snelst. Bovendien zette Melckenbeeck tijdens de wintermaanden nog aan in enkele zes- dagenwedstrijden, zodat hij eigenlijk het hele jaar door in het zadel zat. Men moest een ijzersterk gestel hebben om dat vol te houden. Frans Melcken beeck had dat gestel van moeder natuur meegekre gen, maar later zou blijken dat ook de sterkste kerel ten onder kan gaan. VALPARTIJ EN HET SPOEDIGE EINDE Zijn ongekontroleerd omspringen met die schijnbaar onuitputtelijke energie kreeg een weerslag. Vanaf 1966 begonnen de prestaties in sterke mate af te nemen. Bovendien kwam Melckenbeeck zwaar ten val in een wedstrijd in Kampenhout. Hij zou lange tijd in Leuven in het hospitaal vertoeven. Na dat ongeval kon hij nog wel vlot een kermiswedstrijd uitrijden en ook winnen, maar in de klassieke wedstrijden stond Melckenbeeck ni^t meer tussen de favorieten. Hij durfde gewoon op de cruciale momenten geen risiko's meer nemen. Alles bij elkaar heeft de geboren Ledenaar echter een buitengewoon schitterend palmares bij elkaar gefietst. Vele jonge renners zouden daarvoor heel wat veil hebben. Frans Melckenbeeck is een van die renners die alles aan het «veloken» te danken heeft. Als jonge man heeft hij zo goed als heel Europa doorkruist. Hij heeft de smaak van de roem ge proefd en kwam bovendien niet onaardig aan de kost. Steeds was Frans Melckenbeeck omringd door een aantal vertrouwensmensen, mannen die het goed met hem voorhadden. Maar er is ook de schaduwzijde; Melckenbeeck heeft zich tijdens zijn korte maar vooral zegerijke wielercarrière veel moe ten ontzeggen. Gewoon een pintje pakken met de vrienden was er voor hem niet bij. Dat kon toen niet. Toen zijn zoontje werd geboren, diende Frans Melckenbeeck met pijn in het hart aan zijn vrouw te zeggen, dat hij er niet zou bij zijn. Voor sentimentali teit want zo heette dat in de rennerskringen was er geen plaats. De Ronde van Belgiè ging voor en stond boven alles. Ook het huwelijk van zijn zuster kon Frans niet bijwonen. Toen zat hij in de Ronde van Spanje. Maar hij zorgde dan toch op zijn manier voor een geschenk: die dag won hij de rit in de Vuelta. Hij liet de prachtige bloemenruiker per spoedbestelling naar Lede brengen. In 1972 besloot Frans Melckenbeeck het wielrennen stop te zetten. Hij hing de koersfiets voorgoed aan de haak. Niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk. Wielertoerisme kan Melckenbeeck nauwelijks aan spreken De fiets wordt nog wel eens van stal gehaald wanneer het hele gezin er op een vrije dag een gezapig tochtje wil van maken. Wielerwedstrijden boeien hem nog wel en wanneer de televisie een uitzending over een klassieke weg wedstrijd verslaat, is Frans een aandachtig toe schouwer. Voor de streekrenners als Van Impe, De Nul, Van der Helst en D'Haese en voor de plaatselij ke nieuwelingen, juniors en liefhebbers is hij een fervent supporter, zij het dan alleen maar op het thuisfront. Want naar wedstrijden gaan kijken, de schare supporters gaan vervoegen, dat doet Frans Melckenbeeck nu eenmaal niet. KOERSEN VERKOPEN? «Heb jij ooit koersen verkocht?» vroegen we aan Frans. «Allemaal prietpraat», zo reageerde hij on middellijk en voegde eraan toe: «de mensen vertel len zoveel en de buitenstaanders weten het allemaal zoveel beter dan de renners zelf». Het is klinkklare onzin dat iemand een grote wedstrijd gaat verko pen» Een klassieke zege is immers met geen geld te betalen. Er is in de eerste plaats de fierheid je naam op het palmares van een grote wedstrijd terug te vinden, zelfs jaren nadien en in de tweede plaats het winnen van een dergelijke wedstrijd is op lange termijn heel wat meer renderend dan diezelfde wedstrijd te verkopen aan een ander. En dan is er nog je sportbestuurder en natuurlijk de sponsor. Er zou flink wat zwaaien wanneer die moesten verne men dat je een klassieke wegwedstrijd zou verkocht hebben. Niet meer dan normaal, zegt Frans. «Op een dergelijke situatie zou men alleen maar kunnen reageren met het onmiddellijk ontslaan van de betrokken renner. Het gevolg is natuurlijk ook dat niemand anders je nog in zijn ploeg wilt opnemen». In kermiswedstrijden wil dat nogal eens anders liggen. «Daar wordt door de plaatselijke favoriet we eens beloofd als je hem liet winnen. Maar dan ginj ^0 dat niet zozeer om geld, maar wel om een weder dienst». Dirk RENNERS UIT DE TWEEDE RIJ? «Tot voor de komst van Eddy Merckx was het in dé wielrennerij zo een beetje gesteld als nu». Frans Melckenbeeck herinnert zich nog dat er in zijn eerstt profjaren geen uitgesproken favorieten waren die 3 of 4 klassieke wedstrijden op hun naam konder J schrijven. Er was weliswaar Rik Van Looy, maar dié 1 rekende te vaak op zijn vlimscherpe eindjump. Hè 1 gevolg was dat er een twintigtal renners net boven 1 de hele meutte uitstaken. Die maakten de wielen! wedstrijden in die tijd dan ook biezonder aantrekkejl lijk. Er werd toen heel wat harder gereden en voord I anders dan nu. Hun inzet en vooral hun strijdlust, déi onderlinge naijver en de drang om zelf te willed I winnen, lagen aan de basis van heel wat boeiend» wedstrijden. Toen kwam Eddy Merckx en federeert heeft zich bij diens meesterschap moeten neerlegjl gen. Al moet gezegd dat ook Merckx niet zondöl slag of stoot aan de top is gekomen. r «De renners die dit jaar een klassieke zege op zal hebben gestoken, zijn naar mijn gevoelen geerjl tweederangsfiguren, zoals vele kranten dat hebtx laten uitschijnen. Ze behoren degelijk en wel tot c top. Een klassieker wordt nu eenmaal niet gewon] nen door een doodgewoon kermiskoureur». Fra'nfl Melckenbeeck zegt er filosoferend nog bij «dat war vroeger niet het geval en nu ook nog niet en dat zal nooit het geval zijn». VOETBALLEN Sinds Frans de fiets aan de haak hing, is hij echte niet bij de pakken blijven zitten. Hij is veel te sportie' om elke avond en elk weekend in de luie zetel te blijven zitten en zich dood te staren naar de A| televisie. Hij heeft nu zijn hart verpand aan heuXl voetbal. Na zijn zware dagtaak als vertegenwoordi ger van een bekende ijsroomfabrikant die tot vorid«|~ jaar aktief bij het wielrennen was betrokken, spen|H| deert Frans zijn vrije uurtjes aan het voetbal. Hij ia verliefd geworden op het ronde leer en trapt haastJZatei dagelijks zijn balletje. Met enkele vrienden heeft hi/Donl zelfs een voetbalploeg opgericht die aktief deelr*®® neemt aan een of andere kompetitie. Bovendien Frans's zoontje een kraan van een voetballer. «Hij zal mij allicht niet als wielrenner opvolgen» zegl Frans die dat wel een beetje spijtig vindt, maar anderzijds van oordeel is dat zijn zoon best zijn zin mag doen. «Als hij zich beter voelt bij het voetbal len, dan moet hij maar gaan shotten», zo besluit Frans Melckenbeeck het gezellige babbeltje. Vloei ware voor rekei loop aanz Strea Men NIEUWELINGEN 1956 13 overwinningen 1957 30 1958 42 In de ster der nieuwelingen 4 overwinningen op 6 LIEFHEBBERS 1959 8 overwinningen 1960 19 1961 37 belangrijkste: Kampioen van België ONAFHANKELIJ KEN Half seizoen gereden en 6 overwinningen BEROEPSRENNERS 1962 22 mei overgang naar beroepsrenners 8 overwinningen Belangrijkste koersen: Schelde-Leie-Dender Rit ronde van Luxemburg Rit 4-daagse van Duinkerke Rit ronde van het Noorden 1963 15 overwinningen Belangrijkste: Grote prijs Bank van Roeselare 3 ritten ronde Zuid Oosten Luik-Bastenaken-Luik Rit 4-daagse van Duinkerke Rit Ronde van Frankrijk 1964 15 overwinningen Belangrijkste Omloop Het Volk Rit in Parijs-Nice Grote Prijs Bank van Roeselare Ice Bergieux Grand prix Formi 1965 6 overwinningen Belangrijkste Monte-Carlo Rit Ronde van Spanje Rit Midi Libre 1966 2 overwinningen 1967 3 overwinningen 1968 4 overwinningen 1969 6 overwinningen 1970 2 overwinningen 1971 4 overwinningen 1972 1 overwinning of meer dan 220 overwinningen Patrii jaar I trouw jbinnt een i toen spurt zijn I Lerm ningt keer het s 'blem lijkhe Ploer wel i eind« I maa nieu' bleel laats very. Maa andf Ovei noer 1Vet

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1982 | | pagina 30