Exekutie van Benediktijn Dom Anselmus De Meirsman tweemaal ter dood veroordeeld wegens spionage en aanwerving van agenten Veertig jaar geleden te Loppem. ue voorpost - Z.Z.I 982 - 23 Op 26 september 1942 rolde de Geheime Feldpolizei in een grootscheepse aktie een uitgebreid Belgisch spionagenet op door als laatste man in Dendermonde Dom Anselmus, in het burgerleven Alois De Meirsman, geboren te Lokeren, op te pakken in de abdij. In dezelfde stad waren ook René Verleyen en Antoine Hannoset gearresteerd. Zij maakten deel uit van een belangrijke spionageketen, waarvan waarschijnlijk een kleine dertig personen de schakels vormden. Acht van hen werden samen met de monnik gefusiljeerd in de Loppemse bossen nabij Brugge. De werkelijke omstandigheden, de «petite histoire» en de gebeurtenissen rond zijn aanhouding, totnogtoe nooit beschreven, werden ons verteld door Dom Hildebrand, jeugdvriend van Dom Anselmus, streekgenoot en belang- rijkste nog levende getuige van zijn aanhouding. De gebeurtenissen op de dag van de fusiljade werden door de aanwezige Duitse aalmoezenier toever trouwd aan wijlen Dom Maurus Peleman, abt van de Benediktijnerabdij te Dendermonde, die het verhaal doorgaf aan Dom Hildebrand De Backer, geboren in Sint-Niklaas-Waas. Dom Anselmus De Meirsman. Dom Anselmus De Meirsman Geboren op 29 maart 1910 te Loke ren, werd hij op 15 september 1930 novice in de abdij van Dendermonde. Na het afleggen van de «kleine» en de «plechtige» geloften werd hij er in 1936 priester gewijd. Terwijl hij twee jaar studeerde aan de Hogere Sociale School te Heverlee, volgde hij tegelij kertijd de kursussen aan de Leuvense universiteit. Na een studiereis door heen Zuid-Afrika publiceerde hij ver schillende van deze reisindrukken in «De Tijd». In 1939 werd Dom Anselmus be noemd tot onderpastoor aan de Den- dermondse O.-L.-Vrouwparochie en tijdens de mobilisatie van 1939 verving hij een opgeroepen leraar aan het H Maagdcollege. In 1942 begon hij mee te werken aan een inlichtingennet, me de door zijn kontakten buiten de abdij. Eind september werd hij dan door de Geheime Feldpolizei gearresteerd en weggevoerd naar Gent en Brugge om nadien op 30 oktober samen met René Verleyen en Antoine Hannoset ter dood te worden veroordeeld. Ultieme pogingen om hun leven te redden mis lukten en op 10 november werden ze alle drie in de Loppemse bossen gefu siljeerd. Deze gegevens komen onder meer uit het boekje «Martelaren van Dendermonde», geschreven door Alb. De Landtsheer en gedrukt op de per sen van de Drukkerij A. De Cuyper- Robberecht te Dendermonde. Het verhaal van Dom Hildebrand over de jonge jaren van Dom Ansel mus is echter veel levendiger en schetst een menselijker beeld van deze jon geman. «Ik leerde Alois De Meirsman ken nen als klasgenoot in het Klein-Semi- narie te Sint-Niklaas in 1924. We zaten toen in de zesde latijnse en onze leraar was Arthur Van Peteghcm. die inmid dels overleden is. Alois De Meersman was een goed en ijverig student die uitblonk door een voorbeeldig gedrag, stiptheid en een sterke wilskracht. Mis schien zat zijn zeer strenge opvoeding er wel voor iets tussen. Alois was een idealist die er toen reeds van droomde om missionaris te worden. In die tijd reeds was hij zeer begaan met de missies. In die mate zelfs dat hij van alles verzamelde om nadien te verko pen en het geld op te sturen. Al wat rubber was verdween in zijn zakken en hij was zelfs niet verlegen om tijdens een wandeling een gevonden fietsband op zijn rug mee te dragen. Om deze verzamelwoede noemden zijn kamera den hem zelfs «Wies Katchoe». Hij droomde ervan om eens als monnik-priester te mogen werken in de missies, daarvan getuigen vele brie ven die ik van hem ontving. Hij stond ook in kontakt met Dom Maurus Pele man, monnik van de abdij van Den dermonde en missionaris in Noord- Transvaal. In de abdij was hij een graaggeziene gast die elke termijnva kantie op bezoek kwam en er als postulant werd aangezien. Met een witte anjer in zijn knoopsgat trad hij in 1930 binnen in de abdij van Dender monde, waar hij de naam Dom Ansel mus ontving.» Zijn aanhouding Als onderpastoor van de O.-L.- Vrouwparochie had Dom Anselmus heel wat kontakten buiten de abdij. Zijn scherp verstand, zijn gouden hart. zijn ondernemingsgeest en vaderlands liefde zetten hem ertoe aan inlichtin gen te verzamelen voor de geallieer den. Volgens Dom Hildebrand was in de abdij zelf niemand op de hoogte van deze aktiviteiten, tenzij abt Maurus. «Groot was dan ook mijn verbazing toen ik op een winterse september- avond door een onbekende man werd aangesproken toen ik naar de post ging. Deze man bleek van een totaal tegengestelde mening als de patriot Anselmus. Omdat het voor hem ge vaarlijk was in het openbaar met mij te spreken, gingen we elk langs een ande re weg tot achter het gebouw van het gerechtshof aan de kant van de Den der. Daar vertelde hij me dat ik tegen Dom Anselmus moest zeggen dat de Duitsers al drie weken de handel en wandel van de monnik natrokken en alle adressen noteerden waar hij bin nen- of buitenging. Ik moest hem aan raden te vluchten, zoniet zou hij de kogel krijgen. In de abdij teruggekeerd vond ik Dom Anselmus helemaal alleen in de enorme eetzaal. Nadat ik hem die dringende boodschap had overge bracht. hield Anselmus niet eens op met eten. Zonder verpinken en zonder een woord te zeggen bleef hij daar zitten. Het leek wel alsof hij niets had gehoord. Ook toen ik het nog een tweede keer had gezegd, reageerde hij niet. Hij bleef even koel en sprake loos. Enkele tijd later z5u de broer van Dom Anselmus. de Lokerense dokter De Meirsman. in de plassende regen per fiets in de abdij arriveren. Een dokter had nochtans de toelating om met een wagen te rijden. Hij wou echter onopvallend zijn broer verwitti gen dat het net werd opgerold. Dom Anselmus bleef ter plaatse en dacht er niet aan om te vluchten. Deze dokter De Meirsman zou ook worden aange houden maar omdat hij ooit het leven van een Duits krijgsgevangene had gered, toen hij hem verzorgde nadat hij door burgers was gemolesteerd, werd hem genade geschonken. Dom Anselmus kon van dat feit niet mee profiteren. hoewel er wel stappen in die richting werden gezet. Op 26 september dan meldden zich twee leden van de Geheime Feldpoli zei aan in de abdij. Abt MauruS lag op dat moment na een operatie in het hospitaal en dus was Pater Prior. Dom Paulus Vierendeel, verantwoordelijk. Het was toen ongeveer drie uur in de namiddag. De Prior kon niets anders zeggen dan dat Dom Anselmus afwe zig was. Pater Prior verzocht mij dan om hem te gaan zoeken en hem des noods eten mee te geven. De agenten zegden dat zoiets niet nodig was, want dat zij enkel enige inlichtingen kwa men vragen. Ik ging dus op weg om Dom Ansel mus te zoeken, maar de Duitsers die het zaakje niet vertrouwden, hielden me reeds staande op de Denderbrug. Ondertussen hadden ze zijn cel volle dig onderzocht. Zij vroegen of ik van dit klooster was. of ik soms pater De Meirsman was en toen ik daarop ont kennend antwoordde of ik soms wist waar hij was. De twee Duitsers keerden daarop terug naar de abdij en om ongeveer achttien uur kwam Dom Anselmus binnen. Aan de ingang vertelde Pater Prior hem dat er twee agenten op hem wachtten in de tweede spreekkamer. Hij antwoordde dat die maar wat ge duld moesten hebben, want dat hij eerst eens goed ging eten. Blijkbaar onbekommerd en rustig genoot hij van een uitgebreid avond maal. Pater Prior en ik wachtten onge duldig op zijn terugkeer in de gang. Toen hij eindelijk arriveerde zei pater Anselmus: «Nog een beetje geduld. Ik ga eerst Warm ondergoed aantrekken, 't is te koud om op de grond te liggen.» Kort daarna begaf hij zich samen met Pater Prior naar de spreekplaats. Daar vroegen de agenten hem of hij Pater De Meirsman was. «Wie zijn jullie?», vroeg hij eerst. Daarna pas antwoordde hij: «Ja, ik ben pater An selmus». In het portaal van de abdij knielde hij voor Pater Prior en vroeg stilzwij gend de zegen. Hij drukte hem stevig de hand, terwijl hij hem een kaarspan netje aanbood. Wellicht had hij dat meegebracht toen hij zijn warme on derkleren ging aantrekken. Hij werd meegenomen naar de Gentse gevange nis 'De Nieuwe Wandeling'. Bewijzen vernietigen en proces De volgende dag vroeg Pater Prior mij wat het eigenlijk kon betekend hebben, dat overhandigen van die kaarspan. «Pater Prior, antwoordde ik, de kaars in de pan is volledig uitgebrand. Hij wil ons daarmee dui delijk maken dat de doodstraf onver mijdelijk is en dat pogingen om hem te redden hopeloos en overbodig zijn.» Mevrouw Verleyen, wiens echtge noot René. samen met Antoine Han noset. ook door de Duitsers was opge pakt. kwam die dag naar de abdij en zei tegen Pater Prior: «Als de Duitsers bij ons huiszoeking doen. dan vinden ze alle bewijzen en dan is alles verlo ren. Diezelfde avond ben ik bij haar, zij hield een herberg in de Dijkstraat. schuin over de akademie. kompromit- terende papieren gaan zoeken. Het café was gebouwd in een L-vorm en in het dwarse gedeelte helemaal achter aan vond ik op aanwijzing van me vrouw Verleyen allerlei papieren. Ze zaten opgerold in een zwart papieren verduisteringsgordijntje, een perfekte plaats, waaraan ook de Duitsers wel niet zullen gedacht hebben zonder de nodige aanwijzingen. Het waren voor al tekeningen en plans van de Boelwerf te Temse. van de Baasroodse Raffina derij en van Cockerill te Hoboken. Deze plannen waren duidelijk bestemd voor de Engelsen die strategische plaatsen wilden bombarderen. Me vrouw Verleyen is nog steeds in het bezit van deze dokumenten. Veertien dagen na zijn aanhouding werd Dom Anselmus overgebracht van Gent naar Brugge. Over de gevange nistijd weten we echter weinig. Wel hadden de gevangenen kontakt met elkaar via signalen op de buizen die door de cellen liepen. Een getuige heeft ons later komen vertellen dat hij Dom Anselmus gezien had, bloedend uit ogen en oren. Waarschijnlijk was hij geslagen en gemarteld om de na men van andere leden van de organisa tie te verklappen. Na de aanhouding van Dom Anselmus is echter niemand meer opgepakt. Op 30 oktober 1942 veroordeelde de Duitse krijgsraad te Brugge de monnik en zijn twee stadsgenoten ter dood. De abdij van Dendermonde werd elke dag door de Lokerse familie De Meirsman ingelicht over de evolutie van het pro ces. Dom Anselmus werd tweemaal ter dood veroordeeld: de eerste keer voor spionage en een tweede maal voor het aanwerven van nieuwe medewerkers. We mochten ons dus zeker aan het ergste verwachten. Pater De Meirsman die gedurende al die tijd vrijwel steeds had gezwegen had als laatste en enige wens dat na het uitspreken van het doodvonnis de straf van de twee jongste leden, de Dender- mondse gebroeders Maes. zou worden omgezet in een andere straf. Dat ge beurde! De doodstraf Dom Maurus Peleman. abt van de Dendermondse Benediktijnen, heeft toen aan Dom Hildebrand verteld wat hij gehoord had van de Duitse aalmoe zenier die de terechtstelling had bijge woond. Hij ontmoette hem in Brussel, niet lang na de feiten. Dom Hilde brand vertelt verder: «Het was toen 10 november 1942. De Duitse aalmoezenier had in de gevangenis de H. Mis opgedragen voor de terdoodveroordeelden. Dom An selmus had eerst gevraagd om dit zelf te mogen doen, wat hem werd gewei gerd. Alle aanwezigen gingen ter kom- munie en nadien werd hen een glas cognac aangeboden, dat zij prompt weigerden. Vervolgens werden ze met de handen aan mekaar geboeid en in twee rijen op een vrachtwagen gezet. De Duitse aalmoezenier bleef bij hen. Niemand sprak een woord. Alleen Dom Anselmus zei: 'Beste vrienden, in de Schrift staat geschreven: Nie mand is zeker van het uur zijner dood. Wij echter weten dat we binnen enkele minuten samen zullen zijn in de hemel.' Toen de kamion in de bossen van Loppem was aangekomen, ging Dom Anselmus naar de kommandant van het vuurpeloton, reikte hem de hand - die deze niet beantwoordde - en zei: 'Doe uw plicht!'. De Duitse aalmoezenier ging naast Dom Anselmus staan toen de veroor deelden zich naar de exekutiepalen begaven. Terwijl hij de gebeden der stervenden bad. was hij zo diep getrof fen door de moed van de gevangenen dat hij onophoudelijk beefde. Dom Anselmus had dit gezien en nam het boekje met de gebeden van de sterven den (de rituale) uit zijn handen en begon die zelf voor te bidden. Net voor de exekutie werden de terdoodveroordeelden tegen hun wil in geblinddoekt. De aalmoezenier vertel de later: 'Er was er maar één die bang was. dat was ikzelf. Nooit heb ik mensen zo heldhaftig weten sterven'. Net voor hij stierf riep Dom Ansel mus nog 'Leve Christus-Koning, leve Belgie'. Toen klonken de salvo's uit de Mausers. In de laatste brief aan zijn ouders staat nog: 'Ik geef mijn leven voor Kerk en Vaderland'». Na de oorlog Het is te danken aan mevr. Margue rite Bosmans. de echtgenote van René Verleyen, dat de stoffelijke overschot ten van haar man en van zijn gezellen werden teruggevonden in Haechtel, de - streek van Leopoldsburg. In Loppem wilden de Duitsers niemand begraven omdat de plaatselijke bevolking er een zekere verering voor de graven toon de. Daarom werden de lijken vervoerd naar Leopoldsburg. Naar men vertelt zou de vrachtwagen met daarop de simpele houten kisten in Aalst stuk zijn geraakt, zodat de Duitsers bij een plaatselijke garagehouder de kamion moesten laten herstellen. Deze dacht dat hij tijdens de afwezigheid van de soldaten wel enige levensmiddelen uit die kamion kon gebruiken, maar groot was zijn verbazing toen hij onder het dekzeil de lijkkisten ontdekte. In de winter van 1944, toen het Ardennenoffensief nog volop aan de gang was, trok mevrouw Verleyen dus heel alleen naar Leopoldsburg en kon er de lijken van de gefusiljeerden iden tificeren. Dank zij haar konden op 14 april 1945 de overbrenging en de begrafenis van deze helden in Dender monde plaats hebben. A. De Landtsheer beëindigt zijn stuk over Dom Anselmus als volgt: «Hij bezat de eigenschappen van een groot missionaris. Zijn scherp verstand en gouden hart, zijn durf en onderne mingsgeest, zijn optimisme en toewij ding vormden in hem een prachtig harmonisch geheel. Thans rust hij in gewijde aarde. In de glans van Chris tus' Kruis vond Dom Anselmus zijn glorie». Mare DE BACKER Bron: Martelaren van Dendermonde» Verteld door Dom Hildebrand De Backer, monnik van de Sint-Pieiers- en Paulusabdij van Dendermonde, jeugdvriend van Dom Anselmus. René Verleyen De h. René Verleyen. René Verleyen, geboren te Sint- Gilhs-Dendermonde de 25' januari 1901 was een bediende en huwde Mar guerite Bosmans. Hij werkte op het vliegveld van Chèvres tot kort voor zijn aanhouding, waar hij inlichtingen verzamelde voor de geallieerden. Hij verleende bovendien hulp aan geal lieerde vliegers, zeelieden, soldaten en parachutisten en reisde dikwijls naar de kusten van België, Frankrijk en Nederland om er spionageopdrachten uit te voeren. Waarschijnlijk zal nie mand ooit weten hoe veelzijdig zijn aktiviteiten zijn geweest. Hij werd door de Duitsers opgepakt op 26 sep tember 1942 en na gevangenschap te Gent en Brugge werd hij ter dood veroordeeld en gefusiljeerd op 10 no vember van datzelfde jaar. Antoine Hannoset "W.' J De h. Antoine Hannoset. Antoine Hannoset, geboren op 16 april 1906 was gehuwd met Bertha De Vriendt. Den «Toone» zoals hij door zijn vrienden werd genoemd, had blijkbaar geen gemakkelijk karakter. Hij volgde steeds de rechte lijn, zonder ervan af te wijken. «Voor degenen die hem niet begrepen leek hij hard en ongevoelig. Toch was het tegendeel waar. Hij geloofde rotsvast in het goe de en in de schoonheid. Hij was ie mand met een gouden hart. Vele be jaarden kunnen dat over hem getuigen en ook tijdens de bezetting hield hij dat vol. Ook als Belg handelde hij ernstig, met weinig woorden. Toen zijn kommandant aan het front vrijwil ligers vroeg voor een gevaarlijke kar wei. stapte hij prompt naar voren. In krijgsgevangenschap weigerde hij per tinent een hand voor de Duitsers uit te steken. Eens terug in Dendermonde werd hij aktief in het verzet, aangehouden als politieke gevangene door de Gehei me Feldpolizei en gefusiljeerd te Loppem.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1982 | | pagina 23