Aalst, stad van de eendagstoerist
Affligent: één der rijkste kloosters
in de Nederlanden!
10 - 13.8.1982 - De Voorpost
Aalst, gelegen tussen Gent en Brussel,
tweede grootste stad van de provincie Oost-
Vlaanderen biedt aan de toerist meer dan
karnaval. Haar reputatie als kamavalstad is
over heel Belgié en in heel wat buurlanden
bekend. De Keizerlijcke Stede biedt echter
nog meer.
Op ontdekkingstocht door Aalst
Onze ontdekkingstocht begint aan het
stadspark Wanneer we van de snelweg
Brussel-Oostende rijden, komen we rich
ting «Haring». Het ronde punt (Haring
genoemd door de Aalstenaars) geeft direkt
verbinding met de Parklaan. Aan de rech
terzijde bevindt zich 'den Osbroek', het
stadspark van Aalst. Dat is onze eerste
halte.
Aalsters stadspark oase van groen
Tijdens de eerste wereldoorlog werd het
stadspark aangelegd door enkele werklo
zen. naar de plannen van tuinbouwarichi-
tekt Louis Brevdel. Het was vooral schepen
Désire De Wolf die de nodige steun van
stadszijde gaf. Zijn monument ziet u aan de
ingang van het park, langs de rechterzijde.
In het melkhuisje kan je eens proeven van
een Lekkere Safir of een goede Trappist
van Affligcm, twee streekbieren. Als je
geen oog hebt voor het mooie brokje na
tuur kan je lekker sporten of hengelen
Voor de kinderen is er een grote speeltuin.
Op weg naar het stadscentrum
Onze ontdekkingstocht gaat verder richting
centrum. We gaan verder langs heen de
Burchtstraat, waar we reeds gekonfron-
teerd worden met Aalst als industriestad.
Want midden het centrum staat Amylum,
waar men graanderivaten maakt. Nu pas
begint onze wandeling door het stadscen
trum. Langsheen de Pontstraat houden we
even halt bij het Jezuietencollege. In 1625
kreeg de onderwijsinstelling die naam.
Rond 1730 werd de kerk gebouwd. Het
college werd vroeger als gendarmerie en
krijgsarsenaal gebruikt. We bevinden ons
momenteel in de Pontstraat. De benaming
werd afgeleid van een Ponte of vlotbrug,
die vroeger op de Dender lag. Die bestond
voordat er de vaste Zeebergbrug was. Vele
oudere Aalstenaars spreken ook van de
Brusselsestraat, omdat ze verbinding gaf
richting Brussel.
Wat verder in de Pontstraat zien we de Sint-
Martinuskerk.
Sint-Martinus brokje Brabantse Gotiek
Heel mooi zijn de prachtige spitsbogen,
vooral in het koor zijn ze buitengewoon
sierlijk. Jan Van Der Wauwe begon met de
bouw in 1480. Mede door de Antwerpse
Kathedraalbouw Herman en Domien De
Waghemaekere kwam de kerk tot stand.
Rond 1566 werd de bouw gestopt wegens
geldgebrek.
Nog steeds spreekt men van een onvoltooi
de symfonie. De kerk is nu 70 meter
(volgens oorspronkelijk plan 105 m). de
toren 48 m (i.p.v. 133 m). Op 29 maart 1947
werd een deel van de kerk vernietigd door
een brand. Er zijn 17 kapellen en 23 alta
ren. allen gewijd aan een patroonheilige.
De kerk bevat schilderijen van Rubens (St.
Rochus en de pestlijders). Otto Venius (De
aanbidding der koningen). Gaspar De
Crayer (De Madonna), De Preekstoel werd
gesculpteerd door onze stadsgenoot Van
Biscom.
Duquesnoy beeldhouwde de sacramentsto
ren Het orgel werd gebouwd door de
Gentse orgelbouwer Van Petegem.
De Grote Markt, trots van de stad
Komen wij uit de Sint-Martinuskerk dan
zijn we gauw op de Grote Markt via de
Kerkstraat. Drie gebouwen typeren de gro
te Markt: het stadhuis, het belfort en de
«Borse Van Amsterdam».
Het stadhuis en het Landhuis
Ten jare 1830 werd het stadhuis gebouwd.
In het voorgebouw van de trapzaal vindt
men de portretten van de eerste burgemees
ter van Aalst.
In de feestzaal schilderijen van de Aalsterse
schilder Josef Meganck
(1808-1891) Een folkloreschilderij \an M.
Schelck beeldt het leven \an de Aalstenaar
uit.
Het landhuis in Lodewijk XV* stijl opge
trokken werd gebouwd in 1643. In de hof
van het Landhuis vindt men het gedenkte
ken van 1830 met de woorden «Alost aux
braves, morls pour la liberte en 7 bre 1830».
Onder de vensters van de stadsontvangerij
is tegen de muur de oude standaard-roede
(5.488 m) aangebracht
Het belfort
Het oudste schepenhuis van de Nederlan
den werd opgericht in 1225. Op de voorge
vel de spreuk van Philips II. graaf van
Aalst: Nee Spe Nee Metu (noch door hoop.
noch door vrees). Het gebiedshuisje of
Bretesque werd opgetrokken in laat-Goti-
sche stijl. Over de klokkentoren handelden
wij reeds in de reeks 'de beiaard speelt zo
schoon hij kan'.
Beurs van Amsterdam
Links van de Belforttoren staat de «Borse
van Amsterdam». Oude benamingen waren
'de Barbarakamer'. 'De Kring De Een
dracht'. 'De Katholieke Kring'
Oorspronkelijk ten jare 1391 was daar het
vleeshuis. Boven een open galerij die op 12
zuilen rust. zijn vensters met kruismonelen
aangebracht De rustige hoofdbouw (1630)
wordt verlevendigd door topgevels in ba
rokstijl We verlaten opnieuw de Markt
langs de Zoutstraat.
In deze straat bevindt zich het oudste huis
van de stad. Bijgenaamd «stad Antwer
pen». lange Zoutstraat nr. 18. is dit het
oudste huis van Aalst'? Heel markant zijn
de trapgevels. Langsheen het Sluierstraatje
alwaar vroeger de Kantors en de pastoors
van Sint Martinus hun woonst hadden dalen
we af richting Oud
Oud Hospitaal
Oorspronkelijk een Hospitaal zijnde, zijn
hier nu het stadsmuseum en de Akademie
voor Schone Kunsten ondergebracht. Het
oud gasthuis dateert van 1242. Men vindt er
het museum van oude kunsten. Heel merk
waardig is de verzameling schilderijen van
Valerius De Saedeleer.
Het museum biedt een kijk op het middel
eeuwse leven. Over Aalst vroeger en nu en
last but not least sedert korte tijd over Aalst
als Daensstad. Heel markant is ook het
binnenplein!je. Een majestatische beuk uit
de tijd van Maria Thcrisia overschaduwt het
plein. Het musuem is open elke maandag,
dinsdag, woensdag en donderdag van 14 tot
17 uur. Zaterdag van 10 tot 12 en van 14 tot
17 uur. Zondag van 10.30 tot 12.30 en van
14 tot 18 uur
Via de Burchtstraat komen wii on de werf I
In 1957 werd ter ere van Daens het monu-l
ment door Mark De Bruyn opgericht. Hetl
stelt de priester voor temidden v;
arbeidsgezin. In de volksmond spreekt men
van «Spekulaas maanekes». Op de
staat ook de kapel van Onze-Lieve-Vr
ter druiven. Via een oude volkslegend^
over een lievevrouw beeldje dat dreef op d
Dender kwam deze kapel tot stand. E
vorm van volksdevotie Heb je trek in e
lekker glaasje Bergenbier dan kan je l
recht in het Brughuis. Bij Polle Keipcrncw
gel. Hij zal je wel één en ander vert
over het Aalsters Karnaval, als prins
Aalst. Prins van Oost- Vlaanderen en V
Voil Jannet ben je daar bij de geknipte m
om het te hebben over onze zotte dr
daagse.
Hopende dat je niet te lang bij Po
gebleven zijt. gaan we verder naar
Graanmarkt. Op de Graanmarkt nabij I
pillenschool nu administratief centrum staat]
het monument \an de troepenkinderen
legerpupillen gevallen tijdens de eerste we]
reldoorlog.
Wat verder staat het huis «Van Langeho]
ve». In 1771 opgetrokken werd het pant
door de stad opgekocht. Momenteel zijn e
het ministerie van justitie en het kabinel
van de schepen van financiën ondergel
bracht.
Via het Rozemareinstraatje dat in 159Ö
geopend werd gaan we waar naar de F
straat. Zo bereiken we onze auto die op d
parking staat. Onze eerste tocht door
zit erop. Maar we weten dat deze stad no^
meer te bieden heeft. Een tweede uitstap is
reeds gepland voor volgende week.
Oud-Affligemse Hoeven in Brabant
Zoals blijkt uit de licentiaatsthesis van E. Hautman
dateert het groot-grondbezit van de abdij Affligem
van bij de stichting in 1083. Aangenomen mag
worden dat nog vóór 1250 grote bezitskernen zijn
ontstaan in Vlaanderen en Vlaams- en Waals-Bra
bant. Hoogtepunten van bezitsuitbreiding zijn onge
twijfeld het abbatiaat van de eerste Affligemse abt
Fulgentius (1088-1122) en dat van abt Godeschalck
(1147-1163).
Schenkers van het bezit waren vooral de hertogen
van Brabant met inzonderheid Hertog Hendrik III
Ook de landelijke adel waarvan verschillende leden
in de abdij traden. Schenkingen gebeurden trou
wens niet zelden bij de aanvaarding van het kloos
terhabijt.
Deze schenkingen gebeurden wellicht uit gods
vrucht. uit sympatie voor de moniken. om geestelij
ke gunsten af te smeken waar ook wel om van
Affligem een beveiligde zone te maken aan de
grenzen van Brabant tcgcu opdringerige Vlaamse
graven.
Werd Affligem een centrum van geestelijk leven,
ook op het vlak van landbouw en ekonomie bood het
tal van mogelijkheden waar bossen konden worden
ontgonnen en moerassen drooggelegd.
Andere schenkers waren hooggeplaatse geestelij
ken die aan de jonge abdij verschillende paro
chiekerken toevertrouwden en hen de inkomsten
van altaren verzekerden.
Stichting van prioraten, ondergeschikte kloosters,
droeg in niet geringe mate bij tot uitbreiding van het
grondgebied daar de leefbaarheid van deze kleinere
gemeenschappen problemen stelde. De stichting
van de priorij Basse-Wavre in 1091 en die van
Frasnes-lez-Gosselies aangevuld door nieuwe aan
kopen, verdere schenkingen of ruilingen leidden tot
het bezit van heel wat hoeven in de regio. Vóór de
Franse revolutie bezat Affligem trouwens niet min
der dan 45 boerderijen die samen met andere
bezittingen een oppervlakte van ruim 9000 ha
besloegen. Affligem was inderdaad destijds één van
de meest vermogende kloosters van de Nederlanden.
Passavant
Tussen Waterloo en Genappe. niet zo ver van de
Ferme du Caillou. op het slagveld van Napoleon,
staat de hoeve «Passavant» links van de steenweg
Brussel-Charleroi. Een zottegemse knecht die er
reeds sinds 1932 woont in dienst van pachter
Blanpain uit St.-Genesius-Rode spreekt er nog
steeds zijn moedertaal.
Een binnenkoer met torentje en vijvertje, een 16 m
hoge schuur met het jaartal 1707 met kolossaal
eiken gebinte en errond een weide van 120 ha met
heel wat vee. Zandsteen in de onderbouw van de
huidige gebouwen herinnert er alvast aan Affligem
se groeven. Waar vroeger zes knechten er hun werk
vonden, kan de boer het nu met één man doch met
een arsenaal machines klaarspelen.
Hulencourt
Aan de overkant van de steenweg, midden een nog
ongerepte omgeving, vinden we wellicht de grootste
Affligemse boerderij, nu nog steeds met dubbel
woonhuis. Via een poortgebouw met het jaartal
1680 en het Affligems schild komen we in de
polygonale binnenkoer omringd met gebouwen uit
diverse periodes. Hulencourt, met zijn 160 ha. is
eigendom van de familie Solvay en wordt gepacht
door de Poperingse familie De Wulf. Geen veeteelt,
wel een hondenasiel en teelt van de klassieke
veldvruchten. Een dichtgemetseld gotisch spits
boogvenster duidt wellicht op een vroegere kapel
ten behoeve van de monniken opgetrokken.
Grand Foriest
Niet ver van Hulencourt vinden we Grand-Foriest
met twee fraai bewaarde abtelijke schilden op de
toegangspoort: het schild van Affligem en dat van
aartsbisschop-abt de Bergues. Pervyzenaar De-
puydt wiens kinderen geen Vlaams kenden.
moeder is van Nivelles liet het woonhuis hele
maal verbouwen. Het oudste zich vooral toe op
varkenskweek. Vroeger was de familie Ganshof
Van der Meersch er de eigenaar.
Croissant
Nog vóór Maransart waar Affligem destijds drie
hoeven bezat en waar abt Johannes I vernam dat de
H. Lutgardis stervensziek was bereiken we in een
prachtig natuurkader de hoeve Croissant, hoeve die
het in de loop der tijden fel te verduren kreeg. Het
woonhuis lijkt nog relatief oud maar tijdens wereld
oorlog II werden woonhuis en schuur platgebrand
en de pachter gefusilleerd. De huidige pachter De
Paepe uit Wontergem bouwde er een moderne
loopstal met vele bruine koeien en stieren. Een
gebouw werd eertijds ook gebruikt als distilleer
derij.
Met zijn 45 ha is het eigendom van de familie
Brunard een eerder uiteengevallen kompleks zon
der enige harmonie.
Huberniont
Langs de andere kant van Maransart. boven drassig
land op een heuvel zoals de naam zelf suggereert,
vinden we Hubermont met twee woonhuizen voor
de gebroeders Fock. Op de ingangspoort prijkt 1789
en op het oudste woonhuis 1740. De hoeve heeft
heel wat visvijvers en een areaal van 125 ha en men
legt er zich vooral toe op de varkenskweek.
L'Endoïtre
Te Frasnes-les-Gosselies staat bij de dorpskerk
«L'Endoïtre», momenteel door verschillende parti-
kulieren bewoond. De binnenkoer van de hoeve
werd een mooie tuin en in de gigantische muren van
de oude schuur herkennen we Affligemse Benedik-
tuspoort. Op de achtergrond een merkwaardig
overblijfsel van de oude priorij met uiteraard een
Franse tekst.
Grantchamps
Buiten Frasnes leek van in de verte Grantschamps,
nu eigendom van een arts, een teleurstelling te
worden. Het dak van de schuur was jammerlijk
ingestort. Toch leek het geheel minder verwaar
loosd dan eerst gevreesd. Op de ingangspoort
vonden we het jaartal 1660. Het is nu een dubbele
woonst doch te zien aan de omvang van woonhuis
en schuut moet het destijds een hoeve zijn geweest
met zeer uitgestrekte landerijen.
Pierrepont
Terugkerend naar de hoofdstad vinden we even
buiten Frasnes de Pierreponthocve, eigendom van
en bewoond door de familie Duvieusart, naaste
familie van de ex-premier. Een prachtig gerestau
reerde. nu witgekalkte hoeve waar men naast een
landbouwuitbating van zowat 130 ha paarden en
pony's kweekt.
Lairale
Evenwel ontsierd door het eigenaardige dak boven
een gigantische, afgebroken schuur staat niet ver
van Pierrepont het prachtige Lairale. Een hoeve
met klassieke teelten en kweek van vee.
Gentilsart
Nog op het grondgebied van Frasnes staat de
Affligemse hoeve Gentilsart. ook wel Gentissart
geheten, momenteel uitgebaat door Pittemnaar
Verstraete. Men spreekt er nog steeds Vlaams en
verzorgt de hoeve voorbeeldig. De prachtige bin
nenkoer is uitstekend onderhouden doch aan de
buitenkant staat nu eigentijdse stalling voor runde
ren met ultra-moderne infrastruktuur en machines.
Een dinamische familie waar de even ontglipte 20-
maander Steven reeds op een tractor kroop achter
de schuur...
Dit is slechts een greep uit de vele hoeven van het
oude Affligem. Een abdij die een geweldige expan
sie kende en waarvan de naam zowat in de geschie
denis van elke gemeente terug te vinden is.
I.H
Denderrnonde. Jozef Klinckaert is niet alleen een bekende Oudegemse tenor, hij sleept zijn ganse familie mee im
liefhebberij zodat nu een echt koor werd gevormd, (v)
Denderrnonde. Tijdens de Baasroodse augustusbraderij
zagen we deze lustige spinster uit Buggenhout aan het
werk terwijl haar koïlega er even tussenuit was (c)
In het Sint-Vincentiusinstituul te Denderrnonde vierden vier zusters hun gouden kloosterjubileum: zuster Chi
Acoleyen van hel Sint-Salvatorinstituut te Gent, zuster Jozef a D'Hondt van het klooster te Hamme, zuster Mori
Dierickx van Hamme-Zogge en zuster Martha De Grauwe van Denderrnonde (v)
De jubilerende kloosterzusters (v)