Liliane St. Pierre:
«In feite was ik een voorloper
van de punkers!»
10 - 5.11.1982 - De Voorpost
Op het zwart-witte scherm in onze
huiskamer zyn de schijnwerpers ge
richt op een bleek meisjesgezicht,
omkranst met lange donkere haren
en waaruit karbonkelzwarte ogen
oplichten. Hoe oud is ze? Zestien,
zeventien jaar? Ze zingt over de
«Verboden Wensen» van een meisje
dat h&ar geliefde met een andere
voor het altaar ziet staan en al doet
één enkele TV-kritikus achteraf
nogal negatief over de tekst van het
liedje, de kritiek is unaniemr Vlaan
deren is een uniek talent rijker. Als
je éénmaal het hese stemgeluid van
Liliane hebt gehoord, vergeet je het
nooit meer.
Het op 18 december 1948 in Diest
geboren zangeresje heeft alles om
ooit een vedette te worden.
Daar heeft de Aalsterse manager
Milo De Coster genoeg feeling voor
en hij legt meteen beslag op Liliane
Keuninckx. Als Liliane neemt ze een
plaatje op, maar het Kcioks Songfes
tival in 1965 is haar eerste grote
kans, die ze ook met sukses grijpt.
Enkele jaren later loopt ze met
groene haren door de straten van
Aalst, daarna werkt ze een paar
jaar samen met de in Frankrijk
j waanzinnig populaire zanger Clau
de Francois, viert een tijdlang
triomfen met het kerkkoor «Glory
Hallelujah 2000» en verdwijnt daar
na geruisloos uit de aktualiteit.
Barst Vlaanderen dan van talent,
dat het Liliane St. Pierre zomaar
kan missen? Of heeft ze zelf defini
tief een punt gezet achter haar car
rière als zangeres?
We vragen het ons af, tot we haar
toevallig zien in 't Ajuintje, het
gezellig kafeetje van haar schoon
broer Guy aan het Stationsplein en
we besluiten eens met haar te gaan
praten.
In de vergetelheid...
Op een mooie herfstavond rijden
we naar Burst, op zoek naar de
Ruiterstraat. We komen in een rus
tige wijk terecht en zien Liliane's
echtgenoot Denis bezig in het voor
tuintje van het huis nummer 30.
Liliane wacht ons op en we installe
ren ons in de sobere doch smaak
volle leefkamer van het echtpaar
De Coster. Denis en Liliane's ou
ders. die op bezoek zijn, houden
zich diskreet op de achtergrond.
We vertellen Liliane hoe we voor
het eerst via het koelregistrerende
oog van een zwart-wit televisie met
haar kennismaakten en direkt ge
charmeerd raakten door haar stem
en haar persoonlijkheid. En hoe
het ons verwonderd, dat een naam
als Liliane St. Pierre zomaar in de
vergetelheid kan verdwijnen.
Vlaanderen is toch niet zo rijk aan
echt goeie zangers en zangeressen?
Of heeft Liliane er de brui aan
gegeven en doet ze nu wat anders
dan zingen?
Maar laten we beginnen bij het
begin: was dat festival in Knokke
destijds niet de start van Liliane's
carrière?
Te jong!
«Eigenlijk niet» zegt Liliane tevo
ren had ik al een plaatje opgenomen
«We gotta stop».
We kijken even verwonderd, dat
liedje kenden we niet...
«Ja... Pas nadien kwam het Festi
val, waar ik samen met Tonia, Mau
rice Dean, Eddy Defacq en de intus
sen reeds overleden Antwerpse ne
gerzangeres Cecily Forde ploeg
vormde.
Dat optreden van de Belgische
ploeg was toch wel een sukses?
«We haalden daar inderdaad een
uitstekende uitslag. We waren twee
de en moesten het afleggen tegen de
Nederlanders.En monkelend
voegt ze eraan toe: «Dat doen de
Belgen nog altijd...» «Maar», ver
genoeg met Claude Frangois kunnen
werken. Want die samenwerking is
eigenlijk afgesprongen door het feit
dat Milo De Coster nog steeds mijn
manager was en het idee had opge
vat om totaal iets anders te gaan
doen, namelijk een spektakel in de
kerken. Ik moest dus ergens kiezen:
ofwel in Frankrijk blijven en alleen
zien mijn plan te trekken zonder
manager ofwel meedoen aan het
bijbelspel. Ik heb toen voor het
laatste gekozen.
Douce France...
En dat heeft heel veel sukses
gehad?
Een enorm sukses! Het heeft in 't
totaal drie jaar geduurd. Ik deed
toen niets anders en dat bracht met
zich mee dat ik achteraf kwa bals en
zo nergens meer stond... Dat was
gewoon niet te kombineren
Deed je in Frankrijk ook bals en
zo? Of trad je op in grote zalen?
«Omdat het Frankrijk is hoef je niet
te denken dat het grootser is dan
hier, het is gewoon anders. Als daar
iets georganiseerd wordt gebeurd
dat meestal in tenten. In Frankrijk is
zo'n tent een heel ander begrip dan
hier bij ons: als je hier spreekt over
een tent denken ze direkt aan een of
ander boeregat waar ze weer een
tochtige tent hebben neergepoot om
een derderangsprogramma op te
voeren. In Frankrijk heeft die tent,
die meestal plaats biedt aan onge
veer drieduizend mensen, niets met
kermis te maken zoals hier, net zo
min iets met een bal. Bij ons gaan de
mensen drinken, dansen, plezier
maken en ho, ja, er is ook een
vedette bij... Tof, da's meegeno
men. De atmosfeer in Frankrijk is
heel anders. Men komt er in de
eerste plaats om de artiesten te bekij
ken of te beluisteren, er wordt dus
niet gedanst, men komt voor het
spektakel. Het is gewoon een kwes
tie van opvatting. Als ik hier naar
een bal ga, dan is dat gewoon om
ben ik voor twee maanden naar
Diest «verhuisd», bij mijn ouders.
Van daar uit kon ik iedere dag rustig
naar Lichtaart rijden om er tussen
de middag en acht uur 's avonds op
te treden. Was er dan eventueel later
op de avond nog iets, dan kon ik dat
er gerust bijnemen. De weekends in
september heb ik ook nog in Bobbe-
jaanland gestaan.»
En hoe viel dat mee? In Bobbe-
jaanland heb je waarschijnlijk de
va-et-vient van dagjesmensen?
Wie komt er naar Bobbejaanland?
Iedereen, hé, die komen niet spe
ciaal omdat ik er ben, ik was daar
met Nicole en Hugo Sigal, Saman-
tha was er en Lia Linda. De mensen
komen niet in de eerste plaats voor
ons, want wij staan niet eens op de
affiche en ze zien maar pas wie er
optreedt als ze in de zaal zijn. Het is
een pretpark, iedereen komt er, het
is heel iets anders... Wél gunstige
omstandigheden om te werken: een
goeie zaal. hele toffe loges, stortba
den... dat is natuurlijk prettig.»
«Gelukkig zijn er persmensen die af en toe eens komen informeren wat
we doen, hé!»
volgt ze «in feite is het niet zozeer
een start voor mij geweest, want ik
geloof dat ik toen nog een klein
beetje te jong was. Ik was de jongste
deelnemer en dat was wel een beetje
een handicap. Ik had toen dat plaat
je gemaakt en kreeg dank zij Knok
ke wel kontrakten aangeboden in
Duitsland. Het grote sukses kwam
evenwel later. Ik maak een hele
sprong: 1968. Het jaar van Canzo-
nissima en datzelfde jaar ook
Frankrijk en Claude Frangois, waar
ik twee jaar heb mee samenge
werkt.
De tijd met Clo-CIo
Claude Franqois was op dat ogen
blik een vedette in Frankrijk en
ook ver daarbuiten... Was hij zo
simpatiek als hij zich altijd voor
deed en hoe was de samenwerking?
«Claude Frangois was een ontzet
tend aardige man en een groot ar
tiest, waar ik ook nu nog met be
wondering aan terugdenk. Ik heb
heel veel aan hem te danken, vind
ik. Dank zij hem heb ik speciale
lessen in zangtechnieken kunnen
volgen bij madame Sandra, een hele
grote naam in Frankrijk.»
Clo-CIo heeft ook je naam veran
derd...
«Liliane klinkt heel kort en voor het
buitenland niet erg commercieel en
daarom werd er St. Pierre aan toe
gevoegd en zo is het dan gebleven.
Hoe denk je terug aan die twee
Franse jaren? Het was er waar
schijnlijk heel anders dan hier?
Heb je er Franse platen gemaakt?
LP's?
Het was een heel erg fijne tijd. Als
kleine Vlaamse werd ik er in de
watten gelegd, de samenwerking met
hem heeft de naam Liliane St. Pierre
heel wat meer weerklank gegeven.
In die periode heb ik een heleboel
Franse opnamen gemaakt die het
goed hebben gedaan. Om een LP te
realiseren heb ik echter niet lang
Claude Frangois, een jongen om op de handen te dragen.'
mij te amuseren en de vedette komt
op de tweede plaats... Maar als je
hier naar Vorst Nationaal gaat, weet
je ook dat je daar naar een spektakel
gaat kijken en niet om te gaan
dansen... Ik vind ook dat de moge
lijkheden om als artiest iets te berei
ken groter zijn dan in ons kleine
land. Alleen Will Tura is bij ons een
uitzondering op de regel.
Will Tura is ook de enige die hier al
zo lang aan de top staat. Het is
natuurlijk allemaal uitgekiend, er
staat een hele organisatie achter,
dat is onlangs nog gebleken bij zijn
jubileum in Vorst Nationaal...
«Dat is ook nodig», meent Liliane
«organisatie is er gewoon nodig, je
kan wel eens improviseren, doch
altijd lukt dat niet.
Popovski en Bobbejaanland
Van improvisatie gesproken... bij
je optredens in Vlaanderen heb je
daar waarschijnlijk wel meer mee
te maken gehad. We bedoelen de
vaak gebrekkige akkomodaties die
men hier voor de artiesten «voor
ziet»!
«Met dat probleem hebben we lang
te kampen gehad. Maar het ligt ook
aan jezelf om te eisen dat je een
behoorlijk plaatsje krijgt om je klaar
te maken om op te treden. Het hoeft
geen lukse te zijn, wel een behoorlij
ke plaats...»
Momenteel heb je dus optredens in
Vlaanderen, zoals bijvoorbeeld af
gelopen zomer in Bobbejaanland?
«Die twee maanden in Bobbejaan
land is wel iets apart, iets dat ik er
bijgenomen heb. Sinds bijna vijf
jaar werk ik samen met het orkest
van de Bulgaar Serge Popovski, die
al tien jaar in België woont. Het is
een orkest van zeven man en ik
maak daar deel van uit samen met
nog twee andere meisjes, die zich de
Hendrickx Sisters noemen.»
Wij hebben daar eerlijk gezegd nog
nooit van gehoord. Wat voor soort
repertorium hebben jullie? Is het
Nederlandstalig?
«Heel weinig in het Nederlands en ik
voeg daar onmiddellijk aan toe, dat
is niet omdat we het niet willen Ons
repertorium is internationaal getint
en gaat van slow tot disco. We
spelen hoofdzakelijk op privébals
en -feesten. Ik noem voor de vuist
weg Kiwani's, ITT. Maar «Brus
sel» doe ik zeker altijd. Je moet
iedereen tevreden stellen en ik moet
zeggen dat we daar aardig in slagen
en het werken met die groep valt ook
enorm mee.»
Bobbejaanland was dus echt een
uitzondering. Hoe kwam dat zo?
«Normaal treed ik dus niet meer
alleen op, het is onmogelijk te kom
bineren met mijn werk bij Popovski.
Maar dat in Bobbejaanland viel in
juli-augustus en tijdens die periode
treedt onze groep minstens een
maand niet op om iedereen toe te
laten vakantie te nemen. Vakantie
heb ik dit jaar niet genomen. Wel
Gelukkig geen vedette meer.
Een markt voor nummers
Er valt even 'n stilte, onze gast
vrouw zorgt voor een fris glaasje
bier, de fotograaf schiet plaatjes.
Ze wordt heel even aan de telefoon
geroepen en als ze terugkomt her
vatten we na een verkwikkende
drank het gesprek.
Plaatjes maakt Liliane niet meer?
«Voor het ogenblik heb ik geen
nieuwe plaat in het vooruitzicht,
nee. Wel ben ik bezig met het maken
van enkele nieuwe nummers, maar
die moet je dan ook nog gaan pre
senteren en afwachten of de platen
firma's ze willen uitbrengen...» legt
ze uit.
Dat vergt waarschijnlijk veel tijd?
«Tijd is nog niks. het komt voorna
melijk op het geld aan, op mensen
die geld moeten investeren.
er moet toch nog een markt zijn
voor Liliane St. Pierre? Of is
Vlaanderen dan zo rijk aan goeie
zangeressen?
«Er is tegenwoordig alleen nog
maar een markt voor nummers, niet
meer voor artiesten eigenlijk. Als jij
morgen een plaat zou opnemen met
een nummer dat een klein beetje een
speciale gimmick heeft, dan gaat dat
beslm&tmarcheren», ongeacht het
feit dat je kunt zingen of met...
Misschien lukt het maar voor één
plaat, maar zo is dat nu. Vroeger
telde in de eerste plaats de artiest,
kochten-de mensen Liliane St. Pier
re of^Witl Tura
Zo goed kennen we de platenbusi-
ne» nu ook weer niet om die evolu
tie te hebben gezien. Wanneer is
die verandering er gekomen0
«Die verandering is er al een hele
tijd.zegt Liliane. «De mensen kij
ken niet meer zo op naar vedetten.
Voor mij hoeft dat ook niet, want ik
voel mezelf als een normaal mens,
zoals alle andere. Die kultus is er
niet meer. Ik heb het eens meege
maakt dat de etalage van een winkel
sneuvelde onder het ge drum van
fans die bij John Larry wilden gera
ken. Zoiets zie ik tegenwoordig niet
zo gauw meer gebeuren!»
Vedette gebombardeerd
Zeg eens eerlijk: heb je je vroeger,
toen je erg jong was niet als een
vedette gevoeld?
«Jaa.omdat ze me gewoon vedette
gebombardeerd hebben, hé... Ik
heb me echter nooit vedette gevoeld
in de ware zin van het woord!»
Liliane St. Pierre is dus altijd met
beide voetjes op de grond ge
bleven?
«Altijd!»
Het antwoord klinkt beslist en we
geloven haar. Ze is al die jaren het
eenvoudig meisje gebleven dat we
voor de eerste keer op het TV-
scherm zagen zo'n zeventien jaar
geleden en dat toen op slag ons hart
en dat van vele Vlamingen ver
overde.
Nu zit ze vóór ons, wachtend op de
vragen, spontaan en erg vlot ant
woorden gevend. Helemaal geen
vedetteallures en dat hoeft ook he
lemaal niet. Vedette wordt je ei
genlijk tegen wil en dank...
«Die vedettestatus word je gewoon
opgedrongen. Ik voel me nu veel
beter dan vroeger.
Je hebt er dus helemaal geen be
hoefte aan in de belangstelling te
staan zoals vroeger?
Ze schudt het hoofd.
«Helemaal niet» zegt ze rustig. «Ik
vind het veel aangenamer iets te
kunnen doen waar ik honderd pro
cent achter sta, zonder al dat gedoe
dat er bijkomt. Ik voel me eigenlijk
niet zo goed met zo'n opgevijzeld
imago.
Liliane een punker?
Zoals dat groene haar?
«Ja. zoiets Het komt er allemaal bij
kijken, zeggen ze. En er zijn natuur
lijk managers die zeggen: we moeten
eens een stunt uithalen en dan wordt
het een stunt. Ik beweer niet dat het
slecht geweest is, maar ik zou het
nu, nu ik ouder geworden ben,
zeker en vast niet meer doen, ik vind
niet dat het speciaal nodig is. Dat
groene haar bijvoorbeeld is een blik
vanger geweest in Duitsland. Milo
kreeg het in zijn hoofd om mij een
groene kop te geven en dat leverde
mij meteen een kontrakt op in de
Star Club, in die lijd een hele grote
club in Hamburg Niemand kende
mij, maar het feit dat ik opkwam
met die groene haren, dat sloeg in
hé. Nu zou dat niks meer geven, of
Liliane-met-de-groene-haren: eigenlijk een voorloper van de punkers.
je nu met groen of blauw haar of
gelijk wat opkomt.
Plots lacht ze hartelijk.
«In feite was ik een voorloper van de
punkers.
En ernstiger:
«Enfin, ik bedoel... op mijn hoofd,
verder.de rest natuurlijk helemaal
niet.
«Graalèk kan ik al zeggen!»
Liliane heeft al die tijd een Aalster-
se manager gehad, is sinds 1971 met
een Aalstenaar getrouwd. Is ze de
Aalsterse mentaliteit al gewoon en
spreekt ze al wat Olsjters?
«Ik geloof het wel. Graalèk kan ik al
zeggen. Verder vermeng ik mijn
Diesters dialekt met Aalsterse woor
den, ik let daar niet zo op. Wat de
mentaliteit betreft, in 't begin had ik
het gevoel dat ze hier nogal gemak
kelijk de neiging hebben om met de
mensen te lachen. Later ben ik tot de
bevinding gekomen dat ze in de
grond toch niet er op uit zijn iemand
belachelijk te maken. Het is meer
een mentaliteit van God schept de
dag en hoe plezant komen we hem
door? Aan iedere mentaliteit moet je
wennen. Als ik bijvoorbeeld terug
denk aan de eerste karnaval die ik in
Aalst heb beleefd, dat was gewoon
rampzalig! Ik had in Diest ook wel
karnaval zien vieren, was eigenlijk
niet gewoon van uit te gaan en dan
val je hier in die onbeschrijfelijke
atmosfeer. Voor mij was het echt
een verschrikking! Ik ben nu nog
altijd geen karnavalist of hoe noe
men ze dat, maar nu, als ik niet
moet optreden, zoals vorig jaar, dan
ga ik helpen bij mijn schoonbroer.
Nu vind ik het al plezierig en als ze
zot doen tegen mij, dan doe ik zot
terug. Ik weet nu hoe het hoort.
Goed zo! Je leert het nog wel
helemaal... Maar nu even «terug in
de tijd» zoals ze het op de vrije
zenders altijd zeggen. We hebben
het nog niet over Milo De Coster
gehad. Waar is die tegenwoordig
mee bezig?
«Milo deed alles, alles in mijn
plaats...»
«Milo heeft er na «Glory Hallelujah
2000», in 1973 geloof ik, mee ge
kapt. Hij is nog direkteur geweest bij
Barclay, maar als manager stopte
hij toen. En sindsdien heb ik het
alleen moeten rooien. Dat was wel
even wennen. Milo is altijd mijn
manager geweest. Na mijn eerste
plaat is ie me komen opzoeken. Hij
was toen al manager van John Lar
ry. Even heb ik nog geaarzeld tus
sen hem en mijnheer Billay, die
Adamo destijds had gelanceerd,
maar het is tenslotte toch Milo ge
worden. En hij heeft misschien zijn
nadelen gehad, doch zeker ook zijn
voordelen. Ik geef grif toe dat het
niet gemakkelijk is geweest die stap
verder te zetten zonder hem, maar
alles bij mekaar heeft het toch dit
voordeel gehad dat ik heel wat zelf
standiger geworden ben. Want vroe
ger was het Milo die besliste. Milo
deed alles, alles voor mij, alles in
mijn plaats...»
Niet zo'n prettige ervaring?
«'t Was gewoon frustrerend» zegt ze
heftig.
We herinneren ons een interview in
het Vlaamse maandblad «Partner»
van oktober 1969, een «gesprek»
dat Louis Paul Boon met haar had.
«Praten met Liliane St. Pierre» was
de titel, maar Milo praatte meer
dan Liliane...
«Ja, dat is juist. Als ik nu die artikels
van vroeger herlees komt mijn haar
omhoogIk vind het afschuwelijk
wat daar allemaal instond.dan
denk ik wel eens: hoe is dat moge
lijk, dat ben ik toch niet, dat kan
toch niet?»
Ze kijkt wat verdrietig bij de ge
dachte.
«Kijk, het is best mogelijk dat het zo
moest, omdat ja, je moest overdrij
ven, je moest bluffen, het publiek
wilde het zo. Nee, ik weet het niet, ik
hou daar niet van Nu doe ik alles
op mijn manier en ik weet niet of het
beter is, maar ik voel me er in elk
geval beter mee.
Suksessen
Dat is natuurlijk het voornaamste.
Al heb je mei Milo als managet
toch wel enkele merkwaardige suk
sessen gehad. Noem eens de bij-
zonderste?
Lees door b!z. 24