"I II |i I
«Gevangenis van Waas» in Sint-Niklaas
wordt wellicht servicecentrum
11J1 Ii-H !1«
Lokerse Heemkring
«De Souvereinen»
Frank Pollet over
Albertha van Dorsselaer
Kulturele raad: beleid besnoeid
"i8vigH^ll;iP '*I
gWBB
Hamse kunstschilder
Albert Smet intiem gevierd
Registraties in schaduwkleur
Verzen van
Alfons Lambrecht
Aalstenaar
Luc Hoenraet
exposeert in Kasterlee
Moorsels
zangkoor
«Canticorum»
buiten de regio
24 - 25.2.1983 - De Voorpost
Zes jaar kulturele raad in Sint-Niklaas. Haard-
dichters, touwtrekken rond lokalen, applaudis
seren als de voorzitter het woord neemt, scher
men met sleutels en stelsels, hameren op over
leg en inspraak. Niet opzienbarend allemaal.
Toch interessant.
Exit schepen Theofiel Heynderickx, welkom sche
pen Daniël Anthuenis. Idem bleven de voorzitter
(Daan De Smet), de ondervoorzitter (Hugo Steen
wegen), de sekretaris (Marcel Verniers). De par
tijen en ideologieën zijn opnieuw vertegenwoor
digd. Een bestuur met partijen en strekkingen.
Viermaal één partijman of -vrouw: Paul Vermeesch
voor de CVP, Lily-Anne Coppens-Cogen namens
de PW, Christ'l Collier voor de SP en VU-er Hugo
Steenwegen. Acht «gestrekten»: vijf kristelijken
(Daan De Smet, M. De Witte-Cornelis, Marcel
Verniers, Jozef Heyman, René De Cock); en drie
«niet-gebonden» lieden (Dirk De Colvenaer, Er-
nest Van Eynde, Omer Van Bogaert). Drie «waar
nemers» bij het bestuur ook: Marcel Weyn als mar
xist, Lutgart Verstraete als vlaamsnationalist, Nora
De Caluwé als vrijzinnige. Een andere is, in detail,
aldus samengesteld (per strekking): 102 kristelijk,
59 niet-gebonden, 21 socialist, 7 liberaal, 7 vlaams-
nationaal, 3 vrijzinnig, 2 marxistisch, 1 VU, géén
KP. Samen 202 leden, allemaal met een etiket
beplakt nu, waarbij het hoogst subtiele onderscheid
tussen vlaamsnationaal en VU bijvoorbeeld...
Erkenning
In het Staatsblad van 3 maart 1982 werd de «ge
meentelijke raad voor kuituur en kulturele vrije
tijdsbesteding in Sint-Niklaas» met erkenning be
dacht. Het heeft voeten in de aarde gehad. Spannin
gen binnen de strekkingen, onderlinge spanningen
ook. Een kommissie aan het werk. Niet-erkende
ideologieën zouden waarnemers mogen afvaardi
gen, het werd in 1980 beslist. De Hoge Raad voor
Volksopleiding en Volksontwikkeling kreeg het
verzoek ter erkenning van de raad begin 1981
voorgeschoteld, in oktober '81 adviseerde de Raad
gunstig en de Sint-Niklase raad werd erkend einde
'81. Goed zo.
De nieuwe schepen van kuituur in Sint-Niklaas had
het over de moeilijkheden van bij de start, de
langzame weg naar erkenning ook. Daan Anthuenis
zei dat «de tijd van de grote theorieën» voorbij is,
de moeizaam bereikte koncensus mag niet op de
helling worden gezet. En, zei de schepen, met het
stadsbestuur moet opbouwend worden samenge
werkt.
Vergaderen: waar?
Konkreet nu, want al het voorgaande zijn formalis
tische bespiegelingen waar je als échte kuituurmin
naar nauwelijks wat aan hebt.
Vergaderlokalen, da's een konkreet probleem. In
1979 werd al nadrukkelijk gezegd dat men in de
deelgemeenten nauwelijks vergaderen kon, er was
ook niet veel technisch materieel voorhanden In
1980 werden i.s.m. de jeugdraad voorstellen gefor
muleerd m.b.t. de uitbouw van een servicecentrum
voor de verenigingen. In 1982 werd aangedrongen
op de verdere uitbouw van de infrastruktuur in de
deelgemeenten in het algemeen en op die in Belsele
(polyvalente zaal) in het bijzonder. En nu zijn we
1983.
Het servicecentrum duikt opnieuw op. Daan An
thuenis noemt de Cipierage als toevluchtoord (her
inner u: jeugdschepen Lieven Lenaerts had in de
jeugdraad niet zo enthousiast over het Walburgkas
teel gesproken). En de nieuwe schepen zei ook dat
geopteerd moet worden voor het ter b^chikking
stellen aan de verenigingen van meer vergaderruim
te en technische toestanden.
Dichters
Zes jaar kulturele raad in Sint-Niklaas. Toch een
handvol konkrete resultaten naast een vleug opties.
Konkreet: de kulturele kalender, Spectrum gehe
ten, verschijnt sedert 1977 en nu al in een oplage
van drieduizend exemplaren. Konkreet ook: veel
De Cipierage in Sint-Niklaas. «Gevangenis van
Waas» wordt wellicht servicecentrum voor verenigin
gen. (arch.)
poëzie, met ('79) de «Nacht der Wase Dichters» en
«Dichters en grafici rond de haard» ('80) en de
voorstelling van «Een boom vól poëzie» ('80) waar
in akwatinten en gedichten van de «groten van bij
ons», konkreet verder: het steunen van de volks
kunstweek, het meevieren, Van Wilderode ter ere,
met de «Wase Persklub». Konkreet bovendien:
gespreksavonden rond de Europaverkiezingen
('79), een vergadering omtrent de verzustering
('82), en het op het getouw zetten van manifestaties
als «Anders kijken naar Van Eyck» en «Anders
kijken naar Rubens».
Abstracy opnieuw: vragen om bij het beleid betrok
ken te worden, aansturen op reële medezeggen
schap. Want, zei voorzitter Daan De Smet onlangs,
de nieuwe kulturele raad staat voor een bredere
verantwoordelijkheid, een omvangrijker werkter
rein.
Duivenliefhebbers
En dan is er de erkenningskommissie. Géén erken
ning voor de oud-scouts van Tereken (omdat die
niks kultureels uitvoeren), evenmin voor vzw 't
Venster (da's iets pedagogisch), de Socialistische
Gepensioneerden Belsele (een kluif voor de raad
van de derde leeftijd), ook niet voor de Sinaaise
Pestvogel (die hoort, net als een duivenbond, bij de
sportraad thuis). Enkele, vooral socialistische
(vrouwen)verenigingen kunnen voorlopig géén on
derdak bij de kulturele raad vinden, ze moeten
eerst uitleg verschaffen i.v.m. aanverwante vereni
gingen.
Wél erkend worden de Bellemanstoneelkring van
Sinaai. de toneelgroep Barst, het knapenkoor Je-
room. De jonge toneelgroep Theater 82 krijgt een
startpremie.
De Sint-Niklase kultuurraad zo staat in het verslag
van de jongste bijeenkomst moet het zuinig aan
doen. «Grote projekten die voorzien waren, kunnen
niet tQt uitvoering gebracht worden wegens besnoei
ingen». En dus heet de konklusie: «Over een beleid
kan heden nog niet veel gesproken worden».
Het vakuüm. Tweehonderdentwee leden wachten,
zoals de duiven in de sportraad.
W.V.
In het huis Mergelbeek nr
10, te Hamme, had onlangs
een intieme viering plaats
van invalide kunstschilder
Albert Smet, en dit naar
aanleiding van zijn debuut
als 30 jaar schilder. In
1952; op 15 jarige leeftijd,
wist Albert, ondanks ziek
te, zich reeds te onderschei
den in Home Prins Charles,
Oudergem, Brussel, met
het schilderen van akwarel-
len en almanakken, doch de
kwaal waaraan hij leed liet
hem niet los. Daar had Al-
bert de eer onze intussen
overleden Vorstin Z.M. Ko
ningin Elisabeth te mogen
ontmoeten en 't is ook op
haar verzoek dat Albert
naar Zwitserland werd ge
stuurd, waar hij twee jaar
verbleef. Daar legde hij zich
toe op het schilderen van
berglandschappen. In 1953
verscheen zijn pentekening
in het weekblad A.B.C. Na
zijn terugkeer in 1954,
moest hij wachten tot in
1973 voor zijn definitieve
doorbraak na zijn deelname
aan «La jeune Peinture Bei
ge», in het Paleis voor Scho
ne Kunsten te Brussel. Zijn
tentoonstellingen die daar
na volgden waren er het
bewijs van. Ook was Albert
een vaste waarde op de ten-
Onder betrekkelijk ruime belangstelling had de
jaarlijkse statutaire vergadering plaats van de
Lokerse Heemkring «De Souvereinen». Na het wel
komstwoord door de voorzitter Pater Vedastus
Verstegen hoorden wij vanwege de sekretaris een
verslag over de werking van het voorbije jaar. En
die werking was niet gering. Zo waren er talrijke
voordrachten. Om er maar een paar te noemen:
«Antiek, echt of vals» door de konservator van het
Bijlokemuseum. Ook mevr. De Canne kwam enkele
keren aan de beurt, zo onder meer met een voor
dracht met dia's over de begijnhoven in België. Zo
was er ook een uitstap naar Geraardsbergen, die
echter jammer genoeg totaal verregend is. Nat
maar toch belangwekkend!
Wat de financiële toe
stand betreft: deze is niet al
te slecht: het tijdschrift
heeft talrijke abonnemen
ten, die nog steeds aan
groeien en uiteindelijk
blijft er nog een kasover-
schot, weliswaar niet heel
groot. Maar het is toch be
ter dan verlies. Als derde
punt stond dan op de agen
da de bestuursverkiezing.
Maar vermits er geen nieu
we kandidaturen binnen
gekomen waren moest er
niet gestemd worden en
bleef alles bij het oude. Zo
bleef Pater Vedastus alweer
voorzitter. Op een volgende
vergadering is een voor
dracht gepland over Frans-
Vlaanderen. Het bestuur
hoopt op een ruime belang
stelling. Het hoogtepunt
van de avond was dan een
voordracht door de voorzit
ter zelf over de toponomie
van de Lokerse straat- en
wijknamen. Die voordracht
verviel in drie delen: een
eerste gedeelte handelde
over de grote wijken van
Lokeren. Zo hebben we bij
voorbeeld Bokslaar en
Everslaar. Die namen zijn
gemakkelijk te achterha
len. Met andere is dat soms
moeilijker. Velen zijn ook
te herleiden of schijnen af
te stammen van de namen
v%n oude herbergen. In de
naam Heirbrug vindt men
gemakkelijk de oude «heir
baan» terug. Bergendries is
ook niet zo moeilijk. Ver
geet niet dat wij hier in
Vlaanderen de gewoonte
hebben de minste kleine
verhevenheid van de bodem
een «berg» te noemen. Dan
kwam de spreker tot de
straatnamen. De Luik-
straat bijv. heeft niets te
maken met de stad Luik. De
oudere mensen zullen zich
nog wel herinneren dat
men vroeger sprak van
«Het land van Luik». Dat is
dus een persoonsnaam.
Ook de Roomstraat, alhoe
wel die vroeger vertaald
werd in «Rue de Rome»
heeft niets met de pauselij
ke stad te maken. Het is ook
niet de «Rooms-straat»,
zoals vroeger soms ook be
weerd werd. Het is niet de
straat van Rooms. Wel kan
het de naam zijn van Ro-
main, een voornaam dus.
Romain werd vroeger wel
afgekort tot Rom of Room.
Zand en Kouter spreken al
weer voor zichzelf. Ook vele
straatnamen zijn verbon
den met namen van herber
gen. Dat kan zo zijn met
Lepel- en Krekelstraat. De
Durmelaan werd lange tijd
de «Nieuwe Straat» ge
noemd. Voor zestig jaar
was dat eigenlijk nog geen
straat. Er waren nog geen
huizen en de hele straat
was niets anders dan een
aaneenschakeling van
meersen, 's Zomers gingen
de jongens daar him vlie
gers oplaten. Als derde deel
van zijn voordracht handel
de de zeer eminente voorzit
ter over enkele café- of her
bergnamen. Sommige date
ren reeds van inde jaren
1500. Zo de Bonte Koe, de
Gouden Engel, Den Trap.
Er waren daar ook wel een
paar minder smakelijke be
namingen bij. Wie weet nu
nog waar eens «den besche
ten Durpel» gestaan heeft?
Na die interessante uiteen
zetting kon men ook noj
vragen stellen, waaruit ooi
nog wat te leren viel. Hoe
velen onder ons weten ni
nog dat' de streek rond de
Sint-Annakapel op de Hek
brug vroeger de «Solfer
berg» genoemd werd? Van
waar komt die naam? Hier
over zijn twee versies. De
ene brengt de naam in ver
band met de zo gevreesde
pestziekte. Er zouden daai
in die tijd veel pestlijders
begraven zijn geweest, me:
als ontsmettingsmiddel sol
fer of zwavel. Een andere
uitleg is heel wat proza
ïscher. In de jaren 1800
was daar in de buurt nogal
wat huisnijverheid. En een
van die bezigheden was het
maken van solferstekken ol
lucifers... Die laatste versie
schijnt ons wel de meest
geloofwaardige. Van som
mige interpellanten werd
ook aangedrongen op het
behoud van de zeer oude
straatnamen, iets waarmee
iedereen kon instemmen.
Waarom bijv. krijgt de Beu-
kendreef, eens ze Lokeren
verlaat en verder loopt op
Waasmunsterse grond,
daar plots een andere
naam, die dan toch door
niemand gebruikt wordt?
Nadat de geleerde spreker
dan op al die vragen een
passend antwoord kon vin
den, werd deze zeer leerrij
ke voordracht besloten.
(j.v.l.
toonstellingen van vrije-
tijdswerken die in Hamme
werden georganiseerd. Wij
wensen kunstschilder Al-
bert Smet nog vele jaren en
feliciteren hem voor zijn
kunstwerken.
(bd)
Frank Pollet, de Wase dichter die wij eerder
uitgebreid interviewden, heeft een nieuw poë
tisch produkt klaar. «Schaduwspel» heet het,
een bundeltje van drie gedichten, meer dan
keurig uitgegeven door de heren van het
tijdschrift voor literatuur en stijl R.I.P. Het
gaat om een unieke uitgave: het zetwerk werd
met een niet te schatten zin voor grondigheid
vernietigd.
Pollet zelf definieert «Hoe de avond smaakte
naar marmer», «'s Nachts hebben wij vaaken
«Geen ochtend zo koud als deze. Stil licht» als
«registraties» en zijn dedikatie op de derde
bladzijde spreekt, in verband met de aanzet tot
het neerschrijven ervan, boekdelen: «Voor
mijn vader en de nagedachtenis van zijn moe
der, Albertha Melania van Dorsselaer, mijn
grootmoeder». Zij, de grootmoeder van Pollet,
was toen ze vorig jaar op negentigjarige leef
tijd overleed een instituut geworden voor de
familie; zij was er altijd geweest en zou er
altijd blijven. Niemand kon zich wat anders
voorstellen.
Avond, nacht en ochtend van iemands overlij
den als beleefd door de dichter, het is een
subjektief, zelfs anekdotisch uitgangspunt,
maar Pollet is er volgens mij, zijn aloude
bestreving getrouw, in geslaagd het gegeven
voldoende te objektiveren. Zijn benadering
overstijgt de situatie en iedereen die zich vrij
plotseling door de dood van een dierbaar ie
mand gescheiden wist, zal zich herkennen in
Pollets mortale schaduwspel.
Vergeleken bij de eerste twee bundels van de
dichter («Waterland» en Belladonnaloopt de
vroegere thematiek hef de, leugen, dood zeg
maar gewoon door, alleen is deze nieuwe
korte cyklus geschreven in een heel andere,
voornamelijk koelere, toonaard en is hij in
zegging iets onmiddellijker, maar desalniette
min niettegenstaande dat integendeel tenmin
ste niet vervelend konkreet of hinderlijk be
reikbaar. De drie gedichten bouwen met wach
tende angst, zwellende onvermijdelijkheid en
koude pijn een eenheid die geslaagd is te
noemen.
De oplage van «Schaduwspel» omvat onder
meer zeven naar de dagen van de week ge
noemde luxe-exemplaren gedrukt op pastelpa
pier en gevat in een purperkleurige kassette
met diepdruk (deze zijn stuk voor stuk al de
deur uit) en 26 van A tot Z gemerkte en op
ingrespapier gedrukte exemplaren. De kaft
toont het -eenvoudige grafische motief van het
overlijdensbericht van Antonius Josephus Pol
let (1941) en één exemplaar uit de 26-reeks
kost 220 frank.
In de loop van volgende maand komt, nog van
Pollet, bij de uitgeverij Wel uit Bergen-Op-
Zoom de bundel Zymose(het laatste zelfstan
dige naamwoord uit de dikke Van Dale, red.)
uit. De publikatie zal worden voorgesteld in
Sint-Niklaas en ongeveer 185 frank kosten.
Wij houden je op de hoogte.
L.D.B.
Hoe de avond smaakte naar marmer
Hoe de avond smaakte naar marmer
En mist en de koorts een hondsdolle hond
Bleek, die van geen ophouden wist.
«Lang geleden zaten wij hier samen, armer
Dan vandaag maar met een overvloed aan
woorden in de mond.»
Het landschap reikt tot waar de bloemen
Op de vensterbank zijn neer geplant,
De waarheid spiegelt zich in vast tapijt en, hoe
men
De avond naar zijn waarde schat, bewijst de
bibber in de hand.
Hoe dan de tijd een zieke vijand wordt
Genoemd maar slechts een kompilatie is
Van hun langzaam vaal geworden hoop
Op vroeger. Toen het goed was. En het leven
zijn gewone gang
Ging.
Frank Pollet
Van 3 tot 31 maart expo
seert de Aalstenaar Luc
Hoenraet zijn recente lit
ho's en tekeningen in het
Rijkscentrum te Kasterlee
(Zaardendijk 20). Dat op
uitnodiging van de vzw «De
Vrienden van het Frans
MasereelcentrumDe kun
stenaar zal worden ingeleid
door kritikus Leo Madelein
én de tentoonstelling is toe
gankelijk alle werkdagen
van 9.00 tot 12.00 en van
14.00 tot 16.30 uur.
Luc Hoenraet we'rd in 1941
te Aalst geboren. Hij stu
deerde aan het Hoger Insti
tuut Sint-Lucas te Brussel
en behaalde verschillende
prijs en, In 1970 werd hij
leraar grafiek aan de Rijks-
..?alïool voor Beeldende Kun
sten te Sint-Pieters-Wolu-
we. In 1978-1980 studeerde
hij in Parijs en ging hij
naar New York. Ook nog in
1980 opende hij een atelier
in Neuilly-sur-Seine. Hij
nam deel aan verschillende
groepstentoonstellingen in
binnen- en buitenland. On
dermeer in Parijs, Dussel-
dorf, Berlijn, Rijeka, Brest,
Poznan, Ontario, Marseille,
Stockholm, Antwerpen,
Sint-Niklaas, Gent, Eindho
ven, enz. Individuele ten
toonstelling had hij onder
meer in Brugge, Brussel,
Gent, Antwerpen, Wette-
ren, Tielt, Bonheiden, Oos
tende, Aalst, Kerkrade, As
senede, Breda, Leverkusen,
Orleans, Kampenhout,
Keulen, Kessel, Parijs, Dil-
beek, enz.
Jozef Van Overstraeten, erevoorzitter van de
VTB-VAB, schreef in een van de nummers van de
Autotoerist een recensie van de gedichtenbundel
«Verzen» die door de 86-jarige Dendermondse dich
ter, schilder en kallegraaf Alfons Lambrecht werd
uitgegeven.
Het Moorsels zangkoor
«Canticorum» dat zich on
langs in de Provinciale
Koorzangtomooien wist te
klasseren in tweede afde
ling, treedt op zondag 6
maart op buiten de eigen
regio.
Dit op een «Korenzondag»
waar de hoogmis verzorgd
in vier Wetterse paro
chiekerken: Overbeke,
Kwatrecht, Westrem en
Massemèn. Moorsel is van
de partij op 6 maart te 10 u.
in de parochiekerk van
Massemen waar ze de
Hoogmis vokaal verzorgt.
In de namiddag wordt on
der leiding van niemand
minder dan Lode Dieltjens
een suite lenteliederen in
gestudeerd waarna te 18 u.
in de parochiezaal van Wet-
teren-Overbeke deze «ko
renzondag» wordt afge
rond met een koncert door
«Canticorum» o.l.v. Pater
Van Looy s.j.; «St.-Lutgar-
diskoor» Gentbrugge o.l.v.
L. Bingé; «Jeugdmuziek-
schoolkoor» Kalken o.l.v.
P. Hanselaer; «Martinus-
koor» Massemen o.l.v. M.
De Zitter.
Organisatie; Martinuskoor
"en ANZ-Oost-Vlaanderen.
LH
«Deze 86-jarige, nog bie-
zonder aktieve Dendermon-
denaar, zo schrijft de al
even vitale Van Overstrae
ten, is een hoogst merk
waardig man. Niet alleen
met zijn klassieke, vaak
ontroerende verzen heeft
hij een mooie plaats ver
worven in onze literatuur,
maar ook met literair toe
ristische aitikels, vooral
over Italië en Sicilië. Hij
dicht daarenboven haast
even vlot in het Frans en
het Engels als in zijn moe
dertaal. Maar daarenboven
is hij een uitstekend im
pressionistisch tekenaar,
akwfirellist en schilder, die
in de Dendermondse school
een eigen, opvallende
plaats heeft veroverd onder
meer met stads- en land
schapsgezichten. Tenslotte
is hij ook nog kalligraaf,
als dusdanig terecht be
kroond, wat in deze eeuw
wel een grote uitzondering
mag heten.
Zijn jongste zeer verzorg
de en mooi geïllustreerde
bundel, een bloemlezing,
werd uiterst lovend inge
leid door Anton van Wilder
ode die aldus treffend ein
digt: 'dat hij zich met onver
minderde vitaliteit blijft
voegen in het verbond van
muzen en zijn keurig ge
schreven woorden, blijft be
zielen en bezintuigen'.
De dichtbundel «Verzen»
is verkrijgbaar bij de au
teur zelf op het adres Ay-
monshof te 9330 Dender-
monde en kost 400 fr. Men
kan dit bedrag storten op
rekeningnummer 000-
0428445-93.
Dendermonde. De 86-jarige dichter Alfons Lambrecht.