Deken 0. Van den Bergh: Ik heb reeds een
gelukkig leven achter de rug
Gouden priesterjubileum te Lebbeke
De Voorpost - 10.6.1983 - 5
Parochiedienst
In het onderwijs kwam Omer Van den Bergh nooit
terecht. Hij trad meteen in parochiedienst. Wat betekent
dat hij volgende maand ook vijftig jaar parochiedienst
achter de rug heeft.
Allereerst belandde hij in Lembeke, een gemeente in de
buurt van Eeklo. Een makkelijke parochie, waar het
aangenaam werken was. Van kontestatie was toendertijd
nog geen sprake. Lembeke moet bovendien erg vroom
geweest zijn, want in de streek had men het steevast over
«het heilige Lembeke». Na een verblijf van drie jaar
aldaar, belandde hij voor een periode van tien jaar in
Eksaarde. Achteraf deed O. Van den Bergh acht jaar
dienst als onderpastoor in de hoofdparochie te Hamme.
Vervolgens werd hij tot pastoor benoemd in Eiversele.
Negen jaar lang verbleef hij daar. In 1963 volgde hij te
Lebbeke pastoor Goethals op. Tot deken in de O.L.
Vrouwgemeente werd hij benoemd op 1 januari 1969.
Lebbeke kan het vieren niet laten. De meimaand met
de diverse manifestaties omtrent het 875-jarig be
staan van de O.L.Vrouwkerk, ligt amper achter de
rug, of de katholieke gemeenschap steekt opnieuw de
feestbazuinen.
Op zondag 12 juni viert Z.E.H. Deken Omer Van
den Bergh immers zijn gouden priesterjubileum.
Haast dag op dag een halve eeuw geleden op 10
juni 1933 om precies te zyn werd Omer Van den
Bergh, door Mgr. Coppieters, de toenmalige bis
schop van Gent, tot priester gewijd.
Vorige vrijdagavond zetten we met deze kwieke
zeventiger, hij werd op 11 maart 1908 te Kieldrecht
geboren, een gesprek op. Onder de goedkeurende
blikken van paus Johannes-Paulus II een ge
schenk van een Nederlandse pater, wijst de Lebbeek-
se deken naar de muur laat hij een fles «Chateau
la Gurgue» uit 1952 aanrukken. Eten en drinken
tegelyk. Deken Van den Bergh weet blijkbaar wat
gastvrijheid inhoudt. Typisch voor iemand uit de
Polers, merkt hij later in het gesprek op. De wijn
smaakt overheerlijk. Zyn boucquet prikkelt de neus
'en streelt de smaakpapillen. Net of een engeltje op je
tong p..., denken we even toepasselijk. Maar die
vaststelling houden we eerbiedig voor onszelf.
Oorlogsherinneringen
Wie in 1908 geboren werd, heeft twee wereldoorlogen
meegemaakt. Dat heeft deken Van den Bergh dus ook. Ik
zie nog altijd heel duidelijk voor mij, graaft hij in zijn
herinneringen, hoe de eerste Duitsers in 1914 het ouder
lijk hof opgestapt kwamen. Op een boerderij bestonden er
ook in oorlogstijd niet zoveel tekorten. Van enige
verzet van de Kieldrechtse bevolking was toen geen
sprake, want de gemeente, pal tegen de grens met
Nederland, was door de Duitsers tot «Etappengebied»
uitgeroepen. De grens met onze noorderburen was boven
dien elektrisch afgesloten. Wat dus betekende dat we over
erg weinig vrijheid en bewegingsruimte beschikten, maar
we aan de andere kant ook degelijk bewaakt en be
schermd werden.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was ik onderpastoor in
Eksaarde, Eksaardenaars zijn mensen die zich niet zo vlug
uiten. Ze zijn bovendien erg voorzichtig. Wat betekende
dat er praktisch geen verdeeldheid onder de inwoners
ontstond. Niemand sprak zich bvb openlijk uit germano-
fiel te zijn. Hoogoplopende discussies werden er niet
gevoerd. De voedselvoorziening bleek bovendien vol
doende. Je moest je wel harder inspannen dan voorheen,
maar onoverkomelijke problemen manifesteerden zich
niet.
Wel heb ik bij het begin van de tweede wereldoorlog haast
de schrik van mijn leven beleefd. Ik wandelde, het was
geloof ik de 14de of 15de mei. over het dorp. toen ik
plotseling twee machinegeweren onder de neus geduwd
kreeg en een geweer in de rug voelde. Ik begrijp nu nog
altijd niet, hoe ik toen mijn koelbloedigheid kon bewaren.
Ik ben immers ook niet die mens, die alles makkelijk over
zich heen laat gaan. Maar toch bleef ik mijn tegenwoordig
heid van geest bewaren en knoopte een gesprek aan met
die soldaten. Het bleken terugtrekkende Fransen te zijn,
die in elke soutane een Duits spion zagen. Het verhaal
deed toen immers de ronde dat Duitse spionnen zich in
priester verkleedden en achter de oorlogslinies infil
treerden.
Nous nous excusons, prevelden ze.
C'est pour nous que vous le faites, heb ik geantwoord.
Op het eind van de oorlog werd Eksaarde ook nog vanuit
Moerzeke beschoten. Een heel wat meer reële angst heb
ik gevoeld, toen men mij op het eind van de oorlog kwam
melden, dat een «vliegende bom» op het huis van mijn
ouders terechtgekomen was. Hoe men mij ook probeerde
gerust te stellen dat mijn ouders ongedeerd waren, toch
moest ik allereerst met mijn eigen ogen kunnen vaststellen
dat het inderdaad zo was. Gelukkig viel er enkel stoffelij
ke schade te noteren.
lit de Polers
ben inderdaad een kind van de Polders, begint Deken
den Bergh zijn levensverhaal Je zou me ook een
ilander kunnen noemen, hoewel de mensen uit de
:rs toch enigszins andere karaktertrekken vertonen;
zijn gemoedelijke, gastvrije lui. die je. wanneer je op
k komt, voortdurend aanzetten de maaltijd te delen.
Omer Van den Bergh er geboren werd, telde
'Jdrecht, een grensgemeente, een vierduizendtal inwo-
S. Kieldrecht en het Nederlandse Nieuw Namen waren
>r een huizenrij met elkaar verbonden. De kerken
iroepsmisvorming? voegt hij eraan toe. lagen amper
kwartier van elkaar verwijderd. En beide dorpen
:n precies tussen die kerken geklemd
Van den Bergh was enig kind. Vader, aanvankelijk
luwcr, specialiseerde zich achteraf in de fruitteelt,
was de eerste die in Kieldrecht laagstamfruitbomen
ïplanttc
r der was streng maar eerlijk. Tijdens mijn eremis,
herinnert deken Van den Bergh zich. heb ik vader
'J~irvoor trouwens bedankt. Ik dank u, vader, heb ik toen
«gd, voor uw deugddoende strengheid. Moeder daar
entegen was vol goedheid, maar kon. op haar specifieke
ijze, zo pittig uit de hoek komen, dat je je afvroeg; waar
üt ze het? Daarnaast was ze een en al gemoedelijkheid
streefde ze ernaar de rust in het gezin te bewaren.
>1 liep Omer Van den Bergh allereerst in de kleuter-
'I te Kieldrecht. Als knaap van zeven kwam hij in de
laatselijke gemeenteschool terecht. Aan het St.-Jozefsin-
iut te St.-Niklaas volgde hij twee jaar de lessen. Zijn
taniorastudies deed hij ook te St.-Niklaas. Aan het
n Seminarie dat later, in 1950, met het St.-Jozefsinsti-
fusioneerdc
pnesterrocping manifesteerde zich vrij vroeg bij Omer
den Bergh. Reeds op de gemeentelijke lagere school
de idee priester te worden zich in zijn gedachten
rmd. Zijn klasgenoten beweerden toen al: Die gaat
iter worden. Toen hij de beslissing aan zijn ouders
deelde hij was toch enig kind stelde dat niet de
instc problemen.
eerste twee jaren priesterstudie deed Omer Van den
;rgh ook al te St.-Niklaas. Daar kwam toen overigens
wiereen uit het bisdom Gent, die priester wilde worden,
terecht. Achteraf volgden nog vier jaren Groot-Seminarie
CMW IcGem
iik 4 '""zijn studententijd herinnert deken Van den Bergh zich
figuren als Van Crombrugge, de professor van dogma, een
bekwaam man. die zich echter nooit sterk uitte. Verder
Lkeys-IJouard. iemand van adel uit Mariakerke. Leon
Schelfhout uit Buggenhout een knappe kop en Van.
Inschoot die de Schrift doceerde.
Sommige van zijn medestudenten uit de humaniora te St -
Niklaas groeiden in hun later leven uit tot toonaangevende
hguren Zo o.a. Mgr. Mels, afkomstig uit Lokeren, een
Scheutist. die aartsbisschop werd van Luluaburg-Kananga
'"Zaire. Mgr. Mels zal trouwens op de viering van deken
Jan den Bergh aanwezig zijn
Jcrder, de ondertussen overleden, professor Van Hee.
w gedurende vijf jaar dekaan was van de rechtsfakulteit
aan de Leuvense universiteit. Een man. licht O Van den
Bergh toe, die zich sterk inzette voor de splitsing van de
Leuvense universiteit. De studenten van toen lanceerden
uan ook de slogan; Recht door zee, met Van Hee! Een
sterke persoonlijkheid bovendien, want toen kardinaal
Suenens in een herderlijk schrijven de splitsing van
Leuven afkeurde, was professor Van Hee het daar
Seenszins mee eens. Maar voegde hij er meteen aan toe;
*e moesten er ook op toezien dat het episkopaat zijn
Ifacht niet verliest.
Ltok pater Carpentier. een goed predikant en radio-
j?useur, behoorde tot de retorika die in 1927 afstudeerde,
«n retorika, waarvan professor De Keyser, de klasleraar,
UI «i: «Deze retorika zal ,ik nog lang gedenken»
Deken
In maart 1963 werd E.H. Van den Bergh aangesteld als
pastoor te Lebbeke. Op 1 januari 1969 werd hij tot deken
benoemd. Neen, beantwoordt de Lebbeekse deken onze
vraag, het is niet de droom of het streven van elk priester
eens in zijn leven tot deken benoemd te worden. De
bisschop beslist daar gewoon over. In januari 1969 werd
een herverdeling van het bisdom doorgevoerd. Vermits
het aantal parochies indertijd altijd maar aangroeide
kijk maar even om je heen in de streek en tot "de nieuwe
parochies uit die tijd behoren o.a. H. Kruis, Heizijde,
Baasrode-Briel, St.-Gillis-Boonwijk besloot men nieu
we dekanatcn in het leven te loepen, waaronder dat van
Lebbeke.
Het dekenaat Lebbeke omvat de acht parochies van de
gemeente Lebbeke en Buggenhout. De taak van een
deken is hoofdzakelijk op het coördineren gericht. Een
strikte gezagsuitoefening komt daar niet bij kijken. In de
overige parochies heb ik weinig of niets in de pap te
brokken. Mijn taak bestaat erin de samenwerking en de
goede gang onder de clerus te bevorderen.
Op datzelfde ogenblik werd trouwens een tweede koördi-
natie-organisme gecreëerd. Het bisdom heeft toen nl.
zone-dekens aangesteld. Een aantal dekanaten vormen
één zone. Lebbeke behoort samen met Wetteren, Zele en
Dendermonde tot de Zone-Dender-Noord, met als zone
deken E.H. Van Ruyskensvelde uit Dendermonde.
Iemand die twintig jaar onder de Lebbekenaars leeft en
werkt en gekonfronteerd wordt met zowel hun geestelijke
als materiële noden, heeft zich ongetwijfeld reeds een
beeld gevormd van de doorsnee Lebbekenaar. Dat heb ik
ook. bevestigt deken Van den Bergh. Een doorsnee
Lebbekenaar lijkt me nogal radikaal en kordaat in zijn
optreden. Een Lebbekenaar kan uit zijn krammen schie
ten, impulsief reageren, maar aan de andere kant o zo vlug
vergeten. Zijn buien klaren vlug op.
En dan, dat heeft de voorbije meimaand bewezen, is er
ontegensprekelijk de Mariadevotie die de Lebbekenaars
kenmerkt. Die zit er a.h.w. ingebakken. Van kindsaf
krijgt hij die devotie tot O.L.Vrouw mee. Een niet-
Lebbekenaar kan dat niet begrijpen.
Hobby's
Voor het beoefenen van hobby's, geeft deken Van den
Bergh toe, heb ik praktisch geen tijd. Toch probeer ik er
wat aan te doen. Mocht je geen enkele hobby beoefenen
en al je tijd aan je werk besteden, je zenuwen zouden het
begeven. Ontspanning houdt bovendien niet altijd «niet-
werken» in. maar vaak «ander» werk doen.
Van vader heb ik wellicht de liefde en de belangstelling
voor het fruit geërfd. In de tuin van de dekenij heb ik niet
minder dan 17 variëteiten appels en 25 variëteiten peren
staan. Stuk voor stuk kan ik ze benoemen. De verzorging
en het snoeien van de bomen laat ik wel door iemand
anders uitvoeren, maar toch ga ik me regelmatig van de
stand van de vruchten vergewissen. De bomen zijn wel
enigszins verouderd, de oogst is dan ook navenant, maar
toch meer dan voldoende voor onze behoeften.
Een andere hobby van me is de aardrijkskunde. Meer
bepaald dan het inkijken en bestuderen van aardrijkskun
dige kaarten.
In tegenstelling met wat door velen wellicht ondersteld
wordt, ben ik niet zo'n wijnkenner. Waar ik wel heel wat
vanaf weet is van het lezen van de wijnetiketten. In het
land van de blinde is eenoog koning en gezien echte
wijnkenners zeldzaam zijn, krijgt iemand als ik. een
wijnetikettenlezer, dan wel eens de naam deken Van
den Berg nipt even aan zijn glas van een echt
wijnkenner te zijn. Uit de etiketten kan je overigens heel
wat afleiden. De kwaliteit bvb. Bovendien weet ik graag
waar de wijn precies vandaan komt. Daarom ook kijk ik
kaarten en atlassen in.
Liturgie
Speciale interesse, vervolgt de Lebbeekse deken, heb ik
steeds voor de liturgie aan de dag gelegd. Hoewel die
belangstelling vanzelfsprekend tot mijn taak behoort, toch
heb ik steeds gepoogd de liturgie uit te diepen. De
eucharistieviering die enkele weken geleden via de televi
sie vanuit de O.L.Vrouwkerk uitgezonden werd, was daar
een illustratie van. Die viering kwam erg goed over zonder
dat we onze toevlucht moesten nemen tot het inlassen van
bijzondere effekten of showelementen. De liturgie moet
m i. extra verzorgd worden, je moet haar a.h.w liefheb
ben. de kern van de zaak beklemtonen en je niet verliezen
in details.
Men komt er vaak toe diverse delen van de mis zelfstandig
uit te bouwen. Zo gaat men het onze-vader bvb choreogra
fisch beklemtonen, dus zelfstandig uitbouwen, terwijl het
een verbinding vormt tussen de konsecratic en de kom-
munie.
Of ik. via dergelijke stellingname geen gevaar loop
beschouwd te worden als een konservatief? herhaalt
deken Van den Bergh onze vraag. Dat kan wel. Maar toch
moet ik opmerken, dat iedereen, met veel zorg bovendien,
zijn «antiek» konserveert Waarom? Omdat die «antiek»
zo'n enorme waarde vertegenwoordigt. En op die waarde,
neem dat gerust van me aan, komt het werkelijk aan.
Let wel, voegt de deken er meteen aan toe, in de
hervorming die enkele jaren geleden in de eucharistievie
ring doorgevoerd werd ik denk aan de vernederlandsing
van de gebeden zitten veel pluspunten. Het Evangelie,
de Schrift, voorlezen in een taal die de mensen niet
begrijpen, heeft weinig zin. Je kan je trouwens afvragen
hoe men dat zolang heeft kunnen volhouden. Het Latijn
zal m i. echter nooit verdwijnen, omdat deze taal de
algemeenheid, het universalisme van de leer beklemtoont.
Via het Latijn worden immers alle mensen bereikt.
Ik herhaal het. in die hervormingen zitten heel wat
pluspunten. Het is maar alleen jammer dat men op de
diepte, die erin vervat zit. onvoldoende ingaat. En men
naar eigen konstrukties en eigen prestaties zoekt. Dat lijkt
me geen Godsaanbidding meer. Neen, door de eigen
prestaties te beklemtonen en maar nu formuleer ik het
misschien te scherp, want die tijd lijkt voorbij door een
eigen «theater» te bouwen, schiet men naast het doel.
Toekomst
Hoe zijn toekomst eruit ziet kan deken Van den Bergh
onmogelijk voorspellen. We doen voort, zegt hij. Ik beleef
momenteel de belangrijkste weken uit mijn geheel pries
terleven. De Mariaviering met iets wat wellicht uit het
oog verloren wordt de meest gedurfde manifestatie van
de gehele viering De Mariale Studiedag ligt achter de
rug. Begin daar maar eens aan in deze tijd. De optimisten
hadden me 40 50 belangstellenden voorspeld, maar al bij
al bleken meer dan honderd mensen voor deze studiedag
belangstelling aan de dag te leggen. Onder hen de
privésecretaris van de bisschop van Hasselt en ook een lid
van de Lutherse Synode uit Gent. Op 12 juni wordt dan
mijn priesterjubileum gevierd. Het zijn inderdaad belang
rijke dagen.
Wat me achteraf te wachten staat, weet ik niet Genichten
doen de ronde als zou ik er na de viering de brui aan
geven, zij zijn uit de lucht gegrepen. We doen verder...
Even nog voeren we het gesprek opnieuw naar zijn jeugd.
Naar dat Kieldrecht waar decennia geleden, zowat ieder
een zich moet «bezondigd» hebben aan het smokkelen.
Voorzichtig proberen we deken Van den Bergh een
bekentenis af te dwingen, maar zijn antwoorden zijn die
van een diplomaat.
Iemand, benadrukt hij. die het grensgebied bewoond
heeft en niet gesmokkeld heeft, is niet waard in de streek
gewoond te hebben...
Dus, proberen wij, U hebt ook...
Ik heb toch genoeg gezegd, besluit hij.
Tekst: Pierre Van Rossem
Foto's: Piet Van San
Geloof neemt af
Inderdaad, geeft deken Van den Bergh toe, de kerkelijk
heid en het geloof zijn in de voorbije vijftig jaar sterk
teruggelopen De oorzaken? Zijn niet zo makkelijk te
situeren. Mensen die dat verschijnsel wetenschappelijk
bestuderen, vinden altijd wel een oorzaak. Zeker is. dat
het van binnenin de mensen uitgaat. Ik ben er trouwens
vast van overtuigd dat er momenteel heel wat mensen naar
de kerk komen, die praktisch ongelovig geworden zijn. Je
kan daar niet meteen namen opkleven, want wanneer je
dat doet zit je gewoonlijk verkeerd. Het is trouwens zo
moeilijk te weten te komen wat er binnenin een mens
leeft. Maar toch vind je hier en daar aanwijzingen.
Paus Johannes-Paulus heeft dat verschijnsel, enkele tijd
geleden, kernachtig uitgedrukt; het is de religie van de
mensen geworden i.p.v. de religie van God.
Bewondering voor de paus? Die koester ik zeker. Hij is
een buitengewoon bekwaam man. die de zaken op een
heel andere wijze aanpakt en ze flink aanpakt. Hij durft
het te zeggen. Ook datgene wat niet sympatiek is. Je gaat
er trouwens aan kapot het niet te durven zeggen. Je
verliest je imago. Door te zalven en de benevolentie van je
toehoorders te pogen kapteren, is het geloof niet gediend.
Het is vanzelfsprekend altijd aangenamer de mensen aan
je kant te kunnen krijgen. Niet alle middelen daartoe zijn
echter goed. Ik ben er van overtuigd dat we er moeten
naar streven onze eigen geloofwaardigheid te houden. Of
nog beter uitgedrukt «dat we zelf goed ons geloof houden»
dan ben je automatisch geloofwaardig voor de anderen.