«Claerhaegse Comedie» met «Robert en Bertrand» Vredon Aalst voor drie toeken naar Zuid-Afriha De Dendermondse beenhouwers zorgden voor eigen vlees en bloed Het Hof Van Cauwelaert, Nieveldriesweg te Heldert ',ri L Cortewalle toen Grafisch werk van Gustaaf C. De Bruyne exlibriscentrum te Sint-Niklaas iw 20 - 12.8.1983 - De Voorpost Het Hof Van Cauwelaert is reeds verschillende keren de plaats geweest waar Pikkeling en optreden van de Claerhaegse Comedie zich afspeelden. Ook dit weekend komt deze aloude hoeve andermaal in de belangstelling wegens het opvoeren van «Robert en Bertrand» aldaar. Dr. hist Rik Strijpens wijdde aan deze toch wel merkwaardige hoeve een studie waarvan we u het essentiële niet willen onthouden. De familie Gerstman Eerste gekende landbouwer op het hof was Joos Gerstman die rond 1690 het eigendom van deze hoeve zou verworven hebben. Petrus Gerstman, zoon van Joos, huwde Maria Ransbeke (1650) en door verkoop kwam de hoeve in de handen van Hekelgemnaar Alexander Van der Schueren. De ingemetselde zandstenen gevelsteen, met het jaartal 1627, gevonden in de tuin van de huidige hoeve, kan ten hoogste getuigen van de vestiging van de familie Gerstman op Nievel te Meldert. De familie Van der Schueren-De Baetselier- Clauwaert Alexander Van der Schueren huwde Jacoba De Baetselier waardoor de eigendommen van vader Willem De Baetselier in de handen kwamen van de familie Van der Schueren. Eigendom dat overging naar zoon Joannes Baptista Van der Schueren die huwde met Joanna Catharina Clauwaert. In 1806 werd genoemde zelfs burgemeester van Meldert. Weduwe Joanna Catharina besloot na de dood van haar echtgenoot in samenspraak met haar 5 nog levende kinderen hoeve en goederen gelegen a an de Nieveldriesweg te verkopen. Notaris J.J. De Vis en burgemeester C. Van Assche van Moorsel zagen de hoeve toewijzen aan Joannes Remisius Clauwaert voor 2600 gulden. Begin januari 1830 werd bij de definitieve verkoop het pachthof met grond, schuur en stallingen, groententuin en boomgaard toegewe zen aan dezelfde J.R. Clauwaert. De familie Van Cauwelaert-Bastiaens (1830-1883) Sinds de 16de eeuw woonde de gegoede familie Van Cauwelaert in O.L.V. Lembeek en leverde aan tal van Oostvlaamse en Brabantse dorpen burgemeesters en schepenen. Beroemdste telg was uiteraard August Van Cauwelaert, minister en burgemeester van Ant werpen. In 1789 besliste Joanna Maria Van der Eist, pachte res te Wambeke, haar goederen te verdelen onder haar drie kinderen: Joannes Remisius, David en Hemicus, voortkomend uit haar huwelijk met Judo- cus Van Cauwelaert. Deze kinderen besloten alle goederen over te dragen op David, hereboer te Wambeke, mits het betalen van 1873 courante gulden aan elke broer. Diens tweede vrouw Cecilia Van der Cruyssen verkocht huis en gronden te Wambeke aan haar stiefzoon Joannes Remisius Van Cauwelaert, landbouwer te Borg- Lombeek, enige zoon van David uit zijn eerste huwelijk met Itisberghe Francisca Van Cutsem. Het was deze Remisius Van Cauwelaert die in 1830 de hoeve aan de Nieveldriesweg kocht en later nog heel wat bijkocht. Ook zijn echtgenote Catharina Bastaerts kreeg heel wat goederen van haar familie mede. Na de dood van Remisius bleef de weduwe op het hof te Meldert wonen tot en op 4.10.1883 de goederen onder haar vijf kinderen verdeelde. De toen nog ongehuwde Anselmus Van Cauwelaert bekwam de behuisde en bebouwde hofstede met groentenhof en boomgaard plus een partij land en water en de vuilbeek. De familie Anselmus Van Cauwelaert-Honorine Van Londersele (1883-1933) Anselmus Van Cauwelaert huwde Honorine Van Londersele uit Nederhasselt en beiden slaagden erin de financiële status van de familie sterk uit te breiden. Niet alleen via aankoop van gronden maar tevens door deelname aan de industriële explosie en de hophandel en fruit verkoop. Achiel De Pauw en echtgenote Eudonie Van Hede- gem woonden bij het echtpaar in en werden de enige wettige erfgenamen. De familie De Pauw (1933) In 1961 kwam de hoeve dan in de handen van de huidige bewoner Georges De Pauw die deze met echtgenote Lea De Kegel en zonen Alain en Martin bewoont en uitbaat. LH Op de hoeve Van Cauwelaert, Nieveldriensweg 26 te Meldert-Aalst brengt de rones, Katleen Van N Claerhaegse Comedie op zaterdag 13, zondag 14 en maandag 15 oogst, in een de dochter van de bs bewerking van Arnold Van de Perre en met orkestbegeleiding o.l.v. Paul Beck Rosa Moeyersoens »Robert en Bertrand», klucht in drie bedrijven. Toneelwerk reeds opgevoerd Douairière en Willy door de Toneelkring St.-Cecilia op het einde der veertiger jaren in de zaal yalck de hoofdkomis Constant Van den Broeck doch nu, zoals bij de Claerhaegse Comedie meestal ns r f gebruikelijk, in openlucht. Op de oude hoeve Van Cauwelaert. wac rs -erre Robert en Bertrand zijn af- ben het aanvankelijk vooral streek. gezakt naar het dorp waar op rijkelui gemunt en in Nog vandaag echter leven Tijdens de pauze na het kermis is omdat ze er hun plundertochten klinkt ze voort als voorvechters tweede bedrijf kan u duidelijk een protestkreet van het recht van de zwak- eten of drinken maar e door tegen sociale ongelijk- keren en trouw aan het ge- eens de «stripoteek» bi heid en onbeschaamde uit- geven woord, bui ting De vertolkers Einde 18de eeuw kreeg to- In een regie van Arnold neel als amusement weer de Van de Perre, een dekoront- voorkeur op het klassisis- werp van Patrick Van Crae- tisch statig drama dat stil- nenbroeck en muzikaal be- aan tot melodrama verwa- geleid door «Jotam» o.l.v. terde. Na de vertaling van Paul Beek evolueren in dit «Die Rauber» in 1786 door stuk Roger Van Nuffel en Lamartellière, stuk dat we- Arnold Van de Perre in de gens de erin gebouwde me- beide titelrollen. Roger Van Iodramatische elementen Keer is cipier Strambach, insloeg als een bom, volgde Stefaan De Croes de cham- na «Robert, chef des bri- petter, Bart Callebaut de De expressiegroep Vredon, die aktief is binnen het Vrij Technisch Instituut van Aalst maar voor alle scholen open staat, gaat zijn derde werkjaar afron den met een tournee van drie weken naar Zuid- Af rika. De groep zal op 10 augustus met 67 leden afreizen voor een trip die 3.000 kilometer lang is. Het is niet de eerste keer dat Vredon te gast is in het buitenland. Tijdens het eer ste werkjaar 1980-1981 trad de groep verschillende keren buiten ons land op. Liefst 19 maal en dan wel in Duitsland, Zwitserland, en Oostenrijk, optredens die kaderden in een rondreis doorheen deze drie landen. Verder noteerde men dat eerste jaar 21 optredens in eigen land. Het tweede werkjaar was Vredon 32 maal te zien in eigen land en verzorgde men 21 optre dens in het buitenland met een tournee naar Duits land, Denemarken en Zweden. Het derde werkjaar 1982- 1983 trad Vredon 34 maal op in eigen land. Onder meer te Aalst, Gent, Kort- rijk, Vilvoorde, Sinaai, La- naken, Laame, enz Er stonden ook 16 buitenland se voorstellingen op het programma: 2 in Neder land, 3 in Duitsland en 11 in Frankrijk. Daarbij komt nu als klap op de vuurpijl Zuid-Afrika. De tournee kon gereali- zeerd worden met mede werking van het stadsbe stuur en de Zuid-Afrikaan se ambassade te Brussel. Volgende plaatsen worden aangedaan: Johannesburg, Pretoria, Hoop stad. Bulfon tein, Barkley Wes, Jacobs- dal, Kimberley, Christiana Klerksdorp, Potshef stroom, Bloemfontein, Wel kom en Behlehem. Het verblijf van de leden van de groep gebeurt tel kens bij gastfamilies. In to taal zijn er 16 optredens voorzien en op het pro gramma staan ook twee voorstellingen voor plaatse lijke televisiestations. Ui teraard zullen de leden van de groep ook tijd over heb ben om enkele bezoeken af te leggen aan de beziens waardigheden van Zuid- Afrika. Zo staat onder meer een bezoek aan de goud- en diamantmijn, aan de wild parken en aan verschillen de musea op het program ma. De rondreis wordt af gesloten met een officiële ontvangst bij de Belgische ambassadeur te Johannes burg. De toekomst Voor de volgende jaren worden er naast de binnen landse optredens tournees gepland naar onder meer Polen, Zwitserland, Schot land, Amerika... De Expressiegroep Vredon, in zijn totaliteit 150 jon gens en meisjes vanaf 9 jaar sterk, wordt ge schraagd door een dyna misch bestuur en kan steu nen op kundige koreogra- fen. Vredon is aktief in het sportkompleks van het VTI te Aalst en ziet nu reeds met veel hoop en verwachting uit naar het volgend werk jaar dat in september van start zal gaan. Voor meer inlichtingen om trent Vredon kan men te recht op het sekretariaat van het VTI, Abbeelstraat 17 te 9300 Aalst (053/ 77.93.67). weet van hebben dat de ba ron op zondagkermis zijn grote sortie doet in het dorp. Het duurt echter niet lang of ze zitten, zonder goed te weten waarom, vlug achter slot en grendel. Van veel moeite slagen ze er echter in vrij te geraken en komen door een hst in het gezelschap van de baron die in «De rode os» het middag maal komt gebruiken. Een rustig diner wordt het al lerminst want achtereen volgens worden Stram bach, de cipier (Roger Van Keer), Meeldraaier (Fons De Koninck), Gertrude, de waardin (Godelieve Triest- De Koninck), de baron (Ed dy Meert) en zijn gezel schap bestolen. Alle ver moedens schijnen naar Ro bert en Bertrand te wij zen... «Robert en Bertrand», vóórgeschiedenis De fundamenten van een indrukwekkende reeks rea listische schelmverhalen met Robert en Bertrand in de hoofdrol werden gelegd in Friedrich Schillers jeugddrama «Die Rauber» (1780). Dit produkt uit de Sturm und Drangperiode is voor de mens van vandaag echter een onverteerbare brok romantische pathe tiek. Toch zijn de contouren van de vagebond in «Die Rauber» reeds aanwezig en protagonist Karl Moor werd het prototype van de latere Robertfiguur. Karl Moor, geestdriftig leider van een groepje anarchis ten die het recht in eigen handen willen nemen heb- wijs ken. U ziet er een 5 va tekenverhalen van de Éjke van Jef Broekx van St: jggtc Van den Steen in vei! n met de figuren Robei Bertrand. yWi gands» een heel kralen- neef van Strambach, Fons snoer toneelwerken op het- De Koninck meeldraaier, zelfde stramien voortbordu- Lieve Triest-De Koninck rend. Met steeds centraal de waardin Gertrude, Lutgar- figuur van de sympatieke de De Koninck Roosje, Jos held Robert die strijdt voor Maesschalck ober Johan, rechtvaardigheid, en op ei- Eddy Meert en Monique gen houtje, aan het hoofd Van Craenenbroeck baron van een roversbende, recht en ba- spreekt. Begin 19de eeuw vierde ook in Vlaanderen de Robert- rage hoogtij en ook de Aal- sterse Rederijkerskamer «De Catharinisten» hebben «Robert of de struikrovers» in hun archief. De heldhaf tige rover en trouwe min naar krijgt echter tegen wind en wordt een regel rechte schurk wat de Ro- bert-toneelstukken in een stroomversnelling bracht. Wegens zijn optreden kreëert Robert spannings velden en komt er een twee de man om het hoekje kij ken: Bertrand, zijn karak teriële tegenpool. Hun sta tus van held verdwijnt en maakt plaats voor die van schelm, vagebond, levend van de hémelse dauw en niet verlegen van een linke P orwi Over twee jaar, in i ingl zijn er goede vooruit: dat, ter gelegenheid vat 10-jarig bestaan van Claerhaegse Comedie, getreden zal worden, i aard met een aangl stuk, in de hovingen het Moorsels Water kal Voor reservatie of a inlichtingen: 052-35.8 Begin van de opvoed te 20 u op zaterdag en dag en te 17 u op maa 15 augustus, Halfoogj In het kasteel Cortewalle te Beveren loopt nog tM september een opmerkelijke tentoonstelling overu leven in en om het kasteel anno 1900. Aan de lm van een heleboel gebruiksvoorwerpen wordt F beeld opgehangen van het leven van de kasteella en de gewone dorpeling. Het kasteel zelf is daarvM een uniek kader. De opgesmukte huiskapel alleerm is een bezoekje waard. Men kreeg hiervoor 1 aantal kerkschatten in bruikleen. Ook het Schel1 dorp Doel komt ruimschoots aan bod op de expoM en de medewerking van de Schippersgilde is daar fl vreemd aan. De grote bezieler van dit gebeuren is Gabriel V lems, konservator van Cortewalle. Tijdens de oM ning noemde burgemeester Van der Aa hem F 'duiveltje-doet-al'. Behalve dinsdag kan men elke dag terecht in Com walle van 14 tot 18 uur. Voor geleide bezoek dienst toerisme. Kerkstraat 3 te Vrasene. L.\ Aalst. Vredon trekt voor drie weken naar Zuid-Afrika. Meesterlijke burijntechniek In het internationaal exlibriscentrum te Sint- Niklaas gaat van 11 september tot 9 oktober 1983 een overzichtstentoonstelling door van het grafisch oeuvre van de grote schilder, tekenaar en grafikus Gustaaf C. De Bruyne, een naam met internationale klank. Gustaaf Christiaan De de stad Sint-Niklaas, die Bruyne werd geboren te toen zijn groot werk «Ecce Meehelen in 1914. Hij stu- Homo» kocht; en in 1965 deerde onder leiding van werd hij in zijn geboorte- Gustave Van de Woestyne stad gehuldigd met een eerst te Meehelen daarna te overzichtstentoonstelling Antwerpen, waar hij Jules die een ware openbaring De Bruycker leerde ken- was. nen. Van 1946 tot 1977 was hij zelf professor aan de Hij begon heel vroeg te akademie te Antwerpen schilderen, pas elf jaar oud. waar hij een schare talent- Zijn eerste etsen maakte hij volle jonge kunstenaars na zijn kontakten met Jules met naam vormde Behalve De Bruycker, maar het was zijn woning «Het Eendje» Mark Severin die hem de in De urne had hij een burijn leerde hanteren prachtig atelier in een hoe- waarmee hij zijn grootse ve in het vlak en open land- bladen zou maken. Het oeu- schap van Poederlee. Daar vre van deze kunstenaar is overleed hij, bijna blind ge- van uitzonderlijke kwali- worden, in 1981. teit. Hij ontwikkelde zeer Hij exposeerde niet zoveel, vroeg een gans eigen stijl alleen op uitnodiging en waarin kenmerkend zijn de vaak in groepsverband: zo geraffineerde tekening, was hij o.a. vertegenwoor- evenwichtige kompositie en digd in de Koninklijke Bi- symbolisch geladen inhoud bliotheek Albert I te Brussel met een vleugje fantastiek. voor «Het hedendaagse ex- libris in Europa» in 1972. Belangrijk is de spirituele In 1960 was hij al te gast in achtergrond van zijn werk, de tentoonstellingszaal van de filosofie die ten grond slag ligt aan zijn gravures en schilderijen. Hij bezat een rijke kreatieve verbeel ding en hoewel zijn werk raakpunten met de Vlaam se primitieven, Bosch en Breughel heeft, blijkt het toch heel nieuw te zijn met een techniek die gewoon meesterlijk is. Een weme lende figuratieve rijkdom van uitzonderlijke grafi sche voornaamheid waarin bewustzijn en onbewuste, ontstaan en verwording centraal staan, versmolten tot een gaaf geheel van ge- desinkarneerde gestalten die leven in de doorzichtige atmosfeer van de geest. In de grafiek koos hij van mee taf aan de moeilijkste techniek, nl. burijn: vanwe ge moeilijkheid ook de meest verwaarloosde. Dade lijk tilt hij ze op tot onge kende hoogten, ontdekt hij nieuwe horizonten. Dit meesterschap dankte hij mee aan de verbluffende handvaardigheid waarover hij beschikte. Op het do mein van de burijntechniek moet hij tussen de aller grootsten geplaatst worden. Deze bescheiden man met zijn grote liefde voor de mens was een metafysisch gericht strever naar het ab solute, bijwijlen een visio nair en in elk geval een schepper van grote schoon heid. Vermelden we nog dat de katalogus van deze ten toonstelling al zijn tot hier toe gekende gravures om vat. De bespreking en rijke illustratie met 68 zwart-wit reprodukties maken deze uitgave van het stadsbe stuur van Sint-Niklaas tot een boeiende publikatie. Internationaal exlibriscen trum, Regentiestraat 65, Sint-Niklaas, van 11 sep tember tot 9 oktober. Open alle weekdagen van 14 u. tot 17 u. en zondagen van 10 u. tot 13 u. en van 15 u. tot 18 uur. Bewonderaars en verzame laars die nog ontbrekende gravures kennen of bezit ten, worden verzocht dit mee te delen aan (of kon- takt op te nemen met) de heer Herman Nauts. Stedelijk Museum, Zaman- straat 49 te 2700 Sint-Ni klaas (tel. 03/776.07.53). Met Jozef Dauwe op de retrotoer (2) In onze tweede trip naar het verleden, in gezelschap van Jozef Dauwe, brengt de Lebbekenaar on naar het nabijgelegen Dendermonde, waar we kennismaken met de beoefenaars van het beenhou wersambacht. En moeten vaststellen dat de vleeshouwers uit de Denderstede, gedurende eeuwen telgen waren uit slechts een paar families. Het beenhouwersambacht er bovendien erfelijk in recht was. Erfelijkheid in feit en in rechte De beslotenheid der middeleeuwse korporaties der beenhouwers, zet Jozef Dauwe uiteen, blijkt een internationaal verschijnsel. Meer trouwens dan in welk ander ambacht ook, was dit ambacht erfelijk. Niet alleen overigens in onze streken. Reeds vóór 1150 waren er te Parijs «naturales camifices» - geboren vleeshouwers. Te Bourges en te Limoges komen ze voor vanaf de 15de eeuw. Ook in heel wat steden van de Zuidelijke Nederlanden, van Brabant en van Luik, komt dit verschijnsel vroeg en veelvuldig voor. In de meeste van die steden erkende de overheid de erfelijkheid van het beenhouwersambacht, lang voor de doorbraak van de beweging die ernaar streefde de toegang tot de ambachten te beperken en buitenstaanders te weren. Via het invoeren van diverse drempels en het bevoordelen, langs statutai re weg, van zonen van vrijmeesters, resulteerde deze tendens binnen de corporaties in een erfelijkheid in feite. Hiertegenover was de beslotenheid van het beenhou- wersambacht, op vele plaatsen, gesteund op een erfelijkheid in rechte. Meestal van vroegere datum overigens. Weinig of geen formele bewijsplaatsen omtrent de oorsprong ervan konden echter terugge vonden worden. Diverse faktoren, aldus J. Dauwe, helpen het uitge sproken corporatisme in het ambacht verklaren. Zo kon het een gevolg zijn van hofrechterlijke afhanke lijkheid, een uitvloeisel van de rechten van de stad- heer of het afgedwongen recht van de politiek machtige ambachten. Om het toezicht op de levensmiddelen doeltreffender te kunnen organiseren, was de overheid gedwongen de verkoop ervan op één bepaald punt te concentre ren. Vandaar o.a. de oprichting van «vleeshuizen», wier beperkte oppervlakte het aantal verkoopplaat sen, banken of stallen laag hield, zodat een maximum aantal meesters moest bepaald worden. De bevoorrechten streefden er achteraf naar het ambacht, dat erg winstgevend was, voor hun af stammelingen te reserveren, Dendermonde Het beenhouwersambacht was te Dendermonde één der oudste van de stad. In 1293 werd het gelijk vloers van het pas gebouwde Vleeshuis, op de hoek van de Grote Markt, in gebruik genomen. Haast 600 jaar zal het ambacht in het Vleeshuis tegelijk verkoophalle en slachthuis zetelen. Tot de oude privileges van het ambacht behoorde het monopolie van de vleeshandel binnen de stadsmuren en in de omtrek van een mijl buiten de muren. In 1524 werd dit privilege, dat reeds opgenomen was in het 15de eeuwse register «der Voorgeboden», door Karei V bekrachtigd. Lichtjes gewijzigd dan. De eigenlijke statuten van het ambacht werden in de loop van 1598 door de stad afgekondigd, in 1762 door Maria-Theresia nogmaals bevestigd en op 7 augustus van het volgend jaar op de kerkstenen van Appels, Grembergen en St.-Gillis afgekondigd. Het monopolie van de Dendermondse vleeshandel blijkt oorspronkelijk in handen te zijn geweest van drie families, nl. Spanoghe, Collier en Bosch. In de 17de eeuw bleven alleen de twee erstgenoemden over. Tegen dit monoplie werd vanzelfsprekend geprotesteerd. Op het eind der 17de eeuw verzoch ten de niet-vrije beenhouwers de overheid een open vleeshal te mogen oprichten of toch in elk geval te mogen beschikken over de vrijgekomen vleeshaken in het Vleeshuis. Het resultaat van hun poginj aldus Jef Dauwe, is niet gekend, maar we dei dat hun pogingen falikant uitliepen, omdat in loop van de 18de eeuw geen andere namen v{ beenhouwers in de archieven te vinden zijn. Uit een tekst uit 1698 blijkt dat van de 27 banken zich toen in de Vleeshalle bevonden er slechts acl eigendom waren van het ambacht, die ze jaarlijks verhuurde aan haar leden. De overige behoorden tos aan de families Spanoghe en Collier of waren dooi erfenis in handen gekomen van niet-slagers, dis |j|j deze verhuurden aan leden van voornoemde fami lies. Toen de gilden in 1795 afgeschaft werden, kwamen de acht gïldebanken in handen van de stad, die a toewees aan de meest biedende. Via het systeem van de openbare verpachting. In 1818 gebeurde het2 de met degene in het bezit van de niet-slagers. 1843 was de toestand zo dat er dertien verpa werden en nog veertien eigendom waren van afstammelingen Spanoghe en Collier. En door h< ook al bezet werden. In de tweede helft van de 1 eeuw, zo blijkt uit de kadastrale legger van Popp, dat van de zeven slagers die te Dendermonde als huiseigenaar vermeld stonden er zes Spanoghe heetten. Wapenschilden Verwijzingen naar hun beroep treft men ook in wapenschilden aan van deze twee Dendermondse, erfelijke beenhouwersfamilies. De Spanoghes voer den: doorsneden, in goud, een arend van sabel, in keel twee gekruiste herdersstaven achter twee ossefff^ hoorns, alle van Een Dendermondse familie Collier voerde: in zilver een dwarsbalk van keel, vergezeld, in het hoofd van drie merletten van sabal en in de voet een ossekop van keel. Pierre Van Rossen)|0///e.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1983 | | pagina 20