«Claerhaegse Comedie»
met «Robert en Bertrand»
Vredon Aalst voor drie toeken
naar Zuid-Afriha
De Dendermondse
beenhouwers zorgden
voor eigen vlees en bloed
Het Hof Van Cauwelaert,
Nieveldriesweg te Heldert
',ri
L
Cortewalle toen
Grafisch werk van Gustaaf C. De Bruyne
exlibriscentrum te Sint-Niklaas
iw
20 - 12.8.1983 - De Voorpost
Het Hof Van Cauwelaert is reeds verschillende keren
de plaats geweest waar Pikkeling en optreden van
de Claerhaegse Comedie zich afspeelden. Ook dit
weekend komt deze aloude hoeve andermaal in de
belangstelling wegens het opvoeren van «Robert en
Bertrand» aldaar.
Dr. hist Rik Strijpens wijdde aan deze toch wel
merkwaardige hoeve een studie waarvan we u het
essentiële niet willen onthouden.
De familie Gerstman
Eerste gekende landbouwer op het hof was Joos
Gerstman die rond 1690 het eigendom van deze
hoeve zou verworven hebben. Petrus Gerstman,
zoon van Joos, huwde Maria Ransbeke (1650) en
door verkoop kwam de hoeve in de handen van
Hekelgemnaar Alexander Van der Schueren. De
ingemetselde zandstenen gevelsteen, met het jaartal
1627, gevonden in de tuin van de huidige hoeve, kan
ten hoogste getuigen van de vestiging van de familie
Gerstman op Nievel te Meldert.
De familie Van der Schueren-De Baetselier-
Clauwaert
Alexander Van der Schueren huwde Jacoba De
Baetselier waardoor de eigendommen van vader
Willem De Baetselier in de handen kwamen van de
familie Van der Schueren. Eigendom dat overging
naar zoon Joannes Baptista Van der Schueren die
huwde met Joanna Catharina Clauwaert. In 1806
werd genoemde zelfs burgemeester van Meldert.
Weduwe Joanna Catharina besloot na de dood van
haar echtgenoot in samenspraak met haar 5 nog
levende kinderen hoeve en goederen gelegen a an de
Nieveldriesweg te verkopen. Notaris J.J. De Vis en
burgemeester C. Van Assche van Moorsel zagen de
hoeve toewijzen aan Joannes Remisius Clauwaert
voor 2600 gulden. Begin januari 1830 werd bij de
definitieve verkoop het pachthof met grond, schuur
en stallingen, groententuin en boomgaard toegewe
zen aan dezelfde J.R. Clauwaert.
De familie Van Cauwelaert-Bastiaens (1830-1883)
Sinds de 16de eeuw woonde de gegoede familie Van
Cauwelaert in O.L.V. Lembeek en leverde aan tal van
Oostvlaamse en Brabantse dorpen burgemeesters en
schepenen. Beroemdste telg was uiteraard August
Van Cauwelaert, minister en burgemeester van Ant
werpen.
In 1789 besliste Joanna Maria Van der Eist, pachte
res te Wambeke, haar goederen te verdelen onder
haar drie kinderen: Joannes Remisius, David en
Hemicus, voortkomend uit haar huwelijk met Judo-
cus Van Cauwelaert.
Deze kinderen besloten alle goederen over te dragen
op David, hereboer te Wambeke, mits het betalen van
1873 courante gulden aan elke broer. Diens tweede
vrouw Cecilia Van der Cruyssen verkocht huis en
gronden te Wambeke aan haar stiefzoon Joannes
Remisius Van Cauwelaert, landbouwer te Borg-
Lombeek, enige zoon van David uit zijn eerste
huwelijk met Itisberghe Francisca Van Cutsem.
Het was deze Remisius Van Cauwelaert die in 1830
de hoeve aan de Nieveldriesweg kocht en later nog
heel wat bijkocht. Ook zijn echtgenote Catharina
Bastaerts kreeg heel wat goederen van haar familie
mede. Na de dood van Remisius bleef de weduwe op
het hof te Meldert wonen tot en op 4.10.1883 de
goederen onder haar vijf kinderen verdeelde.
De toen nog ongehuwde Anselmus Van Cauwelaert
bekwam de behuisde en bebouwde hofstede met
groentenhof en boomgaard plus een partij land en
water en de vuilbeek.
De familie Anselmus Van Cauwelaert-Honorine Van
Londersele (1883-1933)
Anselmus Van Cauwelaert huwde Honorine Van
Londersele uit Nederhasselt en beiden slaagden erin
de financiële status van de familie sterk uit te
breiden. Niet alleen via aankoop van gronden maar
tevens door deelname aan de industriële explosie en
de hophandel en fruit verkoop.
Achiel De Pauw en echtgenote Eudonie Van Hede-
gem woonden bij het echtpaar in en werden de enige
wettige erfgenamen.
De familie De Pauw (1933)
In 1961 kwam de hoeve dan in de handen van de
huidige bewoner Georges De Pauw die deze met
echtgenote Lea De Kegel en zonen Alain en Martin
bewoont en uitbaat.
LH
Op de hoeve Van Cauwelaert, Nieveldriensweg 26 te Meldert-Aalst brengt de rones, Katleen Van N
Claerhaegse Comedie op zaterdag 13, zondag 14 en maandag 15 oogst, in een de dochter van de bs
bewerking van Arnold Van de Perre en met orkestbegeleiding o.l.v. Paul Beck Rosa Moeyersoens
»Robert en Bertrand», klucht in drie bedrijven. Toneelwerk reeds opgevoerd Douairière en Willy
door de Toneelkring St.-Cecilia op het einde der veertiger jaren in de zaal yalck de hoofdkomis
Constant Van den Broeck doch nu, zoals bij de Claerhaegse Comedie meestal ns r f
gebruikelijk, in openlucht. Op de oude hoeve Van Cauwelaert. wac rs -erre
Robert en Bertrand zijn af- ben het aanvankelijk vooral streek.
gezakt naar het dorp waar op rijkelui gemunt en in Nog vandaag echter leven Tijdens de pauze na
het kermis is omdat ze er hun plundertochten klinkt ze voort als voorvechters tweede bedrijf kan u
duidelijk een protestkreet van het recht van de zwak- eten of drinken maar e
door tegen sociale ongelijk- keren en trouw aan het ge- eens de «stripoteek» bi
heid en onbeschaamde uit- geven woord,
bui ting De vertolkers
Einde 18de eeuw kreeg to- In een regie van Arnold
neel als amusement weer de Van de Perre, een dekoront-
voorkeur op het klassisis- werp van Patrick Van Crae-
tisch statig drama dat stil- nenbroeck en muzikaal be-
aan tot melodrama verwa- geleid door «Jotam» o.l.v.
terde. Na de vertaling van Paul Beek evolueren in dit
«Die Rauber» in 1786 door stuk Roger Van Nuffel en
Lamartellière, stuk dat we- Arnold Van de Perre in de
gens de erin gebouwde me- beide titelrollen. Roger Van
Iodramatische elementen Keer is cipier Strambach,
insloeg als een bom, volgde Stefaan De Croes de cham-
na «Robert, chef des bri- petter, Bart Callebaut de
De expressiegroep Vredon, die aktief is binnen het
Vrij Technisch Instituut van Aalst maar voor alle
scholen open staat, gaat zijn derde werkjaar afron
den met een tournee van drie weken naar Zuid-
Af rika.
De groep zal op 10 augustus met 67 leden afreizen
voor een trip die 3.000 kilometer lang is.
Het is niet de eerste keer
dat Vredon te gast is in het
buitenland. Tijdens het eer
ste werkjaar 1980-1981
trad de groep verschillende
keren buiten ons land op.
Liefst 19 maal en dan wel in
Duitsland, Zwitserland, en
Oostenrijk, optredens die
kaderden in een rondreis
doorheen deze drie landen.
Verder noteerde men dat
eerste jaar 21 optredens in
eigen land. Het tweede
werkjaar was Vredon 32
maal te zien in eigen land
en verzorgde men 21 optre
dens in het buitenland met
een tournee naar Duits
land, Denemarken en
Zweden.
Het derde werkjaar 1982-
1983 trad Vredon 34 maal
op in eigen land. Onder
meer te Aalst, Gent, Kort-
rijk, Vilvoorde, Sinaai, La-
naken, Laame, enz Er
stonden ook 16 buitenland
se voorstellingen op het
programma: 2 in Neder
land, 3 in Duitsland en 11
in Frankrijk. Daarbij komt
nu als klap op de vuurpijl
Zuid-Afrika.
De tournee kon gereali-
zeerd worden met mede
werking van het stadsbe
stuur en de Zuid-Afrikaan
se ambassade te Brussel.
Volgende plaatsen worden
aangedaan: Johannesburg,
Pretoria, Hoop stad. Bulfon
tein, Barkley Wes, Jacobs-
dal, Kimberley, Christiana
Klerksdorp, Potshef
stroom, Bloemfontein, Wel
kom en Behlehem.
Het verblijf van de leden
van de groep gebeurt tel
kens bij gastfamilies. In to
taal zijn er 16 optredens
voorzien en op het pro
gramma staan ook twee
voorstellingen voor plaatse
lijke televisiestations. Ui
teraard zullen de leden van
de groep ook tijd over heb
ben om enkele bezoeken af
te leggen aan de beziens
waardigheden van Zuid-
Afrika. Zo staat onder meer
een bezoek aan de goud- en
diamantmijn, aan de wild
parken en aan verschillen
de musea op het program
ma. De rondreis wordt af
gesloten met een officiële
ontvangst bij de Belgische
ambassadeur te Johannes
burg.
De toekomst
Voor de volgende jaren
worden er naast de binnen
landse optredens tournees
gepland naar onder meer
Polen, Zwitserland, Schot
land, Amerika...
De Expressiegroep Vredon,
in zijn totaliteit 150 jon
gens en meisjes vanaf 9
jaar sterk, wordt ge
schraagd door een dyna
misch bestuur en kan steu
nen op kundige koreogra-
fen. Vredon is aktief in het
sportkompleks van het VTI
te Aalst en ziet nu reeds met
veel hoop en verwachting
uit naar het volgend werk
jaar dat in september van
start zal gaan.
Voor meer inlichtingen om
trent Vredon kan men te
recht op het sekretariaat
van het VTI, Abbeelstraat
17 te 9300 Aalst (053/
77.93.67).
weet van hebben dat de ba
ron op zondagkermis zijn
grote sortie doet in het
dorp. Het duurt echter niet
lang of ze zitten, zonder
goed te weten waarom,
vlug achter slot en grendel.
Van veel moeite slagen ze er
echter in vrij te geraken en
komen door een hst in het
gezelschap van de baron die
in «De rode os» het middag
maal komt gebruiken. Een
rustig diner wordt het al
lerminst want achtereen
volgens worden Stram
bach, de cipier (Roger Van
Keer), Meeldraaier (Fons
De Koninck), Gertrude, de
waardin (Godelieve Triest-
De Koninck), de baron (Ed
dy Meert) en zijn gezel
schap bestolen. Alle ver
moedens schijnen naar Ro
bert en Bertrand te wij
zen...
«Robert en Bertrand»,
vóórgeschiedenis
De fundamenten van een
indrukwekkende reeks rea
listische schelmverhalen
met Robert en Bertrand in
de hoofdrol werden gelegd
in Friedrich Schillers
jeugddrama «Die Rauber»
(1780). Dit produkt uit de
Sturm und Drangperiode is
voor de mens van vandaag
echter een onverteerbare
brok romantische pathe
tiek. Toch zijn de contouren
van de vagebond in «Die
Rauber» reeds aanwezig en
protagonist Karl Moor
werd het prototype van de
latere Robertfiguur. Karl
Moor, geestdriftig leider
van een groepje anarchis
ten die het recht in eigen
handen willen nemen heb-
wijs
ken. U ziet er een 5 va
tekenverhalen van de Éjke
van Jef Broekx van St: jggtc
Van den Steen in vei! n
met de figuren Robei
Bertrand.
yWi
gands» een heel kralen- neef van Strambach, Fons
snoer toneelwerken op het- De Koninck meeldraaier,
zelfde stramien voortbordu- Lieve Triest-De Koninck
rend. Met steeds centraal de waardin Gertrude, Lutgar-
figuur van de sympatieke de De Koninck Roosje, Jos
held Robert die strijdt voor Maesschalck ober Johan,
rechtvaardigheid, en op ei- Eddy Meert en Monique
gen houtje, aan het hoofd Van Craenenbroeck baron
van een roversbende, recht en ba-
spreekt.
Begin 19de eeuw vierde ook
in Vlaanderen de Robert-
rage hoogtij en ook de Aal-
sterse Rederijkerskamer
«De Catharinisten» hebben
«Robert of de struikrovers»
in hun archief. De heldhaf
tige rover en trouwe min
naar krijgt echter tegen
wind en wordt een regel
rechte schurk wat de Ro-
bert-toneelstukken in een
stroomversnelling bracht.
Wegens zijn optreden
kreëert Robert spannings
velden en komt er een twee
de man om het hoekje kij
ken: Bertrand, zijn karak
teriële tegenpool. Hun sta
tus van held verdwijnt en
maakt plaats voor die van
schelm, vagebond, levend
van de hémelse dauw en
niet verlegen van een linke
P
orwi
Over twee jaar, in i ingl
zijn er goede vooruit:
dat, ter gelegenheid vat
10-jarig bestaan van
Claerhaegse Comedie,
getreden zal worden, i
aard met een aangl
stuk, in de hovingen
het Moorsels Water kal
Voor reservatie of a
inlichtingen: 052-35.8
Begin van de opvoed
te 20 u op zaterdag en
dag en te 17 u op maa
15 augustus, Halfoogj
In het kasteel Cortewalle te Beveren loopt nog tM
september een opmerkelijke tentoonstelling overu
leven in en om het kasteel anno 1900. Aan de lm
van een heleboel gebruiksvoorwerpen wordt F
beeld opgehangen van het leven van de kasteella
en de gewone dorpeling. Het kasteel zelf is daarvM
een uniek kader. De opgesmukte huiskapel alleerm
is een bezoekje waard. Men kreeg hiervoor 1
aantal kerkschatten in bruikleen. Ook het Schel1
dorp Doel komt ruimschoots aan bod op de expoM
en de medewerking van de Schippersgilde is daar fl
vreemd aan.
De grote bezieler van dit gebeuren is Gabriel V
lems, konservator van Cortewalle. Tijdens de oM
ning noemde burgemeester Van der Aa hem F
'duiveltje-doet-al'.
Behalve dinsdag kan men elke dag terecht in Com
walle van 14 tot 18 uur. Voor geleide bezoek
dienst toerisme. Kerkstraat 3 te Vrasene. L.\
Aalst. Vredon trekt voor drie weken naar Zuid-Afrika.
Meesterlijke burijntechniek
In het internationaal exlibriscentrum te Sint-
Niklaas gaat van 11 september tot 9 oktober
1983 een overzichtstentoonstelling door van
het grafisch oeuvre van de grote schilder,
tekenaar en grafikus Gustaaf C. De Bruyne,
een naam met internationale klank.
Gustaaf Christiaan De de stad Sint-Niklaas, die
Bruyne werd geboren te toen zijn groot werk «Ecce
Meehelen in 1914. Hij stu- Homo» kocht; en in 1965
deerde onder leiding van werd hij in zijn geboorte-
Gustave Van de Woestyne stad gehuldigd met een
eerst te Meehelen daarna te overzichtstentoonstelling
Antwerpen, waar hij Jules die een ware openbaring
De Bruycker leerde ken- was.
nen. Van 1946 tot 1977 was
hij zelf professor aan de Hij begon heel vroeg te
akademie te Antwerpen schilderen, pas elf jaar oud.
waar hij een schare talent- Zijn eerste etsen maakte hij
volle jonge kunstenaars na zijn kontakten met Jules
met naam vormde Behalve De Bruycker, maar het was
zijn woning «Het Eendje» Mark Severin die hem de
in De urne had hij een burijn leerde hanteren
prachtig atelier in een hoe- waarmee hij zijn grootse
ve in het vlak en open land- bladen zou maken. Het oeu-
schap van Poederlee. Daar vre van deze kunstenaar is
overleed hij, bijna blind ge- van uitzonderlijke kwali-
worden, in 1981. teit. Hij ontwikkelde zeer
Hij exposeerde niet zoveel, vroeg een gans eigen stijl
alleen op uitnodiging en waarin kenmerkend zijn de
vaak in groepsverband: zo geraffineerde tekening,
was hij o.a. vertegenwoor- evenwichtige kompositie en
digd in de Koninklijke Bi- symbolisch geladen inhoud
bliotheek Albert I te Brussel met een vleugje fantastiek.
voor «Het hedendaagse ex-
libris in Europa» in 1972. Belangrijk is de spirituele
In 1960 was hij al te gast in achtergrond van zijn werk,
de tentoonstellingszaal van de filosofie die ten grond
slag ligt aan zijn gravures
en schilderijen. Hij bezat
een rijke kreatieve verbeel
ding en hoewel zijn werk
raakpunten met de Vlaam
se primitieven, Bosch en
Breughel heeft, blijkt het
toch heel nieuw te zijn met
een techniek die gewoon
meesterlijk is. Een weme
lende figuratieve rijkdom
van uitzonderlijke grafi
sche voornaamheid waarin
bewustzijn en onbewuste,
ontstaan en verwording
centraal staan, versmolten
tot een gaaf geheel van ge-
desinkarneerde gestalten
die leven in de doorzichtige
atmosfeer van de geest.
In de grafiek koos hij van
mee taf aan de moeilijkste
techniek, nl. burijn: vanwe
ge moeilijkheid ook de
meest verwaarloosde. Dade
lijk tilt hij ze op tot onge
kende hoogten, ontdekt hij
nieuwe horizonten.
Dit meesterschap dankte
hij mee aan de verbluffende
handvaardigheid waarover
hij beschikte. Op het do
mein van de burijntechniek
moet hij tussen de aller
grootsten geplaatst
worden.
Deze bescheiden man met
zijn grote liefde voor de
mens was een metafysisch
gericht strever naar het ab
solute, bijwijlen een visio
nair en in elk geval een
schepper van grote schoon
heid.
Vermelden we nog dat de
katalogus van deze ten
toonstelling al zijn tot hier
toe gekende gravures om
vat. De bespreking en rijke
illustratie met 68 zwart-wit
reprodukties maken deze
uitgave van het stadsbe
stuur van Sint-Niklaas tot
een boeiende publikatie.
Internationaal exlibriscen
trum, Regentiestraat 65,
Sint-Niklaas, van 11 sep
tember tot 9 oktober.
Open alle weekdagen van
14 u. tot 17 u. en zondagen
van 10 u. tot 13 u. en van
15 u. tot 18 uur.
Bewonderaars en verzame
laars die nog ontbrekende
gravures kennen of bezit
ten, worden verzocht dit
mee te delen aan (of kon-
takt op te nemen met) de
heer Herman Nauts.
Stedelijk Museum, Zaman-
straat 49 te 2700 Sint-Ni
klaas (tel. 03/776.07.53).
Met Jozef Dauwe op de retrotoer (2)
In onze tweede trip naar het verleden, in gezelschap van Jozef Dauwe, brengt de Lebbekenaar on
naar het nabijgelegen Dendermonde, waar we kennismaken met de beoefenaars van het beenhou
wersambacht. En moeten vaststellen dat de vleeshouwers uit de Denderstede, gedurende eeuwen
telgen waren uit slechts een paar families. Het beenhouwersambacht er bovendien erfelijk in recht
was.
Erfelijkheid in feit en in rechte
De beslotenheid der middeleeuwse korporaties der
beenhouwers, zet Jozef Dauwe uiteen, blijkt een
internationaal verschijnsel. Meer trouwens dan in
welk ander ambacht ook, was dit ambacht erfelijk.
Niet alleen overigens in onze streken.
Reeds vóór 1150 waren er te Parijs «naturales
camifices» - geboren vleeshouwers. Te Bourges en
te Limoges komen ze voor vanaf de 15de eeuw. Ook
in heel wat steden van de Zuidelijke Nederlanden,
van Brabant en van Luik, komt dit verschijnsel
vroeg en veelvuldig voor.
In de meeste van die steden erkende de overheid de
erfelijkheid van het beenhouwersambacht, lang
voor de doorbraak van de beweging die ernaar
streefde de toegang tot de ambachten te beperken en
buitenstaanders te weren. Via het invoeren van
diverse drempels en het bevoordelen, langs statutai
re weg, van zonen van vrijmeesters, resulteerde deze
tendens binnen de corporaties in een erfelijkheid in
feite.
Hiertegenover was de beslotenheid van het beenhou-
wersambacht, op vele plaatsen, gesteund op een
erfelijkheid in rechte. Meestal van vroegere datum
overigens. Weinig of geen formele bewijsplaatsen
omtrent de oorsprong ervan konden echter terugge
vonden worden.
Diverse faktoren, aldus J. Dauwe, helpen het uitge
sproken corporatisme in het ambacht verklaren. Zo
kon het een gevolg zijn van hofrechterlijke afhanke
lijkheid, een uitvloeisel van de rechten van de stad-
heer of het afgedwongen recht van de politiek
machtige ambachten.
Om het toezicht op de levensmiddelen doeltreffender
te kunnen organiseren, was de overheid gedwongen
de verkoop ervan op één bepaald punt te concentre
ren. Vandaar o.a. de oprichting van «vleeshuizen»,
wier beperkte oppervlakte het aantal verkoopplaat
sen, banken of stallen laag hield, zodat een
maximum aantal meesters moest bepaald worden.
De bevoorrechten streefden er achteraf naar het
ambacht, dat erg winstgevend was, voor hun af
stammelingen te reserveren,
Dendermonde
Het beenhouwersambacht was te Dendermonde één
der oudste van de stad. In 1293 werd het gelijk
vloers van het pas gebouwde Vleeshuis, op de hoek
van de Grote Markt, in gebruik genomen. Haast 600
jaar zal het ambacht in het Vleeshuis tegelijk
verkoophalle en slachthuis zetelen. Tot de oude
privileges van het ambacht behoorde het monopolie
van de vleeshandel binnen de stadsmuren en in de
omtrek van een mijl buiten de muren. In 1524 werd
dit privilege, dat reeds opgenomen was in het 15de
eeuwse register «der Voorgeboden», door Karei V
bekrachtigd. Lichtjes gewijzigd dan.
De eigenlijke statuten van het ambacht werden in de
loop van 1598 door de stad afgekondigd, in 1762
door Maria-Theresia nogmaals bevestigd en op 7
augustus van het volgend jaar op de kerkstenen van
Appels, Grembergen en St.-Gillis afgekondigd.
Het monopolie van de Dendermondse vleeshandel
blijkt oorspronkelijk in handen te zijn geweest van
drie families, nl. Spanoghe, Collier en Bosch. In de
17de eeuw bleven alleen de twee erstgenoemden
over. Tegen dit monoplie werd vanzelfsprekend
geprotesteerd. Op het eind der 17de eeuw verzoch
ten de niet-vrije beenhouwers de overheid een open
vleeshal te mogen oprichten of toch in elk geval te
mogen beschikken over de vrijgekomen vleeshaken
in het Vleeshuis. Het resultaat van hun poginj
aldus Jef Dauwe, is niet gekend, maar we dei
dat hun pogingen falikant uitliepen, omdat in
loop van de 18de eeuw geen andere namen v{
beenhouwers in de archieven te vinden zijn.
Uit een tekst uit 1698 blijkt dat van de 27 banken
zich toen in de Vleeshalle bevonden er slechts acl
eigendom waren van het ambacht, die ze jaarlijks
verhuurde aan haar leden. De overige behoorden tos
aan de families Spanoghe en Collier of waren dooi
erfenis in handen gekomen van niet-slagers, dis |j|j
deze verhuurden aan leden van voornoemde fami
lies.
Toen de gilden in 1795 afgeschaft werden, kwamen
de acht gïldebanken in handen van de stad, die a
toewees aan de meest biedende. Via het systeem van
de openbare verpachting. In 1818 gebeurde het2
de met degene in het bezit van de niet-slagers.
1843 was de toestand zo dat er dertien verpa
werden en nog veertien eigendom waren van
afstammelingen Spanoghe en Collier. En door h<
ook al bezet werden. In de tweede helft van de 1
eeuw, zo blijkt uit de kadastrale legger van Popp,
dat van de zeven slagers die te Dendermonde als
huiseigenaar vermeld stonden er zes Spanoghe
heetten.
Wapenschilden
Verwijzingen naar hun beroep treft men ook in
wapenschilden aan van deze twee Dendermondse,
erfelijke beenhouwersfamilies. De Spanoghes voer
den: doorsneden, in goud, een arend van sabel, in
keel twee gekruiste herdersstaven achter twee ossefff^
hoorns, alle van
Een Dendermondse familie Collier voerde: in zilver
een dwarsbalk van keel, vergezeld, in het hoofd van
drie merletten van sabal en in de voet een ossekop
van keel.
Pierre Van Rossen)|0///e.