Kreeg jij ook al les in het museum? Museumkaart als bindmiddel tussen bezoeker en tentoonstellingen Inventief Tejater 80 met prima akteurspel «Kennismaken met de Heilige Schrift» in Beveren De Voorpost - 17.2.1984 - 23 Een edukatieve dienst in 't museum van Sint-Niklaas «Als wij het museum zien als een instelling die niet alleen voorwerpen verzamelt en beheert, maar die daarnaast ook de taak heeft, het publiek in kontakt te brengen met die voorwerpen en met de rond die voorwerpen verzamelde dokumentatie, dan zou de publiekgerichte taak gezien in het kader van de permanente edukatie een ontmoetingsplaats in zijn breedste betekenis zijn.» (Citaat uit een pers tekst van Jan Bral, kuituurattaché van Sint-Ni- klaas, over de dukatieve dienst). De eerste deelgroep waar- koop, een diaprojektor en toe de nog niet zo lang be- een video-installatie ter be staande edukatieve dienst, schikking. ïisvest in het museum Momenteel is een lespakket van Sint-Niklaas, zich richt uitgewerkt rond de opgra- zijn de scholen uit Sint-Ni- vingen van de Boudelo-ab- klaas en omgeving. In deze dij. Enerzijds wordt de optiek werden in samen- werkwijze van de archeo- werking met enkele loog belicht, anderzijds leerkrachten, lespaketten wordt het leven van de en vragenlijsten voorbe- monniken in de middeleeu- reid. wen besproken. De leerlin- Voor de klassen die het mu- gen krijgen een vragenlijst seum bezoeken werd een over de tentoongestelde aangepaste infrastruktuur voorwerpen. Aldus kan een ingericht. In de mu- bezoek aan de Boudelo-zaal, seumklas die plaats biedt die vlak achter de mu- aan dertig leerlingen, is seumklas gelegen is, in ge- een magnetisch bord met schakeld worden, een projektiescherm, een De Sint-Niklase mu- retroprojector, een epis- seumklas staat ook ter be- schikking van leerkrach ten die zelf een bepaald the ma willen bespreken aan de hand van de aanwezige mu seum voorwerpen Een klas kan een bepaalde zaal uit het museum, bij voorbeeld de Mercatorzaal en de archeologische zaal, onder begeleiding be zoeken. Tot nu toe bezochten 22 groepen de Boudelo-zaal en twee keer gaf een leerkracht zelf les over de geschiedenis van de ver lichting. Acht groepen kre gen een rondleiding in de archeologische zaal, drie groepen in de Mercatorzaal en twee op de afdeling folklore. Deel één van de realisatie- objektieven, de werking in schoolverband, mag men gezien bovenvermelde cij fers, geslaagd noemen. Hierbij moet men ook wel weten dat pas in september 1983 met dit projekt ge start werd. In de zin van de nu al lopen- de thema's, zullen er nog andere worden uitgewerkt, die parallel lopen met het verplichte schoolprogram ma. Denk aan kartografie, archeologie, leren kijken naar schilderijen, evolutie van de muziek enz. Initieel startend met het la ger onderwijs (tweede en derde graad), wil men van het stedelijk museum van Sint-Niklaas, «openbreken» naar de scholen. Dat wil zeggen: het aantrekken van de klassen naar het mu seum én het museum bui ten zijn muren naar de scholen toe brengen. Het eerste zal men realize- ren door het inrichten van een aangepaste infrastruk tuur, het opmaken van les pakketten die- vanuit de museumobjekten aanslui ten bij belangrijke eduka tieve themata binnen het leerprogramma en ook via het ontwikkelen van een di- daktisch programma. Het aanwerven van een pe dagogisch geschoolde leerkracht en het aanleg gen van «lesvaliezen» met dokumentatiemateriaal omtrent een bepaald thema uit het stedelijk museum moeten ertoe bijdragen dat het museum uit zijn isole ment treedt. Voor de toekomst ziet men ook de mogelijkheid om scholen uit het sekundair en hoger onderwijs te bege leiden. Zo ook voor andere groepen en individuele be zoekers. Een ander deelprojekt van de edukatieve dienst is het samenstellen van begelei dingsmateriaal, dat zowel audio-visueel als grafisch kan zijn. Zonder deze mate rialen zou het gestelde ob jectief onmogelijk zijn. Het audio-visueel gedeelte houdt ten eerste een dia theek in, ten tweede een videotheek en ten derde een aantal voordrachten. Informatieborden met alge mene tekstbegeleiding bij specifieke objekten of afde lingen en brochures vor men het grafisch gedeelte. Publieke instelling «Momenteel zijn heel wat musea nadrukkelijk bezig met het ombuigen van hun werking, zo ook het stede lijk museum van Sint-Ni klaas». Aldus kultuuratta- ché Jan Bral. Hij zegt. «Het is, en dat kan ook moeilijk anders, geen snelle spekta- kulaire ontwikkeling, ze ker niet in de ogen van de buitenwereld. De gebouwen waarin de musea gevestigd zijn blijven dezelfde veelal wat statige en ouderwetse gebouwen. Een aantal werkzaamheden die binnen de muren van deze gebou wen verricht worden zoals konserveren, katalogeren, beschrijven, wissel- en tij- Het museum van Sint-Niklaas beschikt over een edukatieve ruimte. Je kan er o.m. deze vondsten uit de voormalige Boudelo-abdij bewonderen (Iv) delijke tentoonstellingen, spreken buitenstaanders nog steeds weinig aan. Maar eveneens binnen de muren van diezelfde gebou wen werken steeds meer mensen die zich bewust zijn van het feit dat het museum een publieke instelling is, hetgeen in de presentatie voor het publiek tot uit drukking moet komen. Dat houdt overigens niet in, dat in hun ogen het weten schappelijke werk in het museum van minder be lang is geworden. Dat werk levert immers de voedings bodem voor de publiekge richte taken van het museum. Het museum zou men dan ook in zyn totaliteit kun nen omschrijven als een in stelling die zich tot doel stelt op één of meer duide lijk bepaalde terreinen van de kunst, wetenschap, tech niek, historische of sociale ontwikkeling, zowel voor werpen als dokumentatie te verzamelen, te bewerken en te bestuderen om ze daarna op een zodanige wijze aan het publiek te presenteren dat het zich aangesproken voelt door de thema's die het museum vanuit zijn ei gen vakgebied aan zijn be zoekers probeert over te dragen. Terecht kan men stellen dat de edukatieve funktie van het museum pas duidelijk naar voren trad toen in de museumwereld de objekt- gerichte belangstelling langzamerhand werd om gebogen in de richting van de publiekgerichte belang stelling. De integratie van de twee museum taken (integratie van de wetenschappelijk gerichte taak en de pu bliekgerichte taak) moet gekonkretiseerd worden in museumpresentaties die voor een zo breed mogelijk publiek moeten overkomen. Samenvattend kan men zeggen dat het bij het ma ken van edukatieve pro gramma's steeds duidelijk zal moeten zijn voor wie men de programma's maakt, welke doelen men bij het opzetten ervan na streeft en welke methodes men gebruikt om die doelen te realiseren.» K.L. Niet verbluffend, wel luchtig en grappig Op voorstel van de dienst kuituur en na gunstig advies van de kommissie voor schone kunsten en de exlibriskommissie verleende het kollege van burgemeester en schepenen van Sint-Niklaas goedkeu ring tot uitbouw en realisatie van een reeks van tijdelijke tentoonstellingen waarvoor in de stedelijke begroting 800.OOO fr. werd ingeschreven. Het ten toonstellingsprogramma '84 werd op een perskonferentie toegelicht door schepen van kuituur Daan Anthuenis. leven tentoonstellingen in het stedelijk museum Tot 26 februari loopt daar nog de tentoonstelling Ge rard Hermans. Vanaf 4 maart weer een retrospek- tieve, niet rond de tragische figuur Ghisleen Verdickt. De periode waarin hij krijgsgevangen was (eerste wereldoorlog) en de twee daaropvolgende jaren waarin hij gekweld werd door een fatale ziekte ten gevolge van oorlogsver wondingen, groeiden para doxaal genoeg uit tot zijn meest kreatieve periode. Wat niet belet dat deze tries- te omstandigheden zijn vol le ontplooiing als kunste naar in de weg stonden. Vorig jaar selekteerde de Galerij van de Akademie van Waasmunster ver- dickt8 «Schetsen uit krijgs gevangenschap» tot een boeiende maar beperkte tentoonstelling. Volgende maand schotelt men een to- talere terugblik op schetsen en schilderijen voor. Tien jaar geleden werd een tentoonstelling georgani- eeerd onder de intrigerende titel Oog in oog. met Escber». Omdat deze ten toonstelling toen bijna tien duizend bezoekers haalde, een rekord in de annalen ven het stedelijk museum, beeft het stadsbestuur be- eloten om het uiterst boeiende werk van deze merkwaardige Nederland se ffrafikus nogmaals te to nen en dit van 15 april tot 10 juni. Vervolgens komt de thema tentoonstelling Het por- tret in de eerste helft van de tOate eeuw» aan bod. Van 16 juni tot 16 september bekijkt u portretten in olie verf van o.a. Malfait, Vaes, Opsomer, Rottie, Daye, Van Gjjck, Welvaert, De Smet, Van Rysselberghe, Wou ters. Albert, Ramah, Van Den Berghe. Van de Woes- Hjne, Oleffe, Jeffeys, De B°eck, Brusselmans, Jes- pers en Courtens. kkademies tonen schilde- dienvan 23 september tot ■1 oktober. Eén van de na tionale konfrontaties die de «nt-Niklase akademie jaar mis aangaat met andere gelijksoortige Belgische in- •tituuten Tie Lukosgezellen maken 1 november tot 25 no- Prober hun jaarlijkse ba- op. De Wase Kunst- g kreeg de periode december w iQn, De kommissie voor schone kunsten wil de tijdspanne waarover deze klassieke ge zelschappen momenteel nog beschikken inkrimpen. Er zijn immers nog andere kunstkringen in het Waas land die óók gerespekteerd moeten worden. Het internationaal exlibriscentrum De tentoonstelling «Gra fiek, beeldhouwkunst, ju welen» loopt in het exlibris centrum op de laatste benen en deze week opent de re- tros pektieve Pierre Cox, waarover meer elders in dit blad. Gerard Gaudaen de ons al len welbekende grafikus, wordt van 25 maart tot 23 april door middel van een overzichtstentoonstelling in het brandpunt geplaatst. Zijn veelzijdigheid moet hier centraal komen te staan. Na de jaarlijkse expositie van Cameraclub Waasland, van 29 april tot 27 mei, bekijken we werken uit het Ateher Piet Clement, Am sterdam. Piet Clement, dé drukker in Nederland, kan hét beeld geven van wat op dit ogenblik aan grafiek ge maakt wordt in Nederland. Deze tentoonstelling loopt van 3 juni tot 19 augustus. De oudleraars en -leerlin gen van het koninklijk atheneum hebben een kunstkring gesticht en ze stellen dit jaar voor het eerst tentoon in het exli briscentrum. Van 23 september tot 21 oktober loopt ook hier de tentoonstelling «Akade- mies tonen schilderijen» (zie programmatic museum). De «Bloeiperiode van de houtgravure in Neder land», en dat was van 1925 tot 1975, toont werk van o.a. Bulder, Reuter, Van Rossem, Hilhorst, Van Gel der, Rosendael en Ovilius. Een van de markantste Oostenrijkse kunstenaars op het gebied van exlibris en gelegenheidsgraflek, Max Kislinger, overleed in oktober jl. Naar aanleiding daarvan een tentoonstel ling van 9 december tot 6 januari in Sint-Niklaas. De Mongokultuur in de stadszalen En bij dat alles nog dit: een primeur. Van 26 augustus tot 21 oktober worden we in de gelegenheid gesteld om een trip te maken naar de Mongokultuur en zulks te gen het luttele bedrag van vijftig Belgische franken. Hoe dat kan? Honderd vier kante meter stadsfeestzalen worden aangekleed als Zaï rees evenaarswoud. Zo rea listisch, zo zinsbegooche- lend dat we maar al hopen dat ook het regenseizoen niet overvlogen wordt. Vele Belgische waterlopen zou den dat minder geestig vinden. Het ligt in de bedoeling om een kultureel-antropologi- sche tentoonstelling te or- ganizeren over de bevol kingsgroep van de Mongo uit Zaïre. De tentoonstel ling wil een totaaloverzicht creëren van een doorsnee type 8tam van de Mongo door aandacht te geven aan een zo duidelijk mogelijk visualiseren van biotoop, demografie, ekonomie poli tieke en sociale struktuur, religie, kunsten en litera tuur of woordkunst. De realisatie is in handen van de stedelijke diensten van Sint-Niklaas. Reeds nu is men aan het samenstel len van een uitgebreid be- schermingskomité toe. In de komende maanden laten we u hierover meer weten. Een museumkaart kost geld maar biedt ook voordelen Op unaniem advies van de kommissie voor schone kunsten heeft het stadsbe stuur beslist om de tijdelij ke tentoonstellingen die buitengewone financiële in spanningen vergen beta lend te maken. Deze traditie bestaat in vrijwel alle ste den sinds geruime tijd In de toekomst zal de ge bruiker dus in een beschei den mate bijdragen tot het rekupereren van de kosten zoals hij dat reeds doet in elke andere stedelijke in stelling (de schouwburg, de bibliotheek, de sporthal, enz.) Belangrijk is echter dat dit entreegeld bij de aankoop van een katalogus van de normale prijs wordt afge trokken, zodat men bij aan koop van een katalogus in feite gratis binnenkomt. Voor amper 100 frank kan men een museumkaart ko pen, waardoor men gratis toegang krijgt zo dikwijls men wil voor elke tentoon stelling en voor het hele museum. Dus b.v. ook voor het grammafoonmuseum, waarvoor de toegangsprijs normaal 30 fr bedraagt. Bovendien geeft de mu seumkaart recht op een re- dpktie van 20 procent op de aankoopprijs van een kata logus. Men kan dus stellen dat kostprijs gering is voor de echte museumliefheb ber. Elke bezoeker kan zich een museumkaart aan schaffen. De kommissie voor schone kunsten is ervan overtuigd dat door de museumkaart de band tussen de bezoeker en het museumleven veel intenser kan worden, wat wellicht nog het belangrijk ste na te streven doel is. K.L. We zijn naar «Esoapinade» een tejatermontage van «Les purberies de Soapin» en «L'impromptu de Versailles» van Molière, met hoge verwachtingen gegaan. Er was immers een niet geringe hoeveelheid onkonventio- neel talent bijeengekomen. Eveneens werd regisseur An ton Cogen aangetrokken om een vervangingsprogramma voor de prod uk tie De H. Johanna van de slachthuizen» van Brecht in een regie van Eddy Vereycken klaar te stomen in amper 30 dagen. Maar haast en spoed is zelden schitterend en dat geldt jammer genoeg ook voor het Aalsterse Tejater '80. Wat we in «Escapinade» te zien kregen, beantwoordde slechts gedeeltelijk aan de ver wachtingen. De nochtans goed geregisseerde en gespeel de voorstelling leverde naar onze smaak een té weinig écht boeiende voorstelling om de aandacht twee uur gaande te houden. Tejater '80 en hun prod uk tie «Escapinade» heeft evenwel met het vele talent en de_goede ingrediënten gewoekerd om er een luohtig stuk amusement uit op te bouwen, en dit bleek volgens de gecalculeerde verwachtingen bij een vrij breed publiek in de smaak te vallen. Esoapinade De inhoud zag er ongeveer als volgt uit: Terwijl Argan- te en Géronte naar het bui tenland zijn, vertrouwen zij hun zoons toe aan twee "bo dyguards': Octave, de zoon van Argante, staat onder de hoede van Sylvestre, en Léandre, de zoon van Gé- E.H. Raf Buysse, onderpastoor van de Sint-Martinuspa- rochie te Beveren, schreef onlangs het hoekje «Kennisma ken met de H. Schrift», dat reeds in omloop werd gebracht via de Beverse boekhandels. Dit werk is eigenlijk de bundeling van een aantal lezingen en besprekingen over de bybel. Voor thuiswerkende moeders, werklozen, ge pensioneerden en volwassenen die zich enkel 's avonds kunnen vrijmaken start eerstdaags een afzonderlijke lessenreeks. In 1975 en 1976 liep in de St.- P' l'""""1" voor Ihiiiswet- Maninusparochie een lessen- kcnde reeks als inleiding op het lezen 8=P™sio„eerden vindt plaats van de Heilige Schrift, respek- tievelijk bijgewoond door 65 en 35 mensen. Op vraag werd in de voorbije weken opnieuw dezelfde reeks geprogrammeerd, waarvoor opnieuw 55 belangstellenden opdaagden. Omwille van dit blijvende suk- ses start een nieuwe reeks, waarbij de Schriftlezingen van de vasten als uitgangspunt die nen voor een beter inzicht in de achtergrond en de beteke nis voor onze tijd van de eeu wenoude boodschap van de bijbel. ronte, onder die van Sca- pin. Maar... hun toezicht is niet zo scherp; Léandre wordt verliefd op Zerbinet- - te, een gastarbeiderskind, Aalst. Nog een beeld uit «La cage aux folies(per) en Octave trouwt hals over kop met Hyacinte, een ver- Bij hun terugkomst steken hadden wel een betere par- armd meisje van onbekende de vaders stokken in de tij op het oog voor hun tel- komaf. wielen. Wat dacht je, ze gen. Op de koop toe hebben de zoons dringend geld no dig. Gelukkig is er Scapin: hij intrigeert, troggelt de vaders geld af, speelt zijn spel, neemt hier en daar lustig wraak, en uiteinde lijk komt alles toch voor mekaar. Hyacinte blijkt na melijk de dochter te zijn uit een geheim huwelijk van... en Zerbinette, is wonder bo ven wonder een natuurlijk kind van... Juist, ja. Regisseur en akteurs De regie over «Escapinade» was in de handen van An ton Cogen die iedere aan wijzing in de tekst gebruik te om het toneelgebeuren in een duidelijk patroon te brengen, met het gevolg dat de verwikkelingen be grijpelijk werden, de sce nes van de verschillende (groepen) personages na tuurlijk in elkaar overgin gen en de zotheid goed in de verf gezet werd maar uit eindelijk toch binnen de perken bleef. Anton Cogen stond natuur lijk voor geen geringe op gave dit verdraaid zware stuk met alles derop en der- an muzikale begeleiding, zangnummers, ten to nele te voeren in een mum van tijd en heeft de moei lijkheden dapper aanvaard. Hij oogstte sukses want hij leverde een degelijke krea- tie af Onze kritiek is echter dat sommige scènes bleven steken in een nietszeggen de uiterlijkheid. Men was dus soms te veel bedacht op de groepsprestatie en de uitgekiende theatermidde len maar zich niet altijd af gevraagd of ze daarmee ook iets te vertellen hebben. Pluspunten zijn zonder meer de degelijke knipoog jes, toespelingen, dubbele bodems (VMO, het land van Coitha,...). Grote verdienste van Anton Cogen als bewerker en ver taler is dat hij zich door de valkuilen van Molier's bon te prosodie met grote vin dingrijkheid heeft heen ge werkt en (zelfs) de kans zag de verzen met extra toespe lingen (vaak pikante) dub bele bodems en rijmgrapjes op te sieren. Aalst. Pact speelt een overtuigend «La cage aux folies' (per) op maandag 20 en 27 februari en op 5, 12, 19 en 26 maart, telkens van 13.45 u. tot 15.45 u. in «De Schuur», Van Crae- nenbroeckstraat te Beveren (hoek Kasteeldreef). Voor hen die alleen 's avonds tijd hebben is een reeks inge legd op dinsdagen 21, 28 fe bruari en 6, 13, 20 en 27 maart telkens te 20 u. stipt, in het Gildenhuis aan het IJzerhand te Beveren. De besprekingen worden ge leid door e.h. Raf Buysse. De deelname is gratis. Het boek je, dat een voorbereidend werk zou kunnen genoemd worden op deze lessenreeks, is verkrijgbaar tegen 80 frank. probeerde soms de opper vlakkigheid of de zeldzame rommelighèid te 'ver bloemen'. Bij zo'n knappe kollektieve prestatie heeft het weinig zin individuele spelpresta- ties te noemen. Een speciale vermelding verdient zonder meer Ulrich D'Haese die de rol van Scapin met onge meen treffende kracht speelt, die er een van zijn allerfraaiste vertolkingen van maakt. Ook de andere rollen wer den goed tot heel goed be zet: we vermelden de ak teurs 'en bloc': Ronald Schollaert, Rony Rombaut, Dirk Klinck, Ann Sirou, Machteld De Rauw, Annie Moortgat, Elia Vermeulen, Luc Van Den Brock en John De Schutter. Algemeen was de voorstelling sterk bezet: pittig, raak en genuan ceerd. Andere pluspunten van de mooi in de toneelmachine rie gestoken voorstelling waren de toffe en vinding rijke kostuums van Katrien Vermeersch en de knappe en funktionele dekors. Ook de goed klinkende muziek van Wim Henderickx en de degelijke muzikale bcgolei- ding van «Duck Soup» mo gen zeker extra onder streept worden. Tot slot Ulrich D'Haese is erin ge slaagd als Scapin het wel licht mooiste deel van het werk voor honderd procent tot zijn recht te laten ko men. Ook de overigen heb ben blijk gegeven van dyna misme en beheerst talent om de dikwfjls moeilijk te spelen (en te omschrijven) figuren te brengen. De sou plesse waarmee de bijvoor beeld de versvorm gehan teerd werd was bewonde renswaardig. Kortom aan het akteurspel ontleende de voorstelling zijn kracht en charme. We kunnen dus zeggen dat dankzij de kundige verta ling en de speels en vlot geënsceneerde opvoering met muziek, zang en dans een welkome aanvulling was op het Molière-reper toire. Jo De Bruyn

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1984 | | pagina 23