ateroverlast te Denderbelle Tweede Hobbytentoonstelling Vlaamse Klub Wieze Paaseieren rapen te Schoonaarde eba op zijn avenue De Voorpost - 20.4.1984 n de orde tijdens de raadszitting regelmatig terugkerende wateroverlast, of gewoonweg de dreiging ervan, vormt ds jaren een bron van bezorgdheid van de inwoners van Denderbelle. De overstro men van 6 en 11 februari 11. hebben deze terechte bekommernis aldaar enkel maar sterkt. te problematiek kwam ook ter sprake tijdens de jongste gemeenteraadszitting te >beke. De beide oppositiepartijen, de VU bij monde van raadslid Johan De Mol en de in de persoon van Willy Van Vossole, gaven hun visie omtrent de problemen. an De Mol: Overstromings aar definitief wegwerken ie meeste gevallen, betoog- VU-woordvoerder Johan Mol, zijn de overstromin- te Lebbeke (Rossevaal- lat, Baasrodestraat, Brug- Langestraat, Haag- en te Denderbelle >ge Brug, Kruisstraat, Bert- lat, Dries, Visstraat) te wij- aan het toenemen van de rbaniseerde ruimte irdoor het water afgevoerd rdt, in plaats van in de bo- n te dringen het ophogen natuurlijke overstromings- lieden, onoordeelkundige ken aan beken en grach- verstoppingen enz. Veelal worden, om deze overstromin gen te vermijden, grootschali ge projekten gepland, die ach teraf meer problemen schep pen dan ze pogen op te lossen. In het geval van de Pas- en Steenbeek werd eerst het pompstation gebouwd, aldus J. De Mol. Het hoeft nauwelijks verwondering te wekken dat dit pompstation over een dui delijke overcapaciteit be schikt. Na de bouw ervan moesten de andere grootscha lige werken, kost wat kost, volgen. Vanuit de milieuvere nigingen, de aanpalende eige naars en de niet-georganiseer- de landbouwers, rezen protes ten. Wat tot het gelukkig ge- J - - v.- beke. Denderbelle broek: aan water geen tekort volg leidde, dat de politiek verantwoordelijken inbonden en een realisatie in vier fasen voorstelden. Opdracht werd gegeven een ecologische studie te maken, die vernietigend uit het antwoord van gemeen schapsminister Akkermans op een door mij gestelde parle mentaire vraag. De geplande verbinding tussen Vondel- en Steenbeek wordt zowel op eco logisch als op landschappelijk vlak niet aanvaard. Er worden twee alternatieven bestudeerd, maar deze zijn vanuit hun kon- cept reeds in strijd met de ecologische studie. De voorbije overstromingen in Denderbelle, vervolgde J. De Mol, staan in direct verband met de Pas- en Steenbeekpro- blematiek. In het bijzonder dan met het pompgemaal Dat pompgemaal werd immers op een veel te grote capaciteit berekend. Wat meebracht dat dit dure, automatische pom pgemaal gedegradeerd werd tot een manueel bediend ge maal. Door de te grote kapaci- teit en het automatisch karak ter ervan, bestond het gevaar dat Denderbellebroek werd drooggetrokken. De overstromingen nu in Den derbelle op 6, 7 en 8 februari jl. werden veroorzaakt door enerzijds het niet werken van het pompstation en anderzijds door het niet sluiten van de deuren en valdeuren op de waterloop 5251. De oorzaak van het niet werken van het Station is nogal duister, aldus het oppositielid. Volgens som migen was het pompstation de- fekt, terwijl anderen die meer geloofwaardig klinken beweren dat het gewoon niet in werking werd gesteld. Het was immers erg vreemd dat het pompstation, tien minuten na dat de mensen hadden aange drongen het in werking te stel len, het defekt plots hersteld leek en het station funktio- neerde. Het niet sluiten van de afsluit- deuren, benadrukte J. De Mol, vormde echter de voor naamste oorzaak van het over stromen van de Hoge Brug en de Kruisstraat. Dramatisch is dat het polderbestuur het zelfs niet nodig achtte om de val deuren, die bij lagere stand in Belle-Broek voor de evacuatie van het water moeten zorgen, te sluiten en te openen. De mensen uit de buurt moesten dit klusje opknappen. De slechte staat van deze valdeu ren moet in dit korte bestek overigens eveneens vermeld worden. Dezelfde situatie kan men trouwens vaststellen op de Pasbeek. Zowel voor het niet funktione- ren van het pompstation als het niet bedienen van de val- of ontwateringsdeuren is het polderbestuur verantwoorde lijk. Terzelfdertijd moet de vraag gesteld worden die voor de schadevergoeding zal op draaien. Los van deze overstromingen, vervolgde de VU-woordvoer- der, moet naar een oplossing gezocht worden voor de water overlast in Lebbeke en Den derbelle. De VU meent dat het probleem kan opgelost worden door de Vondelbeek een aflei ding te geven via rijksweg 60. maar met behoud van de huidi ge loop. Wat veel voordelen biedt. Op deze wijze kan een definitieve oplossing gegeven worden aan de wateroverlast in de Baasrodestraat, Haag straat, Rosse vaalstraat en Brugstraat. Wat het probleem van dc Rosse vaalst raat betreft, zou hetniet alleen nuttig zijn, maar ook van hoffelijkheid ge tuigen dat op de brieven van de bewoners van deze straat, een antwoord zou worden gegeven. Willy Van Vossole: Beloften nakomen Wat de Vondelbeekproblema- tiek betreft, sloot SP-raadslid Willy Van Vossole zich volle dig aan bij de analyse en de oplossingen, zoals die voorge steld waren door raadslid De Mol. Deze analyse en de op lossing, voegde het SP-raadslid er aan toe, zijn overigens de integrale vertolking van het standpunt van het Studiecomi té Pas- en Steenbeek. Ook de Denderbelse bevolking staat o.i. achter deze oplossing. Komt het studiewerk toe aan de h. Steenhaudt en Co (Comi té Pas- en Steenbeek), dan is het de verdienste van collega De Mol de problematiek op het politieke niveau te hebben getild. Wat de recente overstroming in Belle betreft, vervolgde de SP-woordvoerder, stemt het relaas van collega De Mol vrij goed overeen met de feiten. Op de kritieke ogenblikken donderdag 9 februari heb ik zelf de burgemeester ontbo den. De door mij gekontak- teerde gemeentelijke overheid heeft, tijdens het bezoek ter plaatse, overigens formele be loften gedaan i.v.m. het zoe ken van een oplossing voor het niet werken van de keerdeuren op de dijk, het onmiddellijk kontakteren van de dijkgraaf om meteen maatregelen te ne men, het organiseren van vei ligheidsmaatregelen en het ne men van alle nodige stappen bij het polderbestuur om der gelijke gebeurtenissen in de toekomst zoveel mogelijk te vermijden. Wat de verantwoordelijkheid van het Polderbestuur betreft, sloot interpellant zich aan bij het standpunt van collega De Mol; evenzo wat het probleem van de schadevergoeding betreft. Tot slot herhaalde Willy Van Vossole de vragen gesteld aan de gemeentelijke overheid op de dag van de overstroming. NI. het herstellen, of beter het vervangen van de sluis door een systeem van schotbalken (de brandweer is het daarmee eens en signaleerde dit reeds twee jaar geleden in haar rapport aan het gemeentebestuur); het ophogen van de djjk aan de Hoge Brug (sinds de riolerings- en wegeniswerken aan de Ho ge Brug is een deel van deze dijk immers zo'n halve meter gezakt) het verharden van de rijbaan gelegen achter de aan gelanden van de Hoge Brug (kennelijk is dit inmiddels ge beurd); enkele kleinere pro blemen zoals het herstellen van de busschuilplaats aan het kruispunt Hoge Brug - Kruis straat (goeddeels vernield in gevolge stormweer en stroming) en het hersteller, de ingevolgde de waterove beschadigde asfaltlaag op Hoge Brug (om erger te vc komen). Pierre Van Rossen De Vlaamse Klub Wieze orga niseert op zaterdag 28 en zon dag 29 april in het Ontmoe tingscentrum (vroegere ge meenteschool) aan de School straat te Wieze, zijn 2e hobby tentoonstelling. Aan deze expo kan deelgeno men worden door allen die de kunst beoefenen zoals schilde ren, beeldhouwen, schrijven, tekenen, verder door verzame laars van postzegels, biervil tjes, oude voorwerpen.., ook door gelukkige bezitters van unieke dokumenten zoals oude affiches, politieke pamfletten, boeken.... Komen zeker in aanmerking de knutselaars, handige vrouwen met haak en borduurwerk enz.Kortom, iedereen, die iets aan de ge meenschap te tonen heeft is van harte welkom. Daar de tentoonstellingsruim te beperkt is, gelieve men zo vlug mogelijk in te schrijven voor deelname. Dit kan op volgende adressen van be stuursleden: Frans en Lutgart Van Damme. Nieuwstraat 42, tel. 053/ 21.60.83. Jan Troch, Wolvenstraat 16, tel. 77.60.83 Leona Moens, Aalstersestraat, 114 Mark Colman, Wolvenstraat 25, tel. 70.19.63 Monique Van den Broeck, Hoeksken 4, tel. 77.91.98 Gustaaf Moens, Gehuchtveld- straat 15, tel. 70.21.58 Paul Schollaert, Kerkhofstraat tel. 78.90.86 Paul Moens, Hof ter Geert- straat 1. Prof. Jozef Van Haver Oud- Wiezénaar zal het woord voe ren op de vernissage, en ook beeldhouwer Backaert, de bouwer van het nieuwe St. Sal- vatorkapelletje, zal zijn «steentjes» tot de tentoonstel ling bijdragen. Openingsuren: zaterdag 28 ap ril: van 18 tot 22 u.; zondag 29 april: van 10 tot 12.30 u. en van 14 tot 20 u J.V.L. Op Paasmaandag 23 april wor den vanaf 14 uur de kinderen te Schoonaarde verwacht, voor een biezonder prettige namid dag die in het teken staat van «'n Dag voor Jan en Alleman». Om 14 uur wordt de start gegeven van het paaseieren ra pen en dat is een bezigheid waaraan kinderen tot 9 jaar mogen deelnemen. Dan volgt er een grote familiezoektocht voor groot en klein. Wat het paaseieren rapen betreft, wordt ieder kind ver wacht dat een op voorhand bezorgde tekening niet alleen mooi weet te kleuren, maar ze ook nog binnenbrengt (met het nodige inschrijvingsgeld) bij één van de winkeliers van Schoonaarde. Al die kinderen tot de leeftijd van 9 jaar wor den dan op maandag 23 april verwacht om 14 uur op den Opstal. Niet alleen de kinde ren van Schoonaarde kunnen aan deze wedstrijd deelnemen. ook alle andere kinderen zijn van harte welkom. Trouwens, wie te laat is geïnformeerd kan nog steeds op Paasmaandag zelf inschrijven. Hij betaalt dan 50 frank en meldt zich aan in de wasserij De Smet tussen 14 en 14u30 en kan met het zoeken beginnen. Om 15 uur wordt de start gegeven van een paasfamilie- zoektocht met allerlei grappige opdrachten. Dat zijn in hoofd zaak volksspelen. Het inschrij vingsgeld bedraagt 50 frank en de prijzen zijn natuurlijk in hoofdzaak paaseieren. De tien beste families die alle opdrach ten lukken winnen een extra pakket aan paas- of echte eie ren. Een familie moet tenmin ste uit twee personen bestaan. Voor de kleinste kinderen die niet meekunnen of willen op de tocht die om en bij de twee kilometer lang is, wordt ge- zorgd voor kinderonthaal. Zij kunnen ter plaatse spelletjes doen of knutselen. Volgens geruchten die de ronde doen die steeds veelvuldiger doorkomen, oei Wannes het er niet schitterend van- brengen. Reeds lang is hij gekend door in lotgenoten, maar nog beter door zijn 'enge instrukteurs. Tijdens de oefenin- ln hoort men uitsluitend «De Deyn» (treeuwen en zijn bijnaam «Boer» >rdt nog ruwer en krachtiger uitgeroe- n. Wannes kan immers het ritme niet Igen, begrijpt niet hoe hij van stap oei veranderen en voert de opgelegde feningen meestal in de verkeerde rich- g uit. Dat hij daarbij aan de lopende band >rdt uitgescholden, kan Wannes geen •rtje schelen. Het enige wat hem dwars zijn die smerige korvees en daar ijgt hij nu meer dan zijn deel van. Ook t kachotwordt hem niet gespaard, iar dat vindt hij minder erg. Daar laten hem bij tussenpozen rustig betijen. Meermaals heeft Peba aan moeder loofd dat hij Wannes eens zou gaan zoeken. Nu heeft hij de geschikte gele- iheid. Geen gazetteverkoop vandaag de voorraad kan er nog wel tegen. Hij trekt zijn zware, goed gebaande ïoenen aan, rolt wat rooktabak in een ik gazet en stapt de deur uit naar de zerne waar zijn broer het schachtenle- n lijdt. Na benne kik toch niesgiereg zi, vee ze Woinnis in zijn saldoutepak te zien. u es na. al twieè jour da wijèlen dei staar nog nie gezien hemmen, mou dei innen hemme wel veel weirk za'k 'zen en wijèle zelle moete wachten tot hem vergoe nour huiis komt. ~o is Pee tegen zichzelf aan het pra- wanneer hij een persoon ziet aanko- gekleed in een voor hem totaal bekend uniform. Da za wel ne militaire sadout kenne i, murmelt hij en. Zeg makker, hedde giji somwijèlen ze Wannes nie gezien? Wel, mijne vriend. Wie is dat uwen Hawel, Wannis De Deyinen, van 't ikeveld va Lebbeek, hij es sadout in tiremonne. Nog een half uur marcheren, beste iend, altijd recht door. En vraag het n nog eens. En Peba huppelt verder. Na veel last en vraagwerk komt hij idelijk voor de kazerne aan. Met strak ogen en wijd opengetrokken mond kijkt hij het groot afgesloten gebouw, ij zoekt naar een bel, maar vindt er en, klopt op de poort maar er roert n de andere zijde, te een cinema es mij dat hie, ik za loeèven da dei hie allemou in sloup gen. Es da na azoeè da ze da vouder- nd bewouken? Hawel, merqi, zelle. Da mne kik na is oun onze Wannis vrou- zè. Zo is Peba aan het jammeren, wan- er plots de zware poort wordt omgren sd en een dik gesnorde wachtmeester n streng aanvallend uiterlijk vertoont. Hawel. Wat komt gij hier doen? Nog nooit is Peba zo geschrokken. Hij emt zijn klak af en... Menieèr den officier, ik za geiren onze annis ne kieè zien. Uwen Wannes. Wat is dal voor mand? Ba, dat es Wannis Den Deynen van 't *keveld va Lebbeek en hij es toch lout, zeker! Van welke compagnie is hij? 'k za geloeiven, van achter in de 'tien volges da ze mij wijis gemokt mmen. De wachtmeester lacht heimelijk een streep op zijn kaken en gaat op zijn bureel het boek van de verdienstelijke mannen raadplegen. - Mijne vriend, ge kunt uw broer nu niet spreken, hij heeft «kachot» voor vier dagen en voor het ogenblik is hij aan een heel proper werkje bezig Daar staat Peba nu. Moedeloos kijkt hij voor zich uit, maar wat kan hij aanvangen? Veel tijd om na te denken heeft hij echter niet, want vroeger dan hij had verwacht, wordt de poort met veel gekras nipt achter zijn hielen dichtgedraaid. Eerst heeft hij deernis met zijn broer, maar dan troost hij zich met de gedachte dat Wannes op die plaats goed zal kun nen uitrusten, wat altijd zijn uitverkoren bezigheid is geweest. Aan moeder vertelt hij dat Wannes graag is gezien van zijne chef en niets anders te doen heeft dan het kachotte surveilleren. Aan Peba heeft moeder herhaaldelijk de notabelen en andere webtellende mensen leren kennen. Geen gelegenheid Het ze voorbijgaan om deze personen van nabij aan te wijzen en hun standing duidelijk te stellen. Hieruit heeft Peba kunnen onthouden dat de mogelijkheid aanwezig was om langs die zijde een en ander vrij te krijgen. Dal zou nu goed van pas kunnen komen voor de verzor ging van moeder. Mevrouw van burgemeester Dubois is Peba helder bijgebleven. Voor niemand was het een geheim dat die dame, iedere morgen, rond acht uur vanuit de kerk naar hel kasteel terugkeerde. Zaterdagmorgen, acht uur. Peba stelt zich op halverwege de Leo Duboisstraat. Vanop afstand ziet hij de rijzige dame aankomen, haar 'legendarische wandel stok in de rechterhand. Peba heeft reeds zijn klak over het rechterbeen gewreven en zijn wezen in begrafenisstemming gebracht. Dichter bijkomend?, buigt hij nog eens heel diep voor de mogelijke weldoenster. - Wel, wel.' Dag Petrus. Hoe is het met moeder?, vraagt ze. - Ba, da'k za zeggen, madame. Niet te best. Den doktoor, deine zeit altijd mou da ze heel moe versteirken. - Zo, zo. En wat moet ze daarvoor zoal eten? - Ik wete kik da nie zoe just, madame. Mou hij sprekt altijd va spek, eieren, melk en havermout. - Dat kan ik best begrijpen. Hier zie, Petrus. Hier is wat om dat aan te kopen en verzorg moeder maar goed. Mocht ze nog wat nodig hebben, bel maar eens aan. Peba weent uit diepe dankbaarheid, groet nog eens welgemeend mevrouw Dubois en huppelt, zo vlug als hij dat kan, naar huis toe. Op den avenue struikelt hij en valt languit over de kasseien. - Sakker nom de nom, roept hij. 't Is wéjal nekiei over dezelfden. Zoeè za'k nog vallen oeik. Hij telt nog vlug de gekregen centen en vliegt gejaagd zijn huisje binnen. - 't Es just geweest, zelle meken. Mada me van den berremieèster, dat es nogal is en goei ziel, hé. Zie ne kieè! We kennen er tegen vee en pour weken. Het mislukte bezoek aan Wannes lag Peba nog zwaar op de maag Hij zou het daarbij ook niet laten. Twee maanden later, op een zondag, vindt hij Wannes exempt de service». Deze keer heeft hij werkelijk geluk, want nog maar pas heeft Wannes een zware periode achter de rug. Bij het zien van zijn broer in echte soldatenkledij, is Peba zo opgetogen dat hij al de kameraden uitnodigt voor een drinkje. In die vreugderoes en zonder aan zijn geldbeugel te denken, roept hij, wanneer ze het café binnenstappen... - Bazin. En pint bier vee hieèl thuiès- hagen! De genodigden drinken op de gezond heid van de gever en er wordt gebabbeld, gelachen en geschertst, zoals bij het sol datenleven past. - Bazin, roept Peba plotseling. Hie ès vijèf ceng vee mijè en vee onze Wannis. D'ander sadouten zeilen hele pint zelf wel betoulen, za'k peizen. De andere verbruikers kijken maar sip en geven luidruchtig lucht aan hun onge noegen. De waardin proest het uit van hei lachen. - Deze keer hebt ge u allemaal goed in de valies laten steken, mannen. Hoe is dat mogelijk voor zo'n goed afgerichte soldaten, die ge toch zijt! - Ja, we begrijpen het. Maar het is te laat. We kenden nochtans goed het num mer van dien broer, maar ne soldaat laat zich gemakkelijk verleiden met een pint je, hé. Wij veronderstellen dat de bazin haar gemoed zal laten spreken en de rekening zal afschrijven. - Deze keer zal dat moeilijk gaan, man- nekes. Op het einde van uwen termijn zien we wel. Als ge wel leert en een goed einddiploma kunt voorleggen. Intussen wandelen de gebroeders al door de straten van Dendermonde en praten over den avenue, over de bure, maar vooral over moeder en haar zieke lijke toestand. - Ja, Wannis over moeder is nie veel goed te vertellen, zelle. Ze gou zij ferm achteruit. Ik doen pertang mijn best, mou 't helpt nie. 't Es nie zoeè gemakke lijk, wette gij da! - Da weet ik ook. Pee. Maar voor mij moet ge wal wachten tot ik van die smerigen troep verlost ben. Ze trekken verder langs de beziens waardigheden van de stad, het stadhuis met de Grote Markt, de O. L. Vrouw- kerk, de Paterskerk en keren langs de Vismijn en het Vestjen naar Wannes' groot gebouw terug. - Hawel, Wannis. Hou gout da na bij den troep? Zijde gij dou geiren bijè? Toch niet te veel werk, zeker? - Och jongen. Dat zou niets voor u zijn. Dat is van 's morgens tot 's avonds: au lil of d l'ordre, salueren tot er uwen arm moe van wordt. En dan die smerige korvees, hé. Daar komt geen eind aan. Weet ge wat ze nog durven doen, Pee? Mij de zwaarste en de walgelijkste zaken laten opknappen, gelijk as de stront uit de gemakken spoelen. Echte beesten zijn dat, Pee. Maar tegenwoordig ben ik veel ziek, weet gij dat? - Dat es van te veel te fretten, zeker Wannes? - Maar Pee. Geloof nu maar niet dat het hier allemaal koek en ei is, hé. Altijd hetzelfde: bonensoep en bouletten. Ik heb al veel horen vertellen wat ze daar indraaien. Niet proper, man. Water, ja. A volonté. - Zè, Wannis. Na hoeère kik da gijè al zoe goe Frans sprekt. - Ja, daar heb ik al veel in bijgeleerd van dei seigneurs hie. Ge moet gij hier Frans spreken, Pee. Of ze zien u niet staan. Maar met die mademoisellekesmanieren moeten ze bij mij nie afkomen. Voor mij. Pee, mag dat sport hier zo gauw mogelijk ontploffen. - Oei, Oei, Wannis. As gijè tein mou nie mee ontploft. Allei, na kenne gijè a bouletten goun opfretten, 't Za vee ons meken en vee mijè zoe veel nie zijn. Salut en tot de volgende keer Met veel tegenzin stapt Wannes de kazerne binnen Hier moet hij nog een aardig woordje in ontvangst nemen in verband met die verkeerde tractatie. Dat laat hem echter totaal onverschillig. De schuld ligt alleen bij zijn broer en daar mee is alles gezegd. Aan moeder vertelt Pee in geuren en kleuren zijn belevenissen tijdens dat bezoek: - Dour hemme kik wa gezien, zé. Ge wei ren, bajonetten, fijèn offecierkes, ple zante sadouten en e kachot wou da dei mannen op hele gemak kennen sloupen. Ik hem nogal verschoten wannièr da'k dei schoeèn manierkes van onze Wannis zag, as er ne chef passeerde. - Zè, meken. Na moest onze Wannis ne kieè hoeère Frans spreken. Hij zal hij rap zij Vloms vergeten zijn, as da zoè vots gout. - Zo erg zal dat nu toch ook niet zijn zeker, Pee? - Niet erg meken? Wette gij wel da'k hem mou alf ne mieè verstond as deine zoe oun 't proute was? Moeder dringt niet verder aan. Toch geniet ze uitzonderlijk van het mooie verhaal dat Pee op zo een aardige manier had verteld. Maanden zijn verlopen en Wannes heeft nog altijd niets van zich laten horen. - Ik zou zo gaarne onze Wannes in soldatenpak zien. Dat afzwaaien, dal kan toch zolang niet meer uitblijven, zeker, Pee? - Da geloeève kik oeèk nie. Mou ge moogt dou wel zeker va zijn, da Wannis gieènen dag te lang bij dei zieèvereirs zal blijven. In plaats dat hun wensen vlug in vervulling zouden gaan, krijgen ze een speciaal bericht van de legeroverheid, waarbij 'wordt meegedeeld dat Wannes, om disciplinaire redenen, nog enkele tijd na zijn normale dienstplicht bij de mili tairen mag blijven. Geen van beiden begrijpen dat Latijn en vragen uitleg bij hun naaste gebuur Frans. - Dat is heel simpel, weet deze te vertel len. Ze willen Wannes daar nog een tijdje houden, kwestie van wal bij te leren, hé. Peba is daarom bijzonder opgetogen. Aan iedereen wil hij verduidelijken dat de grote chef van de kazerne aan Wannes had gevraagd om nog een maand bij hem te blijven en dat hij daarmee beloond werd voor zijn goede dienst en zijn stichtend voorbeeld. - Ik hem altijd gezeid, hé meken, dat onze Wannis dou zoeè geiren gezien werd. Een maand later is het zover. Wannes is uit zijn militair pensioen ontslagen en is in de huiselijke kring teruggekeerd. Dat gebeurt op de dag dat moeder voor het eerst haar plaats in de woonkamer heeft ingenomen. Dat moet worden ge vierd. Maar hoe, en waarmee? Peba heeft het vlug gevonden: Wijè len zeilen patattepap mouken. Dat es profijèteg, gemakkelijk en doubijè rap kleir gemokt. - Zè, brier, dat zal a en betteken beter smouken as dei boeènesoep en dei bou letten van den troep! Wannes zegt niets, maar in zijn bin nenste twijfelt hij aan de verklaringen van zijn broer. Nu dringt bij hem de naakte waarheid door, als hij dat zoge naamd slecht eten van den troep verge lijkt met deze speciale patattepap. Moeders wezen straalt van vreugde als ze haar twee kadékes nog eens samen aan tafel ziet zitten. Ze heeft er nooit in geloofd dat ze dat geluk nog eens zou mogen beleven. Er moet iets gebeurd zijn bij Vosse Mie. Nieuwsgierigen verdringen zich voor de woning en voeren blijkbaar een zeer geanimeerde bespreking Zou Mie misschien? Wat denkt men al bij zo een vertoning? Zaterdagmorgen. Voor de eerste maal in zijn leven heeft Peba beroep gedaan op een paar vrienden uit de buurt om voor hem een vuile karwei op te knap pen. De beerput moet geruimd worden en dat is zeker geen «job» voor Peba en nog minder voor Wannis. Zonder aarzelen hebben de aange sproken mannen zich bereid verklaard om dit weinig aantrekkelijk baantje uit te voeren. Zopas zijn de gedienstige arbei ders vertrokken met een paar kuipen beer om de lading ervan uit te storten op een naburige akker. Vanuit zijn schuilplaats in de woonka mer heeft Wannes geniepig al de verrich tingen van de werkers aandachtig ge volgd. Nu of nooit, murmelt hij, heb ik de gelegenheid om eens van nabij te zien hoe dat er dat allemaal uitziet. Hij steekt zijn klompen aan, legt een boord onder aan zijn broek, rolt zijn versleten sjaal rond de hals, kijkt links en rechts om zich te overtuigen dat er geen onraad Ls en gaat dan recht op het doel af. Het weinig welriekende vocht heeft de weg naar de put reeds in een glibberige brij herschapen. Hela, manneken, waar schuwt hij zichzelf, hier valt op te pas sen. Voorzichtig zet hij nog een paar stappen vooruit, buigt zich al over de put, maar glijdt uit en sukkelt in de stinkende kuip. Van in de woonkamer hoort Peba het alarmerende gehuil van zijn broer en vraagt zich af Wal mag die snul nu weer uitgestoken hebben? Toch kijkt hij door het raam en ziet de handen van Wannes boven de put uitsteken. Alsof er niks aan de hand is, gaat hij langzaam naar moeder toe en zegt: Zeg meken. Na es aan besten broeèdeter in den beirput gevallen! Gelukkig voor Wannes hebben ook de J.C. Cooreman buren de hulpkreten gehoord. Ze vliegen naar de put toe en verlossen Wannes uit zijn netelige toestand. - Ik hemme a toch gezeid, da ge moest binnen blijven. Of moeste gij goun hel- pe, misschien. Gelijk as altijd? Wast gij a klieèkes na mou zelf, menneken. Da zal a lieèren! - En toch bedoelt Peba dat allemaal niet zo kwaad. °i'Aan iedereen weet hij te vertellen dat Wannes nooit of nooit geluk heeft gehad en dat het in de sterren geschreven stond dat hij een ongelukkige dood zou sterven. Onvoorstelbaar, maar deze akelige voorspelling valt nog zo uit. Tijdens het volbrengen van een van die zeldzame boodschappen stapt Wannes over het dorpsplein, de handen in de zakken. Ter hoogte van het gemeen tehuis struikelt hij en valt met het voor hoofd op een boordsteen. Schijnbaar een onschuldige val. Thuis krijgt hij evenwel hevige hoofdpijn. De dokter moet wor den bijgeroepen en helaas, na enkele dagen wordt hij aan de liefde van de zijnen onttrokken. Op 2 juli 1903 is hij op vijfendertigjari- ge leeftijd heengegaan. Waegeneir Char les en D'Haese August zijn de getuigen bij de overlijdensakte Stil, alleen bij het doodsbed, klaagt Peba «Ba, brier, gijè hèt godjaal noeète gieè gelik g'had. Zoeè oun a ennen kommen. Ik vroug vergiffe nis vee alles wa da'k a misdoun hem en geef a oeèk vergiffenis. As ge bijtijèd luiè zij geweest, tein was da noeèt nie uièet kwoud. Wijèle wouren zoeè gelikkige bijieèn. Na zelle kenne resten in ieèweg- heièd, vee altijd» Peba is nu terug alleen met moeder. Met nog meer inzet tracht hij de ziekelij ke toestand van moeder draaglijk te maken. Vragend, werkend, bedelend doorkruist hij de gemeente Lebbeke en ook verdere oorden, om toch maar dat gene te bemachtigen wat voor haar v levensbelang is. Maar ook dat zal niet mogen bc Haar krachten nemen zienderogen Het overlijden van Wannes heej aftakeling volledig gemaakt. Tijdens een lichte ongesteldhe moeder schielijk overleden. Een vrouw, toevallig op bezoek, heeft h de laatste ogenblikken kunnen bij Haar laatste woorden waren vooi zoon: «Pee, ge waart zo goed voi Wees gelukkig». Peba was even naar de wink, versnaperingen voor moeder. Zij driet was door niets of niemand t ten. Overstelpt door het leed roept «Da za mij nie mieè veevallen, z mij meken za sterven aze kik nie ben!». De overlijdensaktie luidt: He 1912, de 12de oktober om elf uur middag, voor ons, Armand Di burgemeester, ambtenaar van den gerlijken stand, zijn verschenen: Alois en Moens Marie, beide geb t van de overledene, die ons hebben klaard, dat heden om negen uur in voormiddag ter hare woonst is overle den: De Boeck Marie Josepha, oud 72 jaar, tien maanden en achttien dagen, weduwe van De Deyn Leo, overleden te Lebbeke». Lang, heel lang, heeft Peba getreurd om deze derde en meest pijnlijke gebeur tenis.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1984 | | pagina 17