ateroverlast te Denderbelle
Tweede Hobbytentoonstelling
Vlaamse Klub Wieze
Paaseieren rapen
te Schoonaarde
eba op zijn avenue
De Voorpost - 20.4.1984
n de orde tijdens de raadszitting
regelmatig terugkerende wateroverlast, of gewoonweg de dreiging ervan, vormt
ds jaren een bron van bezorgdheid van de inwoners van Denderbelle. De overstro
men van 6 en 11 februari 11. hebben deze terechte bekommernis aldaar enkel maar
sterkt.
te problematiek kwam ook ter sprake tijdens de jongste gemeenteraadszitting te
>beke. De beide oppositiepartijen, de VU bij monde van raadslid Johan De Mol en de
in de persoon van Willy Van Vossole, gaven hun visie omtrent de problemen.
an De Mol: Overstromings
aar definitief wegwerken
ie meeste gevallen, betoog-
VU-woordvoerder Johan
Mol, zijn de overstromin-
te Lebbeke (Rossevaal-
lat, Baasrodestraat, Brug-
Langestraat, Haag-
en te Denderbelle
>ge Brug, Kruisstraat, Bert-
lat, Dries, Visstraat) te wij-
aan het toenemen van de
rbaniseerde ruimte
irdoor het water afgevoerd
rdt, in plaats van in de bo-
n te dringen het ophogen
natuurlijke overstromings-
lieden, onoordeelkundige
ken aan beken en grach-
verstoppingen enz. Veelal
worden, om deze overstromin
gen te vermijden, grootschali
ge projekten gepland, die ach
teraf meer problemen schep
pen dan ze pogen op te lossen.
In het geval van de Pas- en
Steenbeek werd eerst het
pompstation gebouwd, aldus J.
De Mol. Het hoeft nauwelijks
verwondering te wekken dat
dit pompstation over een dui
delijke overcapaciteit be
schikt. Na de bouw ervan
moesten de andere grootscha
lige werken, kost wat kost,
volgen. Vanuit de milieuvere
nigingen, de aanpalende eige
naars en de niet-georganiseer-
de landbouwers, rezen protes
ten. Wat tot het gelukkig ge-
J - - v.-
beke. Denderbelle broek: aan water geen tekort
volg leidde, dat de politiek
verantwoordelijken inbonden
en een realisatie in vier fasen
voorstelden. Opdracht werd
gegeven een ecologische studie
te maken, die vernietigend uit
het antwoord van gemeen
schapsminister Akkermans op
een door mij gestelde parle
mentaire vraag. De geplande
verbinding tussen Vondel- en
Steenbeek wordt zowel op eco
logisch als op landschappelijk
vlak niet aanvaard. Er worden
twee alternatieven bestudeerd,
maar deze zijn vanuit hun kon-
cept reeds in strijd met de
ecologische studie.
De voorbije overstromingen in
Denderbelle, vervolgde J. De
Mol, staan in direct verband
met de Pas- en Steenbeekpro-
blematiek. In het bijzonder
dan met het pompgemaal Dat
pompgemaal werd immers op
een veel te grote capaciteit
berekend. Wat meebracht dat
dit dure, automatische pom
pgemaal gedegradeerd werd
tot een manueel bediend ge
maal. Door de te grote kapaci-
teit en het automatisch karak
ter ervan, bestond het gevaar
dat Denderbellebroek werd
drooggetrokken.
De overstromingen nu in Den
derbelle op 6, 7 en 8 februari
jl. werden veroorzaakt door
enerzijds het niet werken van
het pompstation en anderzijds
door het niet sluiten van de
deuren en valdeuren op de
waterloop 5251. De oorzaak
van het niet werken van het
Station is nogal duister, aldus
het oppositielid. Volgens som
migen was het pompstation de-
fekt, terwijl anderen die
meer geloofwaardig klinken
beweren dat het gewoon niet
in werking werd gesteld. Het
was immers erg vreemd dat het
pompstation, tien minuten na
dat de mensen hadden aange
drongen het in werking te stel
len, het defekt plots hersteld
leek en het station funktio-
neerde.
Het niet sluiten van de afsluit-
deuren, benadrukte J. De
Mol, vormde echter de voor
naamste oorzaak van het over
stromen van de Hoge Brug en
de Kruisstraat. Dramatisch is
dat het polderbestuur het zelfs
niet nodig achtte om de val
deuren, die bij lagere stand in
Belle-Broek voor de evacuatie
van het water moeten zorgen,
te sluiten en te openen. De
mensen uit de buurt moesten
dit klusje opknappen. De
slechte staat van deze valdeu
ren moet in dit korte bestek
overigens eveneens vermeld
worden. Dezelfde situatie kan
men trouwens vaststellen op
de Pasbeek.
Zowel voor het niet funktione-
ren van het pompstation als
het niet bedienen van de val-
of ontwateringsdeuren is het
polderbestuur verantwoorde
lijk. Terzelfdertijd moet de
vraag gesteld worden die voor
de schadevergoeding zal op
draaien.
Los van deze overstromingen,
vervolgde de VU-woordvoer-
der, moet naar een oplossing
gezocht worden voor de water
overlast in Lebbeke en Den
derbelle. De VU meent dat het
probleem kan opgelost worden
door de Vondelbeek een aflei
ding te geven via rijksweg 60.
maar met behoud van de huidi
ge loop. Wat veel voordelen
biedt. Op deze wijze kan een
definitieve oplossing gegeven
worden aan de wateroverlast
in de Baasrodestraat, Haag
straat, Rosse vaalstraat en
Brugstraat. Wat het probleem
van dc Rosse vaalst raat betreft,
zou hetniet alleen nuttig zijn,
maar ook van hoffelijkheid ge
tuigen dat op de brieven van
de bewoners van deze straat,
een antwoord zou worden
gegeven.
Willy Van Vossole: Beloften
nakomen
Wat de Vondelbeekproblema-
tiek betreft, sloot SP-raadslid
Willy Van Vossole zich volle
dig aan bij de analyse en de
oplossingen, zoals die voorge
steld waren door raadslid De
Mol. Deze analyse en de op
lossing, voegde het SP-raadslid
er aan toe, zijn overigens de
integrale vertolking van het
standpunt van het Studiecomi
té Pas- en Steenbeek. Ook de
Denderbelse bevolking staat
o.i. achter deze oplossing.
Komt het studiewerk toe aan
de h. Steenhaudt en Co (Comi
té Pas- en Steenbeek), dan is
het de verdienste van collega
De Mol de problematiek op
het politieke niveau te hebben
getild.
Wat de recente overstroming
in Belle betreft, vervolgde de
SP-woordvoerder, stemt het
relaas van collega De Mol vrij
goed overeen met de feiten.
Op de kritieke ogenblikken
donderdag 9 februari heb ik
zelf de burgemeester ontbo
den. De door mij gekontak-
teerde gemeentelijke overheid
heeft, tijdens het bezoek ter
plaatse, overigens formele be
loften gedaan i.v.m. het zoe
ken van een oplossing voor het
niet werken van de keerdeuren
op de dijk, het onmiddellijk
kontakteren van de dijkgraaf
om meteen maatregelen te ne
men, het organiseren van vei
ligheidsmaatregelen en het ne
men van alle nodige stappen
bij het polderbestuur om der
gelijke gebeurtenissen in de
toekomst zoveel mogelijk te
vermijden.
Wat de verantwoordelijkheid
van het Polderbestuur betreft,
sloot interpellant zich aan bij
het standpunt van collega De
Mol; evenzo wat het probleem
van de schadevergoeding
betreft.
Tot slot herhaalde Willy Van
Vossole de vragen gesteld aan
de gemeentelijke overheid op
de dag van de overstroming.
NI. het herstellen, of beter het
vervangen van de sluis door een
systeem van schotbalken (de
brandweer is het daarmee eens
en signaleerde dit reeds twee
jaar geleden in haar rapport
aan het gemeentebestuur); het
ophogen van de djjk aan de
Hoge Brug (sinds de riolerings-
en wegeniswerken aan de Ho
ge Brug is een deel van deze
dijk immers zo'n halve meter
gezakt) het verharden van de
rijbaan gelegen achter de aan
gelanden van de Hoge Brug
(kennelijk is dit inmiddels ge
beurd); enkele kleinere pro
blemen zoals het herstellen
van de busschuilplaats aan het
kruispunt Hoge Brug - Kruis
straat (goeddeels vernield in
gevolge stormweer en
stroming) en het hersteller,
de ingevolgde de waterove
beschadigde asfaltlaag op
Hoge Brug (om erger te vc
komen).
Pierre Van Rossen
De Vlaamse Klub Wieze orga
niseert op zaterdag 28 en zon
dag 29 april in het Ontmoe
tingscentrum (vroegere ge
meenteschool) aan de School
straat te Wieze, zijn 2e hobby
tentoonstelling.
Aan deze expo kan deelgeno
men worden door allen die de
kunst beoefenen zoals schilde
ren, beeldhouwen, schrijven,
tekenen, verder door verzame
laars van postzegels, biervil
tjes, oude voorwerpen.., ook
door gelukkige bezitters van
unieke dokumenten zoals oude
affiches, politieke pamfletten,
boeken.... Komen zeker in
aanmerking de knutselaars,
handige vrouwen met haak en
borduurwerk enz.Kortom,
iedereen, die iets aan de ge
meenschap te tonen heeft is
van harte welkom.
Daar de tentoonstellingsruim
te beperkt is, gelieve men zo
vlug mogelijk in te schrijven
voor deelname. Dit kan op
volgende adressen van be
stuursleden:
Frans en Lutgart Van Damme.
Nieuwstraat 42, tel. 053/
21.60.83.
Jan Troch, Wolvenstraat 16,
tel. 77.60.83
Leona Moens, Aalstersestraat,
114
Mark Colman, Wolvenstraat
25, tel. 70.19.63
Monique Van den Broeck,
Hoeksken 4, tel. 77.91.98
Gustaaf Moens, Gehuchtveld-
straat 15, tel. 70.21.58
Paul Schollaert, Kerkhofstraat
tel. 78.90.86
Paul Moens, Hof ter Geert-
straat 1.
Prof. Jozef Van Haver Oud-
Wiezénaar zal het woord voe
ren op de vernissage, en ook
beeldhouwer Backaert, de
bouwer van het nieuwe St. Sal-
vatorkapelletje, zal zijn
«steentjes» tot de tentoonstel
ling bijdragen.
Openingsuren: zaterdag 28 ap
ril: van 18 tot 22 u.; zondag 29
april: van 10 tot 12.30 u. en
van 14 tot 20 u
J.V.L.
Op Paasmaandag 23 april wor
den vanaf 14 uur de kinderen
te Schoonaarde verwacht, voor
een biezonder prettige namid
dag die in het teken staat van
«'n Dag voor Jan en Alleman».
Om 14 uur wordt de start
gegeven van het paaseieren ra
pen en dat is een bezigheid
waaraan kinderen tot 9 jaar
mogen deelnemen. Dan volgt
er een grote familiezoektocht
voor groot en klein.
Wat het paaseieren rapen
betreft, wordt ieder kind ver
wacht dat een op voorhand
bezorgde tekening niet alleen
mooi weet te kleuren, maar ze
ook nog binnenbrengt (met het
nodige inschrijvingsgeld) bij
één van de winkeliers van
Schoonaarde. Al die kinderen
tot de leeftijd van 9 jaar wor
den dan op maandag 23 april
verwacht om 14 uur op den
Opstal. Niet alleen de kinde
ren van Schoonaarde kunnen
aan deze wedstrijd deelnemen.
ook alle andere kinderen zijn
van harte welkom. Trouwens,
wie te laat is geïnformeerd kan
nog steeds op Paasmaandag
zelf inschrijven. Hij betaalt
dan 50 frank en meldt zich aan
in de wasserij De Smet tussen
14 en 14u30 en kan met het
zoeken beginnen.
Om 15 uur wordt de start
gegeven van een paasfamilie-
zoektocht met allerlei grappige
opdrachten. Dat zijn in hoofd
zaak volksspelen. Het inschrij
vingsgeld bedraagt 50 frank en
de prijzen zijn natuurlijk in
hoofdzaak paaseieren. De tien
beste families die alle opdrach
ten lukken winnen een extra
pakket aan paas- of echte eie
ren. Een familie moet tenmin
ste uit twee personen bestaan.
Voor de kleinste kinderen die
niet meekunnen of willen op
de tocht die om en bij de twee
kilometer lang is, wordt ge-
zorgd voor kinderonthaal. Zij
kunnen ter plaatse spelletjes
doen of knutselen.
Volgens geruchten die de ronde doen
die steeds veelvuldiger doorkomen,
oei Wannes het er niet schitterend van-
brengen. Reeds lang is hij gekend door
in lotgenoten, maar nog beter door zijn
'enge instrukteurs. Tijdens de oefenin-
ln hoort men uitsluitend «De Deyn»
(treeuwen en zijn bijnaam «Boer»
>rdt nog ruwer en krachtiger uitgeroe-
n. Wannes kan immers het ritme niet
Igen, begrijpt niet hoe hij van stap
oei veranderen en voert de opgelegde
feningen meestal in de verkeerde rich-
g uit.
Dat hij daarbij aan de lopende band
>rdt uitgescholden, kan Wannes geen
•rtje schelen. Het enige wat hem dwars
zijn die smerige korvees en daar
ijgt hij nu meer dan zijn deel van. Ook
t kachotwordt hem niet gespaard,
iar dat vindt hij minder erg. Daar laten
hem bij tussenpozen rustig betijen.
Meermaals heeft Peba aan moeder
loofd dat hij Wannes eens zou gaan
zoeken. Nu heeft hij de geschikte gele-
iheid. Geen gazetteverkoop vandaag
de voorraad kan er nog wel tegen.
Hij trekt zijn zware, goed gebaande
ïoenen aan, rolt wat rooktabak in een
ik gazet en stapt de deur uit naar de
zerne waar zijn broer het schachtenle-
n lijdt.
Na benne kik toch niesgiereg zi, vee
ze Woinnis in zijn saldoutepak te zien.
u es na. al twieè jour da wijèlen dei
staar nog nie gezien hemmen, mou dei
innen hemme wel veel weirk za'k
'zen en wijèle zelle moete wachten tot
hem vergoe nour huiis komt.
~o is Pee tegen zichzelf aan het pra-
wanneer hij een persoon ziet aanko-
gekleed in een voor hem totaal
bekend uniform.
Da za wel ne militaire sadout kenne
i, murmelt hij en.
Zeg makker, hedde giji somwijèlen
ze Wannes nie gezien?
Wel, mijne vriend. Wie is dat uwen
Hawel, Wannis De Deyinen, van 't
ikeveld va Lebbeek, hij es sadout in
tiremonne.
Nog een half uur marcheren, beste
iend, altijd recht door. En vraag het
n nog eens.
En Peba huppelt verder.
Na veel last en vraagwerk komt hij
idelijk voor de kazerne aan. Met strak
ogen en wijd opengetrokken mond
kijkt hij het groot afgesloten gebouw,
ij zoekt naar een bel, maar vindt er
en, klopt op de poort maar er roert
n de andere zijde,
te een cinema es mij dat hie, ik za
loeèven da dei hie allemou in sloup
gen. Es da na azoeè da ze da vouder-
nd bewouken? Hawel, merqi, zelle. Da
mne kik na is oun onze Wannis vrou-
zè.
Zo is Peba aan het jammeren, wan-
er plots de zware poort wordt omgren
sd en een dik gesnorde wachtmeester
n streng aanvallend uiterlijk vertoont.
Hawel. Wat komt gij hier doen?
Nog nooit is Peba zo geschrokken. Hij
emt zijn klak af en...
Menieèr den officier, ik za geiren onze
annis ne kieè zien.
Uwen Wannes. Wat is dal voor
mand?
Ba, dat es Wannis Den Deynen van 't
*keveld va Lebbeek en hij es toch
lout, zeker!
Van welke compagnie is hij?
'k za geloeiven, van achter in de
'tien volges da ze mij wijis gemokt
mmen.
De wachtmeester lacht heimelijk een
streep op zijn kaken en gaat op zijn
bureel het boek van de verdienstelijke
mannen raadplegen.
- Mijne vriend, ge kunt uw broer nu niet
spreken, hij heeft «kachot» voor vier
dagen en voor het ogenblik is hij aan een
heel proper werkje bezig
Daar staat Peba nu. Moedeloos kijkt
hij voor zich uit, maar wat kan hij
aanvangen?
Veel tijd om na te denken heeft hij
echter niet, want vroeger dan hij had
verwacht, wordt de poort met veel gekras
nipt achter zijn hielen dichtgedraaid.
Eerst heeft hij deernis met zijn broer,
maar dan troost hij zich met de gedachte
dat Wannes op die plaats goed zal kun
nen uitrusten, wat altijd zijn uitverkoren
bezigheid is geweest.
Aan moeder vertelt hij dat Wannes
graag is gezien van zijne chef en niets
anders te doen heeft dan het kachotte
surveilleren.
Aan Peba heeft moeder herhaaldelijk
de notabelen en andere webtellende
mensen leren kennen. Geen gelegenheid
Het ze voorbijgaan om deze personen
van nabij aan te wijzen en hun standing
duidelijk te stellen. Hieruit heeft Peba
kunnen onthouden dat de mogelijkheid
aanwezig was om langs die zijde een en
ander vrij te krijgen. Dal zou nu goed
van pas kunnen komen voor de verzor
ging van moeder.
Mevrouw van burgemeester Dubois is
Peba helder bijgebleven. Voor niemand
was het een geheim dat die dame, iedere
morgen, rond acht uur vanuit de kerk
naar hel kasteel terugkeerde.
Zaterdagmorgen, acht uur. Peba stelt
zich op halverwege de Leo Duboisstraat.
Vanop afstand ziet hij de rijzige dame
aankomen, haar 'legendarische wandel
stok in de rechterhand.
Peba heeft reeds zijn klak over het
rechterbeen gewreven en zijn wezen in
begrafenisstemming gebracht. Dichter
bijkomend?, buigt hij nog eens heel diep
voor de mogelijke weldoenster.
- Wel, wel.' Dag Petrus. Hoe is het met
moeder?, vraagt ze.
- Ba, da'k za zeggen, madame. Niet te
best. Den doktoor, deine zeit altijd mou
da ze heel moe versteirken.
- Zo, zo. En wat moet ze daarvoor zoal
eten?
- Ik wete kik da nie zoe just, madame.
Mou hij sprekt altijd va spek, eieren,
melk en havermout.
- Dat kan ik best begrijpen. Hier zie,
Petrus. Hier is wat om dat aan te kopen
en verzorg moeder maar goed. Mocht ze
nog wat nodig hebben, bel maar eens
aan.
Peba weent uit diepe dankbaarheid,
groet nog eens welgemeend mevrouw
Dubois en huppelt, zo vlug als hij dat
kan, naar huis toe.
Op den avenue struikelt hij en valt
languit over de kasseien.
- Sakker nom de nom, roept hij. 't Is
wéjal nekiei over dezelfden. Zoeè za'k
nog vallen oeik.
Hij telt nog vlug de gekregen centen en
vliegt gejaagd zijn huisje binnen.
- 't Es just geweest, zelle meken. Mada
me van den berremieèster, dat es nogal is
en goei ziel, hé. Zie ne kieè! We kennen
er tegen vee en pour weken.
Het mislukte bezoek aan Wannes lag
Peba nog zwaar op de maag Hij zou het
daarbij ook niet laten. Twee maanden
later, op een zondag, vindt hij Wannes
exempt de service». Deze keer heeft hij
werkelijk geluk, want nog maar pas heeft
Wannes een zware periode achter de rug.
Bij het zien van zijn broer in echte
soldatenkledij, is Peba zo opgetogen dat
hij al de kameraden uitnodigt voor een
drinkje. In die vreugderoes en zonder
aan zijn geldbeugel te denken, roept hij,
wanneer ze het café binnenstappen...
- Bazin. En pint bier vee hieèl thuiès-
hagen!
De genodigden drinken op de gezond
heid van de gever en er wordt gebabbeld,
gelachen en geschertst, zoals bij het sol
datenleven past.
- Bazin, roept Peba plotseling. Hie ès
vijèf ceng vee mijè en vee onze Wannis.
D'ander sadouten zeilen hele pint zelf
wel betoulen, za'k peizen.
De andere verbruikers kijken maar sip
en geven luidruchtig lucht aan hun onge
noegen. De waardin proest het uit van
hei lachen.
- Deze keer hebt ge u allemaal goed in
de valies laten steken, mannen. Hoe is
dat mogelijk voor zo'n goed afgerichte
soldaten, die ge toch zijt!
- Ja, we begrijpen het. Maar het is te
laat. We kenden nochtans goed het num
mer van dien broer, maar ne soldaat laat
zich gemakkelijk verleiden met een pint
je, hé. Wij veronderstellen dat de bazin
haar gemoed zal laten spreken en de
rekening zal afschrijven.
- Deze keer zal dat moeilijk gaan, man-
nekes. Op het einde van uwen termijn
zien we wel. Als ge wel leert en een goed
einddiploma kunt voorleggen.
Intussen wandelen de gebroeders al
door de straten van Dendermonde en
praten over den avenue, over de bure,
maar vooral over moeder en haar zieke
lijke toestand.
- Ja, Wannis over moeder is nie veel
goed te vertellen, zelle. Ze gou zij ferm
achteruit. Ik doen pertang mijn best,
mou 't helpt nie. 't Es nie zoeè gemakke
lijk, wette gij da!
- Da weet ik ook. Pee. Maar voor mij
moet ge wal wachten tot ik van die
smerigen troep verlost ben.
Ze trekken verder langs de beziens
waardigheden van de stad, het stadhuis
met de Grote Markt, de O. L. Vrouw-
kerk, de Paterskerk en keren langs de
Vismijn en het Vestjen naar Wannes'
groot gebouw terug.
- Hawel, Wannis. Hou gout da na bij
den troep? Zijde gij dou geiren bijè?
Toch niet te veel werk, zeker?
- Och jongen. Dat zou niets voor u zijn.
Dat is van 's morgens tot 's avonds: au lil
of d l'ordre, salueren tot er uwen arm
moe van wordt. En dan die smerige
korvees, hé. Daar komt geen eind aan.
Weet ge wat ze nog durven doen, Pee?
Mij de zwaarste en de walgelijkste zaken
laten opknappen, gelijk as de stront uit
de gemakken spoelen. Echte beesten zijn
dat, Pee. Maar tegenwoordig ben ik veel
ziek, weet gij dat?
- Dat es van te veel te fretten, zeker
Wannes?
- Maar Pee. Geloof nu maar niet dat het
hier allemaal koek en ei is, hé. Altijd
hetzelfde: bonensoep en bouletten. Ik
heb al veel horen vertellen wat ze daar
indraaien. Niet proper, man. Water, ja.
A volonté.
- Zè, Wannis. Na hoeère kik da gijè al
zoe goe Frans sprekt.
- Ja, daar heb ik al veel in bijgeleerd van
dei seigneurs hie.
Ge moet gij hier Frans spreken, Pee.
Of ze zien u niet staan. Maar met die
mademoisellekesmanieren moeten ze bij
mij nie afkomen. Voor mij. Pee, mag dat
sport hier zo gauw mogelijk ontploffen.
- Oei, Oei, Wannis. As gijè tein mou nie
mee ontploft.
Allei, na kenne gijè a bouletten goun
opfretten, 't Za vee ons meken en vee
mijè zoe veel nie zijn. Salut en tot de
volgende keer
Met veel tegenzin stapt Wannes de
kazerne binnen Hier moet hij nog een
aardig woordje in ontvangst nemen in
verband met die verkeerde tractatie. Dat
laat hem echter totaal onverschillig. De
schuld ligt alleen bij zijn broer en daar
mee is alles gezegd.
Aan moeder vertelt Pee in geuren en
kleuren zijn belevenissen tijdens dat
bezoek:
- Dour hemme kik wa gezien, zé. Ge
wei ren, bajonetten, fijèn offecierkes, ple
zante sadouten en e kachot wou da dei
mannen op hele gemak kennen sloupen.
Ik hem nogal verschoten wannièr da'k
dei schoeèn manierkes van onze Wannis
zag, as er ne chef passeerde.
- Zè, meken. Na moest onze Wannis ne
kieè hoeère Frans spreken. Hij zal hij
rap zij Vloms vergeten zijn, as da zoè
vots gout.
- Zo erg zal dat nu toch ook niet zijn
zeker, Pee?
- Niet erg meken? Wette gij wel da'k
hem mou alf ne mieè verstond as deine
zoe oun 't proute was?
Moeder dringt niet verder aan. Toch
geniet ze uitzonderlijk van het mooie
verhaal dat Pee op zo een aardige manier
had verteld.
Maanden zijn verlopen en Wannes
heeft nog altijd niets van zich laten
horen.
- Ik zou zo gaarne onze Wannes in
soldatenpak zien. Dat afzwaaien, dal
kan toch zolang niet meer uitblijven,
zeker, Pee?
- Da geloeève kik oeèk nie. Mou ge
moogt dou wel zeker va zijn, da Wannis
gieènen dag te lang bij dei zieèvereirs zal
blijven.
In plaats dat hun wensen vlug in
vervulling zouden gaan, krijgen ze een
speciaal bericht van de legeroverheid,
waarbij 'wordt meegedeeld dat Wannes,
om disciplinaire redenen, nog enkele tijd
na zijn normale dienstplicht bij de mili
tairen mag blijven.
Geen van beiden begrijpen dat Latijn
en vragen uitleg bij hun naaste gebuur
Frans.
- Dat is heel simpel, weet deze te vertel
len. Ze willen Wannes daar nog een tijdje
houden, kwestie van wal bij te leren, hé.
Peba is daarom bijzonder opgetogen.
Aan iedereen wil hij verduidelijken dat
de grote chef van de kazerne aan Wannes
had gevraagd om nog een maand bij hem
te blijven en dat hij daarmee beloond
werd voor zijn goede dienst en zijn
stichtend voorbeeld.
- Ik hem altijd gezeid, hé meken, dat
onze Wannis dou zoeè geiren gezien
werd.
Een maand later is het zover. Wannes
is uit zijn militair pensioen ontslagen en
is in de huiselijke kring teruggekeerd.
Dat gebeurt op de dag dat moeder voor
het eerst haar plaats in de woonkamer
heeft ingenomen. Dat moet worden ge
vierd. Maar hoe, en waarmee?
Peba heeft het vlug gevonden: Wijè
len zeilen patattepap mouken. Dat es
profijèteg, gemakkelijk en doubijè rap
kleir gemokt.
- Zè, brier, dat zal a en betteken beter
smouken as dei boeènesoep en dei bou
letten van den troep!
Wannes zegt niets, maar in zijn bin
nenste twijfelt hij aan de verklaringen
van zijn broer. Nu dringt bij hem de
naakte waarheid door, als hij dat zoge
naamd slecht eten van den troep verge
lijkt met deze speciale patattepap.
Moeders wezen straalt van vreugde als
ze haar twee kadékes nog eens samen
aan tafel ziet zitten. Ze heeft er nooit in
geloofd dat ze dat geluk nog eens zou
mogen beleven.
Er moet iets gebeurd zijn bij Vosse
Mie. Nieuwsgierigen verdringen zich
voor de woning en voeren blijkbaar een
zeer geanimeerde bespreking Zou Mie
misschien? Wat denkt men al bij zo een
vertoning?
Zaterdagmorgen. Voor de eerste maal
in zijn leven heeft Peba beroep gedaan
op een paar vrienden uit de buurt om
voor hem een vuile karwei op te knap
pen. De beerput moet geruimd worden
en dat is zeker geen «job» voor Peba en
nog minder voor Wannis.
Zonder aarzelen hebben de aange
sproken mannen zich bereid verklaard
om dit weinig aantrekkelijk baantje uit te
voeren. Zopas zijn de gedienstige arbei
ders vertrokken met een paar kuipen
beer om de lading ervan uit te storten op
een naburige akker.
Vanuit zijn schuilplaats in de woonka
mer heeft Wannes geniepig al de verrich
tingen van de werkers aandachtig ge
volgd. Nu of nooit, murmelt hij, heb ik
de gelegenheid om eens van nabij te zien
hoe dat er dat allemaal uitziet. Hij steekt
zijn klompen aan, legt een boord onder
aan zijn broek, rolt zijn versleten sjaal
rond de hals, kijkt links en rechts om
zich te overtuigen dat er geen onraad Ls
en gaat dan recht op het doel af. Het
weinig welriekende vocht heeft de weg
naar de put reeds in een glibberige brij
herschapen. Hela, manneken, waar
schuwt hij zichzelf, hier valt op te pas
sen. Voorzichtig zet hij nog een paar
stappen vooruit, buigt zich al over de
put, maar glijdt uit en sukkelt in de
stinkende kuip.
Van in de woonkamer hoort Peba het
alarmerende gehuil van zijn broer en
vraagt zich af Wal mag die snul nu weer
uitgestoken hebben? Toch kijkt hij door
het raam en ziet de handen van Wannes
boven de put uitsteken.
Alsof er niks aan de hand is, gaat hij
langzaam naar moeder toe en zegt: Zeg
meken. Na es aan besten broeèdeter in
den beirput gevallen!
Gelukkig voor Wannes hebben ook de
J.C. Cooreman
buren de hulpkreten gehoord. Ze vliegen
naar de put toe en verlossen Wannes uit
zijn netelige toestand.
- Ik hemme a toch gezeid, da ge moest
binnen blijven. Of moeste gij goun hel-
pe, misschien. Gelijk as altijd? Wast gij a
klieèkes na mou zelf, menneken. Da zal
a lieèren!
- En toch bedoelt Peba dat allemaal niet
zo kwaad. °i'Aan iedereen weet hij te
vertellen dat Wannes nooit of nooit geluk
heeft gehad en dat het in de sterren
geschreven stond dat hij een ongelukkige
dood zou sterven. Onvoorstelbaar, maar
deze akelige voorspelling valt nog zo uit.
Tijdens het volbrengen van een van die
zeldzame boodschappen stapt Wannes
over het dorpsplein, de handen in de
zakken. Ter hoogte van het gemeen
tehuis struikelt hij en valt met het voor
hoofd op een boordsteen. Schijnbaar een
onschuldige val. Thuis krijgt hij evenwel
hevige hoofdpijn. De dokter moet wor
den bijgeroepen en helaas, na enkele
dagen wordt hij aan de liefde van de
zijnen onttrokken.
Op 2 juli 1903 is hij op vijfendertigjari-
ge leeftijd heengegaan. Waegeneir Char
les en D'Haese August zijn de getuigen
bij de overlijdensakte Stil, alleen bij het
doodsbed, klaagt Peba «Ba, brier, gijè
hèt godjaal noeète gieè gelik g'had. Zoeè
oun a ennen kommen. Ik vroug vergiffe
nis vee alles wa da'k a misdoun hem en
geef a oeèk vergiffenis. As ge bijtijèd luiè
zij geweest, tein was da noeèt nie uièet
kwoud. Wijèle wouren zoeè gelikkige
bijieèn. Na zelle kenne resten in ieèweg-
heièd, vee altijd»
Peba is nu terug alleen met moeder.
Met nog meer inzet tracht hij de ziekelij
ke toestand van moeder draaglijk te
maken. Vragend, werkend, bedelend
doorkruist hij de gemeente Lebbeke en
ook verdere oorden, om toch maar dat
gene te bemachtigen wat voor haar v
levensbelang is.
Maar ook dat zal niet mogen bc
Haar krachten nemen zienderogen
Het overlijden van Wannes heej
aftakeling volledig gemaakt.
Tijdens een lichte ongesteldhe
moeder schielijk overleden. Een
vrouw, toevallig op bezoek, heeft h
de laatste ogenblikken kunnen bij
Haar laatste woorden waren vooi
zoon: «Pee, ge waart zo goed voi
Wees gelukkig».
Peba was even naar de wink,
versnaperingen voor moeder. Zij
driet was door niets of niemand t
ten. Overstelpt door het leed roept
«Da za mij nie mieè veevallen, z
mij meken za sterven aze kik nie
ben!».
De overlijdensaktie luidt: He
1912, de 12de oktober om elf uur
middag, voor ons, Armand Di
burgemeester, ambtenaar van den
gerlijken stand, zijn verschenen:
Alois en Moens Marie, beide geb t
van de overledene, die ons hebben
klaard, dat heden om negen uur in
voormiddag ter hare woonst is overle
den: De Boeck Marie Josepha, oud 72
jaar, tien maanden en achttien dagen,
weduwe van De Deyn Leo, overleden te
Lebbeke».
Lang, heel lang, heeft Peba getreurd
om deze derde en meest pijnlijke gebeur
tenis.