St. Martinusgilde Denderbelle restaureert St.- Maartenskapel
eba op zijn avenue
De nieuwe voorzitter
van de «Zee-Aquarianen»
De Voorpost - 1.6.1984 -
indeel
J.C. Cooreman
Hei godsdienstig leven is tot Peba
riooit goed doorgedrongen. In de kerk'
tornt hij zelden, tenzij hij meent een of
•ónder profijt daaruit te trekken. Zijn
Imentale gesteldheid heeft hem ook nooit
{toegelaten bewondering op te brengen
■voor de kunstig gebeeldhouwde predik
stoel en biechtstoelen, noch voor het
indrukwekkende hoogaltaar en de
Iprachtig gebrandschilderde kerkramen.
I Toch noopt zijn behoeftige toestand er
mhem soms toe de belevenissen in en rond
ldf kerkgemeenschap te benaderen, de
•estelijke overheid aan te spreken of
lordeel te halen uit kristelijke manifes-
Zo wordt hij reeds lang aangetrok-
door de jaarlijkse beewegdagen, die
de parochie plaatsvinden. Op die
ziet hij de gelovigen biddend de
verlaten om de kruisweg langs de
af te leggen. Aandachtig volgt hij de
in hun handelingen en hij
ook vastgesteld dat ze halt houden
het kruis, achteraan de kerk. Met
■erbaZ'-ü- Z!?t hij, hoe de gelovigen
geld°werpen VOO' de voeten van
sukkelaar die daar heeji jjiSidSge-
Nu weet Peba genoeg en hij gaat alles
goed overwegen. De klinkende een-
laten hem niet meer los, alleen het
belang interesseert hem nog.
Ik za kik dat oeèk wel is wille probe-
•n, murmelt hij binnensmonds.
De eerstvolgende paaskermis is het
tover. Honderden families komen dan
jaarlijkse beeweg afleggen rond de
chiekerk om de genade af te smeken
hun wichtjes tegen stuipen,
inkhoest en andere kinderziekten.
Op het dorpsplein, het hoofd diep
issen de schouders gestoken, sluipt ie
tand tussen de spelende en genietende
inde ren. Hij voelt zich niet aangetrok-
en door de draaiende paardenmolens,
iriiveoch door he' 8eknetter op het
,erel W*tkraam of het schaterlachen van
kolk 'estvierc^ers< d'e het spiegelpaleis verla-
5 Sil^et 8eloel en het geschreeuw van de
'rkusclown kan hem niet interesseren,
lij verlangt evenmin te genieten van de
elriekende geur van wafels, oliebollen
f ander gebak. Hij heeft alleen nog oor
oog voor die plaats achter de kerk, het
uis aan de bedevaartrqnde.
Weinig sekonden later f neemt een rij-
ige, licht roodharige man, plaats onder
et kruis, de benen gekruist onder zijn
oorovergebukte lichaam. Zijn uitgeve-
elde vest en broek getuigen op afdoende
ijze van zijn weinig benijdenswaardige
esteldheid.
I^l Voor hem op de groritl ligt een versie-
n klak, de door pruimtabak bruinge-
fjfjeurde voering aan de bovenkant. Zijn
at vf/illy De Meester vervaardigde bas-reliëf
gehalveerde paternoster houdt hij devoot
tussen zijn vingers verstrengeld. Zijn op
en neer bibberende lippen laten veron
derstellen dat hij al de genaden uit de
hemel wil afsmeken over de godsvruchti
ge zielen dewelke voor hem defileren.
- Kijk, fluisteren de bedevaarders, de
ellebogen tegen mekaar stotend. Dat is
Peba.
Zijn ongestoord kalme houding en de
smekende blik op zijn bleek gelaat, wer
ken zo sterk op de gevoelige harten van
de aandachtige voorbijganger, dat nie
mand durft nalaten hem met een gift -
hoe klein dan ook - te bedenken.
- God za't a loeènen, zo spreekt hij
iedere vrijgevige aan, nadat het gewaar
deerde geldstuk de voering van zijn klak
heeft aangeraakt. Goede bekenden, de
welke Peba voor deze gelegenheid iets
uitzonderlijks willen schenken, krijgen,
naar verhouding, een extraatje: een korte
hoofdbuiging of een zachte glimlach, die
langzaam weer van zijn wezen ver
dwijnt.
Op een vrij eentonige wijze gaat de
premieregen van klinkende muntstukken
VZ:d£r; tot de eerste avondlichten worden
aangestokêil SB de smeekbeden zijn uit
gestorven.
Dan scharrelt Peba de verspreide geld
stukken bij elkaar en stopt deze in een
zwart linnen zakje, dat hij laat glijden in
de binnenzak van zijn vest.
Moeizaam trekt hij zich recht, slaat
zijn stramme benen even los en vertrekt
welgemutst huiswaarts, zonder zich te
bekommeren om het lawaaierig en fees
telijk gedoe op het plein. Nu heeft hij
haast om de beurs te presenteren aan de
personen dewelke hem op dat ogenblik
liefdevol bejegenen.
Dat is Peba. Bedelen voor zichzelf,
daar denkt hij niet aan. Met bedelen
grote sommen vergaren, zoals sommigen
van zijn lotgenoten doen, neen, dat zit er
bij Peba niet in. Als hij maar het nodige
krijgt om in leven te blijven, wat ook de
spijzen zijn die hem worden aange
boden.
Peba zal het bij deze eerste bedelplaats
niet laten. Daarvoor was het resultaat te
lonend geweest. De ondervinding die hij
in zijn eigen parochie heeft opgedaan,
wil hij te nutte maken in andere gemeen
ten: Lede, Sint-Lievens-Houtem, maar
vooral Denderbelle trekken hem aan.
Met de Pinksterdagen worden hier de
patroonheiligen Sint-Cornelis en Sint-
Maarten, de kindervriend, geëerd. Op
deze dagen trekken groepen bedevaar
ders naar deze lokaliteit. Te voet, per
fiets, met wagens en met koetsen.
- Da zal dou wel de moeite weid zijn,
oordeelt Peba. Dei mensen zeilen dou
eve gevoeleg zijn vee sukkeleirs en dou-
bijè, kenne kik dou nog dikke boeren die
mij wel een schoeè cengsken zelle willen
tcssiëksn.
Achteraan dê kerk, eveneens onder
een geschilderd kruis, ',i'z"p! hij zijn
netten uit. Met een lijkbiddersgezicnt z
getooid met dezelfde slordige kledij,
trekt hij de aandacht van de gelovigen.
Hier gebruikt hij evenwel een blokken
kroesje als attractief wapen. In dit kroes
je laat hij dan, met willekeurige onder
brekingen, enkele centen klinken.
- Er moesten es mensen zijn da mij nie
zaan zien zitten of da mij nie zaan
erkennen, weet hij hiervoor te verduide
lijken.
En er kwamen veel bedevaarders en
ook vee! boeren die Peba goed kenden,
niet bepaald om Peba te zien, maar die
dan uit medelijden voor de sukkelaar
onder hei kruis, deze met een attentie
wilden bedenken.
Dat het bij Sint-Maarten lonend was
geweest, bleek duidelijk wanneer Peba
de volgende dagen met opgestoken
hoofd gezwind over den avenue huppelt.
Finne Keiè, die nogal nieuwsgierig van
aard is en de kunst verstaat om op een
fijnzinnige manier de werkelijke toestand
van iemand weet te bepalen, klopt op de
ruit, wanner ze Peba voorbij ziet gaan.
Vlug gaat de deur open en...
- Wel, Pee, zo lang dat we u hebben
gezien?
- Ja, Finne. Ik hem in Belle gezeten, hé.
- Ha. Dan hebt ge uw schoentje mogen
zetten bij Sint-Maarten, zeker
- Da des mou vee de kinderen, hé Finne.
Mou ge wet dat toch. Ik hem dou twièè
dougen op den bee gezeten.
- En heeft het wat opgebracht, Pee?
- Ba, ik mag nie klougen. Spijèteg dat da
mou ieène kieè per jour vévalt, hé.
- 't Es toch gemakkelijk meegenomen,
Pee.
- Gemakkelijk, 't Es dou en betteken
moeilijker as in Lebbeek, zelle. Wette
gijè da'k tein al van vier ier de pist in ben
en da diert tou tot 's ouves lout, zonder
da ge ne kieè kent resten. Doubijè, twieè
dougen achterieèn, dat es nie ve te la
chen, zelle. 't Es dou anders en goed en
douvee zalle kik dou geire vedrom goun.
- Ge hebt gij gelijk,, Pee. Kom, drinkt
gauw een verfrissing, het zal u goed
doen.
- Ge zijt mergi, Finne en bonjoers!
De biddagen zijn voor Peba lang een
vaste waarde gebleven. Zijn beste vrien
den wisten hierbij nog ironisch op te
merken dat een beeweg zonder Peba niet
bij machte was om Onze-fjeve-Heer
gunstig te stemmen tegenover de bede
vaarders.
Vele lentes zijn reeds de eeuwigheid
ingegaan en nog minder dan voorheen
kan Peba een normale konversatie voe
ren, en blijft het nadenken voor hem een
echte marteling. Wat hij zegt, komt er
sponiuSïi "it. Hij berekent noch zijn
woorden, noch zijri daden. Krijgt hij al
eens een uitbrander, omaul hij; zonder
het te willen, iemand op de loop hêèft
gebracht of dat hij een leugen heeft
verteld, waarvan hijzelf de betekenis
noch de inhoud begrijpt, dan kan hij
zich daarover geen zorgen maken.
Het is stil in de woonkamer van Rik.
De kinderen zitten rond de vuurrode
stoofpot te dromen en Peba droomt mee.
Clemme heeft het druk met de berei
ding van het avondeten, haar volk kan
immers elk ogenblik binnenvallen.
- Mensen lief. Zo koud als vandaag heb
ik het nog nooit geweten. Het is Rik die
binnenvalt, terwijl hij de deur hard ach
ter zich toeslaat. Van het lawaai is Peba
wakker geschoten. Nog helemaal ver
dwaasd ziet hij Rik naderbij komen en...
- Zeg, vouèr. De Steven hei gezeid da ge
meiren nou d'hooimis bij hem is moet
kommen.
- Wanneer heeft hij dat gezegd?
- Ba, dezen achternoen, gelijk aze kik
om kole reed.
- En waarover gaat het?
- Dat hemme kik hem oeèk gevrougd,
mou hij wilde mij da nie zeggen
Volgende dag gaat Rik zijn schoon
zoon vinden. Hie'r weet men echter van
niets. Niemand heeft Peba gehoord noch
gezien.
- Ik had hef godver nog halvelings ge
dacht, roept Rik. Met die snul weet ge
nooit wat ge er moet van geloven.
Peba wordt natuurlijk op het matje
geroepen, hoewel Rik goed weet dat het
al boter aan de galg zal zijn.
- Ewel, slimmeke. Wat hebt ge me nu
weeral willen wijsmaken?
- Ik docht het wel, de Steven had vee de
zoeveelste kieè wa noeèdeg, zeker?-
- Doe nu zo onnozel niet, Pee. Ge hebt
gij Steven niet gezien. Dat is alles.
- Zeg, vouèr. Za da tein toch megelijk
zijn, da kik gedroeèmd hem?
En Rik zet er maar onmiddellijk een
punt achter.
Zaterdagavond. Het is vollen bak bij
den barbier. Klanten, die geen stoel meer
vinden, leunen maar tegen bank of
muur. Een bevangende tabaksrook
hangt in het scheerlokaal en een aanhou
dend vervelend gekuch stoort de ge
sprekken die er worden gevoerd. En toch
verlaat niemand zijn plaats. Rik is im
mers in supervorm met zijn volledig
gamma aan actualiteiten.
De meeste aanwezigen kennen vol
doende de juiste bedoeling van deze
verrichting en vragen derhalve geen ver
dere uitleg.
Op dat ogenblik komt Peba binnen.
- Oun allemou ne goeièn ouved,
mensen!
- Goeden avond, Pee. Pak ne stoel en
Zft U neer.
Men schuift wat dichter bijeen, het
geen Peba de mogelijkheid biedt om zijn
persoontje draaiend in de vrijgekomen
opening te wringen. Knipoogjes worden
gewisseld en Rik vertelt ongestoord
verder.
- Hewel, en hij veert recht om zijn
uitdrukkingen meer kracht bij te zetten.
Ik doe een wedspel tusssen wie ook, dat
ik een ring van het lopende jaar bij een
oude duif aansteek, zonder dat de ring
vervorming ondergaat en zonder dat ik
enig letsel aan de duif veroorzaak.
Ik heb de proef gedaan bij een van
mijn oude duiven en daar is niets, maar
dan ook niets, bij aan te merken. Smeer
alleen maar wat olie en bruine zeep aan
de poot en alles gaat vanzelf.
Enkele liefhebbers nemen deze verkla
ringen blijkbaar niet ernstig. Ze hebben
die verhaaltjes al meer gehoord.
Iemand, die meer afweet van konijnen
kweken dan van het ringen van duiven,
maar toch wat aanvoert om de spanning
te verhogen, laat zich onnozelweg ont
vallen: Zeg eens. Rik. Ik kan dal moei
lijk geloven dal het allemaal zo gemak
kelijk gaat. Ik zou dat eerst wel eens
willen zien.
Rik heeft die opmerking niet verwacht
en enigszins zenuwachtig roept hij uit:
- Ge moet mij niet geloven, maar vraag
het aan Peba. Zie, hij zit daar. En hij
kan het getuigen.
Peba heeft met een half oor zitten
luisteren naar het betoog, dat zijn baas
ten gehore heeft gebracht, kucht even en
zich tot Rik wendend:
- Ba, zeg bous. Es da den dijènen da ge
de poeèt hèt uiètgetrokken
Een oorverdovend gelach klinkt door
de kamer.
Peba geeft de indruk zich af te vragen
wat dat allemaal te betekenen heeft,
terwijl Rik eventjes de schouders ophaalt
en...
- Zeg, manneke. Het zit daar niet te
goed bijeen in uw bovenkamer, zeker?
- Rik, het is uw beurt, maant de barbier,
hetgeen de vlotte spreker bevrijdt uil zijn
moeilijke toestand en de duivenrubriek
voor de rest van de avond ongemoeid
kan worden gelaten.
Een onverstaanbaar geroezemoes ver
vangt het schertsend geluid van zoeven
terwijl Peba zit na te dromen over ge
kwetste duivenpoten en scheve ringen en
onophoudend aan zijn pijp zuigt, waarin
noch rook noch vuur te bespeuren
vallen.
Die ongelukkige inval van Peba ligt de
baas nog zwaar op de lever, 's Ande
rendaags steekt Peba pas zijn hoofd in de
woonkamer of Rik valt aan.
- Zeg, Pee. Wat voor flauwe kul hebt ge
daar gisteren allemaal uitgekraamd met
die duivenpoten?
- Ja, bous. Na hemme ze dou allemou
nogal is moete mee lachen, hé!
- Ge zoudt beter gezwegen hebben in
plaats var- zo ne flauwe praat te ver
kopen.
- As ge gij mij iet vrougt, tèï moet kik
toch antworen, bous.
- Zeg dan de waarheid, Pee, dan maak
ge u tenminste niet belachelijk. Onthoua
dat nu eens voor altijd.
«De waarheid sprekendaar heef
Peba de ganse weg over nagedacht. Hi
begrijpt nog altijd niet goed het verschi
tussen waarheid en leugen. Hoe meer hi]
erover piekert, hoe moeilijker het voor
hem wordt om er een juiste draad, in te
trekken. Hij zal dan maar verder doen
zoals hij dat altijd heeft gedaan: goea
zijn voor de mensen zonder het te begrij
pen en zonder zijn persoontje op de
voorgrond te brengen.
(wordt vervolgd,
nge
aard ens je in Denderbelle 't Vat passeert en je je, vla 't Klein Gent, dorpwaarts begeeft,
efeeimerk je links, naast de weg, de St.-Maartenskapel. Of liever «'t Sinte-Mettenskapelle-
oor :n».
zuJleeiie en Sint-Maarten. Eigenlijk zyn die beiden onafscheidelijk, ook al ligt St.-Cornelius
de loer. De devotie tot St.-Martinus by wie je op bezoek kan, mochten zich onder
allerjongsten van je familie symptomen van «seskes» (stuipen) manifesteren
staat in deze Lebbeekse deelgemeente reeds eeuwen. Het spreekt dan ook vanzelf dat
ze devotie, zich in de loop ter tyden, op diverse manieren gemanifesteerd heeft. De St.-
irtinuskerk, het beeld van Sint-Maarten die zo genereus zijn mantel staat te splitten,
St.-Martinusgilde, de St.-Maartensstraat en het St.-Maartenskapelletje zyn er de
wij zen
et Sint-Maartenskapelleke ging het de voorbije jaren echter niet voor de wind. De tand
es tyds begon aan het gebouw te knagen en restauratiewerken drongen zich op.
deze werken hadden we
n gesprek met Jef Uytter-
rot, plaatselijke koster en lid
n de St.-Martinusgilde, gilde
di e de restauratie op zich nam.
ov Jk bij beeldhouwer Willy De
n c< eester, die voor het kapelle-
een prachtig geslaagd bas-
liëf vervaardigde, staken we
s licht op. De restauratie- en
rfraaiingswerken aan de ka-
1 worden trouwens op zon-
3 juni a.s. plechtig
ïr h .-Martinusgilde
St.-Martinusgilde, aldus
'cfg f Uyttersprot, waarvan de
1 m' dste geschriften in ons bezit
vr teren van oktober 1771,
lar die waarschijnlijk heel
it ouder is, is wellicht de
e 31 dste vereniging van ons
irp. Haar taak zoals die van
J meeste konfreriecn van pa-
wnheiligen, bestond erin, op
Vl af van boete, deel te nemen
w n de missen voor overleden
m 1 debroeders en aan andere
dsdienstige plechtigheden,
den ia|s processies. Daarbij wer-
n het beeld en de reliekkast
van de patroonheilige verge
zeld door de leden. Brandende
flambouwen en de zilveren gil-
destaf ontbraken evenmin.
Daar door het verdwijnen van
de processie, de bijzonderste
aktivitcit van de gilde ver
dween en men enkel nog één
keer 's jaars samenkwam om
op St.-Maarten de benen on
der tafel te steken, begonnen
velen te twijfelen aan het nut
van het voortbestaan van de
broederschap. En was ze dan
ook een zalige dood aan het
sterven.
Toen echter enkele maanden
geleden de familie Stuckens uit
Merchtem, eigenares van de
gronden waarop de St.-Maar
tenskapel in 1936 werd ge
bouwd ter vervanging van
het «St. Maartenshuizeke»,
dat moest \yijken voor de ver
breding van de verbindingsweg
Aalst - Dendermonde de hui
dige kapel cadeau wilde doen
aan de kerkfabriek van Belle,
opperden enkele mensen de
gedachte ze toe te wijden aan
de h. Antonius. Omdat diens
offerblok heel wat meer zou
ebbeke. Beeldhouwer Willy De Meester uit Denderbelle
'eëerde bas-reliëf (v)
opbrengen dan die van St.-
Martinus.
De gilde schoot ineens wakker
en ging op haar achterste po
ten staan, plannen smedend
om daar een stokje voor te
steken. De St.-Maartenskapel
moest immers onvervreemd
baar van St.-Maarten blijven.
Z.E.H. pastoor Vertenten
kreeg het gedaan van de eige
naars enkele duizenden lost te
weken, daar de kapel dringend
aan restauratie toe was. Echter
verre van voldoende om de
kosten te dekken.
Daarom werd dan ook een
beroep gedaan op de gildele-
den om met eigen mankracht
en vrijwilligers de kapel te her
stellen. Het dak werd ver
nieuwd, de muren afgespoten
en opnieuw gevoegd, de deur
gerepareerd, nieuwe ramen
gestoken, de brandglasramen
vernieuwd, gepleisterd en ge
schilderd. De schilderij van
een onbekend meester werd
gerfstaureerd door Jan Hau-
welaerts. En als klap op de
vuurpijl zal een halfverheven
beeldwerk van de hand van
Willy De Meester St,-Maarten
voorstellend met twee bede
laars, naar het schilderij van
Antoon Van Dijck de voor
gevel van de kapel sieren.
Een oppervlakkige raming laat
echter reeds voorzien dat vele
duizenden zullen nodig zijn om
het totale restauratiewerk tot
een goed einde te brengen.
Wat vervolgt Jef Uyttersprot,
onze verdere plannen betreft.
Op zondag 3 juni zal de plech
tige inwijding van de kapel
plaatshebben met een eucha
ristieviering aan de kapel. Te
dier gelegenheid zal een folder
worden verspreid met de be
knopte geschiedenis van de
gilde.
Vóór 11 november St.-Maar-
tensdag zal een uitgebreide
brochure uitgegeven worden
over volksdevotie en gebrui
ken in verband met St.-Maar
ten, de kerk en de kapel. Deze
brochure zal verlucht worden
met tal van zwartwit- en kleu
renfoto's. O.a. van het ruiter
beeld in de kerk, het schilderij
van Jan van Swaenvelde uit
Dendermonde, daterend van
1630, de zilveren reliekhouder,
het glasraam in de kerk, de
klok, het schilderij van een
ontberend meester uit de ka
pel, een fragment uit de preek
stoel, het bas-reliëf aan de ge
vel van het gemeentehuis,
waarvan 3/4 van de Bellenaars
niet eens het bestaan kennen
en last but not least, het nieu
we kunstwerk van Willy de
Meester.
En Belle zou Belle niet zijn,
mocht men het daarbij laten.
Voor de feestdag van St.-
Maarten wordt gedacht aan
een groots opgezet feest voor
alle kinderen van Denderbelle.
Daarvoor zal een beroep ge
daan worden op alle verenigin
gen die jaarlijks een St,-Maar
tensfeest op touw zetten. Dit
alles gekoördineerd door de
St.-Maartensgilde. Tevens
wordt gedacht aan het ver
spreiden van een verkleinde
kopie van het bas-reliëf van
Willy De Meester.
De vraag van de gilde sprak
me echter aan. Niet alleen om
dat het paard in de kunst me
enorm aantrekt, maar ook om
dat ik iets kon presteren voor
de. "gemeenschap waarvan ik
deel uitmaak. Na enig naden
ken en overwegen, hebben we
toen besloten een eigen ont
werp te maken, weliswaar naar
het schilderij van Antoon Van
Dijck, dat zich in de kerk van
Zaventem bevindt. De Leb
beekse kunstschilder Pieter
Ringoot zorgde voor de teke
ning.
Toevallig ontwikkelden we op
dat moment met de kunstkring
«Als ich Can» een projekt in
het Lentesalon te Wieze, pro
jekt dat erop gericht is de le
den-kunstenaars van de kring
in volle aktiviteit met het grote
publiek te konfronterep. Tij
dens het Lentesalon heb ik dus
dat bas-reliëf St.-Maarten als
Lebbeke. In de nis boven de toegangsdeur van de Sint-
Maartenskapel wordt het bas-relief geïnstalleerd (v)
Bas-reliëf van Willy De
Meester
Aanvankelijk, legt de beeld
houwer Willy De Meester
een Bellenaar die akademie
liep in Dendermonde en lid is
van de Lebbeekse kunstkring
«Als ich Can» uit, werd me
vanuit de St.-Martinusgilde
voorgesteld van het bas-reljëf
dat zich in de gevel van het
gemeentehuls bevindt, een af
gietsel te maken. Dat voorstel
•zinde me echter niet erg, om
dat ik niets voelde voor het
plegen van plagiaat en voor
noemd bas-reliëf bovendien
een vier- vijftal meter hoog
boven een raam zit en we dus
een serieuze steiger hadden
moeten opbouwen.
prachtwerk gekreëerd, dat een
perfekte illustratie vormt van
de mogelijkheden van de bas
reliëftechniek. De kunstenaar
zelf toont zich trouwens en
thousiast over zijn kreatie.
Hoe lang hij eraan gewerkt
heeft, herinnert hij zich precies
niet meer. Het werk is af en
getuigt van een beheerste tech
niek en van kunstzinnigheid.
Of hij in die richting wil door
gaan? Beslist antwoordt de
Bcllenaar. Niet iedereen be
schikt over voldoende ruimte
om een beeld te installeren,
een bas-reliëf daarentegen kan
makkelijk aan de muur opge
hangen worden. En toch hoopt
Willy De Meester binnen af-
ruiter voorstellend, terwijl hij
zijn mantel split voor twee ar
men aangezet.
Hoe ik tewerk gegaan ben? Op
een houten sokkel, voorzien
van een licht armatuur, die op
een stevige ezel geïnstalleerd
werd, bracht ik allereerst een
laag klei aan, waaruit dan het
bas-reliëf gekneed en gevormd
werd. Op die klei werd vervol
gens plaaster gegoten, zodat
een gipsen mal ontstond. In
deze mal werd tenslotte een
mengsel van gemalen witte
Franse steen en cement gego
ten, waaruit dan enige tijd la
ter het verharde bas-reliëf te
voorschijn kwam.
Inderdaad, geeft Willy De
Meester toe, het kreëren van
een bas-reliëf verschilt van het
gewone beeldhouwen en vergt
een speciale techniek. Een arm
bvb. kan je bij een «gewoon»
beeldhouwwerk op zijn ware
lengte weergeven, in een bas
reliëf moet je de lengte ervan
a.h.w. gereduceerd over
een afstand van een paar mili-
meter realiseren. Hoe meer
reliëf je aan je werk geeft, hoe
meer de figuren dus uit het
vlak springen, hoe makkelijker
in feite. Beeldhouwen is drie
dimensionaal. Bij de bas-re-
liëftechnick moet je één van de
drie dimensies verkorten. Net
als bij zovele andere kunstui
tingen is dus ook hier het ge
zegde «In der Beschrenkung
V
..„N>
Lebbeke. Sint-Martinus gevangen in Franse steen door de
vaardige handen van Willy De Meester (v)
zeigt sich den Meister» van
kracht.
Het resultaat valt echt mee.
Willy De Meester heeft een
zienbare tijd zijn droom als
kunstenaar te kunnen realise
ren. Het beeldhouwen nl. van
een paard zijn geliefkoosde
onderwerp op ware grootte.
Aan de kwaliteit van 'zijn hui
dige kreaties te merken. Zal
die droom trouwens geboorte
geven aan een tegelijk voldra
gen en persoonlijk kunstwerk.
Vermelden we nog dat het bas
reliëf dat lm20 hoog en lm64
breed is, morgen zaterdag in
een «nis» van een halve steen
diepte, boven de deur van de
St.-Martinuskapel langs het
Klein Gent zal geïnstalleerd
worden. Pierre Van Rossem
De Aalsterse klub «De Zee-
Aquarianen» kregen in de per
soon van Fernand Van Lan-
genhove een nieuwe voorzitter.
Een man die zijn strepen reeds
lang verdiend heeft en in het
betreffend milieu notoriëteit
geniet. Niet in het minst om
zijn wereldprimeur, het foto
graferen van de vervelling van
de poetsgarnaal.
Van huis uit heeft Fernand een
voorliefde voor fotografie, zijn
opleiding tot technisch teke
naar bracht hem exaktheid en
precisie bij en van natuur uit
heeft hij diepe bewonderinjjSen
aktieve belangstelling voor de
natuur. Inzonderheid dan voor
dieren en meer bepaald voor
vissen.
Een gedroomd personage dus
om zonder gevaar van enige
verveling dagen en nachten,
week na week op de loer te
liggen om de vervelling van de
poetsgarnaal te fotograferen
op valabele wijze.
Iets wat naast geduld en tijd
ook een heel speciale fotogra
feertechniek impliceert waar
bij elke reflektie dient te wor
den geweerd en waarbij dan de
kreativiteit van de nieuwe
voorzitter te pas kwam om de
aangepaste techniek op punt te
stellen.
Fernand Van Goethem is daar
enboven nog lid van de aqua-
riumklub- van Wetteren en be
zit een uitgebreide reeks
prachtige dia's over dergelijke
materies. Hij experimenteert
trouwens steeds verder en pre
senteerde in de Week van de
Vrijetijdsbesteding met Wag
tail zeer valabele werkstukken.
Hij bereidt zich trouwens terug
voor op de volgende editie van
deze «Week».
Aan zijn paradepaard, de ver
velling van de poetsgarnaal,
houdt hij trouwens een merk
waardige diamontage te pre
senteren in overvloeiing. met
begeleidende tekst en gesono-
riseerd over, resultaat van zes
maanden intensief kijken,
wachten tot het uiteindelijk,
na een paar niet-geslaagde po
gingen, een voltreffer werd,
goed voor de titelbladzijde in
de gespecialiseerde pers.
Aalst. Fernand Van Langenhove. a