•c DUIVENSPORT SSfSW mm Herman Rutsaert uit Lede scheert hoge toppen in Aalsterse vluchten Jozef Vercammen uit Hamme houdt stand als Quiévrainkampioen Cyriel Van Driessche uit Zele: de halve-fondspecialist van het voorseizoen! Piet Mariman uit Daknam: super-Quiévrainkolonie 34 - 15.6.1984 - De Voorpost Het vormen van een goede stam vergt jarenlang zoeken en kruisen. Er moet heel wat gespendeerd worden om zich de goede origines aan te schaffen. En als een liefhebber door jarenlange inspanningen de top bereikt, heeft hij daarna af te rekenen met afgunst, omdat hij het merendeel van de prijzenkoek naar zich toetrekt. In dat straatje zit Herman Rutsaert voor het ogenblik. Sedert 1980 is hij de dominante melker op de St.-Denis of Meaux vluchten in het Aalsterse. In de Eendracht te Aalst verzamelt hij de knalprestaties alsof het de eenvoudigste zaak van de wereld was. Het is niet zomaar gegaan. Herman voelde op een bepaald ogenblik dat de kracht uit zijn kolonie verdween. Hij bleef niet bij de pakken zitten en zocht onmiddellijk naar versterking. Hij koos daarvoor het gereputeerde ras van De Norre en zoon uit Deftinge en had mischien het geluk, of was het de goede keuze, van onmiddellijk resultaat te hebben. Meer dan negentig ten honderd van zijn ras heeft Denorre-bloed. Hij vulde die duiven aan met rassen als Haelterman Voorde, Raoul De Jonckheere Aalst en Octaaf De Bruyn Aalst. De resultaten schoten als een pijl de hoogte in en het ging steeds maar beter. De kritikasters voorspelden iedere winter, dat het de volgende kompetitie wel wat anders zou zijn en inderdaad voor Herman was het altijd wat anders, maar het ging steeds beter. In 1983 scheen het een hoogtepunt te zijn in de Eendracht te Aalst. Hij won alle kampioenentitels en asduiven in de drie kategorieën met uiteraard de algemene kampioenstitel bovenop. Hij vestigde daarbij een rekord dat waarschijnlijk niet vlug zal verbeterd worden. Hij korfde 20 zondagen duiven in en 19 keer won hij een eerste prijs. Familiesukses Aan de Steenstraat te Lede is het duivenspel een familiehobby. De kolonie wordt in de watten gelegd en daar zorgt niet alleen Herman voor, maar ook echtgenote Suzanne draagt meer dan haar steentje bij om de vliegers in prima konditie en gezondheid aan de start te brengen, en daar gaat het toch allemaal om. De vliegploeg is ideaal behuisd op zolderhokken boven de slaapvertrekken. De schouw van de verwarming loopt er door en aan alle zijden zijn er ramen, zodat ook het zonnelicht maximaal zijn vitamientjes kan binnen brengen. Met dergelijke akkomo- datie heeft men al een voetje voor op de konkurrenten. De vroege konditie is de ideale aanloop naar sterke seizoenen. Daarmee is echter de kous niet af. De weduwnaars krijgen de meeste aandacht. Ze worden gedresseerd en schieten als kogels door het raam bij hun thuiskomst. Het is een sterk sprintersras, zodat de tegenstanders het in de laatste kilometers moeten afgeven. Het is zo maar niet gekomen. Herman beschikt over de betere basis en beste hokken, maar de hand van de meester doet alleszins ook zijn werk. Kampioen Rutsaert opteert voor het doorsnee voedingssysteem. In het begin lichte kost en naarmate de inkorvingsdag nadert worden de duiven opgevoederd. Het is alleszins geen volle bak. De reakties van de duiven spelen een belangrijke rok Alles, maar dan ook alles wordt in het oog gehouden. De reakties bij het eten, het drinken, wanneer ze op het hok vertoeven, de gedragingen tijdens de oefenvluchten. Her man is van oordeel dat niets onverlet mag worden gelaten. Na het seizoen worden de resultaten van iedere duif grondig nagezien en wordt zeer streng geselekteerd. Het palmares moet heel wat inhoud hebben om in de kern te blijven. Anderzijds heeft Herman geen schrik om enkele late jongen door te houden. Hij heeft daar al goede ervaringen mee. Aan het nummer 121 van de Evangeliestraat te Hamme hebben de jaren geen vat op de kranige zeventiger Jozef Vercammen Hij blijft zich in de duivensport met sukses meten met de jongere generaties. Wat meer is, Jef manifesteert zich als een gewaardeerd en sterk Quiévrain kampioen. Een klein aantal duiven op goed onderhouden maar zeker geen luxetuinhokken. Met tien weduwnaars begon hij het seizoen. Jef heeft drie goede eigenschappen die alle kampioenen kenmerkt: hij is niet vlug tevreden De duiven moeten de pannen van het dak vliegen om het daaropvolgende seizoen nog een plaatsje op het weduwnaarshok te verwerven Bij ons bezoek en dan was het Quiévrainseizoen nog volop bezig, wist hij te vertellen dat er van de tien al vier veroordeeld waren. Onregelmatigheid siert geen kampioenen, is zijn devies. De week nadien klokte hij 8 vroege duiven van de 8 ingekorfde, maar aan zijn standpunt is daarmee niets veranderd. Als jonge duif moeten ze wat bewijzen en als jaarling wordt er wel wat geduld geoefend, maar op het einde van het seizoen komen alleen die in aanmerking die een sterk palmares kunnen voorleggen. Jozef Vercammen kan bogen op een enorme ondervin ding. Hij beoefent het weduwschap reeds sedert 1948 en mag gerekend worden bij de pioniers van die nieuwe taktiek, want zo durven we het wel noemen. Het nestspel met al zijn variaties kreeg in de naoorlogse periode plots konkurrentie. In het begin was dit wel omweven met heel wat geheimdoenerij. Jef was in zijn streek als één van de eerste paraat om er mee te beginnen. Hij heeft in zijn duivenkarrière alle mogelijkheden uitgeprobeerd en toe gepast. Jef speelt nu nog het gewoon weduwschap, met als voornaamste punten rust voor de duiven en de vliegers goed in de hand hebben. Rust geeft hij hen door ze op te sluiten in de woonnbakken. De vliegers worden afzonder lijk gevoerd en ieder heeft zijn drinkbakje en als ze niet trainen zijn de vensters afgeschermd. En dat hij zijn vliegers in de hand heeft konden wij vaststellen. Op het moment van ons bezoek vlogen ze uit en één signaal van de meester volstond om ze als kogels naar binnen te laten duiken. De Hamse Quiévrainkampioen dweept terecht met zijn jaarling die in 1983 elf keer werd ingekorfd en nooit miste. Hij won drie eerste prijzen en zijn verste prijs op de uitslag was de vijftiende. Het is een kombinatie Lutz-Fierens Waasmunster met Alfons Moens, Zele. De laatste elf seizoenen heeft Jef zijn kolonie gebouwd rond de herkomsten Remi De Brouwer Hamme Sint- Anna, Hoens Sombeke, Mare Saeys Lokeren, Germain Aubroeck Hamme, Libor De Wilde Hamme, Lutz-Fierens Waasmunster en Alfons Moens Zele. Jozef weet als geen ander dat de-vliegers kerngezond moeten zitten om te kunnen optomen tegen de konkur- X'lp De duivenseizoenen liggen ook dicht bij elkaar, maar voor de kolonie Mariman verschillen ze'niet veel. Ze zijn even suksesvol en wat meer is, het gaat steeds beter. De resultaten zijn de eksponent van de inspanningen die gedurende enkele jaren werden geleverd. Sukses in zaken, of in sport en ook in het duivenspel lopen gelijk met de investeringen die gedaan worden of de wijze waarop het wordt aangepakt. Bij de Marimans aan de Pontweg te Daknam werd van bij de start niets onverlet gelaten. Het was echt teamwork. Piet de duivenmelker, Fons De Smet de verzorger en broer Omer Mariman (Paloma Hamme) de sponsor. De goede origine stond bovenaan in hun banier bij hun start in 1980. Er werden duiven aangeschaft bij Alois Van Raemdonck uit Belsele-Puivelde, die als piepers bijzonder sterk had den gevlogen. Een tweede impuls was een aantal duiven van Jozef Debbaut uit Baasrode, de melker die in zijn streek domineert. Daarnaast nog duiven van Weduwe en zonen Braem een buur uit Daknam, waar Piet nog wat goede raad meekreeg en de zaak was rond. De kombina- ties waren gevormd en de aanloop naar een suksesvolle duivenkarrière was gemaakt. De verwachtingen werden meer dan ingelost. Van het eerste jaar kampioen en sedertdien ging het crescendo en kwamen de algemene titels naar Daknam gestoromd, waar het steeds een echte happening werd. Zowel Piet als zijn vrouw maken er een dorps- en buurtfeest van. Ten Huize van Piet is een reünie van duivenmelkers geworden, 's Zondagvoormiddags lijkt het of er is nog maar één radiotoestel in Daknam. Elkeen komt bij de Marimans naar de duivenberichten luisteren. De fles jenever is er meestal het slachtoffer van, maar met veel plezier gedaan, werpt mevrouw Mariman er tussen. Piet heeft oog voor de noden van de duivensport. Hij stelde eind vorig seizoen zijn late jongen ter beschikking van de nieuwe melkers die op zijn dorp met de duiven begonnen en geeft er hen ook nog wat goede, in zijn geval wel gouden raad bij. Het aantal liefhebbers is de laatste seizoenen gestegen. Er werden al afspraken gemaakt voor het kampioenenfeest 1984. Het sukses is Piet en zijn verzorger Fons zeker niet naar het hoofd gestegen. Ze blijven met beide voeten op de grond en er wordt steeds aan de toekomst gedacht. De dominante rol die hij speelt in Eerlijk moet niemand vrzen te Lokejen bij Wilfried Peeters, doet hem beseffen, waar hij in zijn omgeving de mogelijkheid heeft om in een groot verbond te spelen. Piet heeft samen met zijn broer Omer van bij het begin beseft, dat het fundament stevig moest zijn. Zij gingen bij de liefhebbers die niet over één of twee sterke vliegers beschikten, maar wiens kolonie er kollektief bovenuitstak. Daar is de kans op goede duiven inderdaad veel groter Het seizoen 1984 werd begonnen met 32 vliegers, maar er vielen er vlug drie af. Er zijn er 29: 15 oude en 14 jaarlingen. Piet Mariman heeft geen afzonderlijke kwekers. De kernploeg moet de twee kombineren en hij heeft nu reeds een zestal kweekkoppels die bijzonder goede duiven geven. Het enige waar Piet in geloofd is de selektie door de mand. De bouw, de kleur, klein groot, smal of dik heeft geen belang, als de prestaties maar goed zijn. De uitslagen als bewijsstuk tellen Piet is een voorstander van medische begeleiding. De duif moet gezond zijn en als die voorwaarde niet vervuld is speelt men niet mee. De jaarlingen worden niet te vlug veroordeeld, die krijgen in het seizoen veel krediet. De balans wordt op het einde opgemaakt en dan wordt er geoordeeld wie mag blijven en \kie niet. Om ook in de toekomst aan de top te blijven meedraaien, werd de basis opnieuw versterkt. Bij de dubbele provincia le kampioen Segers - Janssens uit Beveren werden een tiental jongen gekocht en om de eerst stap naar de halve fond te zetten, schaften de Marimans zich een 15-tal jongen aan bij Alfons Van Driessche Hamme St-Anna aan. waann het ras Lou Wouters de bovenhand heeft. De vluchten worden geprogrammeerd. De ouden duiven brachten twee ronden jonge op. De jaarlingen wonen één keer en ze starten de kompetitie op jongen, zodat ze Duivensport: Piet Mariman en verzorger Fons De Smet op de uitkijk, (gvw) langer als weduwnaar in kompetitie blijven en de oude duiven aflossen als ze wat verzwakken. HET PIET MARIMAN QUIEVRAIN PALMARES 1984: 25.3: Q55 oude: 2e (2), 36 jl.: Ie, 11e, (2), 60 duivinnen: le, 26e (2); 2.4: 101 oude: 9e. 20e, 25e, 47e (4/4): 75 gl. 9e, 20e (2 op 15.4: 300 oude: 2e, 3,e, 5e. 6e, 12e, 20e, 27e, 31e, 34e, 40e, 41e, 48e, 54e, 59e, 62e, 75e, 87e, 91e, 112e, 122e, 124e, 138e, 140 (26/32) 332 jl.: 3,e 5,e 8e, 13,e 19e, 23e, 29e, 30e, 32e, 43,e 68e, 77,e 107e, 145e (141/16) 22.4: 243 oude: le, 2e, 8e. 12ee, 35e, 41e, 43er65e, 93e, 98e, 107e, 110e, 122e, (13/22); 3043 jl.: le, 3e, 69e, 82e, 104e, 105e, 132e, 137e, 143 (9/ 11) 29.4: 196 oude: le, 7e, 19e, 20e, 28e, 37e, 98e (7/15) 271 jl 3e, 13e, 86e, 106e, 112e (5/10) 1.5: 89 oude: 3e, 4e, 8e, 11e, 16e, 23e, 29e, 30e, 33e, 39e (11/14) 127 jl. 8e, 11e, 22e, 25e, 36e (5/5) 6.5: 159 oude: 3e, 10e. 14e, 15e, 24e, 31e, 32e, 35e, 36e, 42e. 51e, 52e, 63e (13/17) 168 hl.: 3e, 5e, 10c, 14e, 16e. 18e, 20e (7/8) 13.5: 145 oude: 2e, 10e, 11e, 20e, 34e, 36e, 37e, 42e, 50e, 52e, 57e, 60e, 65e, 69e. 73e (16/19) 180 jl. Ie, 13e. 16c, 25e. 32e, 34e, 45e 65e (8/8) 20.5: 147 oude: 5e, 7e, 8e, 32e, 33e. 36e, 39e, 45e, 73e (91 19) 168 hl. 2e, 23e, 28e, 42c, 63e, 66e (6/8) 27 5: 94 oude: 2e, 4e, 5e, 27e, (4/5) 140 jl. le, 2e, 3e. 20e, 46e (5/5) 3.6: 132 jl 10c. 11e, 21e, 48e. 50e, 52e. 61e (7/9) BENO Cyriel Van Driessche uit de Kruisstraat te Zele is een kranige zeventiger, die nog altijd bijzonder goed zijn man staat in het duivenspel. Ruim veertig jaar geleden verloor hij tijdens de oorlog een arm. Zijn energie hielp hem om die handicap te overwinnen en er mee te leren leven. Voor het ogenblik laat de gezondheid af en toe te wensen over, maar hij heeft zijn duiven om zich aan op te trekken en er zijn vrije tijd in te steken. Hij wordt hierbij goed gehol-pen door zijn zoon Roger. De laatste jaren speciali seert Cyriel zich hoofdzakelijk met de jonge duiven. Het spel met de weduwnaars bezorgde hem problemen bij de verzorging. Het is in het voorjaar koud en als reumalijder heeft hij het al in die periode moeilijk genoeg met zichzelf. Vorig seizoen had hij echter een bijzonder sterke vlieg ploeg jonge duivers, zodat hij er enkele van overhield. Zijn weduwnaarskolonie is er klein. Een totaal van negen: 3 oude duiven en zes jaarlingen. Zijn prestaties zijn echter zeer groot. Cyriel heeft zich altijd voorgehouden de basis van het sukses bij de kweek te leggen. De ere prijzen die hij dit seizoen haalde was met verschillende duiven, zodat de veelzijdigheid van zijn kolonie daarmee zeker bewezen is. De stam Jerome Kcllens, dé gebroeders De Baere, Van Winckel- Van Herreweghe, met Altöns Van Driessche duiven, Willy Van Avermaet Zele, Weduwe en zn. Vcrhacgcn Eksaarde, zijn de bloedstromingen die de eerste prijsvliegcrs voortbrachten. Cyriel geeft volmondig toe, dat hij voordeel heeft op de melkers, die overdag nog een beroepsbezigheid hebben. Hij kan zijn duiven beter verzorgen en observeren, maar heeft tijd om na te denken en expereimenteren. Cyriel is daarenboven een «belezen» duivenmelker. Alle duivcn- lcktuur neemt hij-door en hij haalt er voor zichzelf uit wat interessant is. Hij is voorstander van licht en gezonde kost. Hij mengt drie verschillende soorten en om aldus tot een ideale voeding te komen, waar alle granen in vertegenwoordigd zijn. Hij is een fervent voorstander van licht kost. Zijn vluchtmengcling wordt aangemengd met zuivering. De drichondcrdkilometcrvluchtcn zijn momenteel zijn speel terrein, alhoewel hij vroeger de zware fond verkoos en er de voorbije twee seizoenen uit Barcelona altijd bij was. Een duif moet gezond gehouden worden en over kracht en rccuperaticvermogen beschikken. Belangrijk bij jonge duiven is, dat ze uitgroeien, maar niet aanvetten. Bij Cyriel Van Driessche is de weekmenu altijd opge maakt. Bij hun thuiskomst is de drinkpot gevuld met de inhoud van de «fles», zoals hij dat noemt. Geen geheim doenerij. Cyriel is een melker die elkeen wil helpen waar het kan. De fles is een samenstelling op basis van look. graanalcohol en nog een paar ingrediënten. De tweede dag een weinig druivensuiker in de drinkpot om de rekuperatie op gang te brengen en de derde dag een preparaat van biergist over het eten. De Zeelse halvefond- Duivensport: Cyriel Van Driessche moet er de rubber met de mond afhalen. (gvu>) kampioen is van oordeel, dat duiven die wekelijks. 300 km kompetitie onder de vleugels krijgen en de weersomstan digheden zijn slecht, zoals dit momenteel het geval is. er alleszins een steuntje van buitcnuit mag bijkomen. Zijn uitslagen in het verbond Berlare-Zclc: 29.4: St. Denis: jaarlingen: 11. 4. 9. 13. 18 fo 5 op 6. 5.5: Dourdan: jaarlingen: 1. 11. 12. 13. of 4 op 6; 13.5 Etampes: jaarlingen. 1. 4, 6. 7, of 4 op 6. 27.5: Etampes: oude: 6. 10. of 2 op 5 dubbele jaarlingen jaarlingen: 3. 4, 16, 17 óf 4 op 5. 2.6: Dourdan: oiudc: 2, 4, 7 of 3 op 5 (dubbele jaarlingen) jaarlingen: 5. 8, 10, 11. 23 of 5 op 5 BENO Duivensport: Herman Rutsaert uit Lede (gvw) De jonge duiven worden in feite alleen maar goed getraind. Aan de Steenstraat te Lede is men van oordeel dat men geen twee heren goed kan dienen. Vorig seizoen maakte Herman er wat meer werk van. Het is in feite een antwoord op een uitdaging en hij won de titel en de asduif. Asduif De 'ster' van het hok is momenteel nog altijd den «ouden 733/79», die drie jaar na elkaar asduif-Iaureaat werd. Het is een kombinatie De Jonckheere duiver x Denorre duivin. In 1983 haalde hij volgende resultaten, hoofdzakelijk uit Meaux 24.4: 22e; 1.5: 32e; 8.5: 6e; 15.5: le; 5.6: 17e; 12.6: 20e; 19.6: 5e; 26.6: 2e; 3.7: Noyon: 10e; 10.7: 7e; 17.7: 2e; 24.7: Noyon 2e. De jaarling 180/82 zorgde in 1983 voor een 11 op 11 en werd uiteraard ook asduif. Het is een zuiver Denorre produkt. Hij presteerde ook hoofdzakelijk op Meaux: 1.5: 6e; 8.5: 3e; 15.5: le; 5.6: 17e; 12.6: 20e; 19.6: 5e; 26.6: 2e; 3.7 Noyon: 10e; 10.7: 7e; 17.7: 2e; 24.7 Noyon: 2e. 1984 start: Rutsaert sloeg in 1984 opnieuw toe en zijn eerste uitslagen zijn werkelijk uitzonderlijk. 15.4 Novon: 71 oude: 1. 17. 18, 20, 23. 24. 25 (7 op 7) 57 jaarlingen: 2, 9, 16, 22, 25 (5 op 8). 22.4 Noyon: 96 oude: 1, 2, 3, 6, 13, 17, 19 (7 op 12) 91 jaarlingen: 10, 11, 14, 15 (4 op 7) 29.4 Saint-Denis: 270 oude. 1, 2, 3, 4, 5, 26, 62, 66, 67 (9 op 16) 101 jaarlingen: 7, 8, (2 op 2) 13.5: Saint-Denis: 56 oude: 1, 3, 6, 7, 9, 14 (6 op 9) 49 jaarlingen: 2, 4, 6, 10, 13, (5 op 6). (beno) Duivensport: Jozef Vercammen uit Hamme. (gvw) rentie. Een paar keer per seizoen gaat hij te rade bij zijn buurman, de dierenarts om ze te laten kontroleren. Het is noodzakelijk om op een bepaald moment voor geen voldongen feiten te staan. Als we zijn uitslagen 1984 op Quiévrain te Hamme- Zoggc eens onder de loupe nemen, komen we tot de vaststelling dat Jef zeker nog niet zinnens is om zich te laten wegdrummen uit het kransje van de Quiévrainkam- pioenen. Hij is nog altijd een melker met wie rekening moet gehouden worden. 22.4: 104 oude: 4, 17, 28, 32, 36 (7) 29.4: 97 oude: 13, 14, 20 (4) 94 jaarlingen: 4, 20 (2) 20.5: 69 oude: 6, 7, 16, 17 68 jaarlingen: 9, 27, (2) 27.5: 84 oude: 1. 5, 25 (4) 3.6: 66 oude: 3, 7. 9. 11 (4) 55 jaarlingen: 11. 12 (2)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1984 | | pagina 34