7A Dendermondse striptekenaar Sylvain Polfliet: een jeugddroom die in vervulling gaat BRIAN HOWELL A De Voorpost - 6.7.1984 - 2 Hij is achtentwintig, blond, slank - zowat in de buurt van de lm80 - en hij werd gezegend met een atletisch figuur. Vlot in de omgang legt hij bovendien, vooral in de meest penibele situaties, een schranderheid van geest aan de dag, die een hoog IQ laat veronderstellen. Zijn dynamisme en eerlijkheid zijn legendarisch. Van zin voor humor is hij evenmin gespeend. Een vaste stek spreekt hem niet zozeer aan, want waar ook ter wereld onheil dreigt, komt hij ter plekke om de klus te klaren. Net als zijn ambtsgenoot «Her Majesty's Secret Agent James Bond 007, dat doet». Oog voor vrouwelijk bij de delft van het verhaal verhaal, zowat 12 bladzij- echoon bezit hij wel, maar geraakte, gaf hij geduren- den lang. want een strip naar zijn amoureuse esba- de acht maanden totaal de van 40 bladzijden tekenen, tementen laat hij eerder brui aan zijn tekenaktivi- durfde ik toen nog niet aan. gissen. Zijn dagelijkse bo- teit. Het bloed kroop echter Hoewel ik toch met de idee terham verdient hij als top- waar het niet gaan kon en speelde de strip aan een uit- agent in dienst van de TRA, Polfliet hervatte zijn strip»- geverij aan te bieden. Ge- htd International Security werkzaamheden. Volgde staag werkte ik achteraf 3rdt Agency. Een wereldomvat- bovendien Bob De Moors én door, hoewel mijn stripheld tend organisme dat erin vaders advies op om toch nog altijd geen naam bezat, slaagt in situaties, waarin maar akademie te lopen. Vast stond dat z'n naam de wereldmachten om een Vijf jaar lang volgde hij de goed in de oren moest klin- of andere reden, onmoge- lessen sierkunst en levend ken, ergens in de gedachte lijk kunnen tussenbeide ko model aan de Dendermond- van de lezer moest blijven op se akademie: Op de akade- hangen. mie heb ik heel wat bijge- De Engelse rockgroep «The leerd Anatomie o.a. vooral Rolling Stones» heeft me de wereldvrede het nippertje te bestendi gen. naam? Brian Howell, in mijn genre - ik teken toen een handje toegesto- ika Geesteskind van de zesen- realistische strips - kwa- ken. Ik hield van hun mu il! dertigjarige striptekenaar men die vaardigheden me ziek en één van de leden van - van pas. Jonge mensen die Stones droeg «Brian» als plannen hebben strips te voornaam. Dergelijke voor naam leek me wel passend iel»; Sylvain Polfliet uit St.-Gil- lis-Dendermonde. Zowel zere van de krant als van gaan tekenen, raad ik trou- ,iiiJ ons eigen weekblad «De Voorpost» konden of kun nen met Brian Howell ken nismaken. In de loop van de voorbije maand maart ver scheen een eerste van zijn verhalen, «De driehoek des doods», bovendien in al bumvorm. Bij uitgeverij «Loempia» Een gesprok, vol tekstbalonnetje8, met de g schepper van Brian Howell. Akademie Reeds op de lagere school, die hij hep in zijn geboorte dorp Lebbeke, kwam aan het licht dat Sylvain Polfliet aanleg had voor tekenen. Meer dan eens pikte de meester zijn tekeningen uit de stapel om ze als voor beeld aan zijn medeleerlin- Toen Sylvain Polfliet twaalf was, tekende hij zijn eerste stripverhaal: Het was erg primitief opgevat. In feite leek het nergens op. Het was bovendien plagiaat Maar van die zonde was ik me toondertijd niet bewust. Een tweetal verhalen van die «Zwarte Ruiter», een oowboy figu urheb ik toen getekend. Maar ik voelde zelf aan dat dergelijk werk geen steek hield. En toch kreeg de jonge Lebbeke- naar aanmoedigende woor den over zijn eerste strip te hea horen. O.a. van Mare Sleen, toch niet Jan en alleman op hea stripgebied En eveneens van Bob De Moor, van Stu dio Her gé, die meende, van zelfsprekend rekening hou dend met de leeftijd van de tekenaar, dat «het» erin zat. De stripvorm was er, van enige technische volmaakt heid was echter geen spra ke. Bob De Moor adviseerde Sylvain Polfliet dan ook akademie te lopen. Toen de Lebbekenaar een derde strip begon - hij was toen veertien - maar amper tot kelt t of De driehoek des' doods Bo»i t UtojeverU LOEMPIA wens aan precies hetzelfde te doen. Brian Howell Zijn stripheld Brian Ho well, het «fabrieksmerk» van Sylvain Polfliet, is niet van de ene op de andere dag ontstaan: De films van Ja mes Bond begonnen toen furore te maken. En van die eerste Bondfilms maakte «From Russia with Love» zo'n overweldigende in druk op mij, dat ik een ver haaltje tekende, waarin een figuur la James Bond, de hoofdrol vertolkte. Het bleef trouwens bij een kort- Het uitwerken van een stripverhaal vergt vele maanden tijd. (v) voor mijn held. En wat de familienaam betreft heb ik alle Engelsklinkende fami lienamen, die ik in tijd schriften aantrof, op een rijtje gezet en heb ik dan nagekeken welke naam het beste bij Brian paste. Uit eindelijk viel mijn keuze op Howell. Zo kreeg Brian Ho well zijn naam. Zijn eerste strip, het kort verhaal «Opdracht in de jungle» kreeg Sylvain Pol fliet in de krant «Het Volk» gepubliceerd. Hektor Lee mans, die o.a. bekendheid geniet met de Bakelandt- strip, stak hem daarbij een handje toe. Hec Leemans - een durver en een doorbij ter, karakteriseert Polfliet hem - liep eveneens akade mie te Dendermonde, hielp hem met het schrijven van de tekst en stapte met hem naar de hoofdredakteur van «Het Volk», die vanaf het moment dat hij inzage kreeg van de strip, zijn flat gaf. Inderdaad, geeft Syl vain Polfliet toe. voor een beginnend striptekenaar is het aartsmoeilijk zijn werk gepubliceerd te krijgen Ik heb dus blijkbaar wel geluk gehad. Ofwel was de strip gewoon goed. Sylvain Polfliet was meteen gelanceerd. Achtereenvol gens verschenen in de krant «Het Volk» en in de wekelijkse uitgave «Ohee» volgende verhalen: «De dui velse kolonel» scenario Hec Leemans), «Het UV-gevaar» (scenario Louis Polspoel, broer van Syvlain), «Opera tie Tabun», «De verdwenen SR 71», en «Het geheime manuskript In «De Voorpost» versche nen, in de loop van 1976, «Opdracht in de Jungle» en «De Duivelse Kolonel». In 1978 maakte Sylvain Polfliet de overstap naar «Gazet van Antwerpen». Sindsdien verschenen daar «Speurtocht naar ura nium», «Het Verboden Ei land» - beide verhalen vor- Brian Howell in actie men in feite één geheel en zullen in de komende sep tembermaand in album vorm verschijnen - en «De Driehoek des Doods». Laatstgenoemde strip ver scheen bovendien in album bij de uitgeverij «Loempia». En wordt zowel in Vlaande ren als in Nederland ver deeld. De kwaliteit van dit verhaal, legt Sylvain Pol fliet uit, waarin Brian Ho well opereert in de Bermu da-driehoek, was duidelijk beter dan de eerste. «Loem pia» is een jonge uitgeverij, die haar fonds startte met de uitgave van de Urban us- strip. Eerder toevallig kwam Sylvain Polfliet met deze uitgeverij in kontakt. Via zijn vrouw en een colle ga van haar op het werk, maakte hij kennis met de tekenaar van de Urban us- strip. Die sprak, op zijn beurt, de uitgever over het werk van de Dendermonde- naar en aldus ontstond de albumuitgave van «De Drie hoek des Doods», die op 8 maart jl. op de markt ver scheen Van dit album ver scheen eveneens een luxe- uitgave, op 150 genummer de exemplaren, door de te kenaar gesigneerd. Dat album houdt voor Syl vain Polfliet niet alleen de vervulling van een jeugd droom in, maar het bete kent ook een mijlpaal. Plan nen bestaan nu immers reeds om een serie Brian Howells op de markt te brengen. In september e.k. ter gelegenheid van de be kende Stripbeurs in Breda, verschijnen reeds twee nieuwe albums, De volgen de zijn gepland voor Pasen 1985. Albums bezitten - ze ker in deze tijd dat rondom het stripverhaal een verza melwoede ontstaan is - een blijvend karakter. Een strip in de krant wordt wel veel gelezen, maar al bij al be landt die krant, na lektuur, in de papiermand. Het tiende Brian Howell- avontuur is kwasi af. Een titel zit er echter nog niet aan vast. Opvallend is wel dat Syl vain Polfliet in dit verhaal het vrouwelijk element dui delijker op de voorgrond laat treden: Brian Howell wordt volwf wordt echter ken gehouden. De wil niet overdrijven. In al die jaren is de figuur van zijn strip held trouwens al flink ge ëvolueerd. Zijn karakter kreeg meer diepte. Derge lijke trend zal ik in de ko mende verhalen nog ver- derzetten. Ik begin hem door en door te kennen, die Brian HoweU. Al bij al ben ik toch al zowat vijftien jaar met hem bezig. Naast de figuur van Brian Howell creëerde Sylvain Polfliet ook de stripheld «Lee Kamak», een archeo loog. Twee strips van deze figuur verschenen in «Ga zet van Antwerpen». Maar omdat het resultaat hem niet voldeed, stopte Polfliet ermee. Hij is nu wel van plan een Lee Kamak-strip om te werken tot een Brian Howell-verhaal Scenario Voor andere uitingen van de tekenkunst - de karika tuur, de kartoen - legde Syl vain Polfliet minder belang stelling aan de dag: De zin om wat anders te doen ma nifesteerde zich wel op be paalde ogenblikken, maar steeds bleef ik vasthangen aan de figuur van Brian Howell. De tijd ontbrak me bovendien. Eddy Ryssack vind ik wel een goeie teke naar. Iemand met wie ik trouwens al samengewerkt heb. Hij is ere-voorzitter van de «Stripgilde»een soort striptekenaarssyndi caat. Bewondering heeft Sylvain Polfliet voor striptekenaars als Giraud, Gégé, Edan en Herman: In de tijd dat ik met Brian HoweU begon was Edan mijn grute voor beeld. Zijn stijl lag me wel. Vanzelfsprekend kijk ik ook op naar het werk van een Willy Vandersteen en een Hergé. Hun stijl is ech ter wel totaal verschillend van de mijne. Sylvain Polfliet schreef voor de meeste van zijn ver halen het scenario zelf: De idee van het verhaal komt altijd van mij. Ik creëer ten slotte de figuren en weet welke richting ze uitgaan. Zelfs wanneer ik met ie mand samenwerk, wordt vooraf besproken wat ik precies wil. Het probleem vormen de dialogen. En het bedenken en uitwerken van bepaalde plots. Daarom is het interessant over een medewerker, een scenarist, te beschikken. Ook omdat je je als tekenaar dan beter op je tekenwerk kan kon- centreren. Wat de eerste verhalen be treft, vlotte het soenario tel kens goed. Hoe meer verha len je echter tekent, hoe moeilijker het vanzelfspre kend wordt. Hoe ik tewerk ga? Eerst komt natuurlijk de idee. Laat mij het ont staan van een stripverhaal illustreren aan de hand van het album «Het UV-ge- vaar». In een of ander weekblad las ik een artikel waarin - in amper drie regels - sprake was, dat zich rondom de aarde een ozonlaag bevindt, een laag die het zonnelicht filtert. Mocht in deze laag ooit een «gat» geslagen worden, las ik verder, dan zou het zonnelicht een ver nietigende uitwerking op het leven op aarde kunnen uitoefenen: huidkanker bij mens en dier, een ver- aardoppervlak... Op die gegevens heb ik me gebaseerd om «Het UV-ge vaar» te tekenen. De idee was er dus. Vervolgens stel ik een synopsis op. Waar gebeurt het? Wat precies is er aan de hand? Welke per sonages spelen een rol? In welk land evolueren ze? Daarna volgt een ontwerp tal wordt bepaald per afle vering. Ook met de afwisse ling van het prentformaat wordt rekening gehouden. Voor de krant is het boven dien van belang dat je er voor zorgt dat je in de afle vering die verschijnt reeds de spanning wekt voor de volgende. De lezer moet honger krijgen naar het vervolg. Dat spannende moment - vervat in een te kening - wordt allereerst in het geheel gesitueerd. De overige prenten worden achteraf aangevuld. Research en taal van de strip Sylvain Polfliet hecht enorm veel belangstelling aan de autenticiteit van de tekeningen: De reasearch daartoe vergt enorm veel tijd en werk. Ik raadpleeg dan ook veel naslagwerken en tijdschriften. Je hebt strips, o.a. Guus Flater, die zich haast altijd in een zelf de dekor afspelen. Brian Howell daarentegen is de ene keer in Egypte aan de slag, de andere keer in Afri ka. Om me het zoeken van dokumentatie te vergemak kelijken ben ik trouwens van plan me een video-ap paraat aan te schaffen. Dat lijkt me een uitstekend hulpmiddel. De voorbije jaren produ- oeerde Sylvain Polfliet zo wat één Brian Howell ver haal per jaar. Wat beteken de dat hij, na zijn dagtaak, elke avond aan de tekenta fel zat. Sinds een paar jaar kan Pol fliet rekenen op de mede werking van een andere Dendermondenaar: met Kris De Saeger, uit St.-Gil- lis-Dendermonde, kwam ik ook toevallig in kontakt. Hij interesseerde zich al ja ren voor strips, liep univer siteit en heeft zich in de stripwereld, als scenarist en als auteur van artikels in weekbladen en tijdschrif ten, ingeburgerd. Hij helpt o.a. bij het nakijken van de tekst, eventueel bij de uit bouw van een scenario. We zien er ook nauwlettend op toe dat de dialogen in een zuivere taal geschreven zijn. Voor de albuinuitgave van «Speurtocht naar ura nium» en «Het Verboden ei- Toekomst Inderdaad, beaamt Sylvain Polfliet, het stripverhaal heeft zich de voorbije jaren mogen verheugen in een stijgende belangstelling. Het stripverhaal lijkt me Sylvain Polfliet debuteerde ondermeer ii (v) land», worden de teksten trouwens aangepast. Eens het verhaal, zoals het in de krant in afleveringen ver scheen, voor je ligt, heb je een betere kijk op het ge heel en kan je links en rechts nog verbeteringen aanbrengen. Dat zullen we nu ook doen met beide ver halen alvorens ze in album uitgegeven worden. Het eerste album van Sylvain Polfliet, uitgegeven bij «Loempia» plan de stap naar het be- roep van zelfstandig teke naar te zetten: Ik overweeg sterk mijn dagelijkse job - Sylvain Polfliet werkt in een drukkerij - op te geven en als zelfstandig stripteke naar mijn boterham te ver dienen. Totnogtoe heb ik al le tekenwerk gepresteerd na mijn dagelijkse dag taak. Ik kom echter tot de vaststelling dat de tijd me ontbreekt om me werkelijk als tekenaar te ontplooien. Daarom wil ik het risiko nemen. Ook het feit dat diverse pro- jekten op stapel staan, zette me aan de stap te onderne men. Allereerst is er de uit gave, in albumvorm, van «Speurtocht naar Ura nium» en «Het verboden ei land». Voor volgend jaar Pasen wordt nog een Brian Howellalbum gepland. Daarnaast is de uitgeverij «Albino» geïnteresseerd in de uitgave van «De neder laag van Gerald Fitzge rald», een historisch ver haal dat ooit in Kuifje ver scheen (kwa specifieke stripweekbladen publiceer de Sylvain Polfliet ook reeds in Robbedoes), zowat de geschiedenis van Ierland verhaalt en in een kleural- bum op de markt zal ko men. Tenslotte heeft Robbedoes een optie genomen op een verhaal, avontuurlijk van aard - een jongen en een meisje spelen de hoofdrol - van de Dendermondenaar. Je merkt het, aan projekten ontbreekt het Sylvain Pol fliet niet. Blijft dan vanzelf sprekend nog Brian Ho well. de stripheld waarmee hij vereenzelvigd wordt en die hij van plan is nog flink wat spannende avonturen te laten beleven. Pierre Van Rossem «De Voorpost». volwassen geworden. Aan vaard ook door iedereen. De oorzaak van die toegeno men belangstelling? Het feit lijkt me, dat de strip voor de jeugd makkelijk as simileerbaar is. En je in de strip, net als in om het even welke andere kunstuiting, de realiteit kan weergeven. Wat de toekomst betreft is de Dendermondenaar van Een fragment uit Sylvain Polfliets eerste album «De Driehoek des doods».

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1984 | | pagina 21