smoeie rekkers Ook Lebbeke zegt ja aan Derde Wereld en 11.11.11 Wat met de Lebbeekse Vredesboom? Buggenhout-bos: opgeruimd staat netjes Halfoogst De Voorpost - 2.11.1984 - 11 Ettelyke jaren reeds bestaat te Lebbeke een ononderbroken traditie, dat flink wat Lebbekenaars, meestal via de vereniging waarvan ze deel uitmaken, zich inzetten voor 11.11.11. Ze zitten al vele jaren in een vast stramien, dat totnogtoe steeds zeer gunstige resultaten opleverde. Eén der verantwoordelijken blikte even achteruit en deelde ons mee, dat Lebbeke in de voor bye acht jaar een totaalbedrag van 1.416.594 fr. samenbracht in het j kader van 11.11.11, als hulp aan de Derde Wereld. Voeg daarbij dat midderwiji twee Boemerangakties georganiseerd werden én een omhaling voor de getroffenen van waterellende in Baasrode en Moerzeke, en het totaal aan solidariteitsbydragen van de Lebbekenaars loopt op tot 2.160.535 fr. ■t u Sommige organisatoren zou- I den met dergelijke resultaten I heel hoog van de toren gaan blazen, maar in de O.L. I Vrouwgemeente zijn ze eerder I bescheiden en realistisch gaan berekenen dat, gedurende de- periode, per hoofd 1 127,50 fr. werd gegeven. Betere bewustmaking Heel veel Lebbekenaars we ten dat ze heel wat meer heb ben gegeven dan voormeld be drag. Maar ergens, en dat is dan bepaald jammer, zijn er nog altijd velen die onberoerd blijven en hun hart en geldbeu gel gesloten houden. Hiermee zijn zeker niet bedoeld sommi ge gepensioneerden, die moe ten rondkomen met een té klein bedrag, zieken, minder- validen en anderen die moei zaam de eindjes aan mekaar ;evitl knopen. Wel wordt gedacht -en de woordvoerders van de aktie wegen hun woorden - aan al diegenen die, vaak bij gebrek aan voorlichting, al te voor de hand liggende argu menten naar voren schuiven om zich van steun te ont houden. Te vaak zijn bemerkingen Stok als «er is hier miserie genoeg» en «heel wat blijft aan de vin gers kleven» té gemakkelijke en doorzichtige motieven en mtlatingen, die de mensen die ach inzetten vaak pijn doen. Want meestal zijn ook zij het die zich inzetten om de tekor ten bij onze eigen mensen te lenigen en voeren ze al deze ikties belangloos. Daarom ook willen de Leb- beekse organisatoren in de toekomst naar een betere be wustmaking gaan toewerken, ook door te zorgen voor ver ruiming en verjonging van de medewerkers. Vernieuwingen die zich trouwens reeds mani- festeerden tijdens de jongste vergadering. Een eerste gevolg van deze nieuwe lijn is de vaststelling dat de publiciteit rondom de 11.1111 aktie eenvoudiger en ijpelijker gevoerd wordt, slogans waarmee de .C.O.S.-akties worden ge- igeerd zijn vaak niet di- rekt begrijpbaar voor heel wat mensen. Daarom ook loopt de 11.1111-aktie te Lebbeke on der het motto: «Om de twee sekonden sterft een kind van de honger!» «Help er wat aan te doen!». Aan dergelijk cru maar o zo waarheidsgetrouw argument, kan men haast on mogelijk voorbijgaan. Voor het overige gebeurt de omhaling te Lebbeke op de traditionele manier. In ieder huis van Groot-Lebbeke wordt een omslag bedeeld met een ingesloten pamflet ter verant woording. Deze omslagen zul len tijdens het weekend van 9, 10 en 11 november a.s. door vrijwilligers worden opge haald. De akties worden in iedere deelgemeente afzonderlijk ge voerd, onder eigen verant woordelijken en door eigen verenigingen. Totnogtoe meld den zich een veertigtal vereni gingen, overigens een groter aantal dan vorige jaren. Vere nigingen of mensen die indivi dueel wensen mee te werken kunnen zich nog steeds melden bij de plaatselijke verantwoor delijken. Voor Wieze is dat Martha De Wael, Rooien 78 (053/21.24.82), voor Dender belle André Cooreman, Hof straat 22 (052/21.63.27), voor Lebbeke Achiel Vermeiren, Poststraat 17 (052/21.65.14) of de socio-kulturele dienst van de gemeente in het gemeen tehuis (052/21.35.11 of 12). Vorming van TBC- animatoren in Haïti De opbrengst van de 11.11.11 aktie te Lebbeke wordt gespendeerd aan de vor ming van TBC-animatoren in het Middenamerikaanse staat je Haïti, een staat met de laag ste alfabetiseringsgraad van Latijns-Amerika, een Bruto Nationaal Produkt per inwo ner van 300 US dollar (België: 11.920 US dollar) en een le vensverwachting bij de ge boorte van amper 54 jaar In Haïti loopt momenteel een kampagne ter bestrijding Y?n de tuberkulose, waann privé-organisaties en parochies samenwerken. Dit projekt be helst de vorming en begelei ding van de animatoren die het programma in zeven lokalitei ten, waar deze eerstelijnsge zondheidszorg verstrekt wordt, uitvoeren. Tuberculose is een ziekte van de allerarmsten. Hoofd oorzaak is het gebrek aan ken nis van de gezondheidsleer. Voorlichting is dus prioritair. Vooral om duidelijk te maken dat deze ziekte geneesbaar is en dat een lange behandelings periode noodzakelijk is. De taak van de lokale animatoren bestaat erin de ergste gevallen op te sporen, de vereiste be handeling toe te passen en vak- kinatiekampagnes te voeren. Het 11.11.11-projekt bestaat erin deze animatoren verder te vormen en te begeleiden in de uitvoering van hun taak. De «Campagne Anti-Tuber- culeuse» (CAT) is een niet- gouvernementele organisatie, gevestigd in de hoofdstad Port- au-Prince, die een nationaal programma ter bestrijding van de TBC begeleidt. Wat ge beurt onder de auspiciën van het Ministerie van Gezond heidszorg. De regionale CAT-bureaus hebben een beroep gedaan op de privé-dispensaria om kandi daat-gezondheidswerkers te selekteren en hun salaris te verzekeren. De CAT zorgde voor een basisopleiding van drie maanden voor deze men sen en voorzag ze van het nodi ge werkingsmateriaal. In de streek van Dérac heb ben zeven parochies de deelna me aan dit nationaal en regio naal TBC-programma georga niseerd en werden stappen on dernomen om de salariëring te verzekeren. De animatoren zijn Haïtianen, gekozen uit de dorpsgemeenschappen. Zij slagen erin mensen in de verst gelegen dorpen te bereiken. Hun opleiding startte eind a- pril 1982 en midden augustus van dit jaar zijn zij in funktie getreden. Opties Via de campagne ter bestrij ding van de TBC. wordt de bevolking geïnformeerd dat TBC geen paria-ziekte is, dat genezing mogelijk is maar, omwille van de lange behande ling, geduld vraagt en dat het na een beginbehandeling mo gelijk is om weer aan de slag te gaan. Daarnaast sporen de anima toren de ergste TBC-gevallen op en proberen ze die mensen te overhalen zich te laten be handelen, samen overigens met de risikogroep uit zijn of haar omgeving. Met het doel vanzelfsprekend aldus de erg ste besmettingshaarden uit te schakelen. Verder wordt in een centraal laboratorium het mikrosco- pisch onderzoek, uitgevoerd door de animatoren, gekontro- leerd, wordt gepoogd via een regelmatige vaccinatiekampag- ne, gespreid over vijf a zes jaar, de lokale bevolking te immuniseren en worden via een centrale apotheek de be voorrading voor het mikrosko- pisch onderzoek en de gratis verleende of tegen kostprijs verstrekte geneesmiddelen in voorraad gehouden. In de praktijk is het zo, dat het de allerarmsten zijn die het eerst slachtoffer zijn van deze ziekte. Dit ingevolge een on volledige voeding, slechte hy giënische omstandigheden en het gebrek aan financiële mid delen om in de grote zieken huizen een onderzoek en be handeling te betalen. De basisopleiding voor de gezondheidswerkers blijkt on voldoende te zijn om op de diverse gevallen voorbereid te zijn. Er bestaat dan ook een nood aan verdere vorming en begeleiding van TB-agenten. Hun opdracht is overigens niet te onderschatten, omdat het bijvoorbeeld ontzettend veel energie vraagt iemand bij wie TBC gekonstateerd werd, te overhalen tot het volgen van een behandeling en die behan deling ook vol te houden. Het uitwisselen van vaststellingen uit de praktijk wordt door de agenten dan ook aangevoeld als een nuttig uitgangspunt voor verdere vorming. En ge zien de zeer slechte wegverbin dingen kunnen die kontakten dan ook enkel gebeuren tij dens specifiek ingerichte Financiering van vormingssessies De voornaamste doelstelling van dit projekt is dan ook de financiering van voornoemde vormingssessies, waarvan er in het totaal 36 voorzien zijn, verspreid over drie jaar. Naast het informele kontakt en het uitwisselen van ervarin gen, komen tijdens deze ses sies volgende onderwerpen aan bod: de konkrete proble men bij TBC-bestrijding (veel mensen beschouwen TBC als een ziekte voor de allerarm sten, en daar horen zij toch niet bij...); de rol van de ge zondheidswerker en de manier van werken (het belang van de huis- en schoolbezoeken); de verdere medische vorming (de reaktie o.a. van sommige men sen op de toegediende genees middelen); de relatie tussen TBC en de algemene gezond heidstoestand van de bevol king (vb. de ondervoeding en hoe dit kan bestreden worden; het ter beschikking stellen van materiaal en medikamenten. Men beoogt de voortzetting van dit programma tot 1986. De verwachting is dat de regel matige vaccinatiekampagnes een voldoende effekt zullen hebben, dat TBC niet meer het dreigende karakter zal verto nen van een volksziekte en dat vanaf 1987, deze TB-agenten, met hun opleiding en vorming, volledig zullen opgenomen worden in de staatsgezond- heidsdienst. Op hetzelfde ni veau als de gezondheidswer kers die nu al werkzaam zijn. Op landelijk niveau zijn er al enkele dokters naar het Tro pisch Instituut te Antwerpen gezonden. Voor specialisatie. De medische begeleiding ligt dan ook geheel in handen van Haïtiaanse dokters. Pierre Van Rossem Buggenhout. De Buggenhoutse jeugd aan de slag in het bos. (pvr) Onlangs werd in Buggenhout-bos, onze grote long, een opruimingsaktie gehouden. Dit in samenwerking met de boswachter en enkele mensen van de jeugdraad en met de logistieke steun van het gemeentebestuur, in het bijzonder de technische dienst. Eventjes werd door de initia- berg, de kant van de bosdreef, tiefnemers gevreesd, dat er achter de aan de rand gelegen niet zou worden gereageerd op fabrieken, werd uitgekamd, de oproep. Maar toch iets na Al de uit te kammen bosstro- 10 u. 's morgens (zaterdag ken, werden door de boswach- voor velen een uitslaapmor- ter op plan gezet. Slechts 3 gen) kwamen de chiro-mensen bosstroken konden worden van Opstal aangefietst in re- aangepakt door de aanhouden- genkledij ingepakt en het och- de regen en tekort aan tendontbijt nog nakauwend, mankracht. Iets later een lange rij jonge In 1977 werd tevens ook een VKSJ-ers uit Buggenhout. opruimingsactie gehouden, In totaal goed voor een 40-tal grof materiaal werd ingezet, vrijwillige vuilnisruimers. De Vandaag blijkt dat er nog al- omgeving van de konijnen- tijd rommel in het bos wordt gestort, hoopgevend is wel, er wordt slechts aan de randen van het bos gestort. Men kan niet op dezelfde wijze doorgaan. Er moet paal en perk gesteld worden aan de groei van afval. Dit is mogelijk door produktie van duurzame goederen, minder verspilling van materialen en gebruik van zo weinig niet afbreekbaar ver pakkingsmateriaal. Men zal zich uitsluitend moeten richten op kringloopekonomie, dat is opnieuw gebruiken van afval. In de lente 85 zal er waar schijnlijk een volgende oprui mingsaktie doorgaan. Hopelijk blijft het bos dan zui ver van afval! Koen V.d. Broeck Tydens de jongste raadszitting te Lebbeke hield VU- raadslid Johan De Mol een pleidooi voor het redden van de «Vredesboom», de boom die in de loop van 1919 op de hoek van de Kouterbaan en de Bellestraat aangeplant werd en de vryheids- en vredeswil van de Lebbekenaars beklemtoont. Achiel Vermeiren vertelt... (2) In die kindermis mochten eigenlijk geen grote mensen komen, tenzij - en dot werd hen vanaf de preekstoel bijna iedere zondag op het hart gedrukt- ze geen andere gelegenheid hadden. Jonge kerels werden door de «Zwis» wel eens aan de deur gewalst. Tegenover de ouderen trad hij taktvol op en vroeg hij dan «of ze toch nau gieen ander mis koste kommen». Bij sommigen had dat taktvol optreden en het gevraag vanop de preekstoel geen resultaat, want iedere zondag waren ze trouw op post in de kindermis. De pastoor lag dat wel een beetje zwaar op de maag. Maar hoe hij er ook tegen inging en zei dat de kindermis voor de kinderen was en zeker niet korter don de andere missen, de fanate kindermisbezoeker bleef komen. Eén van die onvermurwbaren was mijn vader. Soms was hij reeds vóór acht uur de deur uit. De oorzoak hiervan lag bij moeder. Vader was een van die types die nogol zenuwachtig aangelegd waren en nu was ik vriendelijk in mijn beschrijving. Moeder was, zoals alle moeders de beste van de wereld, totaal anders en ze had het graag onders gewild. Maar vader was zo, zó en nog anders. Om een beetje opluchting te hebben durfde ze de wekker, die op de schouw stond, een stevig stuk vooruit zetten - soms wel eens een klein halfuur - met als gevolg dat vader voortijdig de deur uitstapte. Wanneer hij 's middags thuiskwam, na voldoende beoe fening van een werk van barmhartigheid; de dorstigen laven - zei hij «Oveel stond dei arloegge véé, vande meirrend?» Moeder antwoordde dan dat ze't niet goed wist, maar ik wist wel beter. De kerk zag er op halfoogst heel anders uit dan gewoonlijk en er was ook minder plaats. De heiligen waren van hun sokkel gehaald en ervoor op een draagstoel geplaatst Een paar heiligen die, doorheen het jaar niet in de kerk stonden, maar in «'t Prossessekot», eisten ook hun ruimte op. Aan de pilaren hingen prachtige vlaggen, helemaal met gouddrood geborduurd en sommige voor zien van taferelen waar men tijd bij tijd kon zitten naar kijken Vooroan, op het hoogaltaar, stond «'n Emel», rechts vooraan stonden de flambeeuwen en helemaal rechts, voor het altaar, de maquette van de kerk. Vóór dit altaar zaten, op lage bankjes, de leerlingen van het eerste studiejaar van de Broedersschool. De hoogste klassen van diezelfde school zaten ook op de trappen - zo heette dot toen - voor het hoofdaltaar. Beneden de trappen, naar achteren toe, zaten dan de andere leerjaren, beginnend bij de groten en de kleintjes achteraan. In de rechterzijbeuk, beneden de trappen, zaten de jongens van de gemeen teschool. De hele vrouwenkant was ingenomen door de meisjes van de Zustersschool. Een gemeentelijke meisjes school was er toen nog niet. De hele sfeer was anders dan gewoonlijk. Er heerste een zekere vorm van zenuwachtigheid en spanning, waarin de uandacht minder dan anders bij het misgebeuren was be trokken. Na de mis trokken we naar 't school. In ieder klaslokaal -want het was meestal in klasverband dat er in de processie werd opgestopt - lagen de processiekleren op de banken. Vooraleer we van gewone jongen overstapten in het gewood van een heilige, werd ons, door de broeder of de meester, op het hart gedrukt zorg te dragen voor ons Weed en - hierbij keek hij don meestal in de richting van de minder devoten - ons waardig te gedragen in de processie, niet voortdurend links en rechts te kijken en vooral mee te bidden. Wie ons begeleidde liep, zijn paternoster biddend, naast de groep en wij moesten antwoorden. Langs de Laurierstraat en de «klein plaats» stapten we naar 't dorp. Wanneer de hoogmis gedaan was, luidden de klokken en zette de processie zich in beweging. Voorop de «Zwis» met een paar misdienaars - één het kruis droeg - en een onderpastoor. De politie liep toen niet vooraan, zoals nu, maar bij het «Allerheiligste». We hadden toen ook maar vier politiemannen: de «kom- messair», «Sisken», «Mong» en «Gèèn», die ook de «nie- ven sjampetter» genoemd werd. Hij was in de plaats gekomen van «den Baut». Dan kwamen de Twaalf Geslachten. Twaalf stevige boeren op nog steviger boerenpaarden, fier met hun vaandel, omdat ze een jarenlange familietraditie verleng den. Zij zelf reden reeds zovele jaren in de processie en vóór hen had hun vader dot zolang gedaan. Daarachter kwam de maquette van de kerk. En toen kwamen de jongens en de meisjes in hun onderscheiden groepen, zichzelf allemaal een beetje vereenzelvigend met de heili gen die ze uitbeeldden. Eén der eerste jongensgroepen was die van Broeder Beatus, die iedere keer, op zijn soutane, -heel fier zijn oorlogsdekoraties droeg De miniatuurheiligen, de sinten, de engelkens, de maagdekens, de Mariakes of Lievevrouw- kes, liepen allen even fier door de bevlogde en feestelijk uitziende straten. Nauwkeurig werden ze in de gaten gehouden om te zien of ze de heilige sfeer van de processie eerbiedigden. Eigenlijk bestond daar geen gevaar voor, want ze deden het zo gewetensvol, dat wanneer ze vader of moeder langs de weg zagen, ze maar even met het hoofd durfden groeten. Bevoorrechten, en ze voelden zich ook als dusdanig, waren degenen die de groep mochten voorgaan. Daar was bijvoorbeeld «Sint-Antonius» Vóór al de «St.-Antoniuskes» liep hij in een veel mooier gewaad en hij mocht Kindeke Jezus aan de hand meevoeren. Dat Kindeke jezus was geen van ons, want we waren te groot. Er moest immers een duidelijk versch'l in grootte zijne. Het was meestal altijd het zoontje van een geprivilegieerde, die op andere voet met de geestelijkheid leefde dan onze ouders. Zo vormde de processie een heel lange optocht met telkens de heiligenbeelden ertussen en de prachtig gebor duurde vaandels van de konfrerieën. Sommige ervan werden door drie mannen gedragen en bij wat winderig weer was dat geen gemakkelijke opgave. Er was de groep zingende maagden, die met palmen wuifden en zich fier •Solve Regina» noemden. Allemaal leden der kongregatie der jonge dochters. Er werd daarbij duidelijk een onder scheid gemaakt tussen gehuwden en ongehuwden. Zo mochten - en dat is nog zo, de traditie wil het - de dragers van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lebbeke niet gehuwd zijn. Alle andere «Lieve Vrouwkes» of «Maria's» of «Treezekes» of Jeanne D'Arc waren eveneens onge huwd. Jeanne d'Arc, de maagd van Orleans, stapte in een zwaar uitziende maliënkolder en helm, met een manhafti ge houding en waardige stop midden al het heiligengedoe. Treezeken stapte meestal met een te gracieuze stap en een beetje te aantrekkelijk in haar lieftallig, pastelkleurig nonnengewaad. Haar ingetogenheid en glijdende pater noster in haar hand, konden niet beletten dat ze voor een heilige - ik gebruik woorden van nu - net iets te veel sex- appeal had, Hoe dikwijls O.L Vrouw voorgesteld werd als Koningin, weet ik niet meer. Maar 't was ettelijke malen. Zo was er de koningin van de rozenkrans, koningin der engelen, konin gin van alle heiligen, enz. Maar ik geloof dat het de koningin van alle heiligen was, wiens mantel al de rest in schoonheid, maar vooral in omvang overtroefde. Het gebeurde dot, als een koningin door een andere vervangen werd, de familie van deze laatste voor een nieuwe mantel zorgde. «De ijdelheid is des mensen» en de mantel dan ook soms in verhouding De mantel van fluweel en afgebiesd met iets dat voor hermelijn doorging, was zo zwaar dat de koningin - het meisje in kwestie - al de moeite van de wereld had om waordig voort te schrijden De mantel moest dan ook op- en opengehouden worden. Dat gebeurde door kleine meisjes, die ver uit mekaar moesten lopen om de mantel wijd opengespannen te houden. De begeleidende juffer had dan ook meer dan de handen vol om dat een beetje ordevol te laten verlopen en moest vaak een handje toesteken. (wordt vervolgd) Of die boom in de toekomst nog altijd rechtop zal blijven staan is de voorbije jaren, o.a. door het Groenkomitee in vraag gesteld. De boom, dat merk je zo, ziet er allesbehalve gezondTiit. Vanuit verschillende groepen, beklemtoonde Johan De Mol in zijn interpellatie, werd aan gedrongen dringend werk te maken van het redden van de Vredesboom. Op 5 mei van vorig jaar werd door professor Van Miegroet een mini-onder zoek uitgevoerd. In het sche- penboek d.d. 6 juni las ik daar omtrent het volgende: «Uit het verslag van professor Van Mie- groet blijkt dat geen kanker- plekken aanwezig zijn. Rond om de boom dient de grond losgewerkt om de verluchting in de grond toe te laten. Vele aldaar geplaatste palen enz. zullen verwijderd worden en de grond zal regelmatig losge werkt worden. De boom zal eveneens goed gesnoeid wor den. Het aanbrengen van afsluiting rondom de boom zal later onderzocht worden». Uiteraard, aldus Johan De Mol, had de opmerking over de gezondheidstoestand van de Vredesboom geen betrekking op de verdikking van de stam; dat was gewoon het gevolg van een enting. De opmerking over de gezondheid van deze boom had daarentegen wel be trekking op de gebrekkige bladvorming. Iedereen die de ze boom tijdens de lente en zomer heeft geobserveerd, zal vastgesteld hebben dat de bladontwikkeling enorm be perkt is gebleven. De Vredes boom is op dit ogenblik op sterven na dood. Er moeten dan ook dringend maatregelen getroffen worden om deze bo om te redden. De vermoedelijke oorzaak van dit afsterven ligt in het gebrek aan water en voedsel,, een ge volg van het aanbrengen van een ondoorlaatbare wegbedek- king in de onmiddellijke buurt van de boom. Bij de aanleg van de Leo Duboisstraat en de Lange Molenstraat hebben we steeds opnieuw gepleit voor het aanbrengen van een door laatbare bedekking. Niet al leen kan daarmee de snelheid van het verkeer afgeremd wor den, maar kan het water in de grond dringen, waardoor het zeer vertakte wortelgestel voedsel kan opnemen. Toen hebben we deze problemen duidelijk geschetst. Het is droevig nu gelijk te moeten krijgen, hoewel de verdro- gingsverschijnselen reeds vorig jaar vast te stellen waren. Ver droogd hout, dat zich vooral aan de buitenzijde bevond, was hiervan een zichtbaar teken. Over partijpolitieke bedenkin gen heen, lanceerde Johan De Mol een oproep, moet deze boom gered worden. We doen dan ook een beroep op een beetje goede wil en vooral op een snel handelen. Daarom durven wc pleiten om, op kor te termijn, de voeding van de ze boom, kunstmatig tc laten gebeuren. Dit via voedselbui- zen. Voor de volgende lente aanbreekt moet bovendien een beslissing getroffen worden, wat de wegbdekking betreft. Naar onze mening zijn enkel drastische ingrepen mogelijk. We stellen dan ook voor om de asfaltering rond de Vredes boom weg te breken en te vervangen door een betege ling. Het betonnen weggedeel te tussen de Vredesboom en de woningen moet vervangen worden door een klein parkje. Stationering moet hier uitge sloten worden. We menen, besloot Johan De Mol, dat een antwoord als «we zullen dit onderzoeken» niet volstaat. Daarvoor is de zaak te dringend. Willen we aan de Vredesboom overlevingskan sen geven, dan moet dringend opgetreden worden. In zijn repliek stipte schepen André Tirez aan dat de ge meente wat de Vredesboom betreft reeds inspanningen ge leverd heeft. Aan de suggesties volgend uit het onderzoek is gevolg gegeven, het parkje aan de voet van de boom werd omgespit. Suggesties om bui zen in de grond te drijven en daarlangs water en voedsel toe te dienen, werden ons afgera- Groot - Lebbeke den. De grondlagen zouden aldus immers verdichten. Clement Vlassenroot van zijn kant stelde vast dat de discus sie omtrent de Vredesboom op regelmatige tijdstippen terug keert. Links en rechts duiken bovendien tegenstrijdige- standpunten naar voren. Vast stellende dat de maatregelen voortspruitend uit de besluiten van de studie geen resultaat opleveren, mogen we ons daaromtrent, besloot het SP- raadslid, toch enige vragen gaan stellen. Vooral omdat dit onderzoek de gemeente 40.000 F gekost heeft. Pierre Van Rossem De begroting van de Wiezese kerkfabriek kreeg het overigens hard te ver duren. Raadslid Vlassen- root noemde het de meest slordige begroting die hij ooit gezien had. Mochten mijn leerlingen dergelijk werk binnenleveren, ze kregen meteen een dikke onvoldoende, aldus het raadslid. De jongste Lebbeekse raadszitting werd bijge woond door, wij zeggen en schrijven, welgeteld één belangstellende. Obk rondom de raadstafel vie len diverse gaten te be speuren. Waren immers afwezig: schepen Karei De Gucht (vast in Straats burg), Arie Abbeloos (vast in provincieraad), Frans Tas en mevr. Van Roy- Rasson (beiden geëxku- seerd). Wie wel aanwezig was, was mevr. Arsène De Mol, raadslid en tegelijk voorzit ster van het OCMW. De pogingen van zowel SP als VU om haar aan de praat te krijgen, mislukten ech ter. De SP, blijkbaar ver rast dat de voorzitster tij dens de bespreking van de begrotingswijziging van het OCMW op haar stoel bleef zitten - in het verle den kuiste ze toen haar schup af- probeerde van de voorzitster enige nade re informatie omtrent deze begroting los te krijgen, maar ving bot. Ik laat An dré Tirez antwoorden, zei A. De Mol doodgemoede reerd. Een tweede poging, nu van de kant van Johan De Mol, mislukte even zeer. Raadslid Karei Uytter- sprot blikte terug op de voorbije Bevrijdingsfees ten. Hij noemde ze een voorbeeld van improvisatie en vond het verder schan dalig dat aan het vuurwerk dat ter gelegenheid van die feesten de lucht inging, 60.000 fr. werd gespen deerd. Terwijl de gevestig de kermissen als Kapelle- op z n smalst.. straatkermis te Denderbel le en de Statiestraat te Lebbeke, waar eveneens een vuurwerk werd afge stoken, op hun kin moch ten kloppen. 'Ge zijt slecht geplaatst daarop te reage ren,' repltkeerde burge meester Moeyersoon ge heimzinnig. 'Bovendien kunnen wij er niets aan doen dat bepaalde men sen ons tegenwerken'. Uit de diskussie omtrent de begroting van de groot- Lebbeekse kerkfabrieken kwamen we ook aan de- weet dat de kerkfabrieken van Wieze en Denderbelle een bepaald percent van hun ontvangsten aan de schatbewaarder van de kerkfabriek geven. In Leb beke wordt dat niet ge daan. Burgemeester Moeyersoon reageerde hierop met de bemerking dat de hogere overheid -wie gebruikte die term ook altijd? - die werkwijze goedkeurt. Van de Statiestraat ge sproken. In de buurt van het station is men van plan een reus te maken. Met een zou de Lebbeekse reuzenfamilie, die met Jef Tomat, Mie Petat, Suske en Wiske, Clement De Vos, Sooi de Voddenreus en Scherp, al lang. lid is van de Bond voor Grote en Jonge Gezinnen, nog met een telg uitgebreid wor den. Of de geboorte van «Basken», want zo gaat die nieuwe reus heten, overal met evenveel en- toesiasme zal onthaald worden, is een andere vraag. Willy Van Vossole kwam uit een schrijven van de «korrespondent ter plaat se» -en hij bedoelde de Bellese pastoor- aan de weet dat «het stoelgeld in Belle groeit». En toen dat zelfde raadslid de kerkfa briek van Wieze bekriti seerde, omdat in de begro ting zoveel administratie kosten vooikomen, kwam de raad van burgemeester Moeyersoen aan de weet dat de pastoor van Wieze nogal veel telefoneert Schepen Hiel van zijn kant verklaarde zich voor stander van het Duitse systeem van «Kirche- steuer», dat erin voorziet dat de mensen via hun belastingen een deel aan de kerk van hun voorkeur betalen. Een systeem, al dus de schepen, waarbij iedereen goed zou varen. Naar de mening .van raadslid Willy Van Vossole beginnen de Lebbeekse gemeenteraadsizttingen meer en meer op een 'soap opera' te gaan lijken. Amper een maand nadat het college hier een eerste en een tweede begrotings wijziging voorstelde, legde het raadslid uit, worden we hier vandaag al met een derde en een vierde wijzi ging gekonfronteerd. Leb beke is ooit het 'Kleine Chi cago' genoemd, m.i. krijgt het nu meer het uitzicht van een 'Klein-Dallas', al dus nog de Bellenaar. We vragen ons af wie de i -4 van J.R. zal toebedeeld ki igen, wie voor Bobby kan doorgaan. En Sue El len. En wiens boezem is omvangrijk genoeg om in de huid van Lucy te kruipen? SUOELENTREKKER

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1984 | | pagina 11