smoeie
rekkers
Ook Lebbeke zegt ja aan Derde Wereld en 11.11.11
Wat met de Lebbeekse Vredesboom?
Buggenhout-bos:
opgeruimd staat netjes
Halfoogst
De Voorpost - 2.11.1984 - 11
Ettelyke jaren reeds bestaat te Lebbeke een ononderbroken traditie, dat flink wat
Lebbekenaars, meestal via de vereniging waarvan ze deel uitmaken, zich inzetten voor
11.11.11.
Ze zitten al vele jaren in een vast stramien, dat totnogtoe steeds zeer gunstige resultaten
opleverde. Eén der verantwoordelijken blikte even achteruit en deelde ons mee, dat
Lebbeke in de voor bye acht jaar een totaalbedrag van 1.416.594 fr. samenbracht in het
j kader van 11.11.11, als hulp aan de Derde Wereld. Voeg daarbij dat midderwiji twee
Boemerangakties georganiseerd werden én een omhaling voor de getroffenen van
waterellende in Baasrode en Moerzeke, en het totaal aan solidariteitsbydragen van de
Lebbekenaars loopt op tot 2.160.535 fr.
■t u
Sommige organisatoren zou-
I den met dergelijke resultaten
I heel hoog van de toren gaan
blazen, maar in de O.L.
I Vrouwgemeente zijn ze eerder
I bescheiden en realistisch gaan
berekenen dat, gedurende de-
periode, per hoofd
1 127,50 fr. werd gegeven.
Betere bewustmaking
Heel veel Lebbekenaars we
ten dat ze heel wat meer heb
ben gegeven dan voormeld be
drag. Maar ergens, en dat is
dan bepaald jammer, zijn er
nog altijd velen die onberoerd
blijven en hun hart en geldbeu
gel gesloten houden. Hiermee
zijn zeker niet bedoeld sommi
ge gepensioneerden, die moe
ten rondkomen met een té
klein bedrag, zieken, minder-
validen en anderen die moei
zaam de eindjes aan mekaar
;evitl knopen. Wel wordt gedacht
-en de woordvoerders van de
aktie wegen hun woorden -
aan al diegenen die, vaak bij
gebrek aan voorlichting, al te
voor de hand liggende argu
menten naar voren schuiven
om zich van steun te ont
houden.
Te vaak zijn bemerkingen
Stok als «er is hier miserie genoeg»
en «heel wat blijft aan de vin
gers kleven» té gemakkelijke
en doorzichtige motieven en
mtlatingen, die de mensen die
ach inzetten vaak pijn doen.
Want meestal zijn ook zij het
die zich inzetten om de tekor
ten bij onze eigen mensen te
lenigen en voeren ze al deze
ikties belangloos.
Daarom ook willen de Leb-
beekse organisatoren in de
toekomst naar een betere be
wustmaking gaan toewerken,
ook door te zorgen voor ver
ruiming en verjonging van de
medewerkers. Vernieuwingen
die zich trouwens reeds mani-
festeerden tijdens de jongste
vergadering.
Een eerste gevolg van deze
nieuwe lijn is de vaststelling
dat de publiciteit rondom de
11.1111 aktie eenvoudiger en
ijpelijker gevoerd wordt,
slogans waarmee de
.C.O.S.-akties worden ge-
igeerd zijn vaak niet di-
rekt begrijpbaar voor heel wat
mensen. Daarom ook loopt de
11.1111-aktie te Lebbeke on
der het motto: «Om de twee
sekonden sterft een kind van
de honger!» «Help er wat aan
te doen!». Aan dergelijk cru
maar o zo waarheidsgetrouw
argument, kan men haast on
mogelijk voorbijgaan.
Voor het overige gebeurt de
omhaling te Lebbeke op de
traditionele manier. In ieder
huis van Groot-Lebbeke wordt
een omslag bedeeld met een
ingesloten pamflet ter verant
woording. Deze omslagen zul
len tijdens het weekend van 9,
10 en 11 november a.s. door
vrijwilligers worden opge
haald.
De akties worden in iedere
deelgemeente afzonderlijk ge
voerd, onder eigen verant
woordelijken en door eigen
verenigingen. Totnogtoe meld
den zich een veertigtal vereni
gingen, overigens een groter
aantal dan vorige jaren. Vere
nigingen of mensen die indivi
dueel wensen mee te werken
kunnen zich nog steeds melden
bij de plaatselijke verantwoor
delijken. Voor Wieze is dat
Martha De Wael, Rooien 78
(053/21.24.82), voor Dender
belle André Cooreman, Hof
straat 22 (052/21.63.27), voor
Lebbeke Achiel Vermeiren,
Poststraat 17 (052/21.65.14) of
de socio-kulturele dienst van
de gemeente in het gemeen
tehuis (052/21.35.11 of 12).
Vorming van TBC-
animatoren in Haïti
De opbrengst van de
11.11.11 aktie te Lebbeke
wordt gespendeerd aan de vor
ming van TBC-animatoren in
het Middenamerikaanse staat
je Haïti, een staat met de laag
ste alfabetiseringsgraad van
Latijns-Amerika, een Bruto
Nationaal Produkt per inwo
ner van 300 US dollar (België:
11.920 US dollar) en een le
vensverwachting bij de ge
boorte van amper 54 jaar
In Haïti loopt momenteel
een kampagne ter bestrijding
Y?n de tuberkulose, waann
privé-organisaties en parochies
samenwerken. Dit projekt be
helst de vorming en begelei
ding van de animatoren die het
programma in zeven lokalitei
ten, waar deze eerstelijnsge
zondheidszorg verstrekt
wordt, uitvoeren.
Tuberculose is een ziekte
van de allerarmsten. Hoofd
oorzaak is het gebrek aan ken
nis van de gezondheidsleer.
Voorlichting is dus prioritair.
Vooral om duidelijk te maken
dat deze ziekte geneesbaar is
en dat een lange behandelings
periode noodzakelijk is. De
taak van de lokale animatoren
bestaat erin de ergste gevallen
op te sporen, de vereiste be
handeling toe te passen en vak-
kinatiekampagnes te voeren.
Het 11.11.11-projekt bestaat
erin deze animatoren verder te
vormen en te begeleiden in de
uitvoering van hun taak.
De «Campagne Anti-Tuber-
culeuse» (CAT) is een niet-
gouvernementele organisatie,
gevestigd in de hoofdstad Port-
au-Prince, die een nationaal
programma ter bestrijding van
de TBC begeleidt. Wat ge
beurt onder de auspiciën van
het Ministerie van Gezond
heidszorg.
De regionale CAT-bureaus
hebben een beroep gedaan op
de privé-dispensaria om kandi
daat-gezondheidswerkers te
selekteren en hun salaris te
verzekeren. De CAT zorgde
voor een basisopleiding van
drie maanden voor deze men
sen en voorzag ze van het nodi
ge werkingsmateriaal.
In de streek van Dérac heb
ben zeven parochies de deelna
me aan dit nationaal en regio
naal TBC-programma georga
niseerd en werden stappen on
dernomen om de salariëring te
verzekeren. De animatoren
zijn Haïtianen, gekozen uit de
dorpsgemeenschappen. Zij
slagen erin mensen in de verst
gelegen dorpen te bereiken.
Hun opleiding startte eind a-
pril 1982 en midden augustus
van dit jaar zijn zij in funktie
getreden.
Opties
Via de campagne ter bestrij
ding van de TBC. wordt de
bevolking geïnformeerd dat
TBC geen paria-ziekte is, dat
genezing mogelijk is maar,
omwille van de lange behande
ling, geduld vraagt en dat het
na een beginbehandeling mo
gelijk is om weer aan de slag te
gaan.
Daarnaast sporen de anima
toren de ergste TBC-gevallen
op en proberen ze die mensen
te overhalen zich te laten be
handelen, samen overigens
met de risikogroep uit zijn of
haar omgeving. Met het doel
vanzelfsprekend aldus de erg
ste besmettingshaarden uit te
schakelen.
Verder wordt in een centraal
laboratorium het mikrosco-
pisch onderzoek, uitgevoerd
door de animatoren, gekontro-
leerd, wordt gepoogd via een
regelmatige vaccinatiekampag-
ne, gespreid over vijf a zes
jaar, de lokale bevolking te
immuniseren en worden via
een centrale apotheek de be
voorrading voor het mikrosko-
pisch onderzoek en de gratis
verleende of tegen kostprijs
verstrekte geneesmiddelen in
voorraad gehouden.
In de praktijk is het zo, dat
het de allerarmsten zijn die het
eerst slachtoffer zijn van deze
ziekte. Dit ingevolge een on
volledige voeding, slechte hy
giënische omstandigheden en
het gebrek aan financiële mid
delen om in de grote zieken
huizen een onderzoek en be
handeling te betalen.
De basisopleiding voor de
gezondheidswerkers blijkt on
voldoende te zijn om op de
diverse gevallen voorbereid te
zijn. Er bestaat dan ook een
nood aan verdere vorming en
begeleiding van TB-agenten.
Hun opdracht is overigens niet
te onderschatten, omdat het
bijvoorbeeld ontzettend veel
energie vraagt iemand bij wie
TBC gekonstateerd werd, te
overhalen tot het volgen van
een behandeling en die behan
deling ook vol te houden. Het
uitwisselen van vaststellingen
uit de praktijk wordt door de
agenten dan ook aangevoeld
als een nuttig uitgangspunt
voor verdere vorming. En ge
zien de zeer slechte wegverbin
dingen kunnen die kontakten
dan ook enkel gebeuren tij
dens specifiek ingerichte
Financiering van
vormingssessies
De voornaamste doelstelling
van dit projekt is dan ook de
financiering van voornoemde
vormingssessies, waarvan er in
het totaal 36 voorzien zijn,
verspreid over drie jaar.
Naast het informele kontakt
en het uitwisselen van ervarin
gen, komen tijdens deze ses
sies volgende onderwerpen
aan bod: de konkrete proble
men bij TBC-bestrijding (veel
mensen beschouwen TBC als
een ziekte voor de allerarm
sten, en daar horen zij toch
niet bij...); de rol van de ge
zondheidswerker en de manier
van werken (het belang van de
huis- en schoolbezoeken); de
verdere medische vorming (de
reaktie o.a. van sommige men
sen op de toegediende genees
middelen); de relatie tussen
TBC en de algemene gezond
heidstoestand van de bevol
king (vb. de ondervoeding en
hoe dit kan bestreden worden;
het ter beschikking stellen van
materiaal en medikamenten.
Men beoogt de voortzetting
van dit programma tot 1986.
De verwachting is dat de regel
matige vaccinatiekampagnes
een voldoende effekt zullen
hebben, dat TBC niet meer het
dreigende karakter zal verto
nen van een volksziekte en dat
vanaf 1987, deze TB-agenten,
met hun opleiding en vorming,
volledig zullen opgenomen
worden in de staatsgezond-
heidsdienst. Op hetzelfde ni
veau als de gezondheidswer
kers die nu al werkzaam zijn.
Op landelijk niveau zijn er al
enkele dokters naar het Tro
pisch Instituut te Antwerpen
gezonden. Voor specialisatie.
De medische begeleiding ligt
dan ook geheel in handen van
Haïtiaanse dokters.
Pierre Van Rossem
Buggenhout. De Buggenhoutse jeugd aan de slag in het bos. (pvr)
Onlangs werd in Buggenhout-bos, onze grote long, een
opruimingsaktie gehouden. Dit in samenwerking met de
boswachter en enkele mensen van de jeugdraad en met de
logistieke steun van het gemeentebestuur, in het bijzonder
de technische dienst.
Eventjes werd door de initia- berg, de kant van de bosdreef,
tiefnemers gevreesd, dat er achter de aan de rand gelegen
niet zou worden gereageerd op fabrieken, werd uitgekamd,
de oproep. Maar toch iets na Al de uit te kammen bosstro-
10 u. 's morgens (zaterdag ken, werden door de boswach-
voor velen een uitslaapmor- ter op plan gezet. Slechts 3
gen) kwamen de chiro-mensen bosstroken konden worden
van Opstal aangefietst in re- aangepakt door de aanhouden-
genkledij ingepakt en het och- de regen en tekort aan
tendontbijt nog nakauwend, mankracht.
Iets later een lange rij jonge In 1977 werd tevens ook een
VKSJ-ers uit Buggenhout. opruimingsactie gehouden,
In totaal goed voor een 40-tal grof materiaal werd ingezet,
vrijwillige vuilnisruimers. De Vandaag blijkt dat er nog al-
omgeving van de konijnen- tijd rommel in het bos wordt
gestort, hoopgevend is wel, er
wordt slechts aan de randen
van het bos gestort.
Men kan niet op dezelfde wijze
doorgaan. Er moet paal en
perk gesteld worden aan de
groei van afval. Dit is mogelijk
door produktie van duurzame
goederen, minder verspilling
van materialen en gebruik van
zo weinig niet afbreekbaar ver
pakkingsmateriaal. Men zal
zich uitsluitend moeten richten
op kringloopekonomie, dat is
opnieuw gebruiken van afval.
In de lente 85 zal er waar
schijnlijk een volgende oprui
mingsaktie doorgaan.
Hopelijk blijft het bos dan zui
ver van afval!
Koen V.d. Broeck
Tydens de jongste raadszitting te Lebbeke hield VU-
raadslid Johan De Mol een pleidooi voor het redden van
de «Vredesboom», de boom die in de loop van 1919 op de
hoek van de Kouterbaan en de Bellestraat aangeplant
werd en de vryheids- en vredeswil van de Lebbekenaars
beklemtoont.
Achiel Vermeiren vertelt...
(2)
In die kindermis mochten eigenlijk geen grote mensen
komen, tenzij - en dot werd hen vanaf de preekstoel bijna
iedere zondag op het hart gedrukt- ze geen andere
gelegenheid hadden. Jonge kerels werden door de «Zwis»
wel eens aan de deur gewalst. Tegenover de ouderen trad
hij taktvol op en vroeg hij dan «of ze toch nau gieen ander
mis koste kommen».
Bij sommigen had dat taktvol optreden en het gevraag
vanop de preekstoel geen resultaat, want iedere zondag
waren ze trouw op post in de kindermis. De pastoor lag dat
wel een beetje zwaar op de maag. Maar hoe hij er ook
tegen inging en zei dat de kindermis voor de kinderen was
en zeker niet korter don de andere missen, de fanate
kindermisbezoeker bleef komen.
Eén van die onvermurwbaren was mijn vader. Soms was
hij reeds vóór acht uur de deur uit. De oorzoak hiervan lag
bij moeder. Vader was een van die types die nogol
zenuwachtig aangelegd waren en nu was ik vriendelijk in
mijn beschrijving. Moeder was, zoals alle moeders de beste
van de wereld, totaal anders en ze had het graag onders
gewild. Maar vader was zo, zó en nog anders. Om een
beetje opluchting te hebben durfde ze de wekker, die op de
schouw stond, een stevig stuk vooruit zetten - soms wel
eens een klein halfuur - met als gevolg dat vader voortijdig
de deur uitstapte.
Wanneer hij 's middags thuiskwam, na voldoende beoe
fening van een werk van barmhartigheid; de dorstigen
laven - zei hij «Oveel stond dei arloegge véé, vande
meirrend?» Moeder antwoordde dan dat ze't niet goed
wist, maar ik wist wel beter.
De kerk zag er op halfoogst heel anders uit dan
gewoonlijk en er was ook minder plaats. De heiligen waren
van hun sokkel gehaald en ervoor op een draagstoel
geplaatst Een paar heiligen die, doorheen het jaar niet in
de kerk stonden, maar in «'t Prossessekot», eisten ook hun
ruimte op. Aan de pilaren hingen prachtige vlaggen,
helemaal met gouddrood geborduurd en sommige voor
zien van taferelen waar men tijd bij tijd kon zitten naar
kijken
Vooroan, op het hoogaltaar, stond «'n Emel», rechts
vooraan stonden de flambeeuwen en helemaal rechts,
voor het altaar, de maquette van de kerk. Vóór dit altaar
zaten, op lage bankjes, de leerlingen van het eerste
studiejaar van de Broedersschool. De hoogste klassen van
diezelfde school zaten ook op de trappen - zo heette dot
toen - voor het hoofdaltaar. Beneden de trappen, naar
achteren toe, zaten dan de andere leerjaren, beginnend bij
de groten en de kleintjes achteraan. In de rechterzijbeuk,
beneden de trappen, zaten de jongens van de gemeen
teschool. De hele vrouwenkant was ingenomen door de
meisjes van de Zustersschool. Een gemeentelijke meisjes
school was er toen nog niet.
De hele sfeer was anders dan gewoonlijk. Er heerste een
zekere vorm van zenuwachtigheid en spanning, waarin de
uandacht minder dan anders bij het misgebeuren was be
trokken.
Na de mis trokken we naar 't school. In ieder klaslokaal
-want het was meestal in klasverband dat er in de
processie werd opgestopt - lagen de processiekleren op de
banken. Vooraleer we van gewone jongen overstapten in
het gewood van een heilige, werd ons, door de broeder of
de meester, op het hart gedrukt zorg te dragen voor ons
Weed en - hierbij keek hij don meestal in de richting van de
minder devoten - ons waardig te gedragen in de processie,
niet voortdurend links en rechts te kijken en vooral mee te
bidden. Wie ons begeleidde liep, zijn paternoster biddend,
naast de groep en wij moesten antwoorden.
Langs de Laurierstraat en de «klein plaats» stapten we
naar 't dorp. Wanneer de hoogmis gedaan was, luidden de
klokken en zette de processie zich in beweging.
Voorop de «Zwis» met een paar misdienaars -
één het kruis droeg - en een onderpastoor. De politie liep
toen niet vooraan, zoals nu, maar bij het «Allerheiligste».
We hadden toen ook maar vier politiemannen: de «kom-
messair», «Sisken», «Mong» en «Gèèn», die ook de «nie-
ven sjampetter» genoemd werd. Hij was in de plaats
gekomen van «den Baut».
Dan kwamen de Twaalf Geslachten. Twaalf stevige
boeren op nog steviger boerenpaarden, fier met hun
vaandel, omdat ze een jarenlange familietraditie verleng
den. Zij zelf reden reeds zovele jaren in de processie en
vóór hen had hun vader dot zolang gedaan. Daarachter
kwam de maquette van de kerk. En toen kwamen de
jongens en de meisjes in hun onderscheiden groepen,
zichzelf allemaal een beetje vereenzelvigend met de heili
gen die ze uitbeeldden.
Eén der eerste jongensgroepen was die van Broeder
Beatus, die iedere keer, op zijn soutane, -heel fier zijn
oorlogsdekoraties droeg De miniatuurheiligen, de sinten,
de engelkens, de maagdekens, de Mariakes of Lievevrouw-
kes, liepen allen even fier door de bevlogde en feestelijk
uitziende straten. Nauwkeurig werden ze in de gaten
gehouden om te zien of ze de heilige sfeer van de processie
eerbiedigden. Eigenlijk bestond daar geen gevaar voor,
want ze deden het zo gewetensvol, dat wanneer ze vader
of moeder langs de weg zagen, ze maar even met het
hoofd durfden groeten. Bevoorrechten, en ze voelden zich
ook als dusdanig, waren degenen die de groep mochten
voorgaan. Daar was bijvoorbeeld «Sint-Antonius» Vóór al
de «St.-Antoniuskes» liep hij in een veel mooier gewaad en
hij mocht Kindeke Jezus aan de hand meevoeren. Dat
Kindeke jezus was geen van ons, want we waren te groot.
Er moest immers een duidelijk versch'l in grootte zijne. Het
was meestal altijd het zoontje van een geprivilegieerde, die
op andere voet met de geestelijkheid leefde dan onze
ouders.
Zo vormde de processie een heel lange optocht met
telkens de heiligenbeelden ertussen en de prachtig gebor
duurde vaandels van de konfrerieën. Sommige ervan
werden door drie mannen gedragen en bij wat winderig
weer was dat geen gemakkelijke opgave. Er was de groep
zingende maagden, die met palmen wuifden en zich fier
•Solve Regina» noemden. Allemaal leden der kongregatie
der jonge dochters. Er werd daarbij duidelijk een onder
scheid gemaakt tussen gehuwden en ongehuwden. Zo
mochten - en dat is nog zo, de traditie wil het - de dragers
van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lebbeke niet
gehuwd zijn. Alle andere «Lieve Vrouwkes» of «Maria's»
of «Treezekes» of Jeanne D'Arc waren eveneens onge
huwd.
Jeanne d'Arc, de maagd van Orleans, stapte in een
zwaar uitziende maliënkolder en helm, met een manhafti
ge houding en waardige stop midden al het heiligengedoe.
Treezeken stapte meestal met een te gracieuze stap en
een beetje te aantrekkelijk in haar lieftallig, pastelkleurig
nonnengewaad. Haar ingetogenheid en glijdende pater
noster in haar hand, konden niet beletten dat ze voor een
heilige - ik gebruik woorden van nu - net iets te veel sex-
appeal had,
Hoe dikwijls O.L Vrouw voorgesteld werd als Koningin,
weet ik niet meer. Maar 't was ettelijke malen. Zo was er de
koningin van de rozenkrans, koningin der engelen, konin
gin van alle heiligen, enz. Maar ik geloof dat het de
koningin van alle heiligen was, wiens mantel al de rest in
schoonheid, maar vooral in omvang overtroefde.
Het gebeurde dot, als een koningin door een andere
vervangen werd, de familie van deze laatste voor een
nieuwe mantel zorgde.
«De ijdelheid is des mensen» en de mantel dan ook soms
in verhouding De mantel van fluweel en afgebiesd met iets
dat voor hermelijn doorging, was zo zwaar dat de koningin
- het meisje in kwestie - al de moeite van de wereld had
om waordig voort te schrijden De mantel moest dan ook
op- en opengehouden worden. Dat gebeurde door kleine
meisjes, die ver uit mekaar moesten lopen om de mantel
wijd opengespannen te houden. De begeleidende juffer
had dan ook meer dan de handen vol om dat een beetje
ordevol te laten verlopen en moest vaak een handje
toesteken.
(wordt vervolgd)
Of die boom in de toekomst
nog altijd rechtop zal blijven
staan is de voorbije jaren, o.a.
door het Groenkomitee in
vraag gesteld. De boom, dat
merk je zo, ziet er allesbehalve
gezondTiit.
Vanuit verschillende groepen,
beklemtoonde Johan De Mol
in zijn interpellatie, werd aan
gedrongen dringend werk te
maken van het redden van de
Vredesboom. Op 5 mei van
vorig jaar werd door professor
Van Miegroet een mini-onder
zoek uitgevoerd. In het sche-
penboek d.d. 6 juni las ik daar
omtrent het volgende: «Uit het
verslag van professor Van Mie-
groet blijkt dat geen kanker-
plekken aanwezig zijn. Rond
om de boom dient de grond
losgewerkt om de verluchting
in de grond toe te laten. Vele
aldaar geplaatste palen enz.
zullen verwijderd worden en
de grond zal regelmatig losge
werkt worden. De boom zal
eveneens goed gesnoeid wor
den. Het aanbrengen van
afsluiting rondom de boom zal
later onderzocht worden».
Uiteraard, aldus Johan De
Mol, had de opmerking over
de gezondheidstoestand van de
Vredesboom geen betrekking
op de verdikking van de stam;
dat was gewoon het gevolg van
een enting. De opmerking
over de gezondheid van deze
boom had daarentegen wel be
trekking op de gebrekkige
bladvorming. Iedereen die de
ze boom tijdens de lente en
zomer heeft geobserveerd, zal
vastgesteld hebben dat de
bladontwikkeling enorm be
perkt is gebleven. De Vredes
boom is op dit ogenblik op
sterven na dood. Er moeten
dan ook dringend maatregelen
getroffen worden om deze bo
om te redden.
De vermoedelijke oorzaak van
dit afsterven ligt in het gebrek
aan water en voedsel,, een ge
volg van het aanbrengen van
een ondoorlaatbare wegbedek-
king in de onmiddellijke buurt
van de boom. Bij de aanleg
van de Leo Duboisstraat en de
Lange Molenstraat hebben we
steeds opnieuw gepleit voor
het aanbrengen van een door
laatbare bedekking. Niet al
leen kan daarmee de snelheid
van het verkeer afgeremd wor
den, maar kan het water in de
grond dringen, waardoor het
zeer vertakte wortelgestel
voedsel kan opnemen. Toen
hebben we deze problemen
duidelijk geschetst. Het is
droevig nu gelijk te moeten
krijgen, hoewel de verdro-
gingsverschijnselen reeds vorig
jaar vast te stellen waren. Ver
droogd hout, dat zich vooral
aan de buitenzijde bevond,
was hiervan een zichtbaar
teken.
Over partijpolitieke bedenkin
gen heen, lanceerde Johan De
Mol een oproep, moet deze
boom gered worden. We doen
dan ook een beroep op een
beetje goede wil en vooral op
een snel handelen. Daarom
durven wc pleiten om, op kor
te termijn, de voeding van de
ze boom, kunstmatig tc laten
gebeuren. Dit via voedselbui-
zen. Voor de volgende lente
aanbreekt moet bovendien een
beslissing getroffen worden,
wat de wegbdekking betreft.
Naar onze mening zijn enkel
drastische ingrepen mogelijk.
We stellen dan ook voor om de
asfaltering rond de Vredes
boom weg te breken en te
vervangen door een betege
ling. Het betonnen weggedeel
te tussen de Vredesboom en de
woningen moet vervangen
worden door een klein parkje.
Stationering moet hier uitge
sloten worden.
We menen, besloot Johan De
Mol, dat een antwoord als «we
zullen dit onderzoeken» niet
volstaat. Daarvoor is de zaak
te dringend. Willen we aan de
Vredesboom overlevingskan
sen geven, dan moet dringend
opgetreden worden.
In zijn repliek stipte schepen
André Tirez aan dat de ge
meente wat de Vredesboom
betreft reeds inspanningen ge
leverd heeft. Aan de suggesties
volgend uit het onderzoek is
gevolg gegeven, het parkje aan
de voet van de boom werd
omgespit. Suggesties om bui
zen in de grond te drijven en
daarlangs water en voedsel toe
te dienen, werden ons afgera-
Groot - Lebbeke
den. De grondlagen zouden
aldus immers verdichten.
Clement Vlassenroot van zijn
kant stelde vast dat de discus
sie omtrent de Vredesboom op
regelmatige tijdstippen terug
keert. Links en rechts duiken
bovendien tegenstrijdige-
standpunten naar voren. Vast
stellende dat de maatregelen
voortspruitend uit de besluiten
van de studie geen resultaat
opleveren, mogen we ons
daaromtrent, besloot het SP-
raadslid, toch enige vragen
gaan stellen. Vooral omdat dit
onderzoek de gemeente 40.000
F gekost heeft.
Pierre Van Rossem
De begroting van de
Wiezese kerkfabriek kreeg
het overigens hard te ver
duren. Raadslid Vlassen-
root noemde het de meest
slordige begroting die hij
ooit gezien had. Mochten
mijn leerlingen dergelijk
werk binnenleveren, ze
kregen meteen een dikke
onvoldoende, aldus het
raadslid.
De jongste Lebbeekse
raadszitting werd bijge
woond door, wij zeggen en
schrijven, welgeteld één
belangstellende. Obk
rondom de raadstafel vie
len diverse gaten te be
speuren. Waren immers
afwezig: schepen Karei De
Gucht (vast in Straats
burg), Arie Abbeloos (vast
in provincieraad), Frans
Tas en mevr. Van Roy-
Rasson (beiden geëxku-
seerd).
Wie wel aanwezig was,
was mevr. Arsène De Mol,
raadslid en tegelijk voorzit
ster van het OCMW. De
pogingen van zowel SP als
VU om haar aan de praat
te krijgen, mislukten ech
ter. De SP, blijkbaar ver
rast dat de voorzitster tij
dens de bespreking van de
begrotingswijziging van
het OCMW op haar stoel
bleef zitten - in het verle
den kuiste ze toen haar
schup af- probeerde van
de voorzitster enige nade
re informatie omtrent deze
begroting los te krijgen,
maar ving bot. Ik laat An
dré Tirez antwoorden, zei
A. De Mol doodgemoede
reerd. Een tweede poging,
nu van de kant van Johan
De Mol, mislukte even
zeer.
Raadslid Karei Uytter-
sprot blikte terug op de
voorbije Bevrijdingsfees
ten. Hij noemde ze een
voorbeeld van improvisatie
en vond het verder schan
dalig dat aan het vuurwerk
dat ter gelegenheid van die
feesten de lucht inging,
60.000 fr. werd gespen
deerd. Terwijl de gevestig
de kermissen als Kapelle-
op z n smalst..
straatkermis te Denderbel
le en de Statiestraat te
Lebbeke, waar eveneens
een vuurwerk werd afge
stoken, op hun kin moch
ten kloppen. 'Ge zijt slecht
geplaatst daarop te reage
ren,' repltkeerde burge
meester Moeyersoon ge
heimzinnig. 'Bovendien
kunnen wij er niets aan
doen dat bepaalde men
sen ons tegenwerken'.
Uit de diskussie omtrent
de begroting van de groot-
Lebbeekse kerkfabrieken
kwamen we ook aan de-
weet dat de kerkfabrieken
van Wieze en Denderbelle
een bepaald percent van
hun ontvangsten aan de
schatbewaarder van de
kerkfabriek geven. In Leb
beke wordt dat niet ge
daan. Burgemeester
Moeyersoon reageerde
hierop met de bemerking
dat de hogere overheid
-wie gebruikte die term
ook altijd? - die werkwijze
goedkeurt.
Van de Statiestraat ge
sproken. In de buurt van
het station is men van plan
een reus te maken. Met
een zou de Lebbeekse
reuzenfamilie, die met Jef
Tomat, Mie Petat, Suske
en Wiske, Clement De
Vos, Sooi de Voddenreus
en Scherp, al lang. lid is
van de Bond voor Grote en
Jonge Gezinnen, nog met
een telg uitgebreid wor
den. Of de geboorte van
«Basken», want zo gaat
die nieuwe reus heten,
overal met evenveel en-
toesiasme zal onthaald
worden, is een andere
vraag.
Willy Van Vossole kwam
uit een schrijven van de
«korrespondent ter plaat
se» -en hij bedoelde de
Bellese pastoor- aan de
weet dat «het stoelgeld in
Belle groeit». En toen dat
zelfde raadslid de kerkfa
briek van Wieze bekriti
seerde, omdat in de begro
ting zoveel administratie
kosten vooikomen, kwam
de raad van burgemeester
Moeyersoen aan de weet
dat de pastoor van Wieze
nogal veel telefoneert
Schepen Hiel van zijn
kant verklaarde zich voor
stander van het Duitse
systeem van «Kirche-
steuer», dat erin voorziet
dat de mensen via hun
belastingen een deel aan
de kerk van hun voorkeur
betalen. Een systeem, al
dus de schepen, waarbij
iedereen goed zou varen.
Naar de mening .van
raadslid Willy Van Vossole
beginnen de Lebbeekse
gemeenteraadsizttingen
meer en meer op een
'soap opera' te gaan lijken.
Amper een maand nadat
het college hier een eerste
en een tweede begrotings
wijziging voorstelde, legde
het raadslid uit, worden we
hier vandaag al met een
derde en een vierde wijzi
ging gekonfronteerd. Leb
beke is ooit het 'Kleine Chi
cago' genoemd, m.i. krijgt
het nu meer het uitzicht
van een 'Klein-Dallas', al
dus nog de Bellenaar.
We vragen ons af wie de
i -4 van J.R. zal toebedeeld
ki igen, wie voor Bobby
kan doorgaan. En Sue El
len. En wiens boezem is
omvangrijk genoeg om in
de huid van Lucy te
kruipen?
SUOELENTREKKER