BELGIE IN MOBILISATIETIJD
EN HET BEGIN VAN DE
18-DAAGSE VELDTOCHT
T
48 - 7.6.1985 - De Voorpost
-M. ijdens de Duitse inval in Polen op 1 september
1939 maakte de Belgische regering de wereld nog
eens nadrukkelijk kenbaar, dat België een "neutraal"
land was en dat ook wilde blijven. Dat was het
ogenblik waarop de regering Pierlot overging van
een onafhankelijkheidspolitiek naar een politiek van
neutraliteit.
Ondanks dat worstelde de Belgische regering met de
klemmende vraag of alle overleg met de oorlogvoe
rende partijen moest worden afgewezen of dat zo
snel mogelijk een vergaande samenwerking met
Frankrijk en Groot-Brittannië tot stand moest wor
den gebracht. Op die manier zou een goede militaire
verdediging kunnen worden georganiseerd.
De Belgische bevolking, waarvan bij een groot deel
de ellende van de Eerste Wereldoorlog nog vers in
het geheugen lag, gaf grotendeels de voorkeur aan
een strikte neutraliteit. Op die manier hoopte men
buiten de oorlog te kunnen blijven. Maar ook België
zou voorzorgsmaatregelen moeten nemen, ondanks
die neutraliteit.
Op 4 september 1939, één dag nadat Frankrijk en
Groot-Brittannië aan Duitsland de oorlog hadden
verklaard, werd het Belgische leger gemobiliseerd.
Koning Leopold III werd opperbevelhebber. Er
kwamen 600.000 soldaten onder de wapens. Voor
ons land had dit grote nadelige gevolgen voor de
zware industrie. Weliswaar draaide de zware indus
trie door, maar heel wat fabrieken en werkplaatsen
kwamen stil te liggen door het plotselinge tekort aan
personeel.
België handhaafde een strikte neutraliteit. Generaal
Gamelin, de Franse opperbevelhebber, was met die
neutraliteit niet erg ingenomen. "Als het Franse leger
België pas mag binnentrekken als een Duitse aanval
is begonnen, komen we te laat" meende hij.
Pas later zou men tot de kon klus ie komen, hoe sterk
de generaal, de nagel op de kop had geslagen. Maar
toen was het te laat.
Verzoeken van de geallieerden om met het oog op
een gemeenschappelijke verdediging tot nader over
leg te komen, werden einde september 1939 beleefd
maar zeer beslist door de koning afgewezen.
Onheilspellende voortekenen
In oktober 1939 was de toestand echter volledig
veranderd. Polen was door de troepen van Hitier
onder de voet gelopen en tussen Duitsland en Rus
land verdeeld.
De Belgische militaire inlichtingendienst wist dat er
tussen Wesel en Trier ongeveer 65 geheel ge-
vechtsklare Duitse divisies waren samengetrokken.
Die zouden onmiddellijk kunnen optreden. Ook
berichten uit Duitsland wezen in een dergelijke
richting.
België bleef niet stilzitten. Er werden anti-tankver
sperringen opgericht, kazematten gebouwd en mij
nenvelden gelegd. Ons land maakte zich zo goed
mogelijk gereed om zijn neutraliteit te verdedigen.
Op 6 november vroeg de Belgische militaire attaché
in Parijs, Generaal Delvoie aan Generaal Gamelin:
Als België de Geallieerden om steun vraagt, kunnen
hun troepen dan binnen 48 uur de Belgische soldaten
aan het Albertkanaal ter hulp komen? En mocht dat
België mobiliseert en er komen 600.000 mennen
onder de wapenen. (J.M.)
niet het geval zijn, zou dat dan binnen vier dagen
kunnen?"
Zonder nader op de bijzonderheden van dergelijke
omvangrijke troepenverplaatsing in te gaan, het
antwoord luidde: "Als Duitsland België aanvalt, zal
het Franse leger niet werkloos toekijken
Plannen dienden dus uitgewerkt. Kolonel Hartcoeur
werd overgeplaatst om de Franse militaire attaché in
Brussel bij te staan, de Britten zonden Admiraal Sir
Roger Key es, held van de aanval op Zeebrugge
tijdens de Eerste Wereldoorlog die zich belast zag
met het onderhouden van contacten tussen de Belgi
sche en Britse Generale Staven.
Belgische verdedigingslinies
T Bij het Belgische leger lag het zwaartepunt op de
verdediging van het Albertkanaal en de Maas, met
het fort Eben-Emaal, als hoeksteen. Fort gebouwd
tussen 1932 en 1935 en dat als onneembaar gold.
Verder rekende het op de verdedigingslinie K (Ko-
ningshooik) W (Waver) bestaande uit 350 bunkers,
tankversperringen en inundaties. Verdedigingslijn
waaraan de Belgen de naam "De ijzeren muurhad-
f den gegeven.
Maar hoe sterk het allemaal leek, de Franse Generale
Staf geloofde niet dat de Belgen er in zouden slagen
de Duitsers bij het Albertkanaal tegen te houden.
Militair overleg
Hadden de Franse en Britse legerleidingen, begin
november al militaire maatregelen besproken, welke
dienden genomen bij een eventuele inval in België
(en Nederland) men meende dat er meer overleg
nodig was tussen de Belgen en haar bondgenoten.
Om begrijpelijke, politieke redenen werd dit overleg,
geheim gehouden.
Men was de mening toegedaan dat een openlijke
samenwerking plus toelating van Franse en Britse
troepen op ons grondgebied, de Duitse inval alleen
zou kunnen versnellen.
Volgens Hitier zou dit betekenen dat België haar
neutraliteit had prijsgegeven...
Toch zou dat overleg België-Geallieerden goed op
gang komen na... de noodlanding van de Duitse
Majoor Reinberger bij Kwaadmechelen, waarover
elders meer.
De kansen om buiten de oorlog te blijven werden
door de Geallieerden niet hoog aangeslagen. Maar
ze respecteerden het standpunt van de Belgische
regering en van de koning. Ze beseften beter dan wie
ook, dat die kans (neutraal te blijven) zou verdwij
nen op het ogenblik dat hun legers de Belgische grens
zouden overschrijden.
Op 6 november werd de toestand zo gespannen er
werd toen gemeld dat er 85 Duitse divisies klaar
stonden voor de aanval op het Westen dat
Generaal Van Overstraeten opdracht gaf de linie aan
het Albertkanaal te versterken.
Op 8 november leek het alsof de bom zou gaan bar
sten. Minister Spaak kreeg een telegram van de Bel
gische militaire attaché in Berlijn dat de Duitsers de
nacht van 11 op 12 november België (en Nederland)
Het ongenaakbaar gewaande fort van Eben Emaal aan
het Albertkanaal werd binnen anderhalve dag door de
Duitsers overrompeld. (J.M.)
zouden binnenvallen.
Op 12 november was het bar slecht weer. De regen
viel met stromen uit de lucht. Het bleef regenen tot 15
november. Voor Hitler was dat de reden om zijn
aanval Fall Gelb" opnieuw te doen uitstellen.
Het gevolg van dit uit Duitsland gekomen alarm, ook
al ging de aanval niet door, was dat het op gang
gekomen overleg tussen de Generale Staf van België
en de Geallieerden werd voortgezet.
West-Europa had geen onbezorgde nieuwjaarsdag, 1
januari van 1940. Op 30 december 1939 hoorde de
Italiaanse kroonprinses Marie José van Piedmont,
zuster van Koning Leopold, van de Italiaanse Minis
ter van Buitenlandse Zaken, Graaf Ciano, schoon
zoon van Mussolini, dat Duitsland op korte termijn
België zou binnen vallen. Zij aarzelde geen ogenblik
en gaf deze mededeling aan haar broer in Brussel
door.
Als klap op de vuurpijl kwam daarbij de noodlan
ding die de Majoor van de Duitse luchtmacht,
Reinberger, maakte bij Kwaadmechelen. Hij had de
plannen van de Duitse aanval op ons land, Neder
land en Frankrijk bij zich. Ondanks het feit dat hij de
papieren tweemaal had proberen te verbranden,
bleef er voor de Belgische militairen genoeg te lezen
over om van het plan zo goed als volledig op de
hoogte te zijn.
Voor de Belgen bevatten de Duitse plannen één
bijzonder verrassend element, namelijk het feit dat de
Duitse para's zouden gebruikt worden om de brug
gen over de Maas tussen Namen en Dinant onbe
schadigd in handen te krijgen. Dat was nodig om een
snelle opmars van een groot gemotoriseerd leger,
gesteund door tanks, mogelijk te maken.
Hel uitlekken van de Duitse plannen had tot gevolg
dat zowel in ons land als in Frankrijk bijzondere
militaire maatregelen werden genomen. Weliswaar
bevatten de Duitse plannen geen datum van de
aanval, maar dat die aanval binnen zeer afzienbare
tijd zou komen, was elkeen nu wel duidelijk ge
worden.
Opvallend was wel, dat in tegenstelling met de
telkens voor de militaire leiders oplopende spanning,
onze bevolking vrij lauw bleef. Men hield zich strikt
vast aan de neutraliteitspolitiek van de regering. Ook
de politieke partijen stonden achter die strikte neutra
liteit. Slechts een kjleine groep was van mening dat
ons land nauw met de Fransen moest samenwerken,
het liefst door middel van een Belgisch-Franse al
liantie.
In het begin van maart 1940 bracht Generaal Van
Overstraeten, de Fransen onder de aandacht dat een
Duitse aanval ook wel eens door de Ardennen (later
zou blijken dat dit juist geraden was) en het G.H.
Luxemburg zou kunnen geschieden. Bijzondere
maatregelen werden echter niet getroffen, terwijl het
Belgische leger over niet voldoende manschappen
beschikte om dat gat daar af te sluiten.
Het stond wel vast dat België zonder onmiddellijke
fJt/iwf.nM/i/r/ mnapf
Het deels verbrande, maar duidelijk leesbare papier
dat Reinberger tot tweemaal toe had proberen te
verbranden, bevatte het volledige Duitse aanvalsplan
op het Westen: Fall Gelb». (J.M.)
Noorwegen binnen. De Geallieerden hadden nu
zekerheid, de Duitse aanval op het Westen stond
voor de deur.
De hel breekt los...
de 18-daagse veldtocht van het
Belgische leger
In de vroege morgen van 10 mei 1940 werden de
Belgen uit hun slaap opgeschrikt door het zware
geronk van vliegtuigen. Hier en daar werden ontplof
fingen gehoord. Duitse troepen trokken over de
grenzen. Begunstigd door stralend weer probeerde
Nazi-Duitsland België (en Nederland) tn de kortst
mogelijke tijd te overrompelen.
Het eerste doel van de Duitsers was het uitschakelen
van het fort van Eben-Emaal, het grootste en sterkste
fort van België, tevens hoeksteen van de stelling Luik
en dat als onneembaar gold.
Dat dachten niet de Duitsers, die voor haar uitscha
keling, onder de grootste geheimhouding zes maan
den lang in een afgelegen gebied in Duitsland zwaar
hadden geoefend, ledereen kende nauwkeurig zijn
taak en wist precies wat er van hem verlangd werd.
Het was hun in zoverre gemakkelijk gemaakt dat ze,
zoals later zou blijken, over een volledige platte
grond van Eben-Emaal beschikten.
Op 9 mei 1940 werden de Duitse luchtlandingstroe
pen in staat van paraatheid gebracht Vanuit de
vliegvelden Ostheim en Butzweilerhoff bij Keulen
stegen ze om 04.30 u. op.
De landing was gepland op 5.25 u., vijf minuten
voordat de Duitse troepen ons land zouden binnen
vallen.
De landing uitgevoerd met elf zweeftoestellen en 86
man verliep helemaal volgens plan, tot grote verras
sing van de Belgische militairen in het fort, die
voordat ze het goed en wel hadden begrepen, in volle
strijd waren betrokken.
De tegenstand van onze soldaten bleef fel en hard
nekkig, maar de Duitsers, geland bovenop het fort,
hadden hen in de val. Een Belgisch artillerie-bom
bardement, gepaard met een aanval van de infante
rie, zag de Duitsers teruggedreven... Het zou maar
van tijdelijke aard zijn.
Intussen waren de bruggen over het Albertkanaal,
zowel te Vroenhoven als te Veldwezelt, onbescha
digd in Duitse handen gevallen terwijl deze bij Kanne
door de Belgen was opgeblazen.
Maar de Duitsers sloegen terug. In de vroege morgen
van 11 mei kregen ze versterking van andere Duitse
eenheden die niet rubberbootjes het Albertkanaal
waren overgestoken.
Toen was het nog maar een kwestie van uren.
Op 11 mei, te 12 u. werd staakt het vuren»
geblazen. Met 55 man hadden de Duitsers het
sterkste fort van België, dat door 700 man was
verdedigd tot opgave gedwongen.
Op de morgen van 10 mei hielden drie regimenten
van de Belgische 7' divisie ongeveer 19 km linie langs
het Albertkanaal bezet. De dag tevoren waren velen
van hen tijdens hun verlof plotseling teruggeroepen
als gevolg van de alarmtoestand die op de avond van
Bij de opmars naar het westen werden door de
Duitsers pontonbruggen meegevoerd. Hier deze bij
Dinant. (J.M.)
9 mei was ontstaan.
Volgens berichten uit Duitsland kon de inval der
Duitsers worden verwacht op 10 mei en als gevolg
daarvan was de alarmtoestand afgekondigd.
De Belgische verlofgangers die zo plotseling van huis
en haard werden weggerukt, dachten dat het wel weer
op een sisser zou aflopen, net als de vorige keren.
Met veel tegenzin waren ze naar hun gevechtsstellin
gen teruggereisd.
Toen echter in die vroege 10 mei morgen, hele
zwermen Duitse vliegtuigen kwamen overvliegen en
de eerste bommen vielen, begrepen ze dat ze niet
tn^.nnornonan rtnr intlfi 7(1P 7irh
Het betekende dat een front met een lengte van 210
km door 22 Belgische divisies tegen een veel sterkere
vijand zou moeten worden verdedigd.
Op 9 april 1940 vielen de Duitsers Denemarken en
Het Duitse luchtwapen sloeg ongenadig toe. (J.M.)
zijde wilde men vóór alles dat de onbeschadigd
gebleven bruggen, alsnog werden vernietigd. Belgi
sche vliegtuigen, elk met bommetjes van 50 kilo aan
boord» zouden deen aanval uitvoeren. De Duitsers
die zich hieraan hadden verwacht, vergastten hen
niet alleen in een wolk van ontploffende luchtdoel
granaten, maar te voren werden ze al aangevallen
door de snelle en beter bewapende Duitse gevechts
vliegtuigen. Tot overmaat van ramp lieten de bom
men van de Belgische vliegtuigen niet los. Een aantal
werd neergehaald en de rest zette opnieuw een aanval
in. Toen werden ook Britse en Franse vliegtuigen
ingezet. Ook deze ajjnvallen liepen op niets uit. De
bruggen bleven onbeschadigd en in Duitse handen.
Na twee oorlogsdagen met op enkele plaatsen langs
hei Albertkanaal harde strijd begon in de nacht van
11 op 12 mei de grote terugtocht van het Belgisch
leger
Een foto van de Duitse propaganda-compagnle
(J.M.)
Deze terugtrekkende Belgische troepen leverden, nel\
als in de Ardennen was gebeurd, gevechten om deL
opmars van de Duitsers te vertragen. DaardooA
gaven ze de eigen troepen kans om zich terug M
trekken achter de IJzeren Muur».
Inmiddels rolden de Duitse gemotoriseerde troepen
eenheden in een grote kolonne onafgebroken over del
bruggen van het Albertkanaal, België binnen. ZeF
werden beschermd door tanks en pantserwagens
Boven hen patrouilleerde haar luchtmacht.
In plaats van één week, hadden de Belgische troepenl
ondanks hun harde en moedige tegenstand, maai
twee dagen aan de linie langs het Albertkanat
kunnen standhouden. De illusies van die 'sterke' lijnj
was voorgoed verdwenen. Bovendien was het stcrki
ste Belgische fort, Eben-Emaal in Duitse handen.
De weg naar de Belgische kust en naar Frankrijk wd
door de Duitsers opengebroken.
Alle hoop rustte nu op de lijn Koningshooikt- WaverT
Zou men daar kunnen standhouden? Zouden de ge®
allieerden die ondertussen onze grenzen waren birtf
nengestroomd, tijdig arriveren?
Allemaal vragen, waarop wij, in een volgende aflevert
ring, de vierde in deze reeks, een antwoord zullemi
geven.
voor een tweede maal binnen dertig jaar bij een s
oorlog met Duitsland betrokken. R(
Terwijl Generaal Van Overstraeten zich in Brussel!
zorgen maakte over eventuele sabotage waardoor de n
bruggen over het Albertkanaal niet op tijd de lucht ll
zouden ingaan, verschenen boven het strijdgebied^
langs het kanaal de eerste groepen transportzweef
vliegtuigen, een tot die tijd vrijwel onbekend aanvals
wapen.
Intussen waren overal in België vliegtuigen van de
Duitse luchtmacht bezig met het bombarderen en
beschieten van belangrijke strategische punten en
plaatsen. Vooral de militaire vliegvelden en de be
langrijkste spoorwegknooppunten moesten het ont
gelden.
Al vroeg die dag drongen de Duitsers in onze
Ardennen op. De terugtrekkende Belgische troepen
leverden vertragende gevechten. Op enkele punten
wisten ze de vijand bij zijn opmars naar de Belgische
kust en Frankrijk enige tijd tegen te houden. De
overmacht was echter te groot, ook in de lucht, waar
Görings vliegtuigen de dienst uitmaakten.
"Eupen en Malmedy zijn weer Duits» wist het Duitse
legerbericht die eerste dag al triomfantelijk te
melden.
Van de hoop lang te kunnen standhouden en de
Geallieerde troepen alzo de kans biedende naar het
Albertkanaal op te rukken, kwam niets in huis. In
plaats van de Duitsers vijf dagen als verhoopt te
kunnen tegenhouden, had de slag aan de linie langs
het Albertkanaal precies twee dagen geduurd.
De Fransen, weinig vertrouwen stellende in die linie,
en in de slagvaardigheid van ons leger, hadden
samen met de Britten, dan ook geen maatregelen
getroffen om hun troepen snel naar het Albertkanaal
te kunnen verplaatsen. Ze zagen meer in een verdedi
gingslinie die westelijker lag.
Toen hel bericht over het onbeschadigd innemen van
de bruggen te Veldwezelt en te Vroenhoven het
achterland bereikte was de ontsteltenis daar groot.
Niemand begreep er iets van. Er werd gesproken
over een vijfde kolonne» maar dat was niet juist. De
Duitsers hadden m?t voor die tijd ongebruikelijke,
maar zeer doeltreffende strijdmiddelen beide brug
gen bij verrassing genomen.
Bij de brug van Kanne kenden de Duitsers minder
geluk. Daar hadden ze met goed gericht vuur af te
rekenen en leden ze zware verliezen.
Maar ook bij Briegden lag een brug over het
Albertkanaal. Ook deze ging voor de neus der
Duitsers, de lucht in. Van Belgische, Franse en Britse