menbestand in het Waasland wordt onrustwekkend uitgedund
Rupelmonde
weet best raad met Reinaert
Feest op zolder en in een boshut
De Voorpost - 14.6.1985 - 7
ürva n
iken.
tt Waasland
iervan
langs akkers en op de dijken, een typisch Wase landschapsvorm (Ivb)
houtkanten en hout-
in het Land van Waas
een typerende land-
zijn met verdwij-
Aan de basis
liggen meerdere oor-
maar de mechanisatie
de schaalvergroting in de
en de sterke vermin-
van de open ruimte
het meest genoemd
hele dijken van hun
fmen worden 'ontdaan' en in
is dat de voor
jaren vaak gebeurd df
«o-prven milieugroeperingen
wel eens een zaak van
token De diskussie draait
veel rond het nut van der
operatics: de bomen
meestal ziek of te oud en
kaprijp.
bomenbestand is de voor-
decennia zo uitgedund dat
en meer de vraag wordt
welke de gevolgen
gaan zijn. Houtkanten
houtwallen hebben immcis
enkel een waarde als land-
element, ze zijn
van ekonomischc betekc-
en hebben een gunstige
on de waterhuishou-
ïnd. het klimaat en
in het Land van Waas zich
ontwikkeld, welke zijn de
voornaamste bedreigingen en
wat rest er ons nog? Op deze
vragen geven we in deze bij
drage een antwoord. We ver
zamelden informatie op de mi
lieudienst van Beveren en had
den gesprekken met de h. Van
Bortcl van de plantsoendienst
en ir. Bleyenberg die met een
landschapskartering zeer ver
dienstelijk werk leverde.
Evolutie
Tot voor de elfde, twaalfde
eeuw bestond het Land van
Waas vrijwel volledig uit na
tuurlandschap, met hier en
daar geïsoleerde stukken kul-
tuurgrond, verbonden aan een
vroeg-middeleeuwse ontgin
ning De ontginning gebeurde
voornamelijk uitgaande van
abdijen en kloosters, met als
belangrijkste de Baudelo-abdij
van Sinaai. Het voorkomen
van opgaande bomen en knot-
bomen op pachthoven kan uit
oude dokumenten worden af
geleid (14-15* eeuw) maar
vanaf de tweede helft van de
zeventiende eeuw ontstaat een
grote beplantingsaktiviteit met
pachter werd verplicht, gedu
rende zijn pachttermijn een
aantal bomen te planten en die
verder te verzorgen. Het om-
planten van akkerland met op
gaande bomen dateert vooral
vanaf de tweede helft van de
achttiende eeuw. Oorspronke
lijk werden daarvoor voorna
melijk eiken gebruikt, maar
ook wilg-, els, notelaar en es.
Vanaf 1900 worden meer en
meer snelgroeiende kanada's
geïntroduceerd en verdwijnen
de houtkanten, gezien de over
bodigheid van dit houtassorti
ment.
Van den Bogacrdc maakte in
1825 een inventaris op van de
boomsoorten in het Waasland.
Bij de acht meest voorkomen
de soorten bekleden kanada's,
beuken en eiken de eerste drie
plaatsen. Zijn raming geeft
een totaal van één miljoen
893.090 bomen. Het omplan-
ten van akkers met bomen
werd ook in andere streken
toegepast, maar raakte daar in
onbruik. Dat in het Waasland
dit gebruik bewaard bleef is te
wijten aan de blokmakcrsnij-
verheid die eerst wilg en els,
maar later de snelgroeiende
kanada's gebruikte
verdwijnen van die nijverheid
ging meteen een groot afzetge
bied van het populierenhout
teloor. Er blijven overigens
nog weinig stukken over waar
het vroegere populicrcnland-
schap nog intakt is: de Koefe-
ring en de Broekakkers te Vra-
senc. gedeelten ook nog ten
zuiden van de spoorweg Ant-
werpcn-Sint-Niklaas op grond
gebied van Melsele.
Uitdunnen
Op grondgebied van de fusie
gemeente Beveren komen
vooral populierenrijen voor.
In 1978 telde men er in de
polder en de zandstreek in to
taal ruim 55.000, maar dat aan
tal moet de voorbije jaren on
getwijfeld sterk zijn afgeno
men. Waarom nu moeten er
steeds meer bomen sneuvelen?
Er zijn nogal wat oorzaken en
Gabriel Van Bortcl, hoofd van
de Beverse groendienst, zet er
enkele op een rijtje. «De ten
dens om na het kappen van
bomen geen nieuwe kanada's
aan te planten is sterk aanwe
zig. Vooral de pachters zien de
bomen als een last omdat de
houtopbrengst van een popu
lier een suppplementaire in
komstenbron voor de eigenaar
vormt en niet voor de pachter,
die wel de last heeft van het
onderhoud van de bomen.
Daarbij komt nog dat aan de
rand Van omzoomde akkers er
een duidelijke water- en voed-
selonttrekking merkbaar is»,
aldus Van Bortel. Voor hem is
het een uitgemaakte zaak dat
het verdwijnen van kanada's,
zeker in nog weinig aangetaste
gebieden, zoveel mogelijk
moet tegengehouden worden.
«Buiten hun ckonomische
waarde neemt hun rekreatieve
belangrijkheid beslist toe. zegt
hij.
Landbouw
Volgens de dienst groenbeheer
van de administratie voor
ruimtelijke ordening en leef
milieu hangt de achteruitgang
van hagen, houtkanten en
houtwallen nauw samen met
de veranderingen die zich de
bouwkundig vlak hebben vol
trokken. In het moderne land
bouwbedrijf worden perceel
grenzen niet meer door hagen,
maar wel door prikkeldraad
afgebakkend. Ruilverkavelin
gen en mechanisering doen
volgens Arol evenmin goed
aan het behoud van typerende
landschapsvormen. Bij ruilver-
kavelingswerken worden hout
kanten. die dienen als eigen
domsafbakening, gerooid en
eventueel overgebleven hagen,
houtwallen of houtkanten met
els of wilg, die hoge grondwa
terstanden nodig hebben, be
dreigd. Er moet uiteraard ook
gemaaid gekapt, gesnoeid of
geknot worden. Vroeger had
de landbouwer belang bij het
onderhoud. Het leverde hem
allerlei produkten op zoals
brandhout en paalhout. Toen
deze produkten hun belang
verloren werd het met dat on
derhoud heel wat minder. Vol
gens de Arol kan de hernieuw
de belangstelling voor brand
hout hierin misschien veran
dering brengen. Er is ook nog
het gebruik van kunstmeststof
fen op omliggende landbouw
gronden. Hierdoor bestaat het
gevaar voor een vermindering
van de biologische rijkdom.
Zeldzame soorten kunnen ver
dwijnen, meer algemeen voor
komende soorten zich nog uit
breiden.
Houtkanten en houtwallen
worden dus flink bedreigd
door nieuwe ontwikkelingen in
de landbouw. Nochtans bieden
bomen nogal wat voordelen
voor de landbouw. Populieren
bijvoorbeeld zorgen voor een
windreduktie, bevorderen ook
de ontwatering in perioden van
wateroverlast en de houtop
brengst is niet gering. Als na
delen wordt de hinder bij land-
bouwaktivitciten en
opbrengstverlics in omgeving
van beplantingen genoemd.
Fauna en flora
Windschermen zijn ook be
langrijk voor de fauna en flora.
Houtkanten bevorderen de
verspreiding van een aantal
roof- en zangvogels, die be
langrijk kunnen zijn bij de be-
sekten. De vegetatie op en
rond bomenrijen is niet zo op
merkelijk, hoewel hier toch de
knotwilgen vermeld moeten
worden: in de vermolmde ge
deelten vestigen er zich dik
wijls planten, specifiek voor
voedselarme milieus, onder
andere eikvaren en fluitekruid.
Wat rest ons?
In tweehonderd jaar is het bo
menbestand in Beveren ingrij
pend veranderd. Het bosge
bied in Haasdonk is een weinig
uitgebreid en van de hakhout-
bossen ten tijde van Ferraris is
geen sprake meer. Zij werden
vervangen door dennenbos
sen. Hier en daar vindt men
tussen de dennenbossen een
kleine perceel loofhout maar
hun oppervlakte is te verwaar
lozen. De houtkanten rond de
akkers in de zandstreek zijn
verdwenen en vervangen door
kanadabomen Sporadisch
treft men nog een els of een rij
knotwilgen aan. Daar waar
vroeger rond elke akker en
weide kanadabomen stonden
zijn er nu op de stafkaart vele
open plekken te konstateren.
Aan de hand van de kaart met
het bomenbestand hebben ir.
Bleyenberg en Van Bortel be
gin van de jaren tachtig een
schatting gemaakt van het aan
tal bomen (canada's) langs de
akkers, weiden, wegen en dij
ken. Voor Doel, Kallo, Kiel-
drccht en Verrebroek samen
kwam men tot een totaal, voor
de polder; van 17.700 stuks.
Voor de zandstreek, gevormd
door de gemeenten Vrasene,
Melsele, Beveren en Haas
donk, werden er bijna 38.000
geteld.
Een vergelijking van de kaart
van Ferraris uit 1770 met een
stafkaart uit 1870 geeft welis
waar een lichte wijziging in
beplantingsaktiviteit, maar
globaal is er nog een lichte
tendens tot vermeerdering.
Plaatselijk kunnen er wel ver
schillen worden vastgesteld
naar de aard van de beplantin
gen. in Vrasene bijvoorbeeld
komen er in 1870 meer bomen
voor, in Meerdonk meer ha
gen. Een vergelijking tussen
ander beeld. De beplantings
aktiviteit vermindert nu sterk
en vooral het wegvallen van
houtkanten (aangeduid als ha
gen) is opvallend. In Vrasene
bijvoorbeeld komen er in 1870
meer bomen voor, in Meer
donk meer hagen. Een verge
lijking tussen 1870 en 1970
geeft al een heel ander beeld.
De beplantingsaktiviteit ver
mindert nu sterk en vooral het
wegvallen van houtkanten
(aangeduid als hagen) is opval
lend. In Vrasene bijvoorbeeld
waren in 1870 nog 78% van de
perceelsgrenzen omplant en
72% van de straten en wegen
beplant. In 1970 zijn perceels
grenzen nog maar voor 40%
omplant, langs straten en we
gen komt nog maar 20% be
planting voor. Voor Melsele is
die afname al even opvallend:,
voor de perceelsgrenzen is er
op honderd jaar een daling van
68 naar 25%, voor straten en
wegen evenwel een stijging
van 13 naar 24%.
Het aantal kanada's, in 1980
dus nog geraamd op 55.600
stuks, neemt nog steeds af.
Dat is het gevolg van kappin
gen vooral, zonder herplanten,
voor houtkachels en open
haarden. Van Bortel: «Land
schappelijk gezien is dit een
spijtige evolutie omdat de
identiteit van het Land van
Waas, gekend voor zijn land
schap met filtrerende door
zichtigheid. op die manier ver
loren gaat. Dit specifiek karak
ter is belangrijk als herken
ningselement: de vertrouwd
heid van een landschap wordt
immers als een positief bele
vingselement beschouwd»,
Luc VAN BROECK
Bomen in 't Land van Waas: veel kappen, weinig heraan-
Reinaert in Rupelmonde. Vorser Rik Van Daele,
maker van een indrukwekkende licentiaatsverhande
ling, wordt met een Reinaertonderscheiding bedacht,
(dw)
hij zal blijven ankeren in het Mercatomest. Zo nu en dan
worden eminente lieden naar Rupelmonde geloodst; dat is
nu zaterdag 15 juni wéér het geval, als vanaf 16 u. de
apotheoze van de Bert Peleman (die zeventig werd,
on!angs)-festiviteiten plaats vindt, in de Lode Scheltjens-
zaal van het vroegere gemeentehuis én op de Reinaertzol-
der van de molen.
«Om zijn Reinaerdieën speels aanvaard in de Orde van de
VossenstaartDie rijmzinnen prijken op de diploma's die
de gelauwerden zaterdag in handen kregen. Ludiek tref
punt, dat Rupelmonde van Bert Peleman. Freddy Van
Bogget en hun kwieke kompanen. Tijl Uilenspiegel houdt
Reinaert daar gezelschap, men heeft dus meer dan één
poot om op te staan. Hier wordt folklore en kunst
gekoesterd, heemkunde en wetenschap zijn verwant in
Rupelmonde, hier springen ze van de vos op de ezel en ze
doen het nog met brio en met stijl ook.
Wouter VLOEBERGH
Tweede vossenstaart-gehuldigde: de Antwerpse grafikus
Frank-Ivo Van Damme, ontwerper van het vorige week in
De Voorpost belichte schippersmonument van Doel, emi
nent tekenaar. Dan de Brabantse heemkundige Eugeen
Van den Broeck, die in de bladen van De Standaardgroep
de Reinaertfiguur niet zelden in de belangstelling bracht.
Vierde gelauwerde was heemkundige René Duyck uit
Damme, de man die zich niet enkel enthousiast inzette
met het oog op de realisatie van het Uilenspiegelmuseum
daar maar ook een wezenlijke rol vervulde bij de inrich
ting van het Reinaertmuscum in Rupelmonde. En tenslot
te viel de vossenstaartorde te beurt aan Jan Lambin uit
Mortsel; hij kreeg de onderscheiding «met terugwerkende
kracht» (omdat hij vorig jaar niet aanwezig kon zijn) én
omwille van zijn BRT-Postiljonuitzendingen, waarin ook
Reinaert een ferme vinger in de pap had.
Reinaert in Rupelmonde. Allemaal vossenjagers, maar ook politici en persmedewerkers nabij de boshut van
Freddy Van Bogget. (dw)
De boshut die direkteur Freddy Van Bogget van de
Nieuwe Scheldewerven in Rupelmonde liet optimmeren
bevindt zich, blijmoedig en volop door groen omkaderd,
op het grondgebied van Steendorp. Groot-Temse is dat,
nét niet meer groot-Kruibeke. Burgemeester Antoine
Denert van Kruibeke liep zaterdag dus (wéér) «over de
schreef», maar 't gebeurde voor een goed en ludiek doel;
al die Reinaerdianen kwispelden met de staart, koddig (let
op dèt adjektief) dus, nobel ook, gul en gezellig. De
Reinaertraad uit d'aloude Mercatorstede Rupelmonde
feestte intiem, subliem.
Superbe speurzin
't Was rond zessen toen het uitgelezen gezelschap in
boshut Malpertuus arriveerde, na een ommetje langs 't
gedenkteken «Reinaert met de raap», een folklorestand-
beeld waar bloemen werden neergelegd alsof men oorlogs
strijders eren wou. Reinaert moge eeuwig in ons hart, in
onze gedachten leven, in die denktrant gedijt de piëteit
De Rupelmonde Reinaertraad hield zitting op de Rei-
naertzolder van de Spaanse watermolen. Romancier Her
man De Vos, publicist Bert Peleman en mecenas-zaken-
man Freddy Van Bogget straalden van charme en joviali
teit bij de uitreiking van enerzijds de Orde van de
Vossenstaart en anderzijds de Reinaertronde.
De Reinaertorde viel dit jaar ten deel aan Rik Van Daele,
de Sint-Niklazenaar die onlangs een licentiaatsthesis reali-
zeerde over Reinaerts kronkelwegen in Waas en elders: de
publikatie werd geroemd in Dé Voorpost en krijgt middels
een doktoraatsthesis straks een waardig verlengstuk. De
keramieken Reinaert werd waarachtig óók uitgereikt aan
een handvol persmensen, onder wie ondergetekende, die
de zolder zónder voorbedachten rade hadden opgezocht.
Maar de Orde van de Vossenstaart is een ietwat cxkluzie-
Reinaert in Rupelmonde. Edgard Ernalsteen, negen
tig, registreerde in Zuid-Amerika enkele Reinaertver-
tellingen. Een tentoonstelling met werk van hem is te
bekijken op de Reinaertzolder in Rupelmonde. Dit is
een zwaar-symbolische foto: de publicisl-kunste-
naar-Reinaertvorser peuzelt aan een restant van de
kip Coppe. (dw-wv)
Reinaertkultus, in de diepte
Reinaert is thuis in Rupelmonde, al bijna een kwarteeuw.
Het museum op de zolder heeft Europese allures, het
kreeg sedert de stichting in 1962 geleidelijk gestalte.
Mensen als Bert Peleman, VVV-voorzitter Marcel De
Meyer, Mercatoriabcheerder Renaat Troch, kultuurraad-
voorzittcr Jef Mellemans, schcepspatroon Freddy Van
Bogget en vanzelfsprekend burgemeester Antoine Denert
ver onderscheiding. Ze wordt voorbehouden aan belang
rijke kreatieve kunstenaars (alle artiesten plegen kreativi-
teit aan de dag te leggen, eigenlijk) of aan mensen die
jarenlang uitzonderlijk presteerden inzake Reinaertstudie
of -promotie. De Vossenstaartorde verleent «levenslang
gratis toegang tot het Mercatoreiland» en de kodde kan
niét aan dérden worden overgedragen, is dus strikt per
soonlijk.
Voor hun speurzin en/of wetenschappelijk-kreatieve be
kommernis werden zaterdag vijf prominente lieden met de
vossestaart behangen. Eerst de negentigjarige Vlaamse
grafikus Edgard Ernalsteen, nu woonachtig in Spanje. Hij
doorkruiste gedurende vele jaren Zuid-Amerika. zat van
uit Bolivië Reinaert achterna en dat leverde o.m. de
brochure «Reinaert in de Andes», een bundeltje vossen-
vertelsels, op en ook een hele sliert tekeningen omtrent de
vos. Ter ere van Ernalsteen is tot eind september in de
watermolen een markante Reinaertexpositie te bekijken.
stellen alles in het werk opdat Rupelmonde met Reinaert
zou worden geïdentificeerd, en omgekeerd. Dat lukt deze
dynamische lieden vrij aardig, en de aanhouder wint.
Kunstenaars (o.m. ook Anton Van Wilderode), politici,
persmensen. Zij keuvelden zaterdagavond in Van Boggets
boshut rustig en ludiek na, wat poëzie beoefend of enige
limmericken ten beste gevend. Tussendoor 'verdween'
hier en daar een genodigde, naar b.v. het mannentoilet dat
door de schalks-gevaarlijke Tijbaertkater op merkwaar
dige wijze «bewaakt» wordt.
Er waren ook dames in Rupelmonde, zaterdag. Mevrouw
Van Bogget kreeg een exemplaar van Stijn Streuvels'
Reinaertversie. Joke van den Brandt, ega van Frank-Ivo
Van Damme, schreef kalligrafisch voor wie z'n naam in
sierletters op een of ander papier wou zien prijken. De
vrouwen kregen een roosje en ze waren er blij mee.
Bert-Peleman en de zijnen hopen dat de Reinaertkultus in
Rupelmonde in de diepte zal worden gepromoveerd, dat
Reinaert in Rupelmonde. Nieuwe leden in de Orde van de Vossenstaart, geschaard rond Bert Peleman en Freddy
Van Bogget. (dw)