Oostvlaamse molinologie heeft wind in de wieken
Rompen, en hier en daar een monument
2 - 12.7.1985 - De Voorpost
De provincie Oost-Vlaanderen bekommert zich in
tens om de molens van bij ons. Dat moge blijken uit
de. wijze waarop men in het kasteel van domein
Puyenbroeck te Wachtebeke het sedert 1976 opge
starte molenmuseum heeft uitgebouwd, uit de res
tauraties van de sedert 1973 verworven Faucon-
niersmolen in Lede-Oordegem en uit de publikatie,
met provinciale medewerking, van het indrukwek
kende boek «Eeuwen onder wind en wolken. Wind
molens in Oost-Vlaanderen» van specialist Paul
Bauters.
Het molenmuseum heeft
een gedaanteverwisseling
ondergaan. De huidige kol-
lektie heeft men herschikt,
systematischer aangepakt.
Enkele nieuwe stukken
vullen de verzameling aan:
een maquette van een ros
molen. op schaal 1/3, ge
bouwd door molenvakman
Walter Mariman. en een
paneel van de nog bestaan
de rosmolenrestanten in
Oost-Vlaanderen. Verder
worden de bestaande wind
molens in Wallonië en de
vroegere windmolens op
het grondgebied van Wach
tebeke in kaart gebracht.
Molenwerktuigen vinden
een onderkomen in de
nieuwe zalen die op de
tweede etage van het mu
seum zijn gesitueerd en
tenslotte geven panelen
met informatie over de mo-
lenaktualiteit een beeld van
zowel ons molenpatrimo
nium als de wereld van de
«molinologie». In het voor
uitzicht worden gesteld een
afdeling over de molenge
schiedenis en een afdeling
die de relatie tussen molens
en diverse volkskundige as-
pekten uitdiept en uit
beeldt.
Eeuwen onder wind en
wolken
Een kanjer van een boek
(484 bladzijden liefst) werd
gerealiseerd op initiatief
van het provinciebestuur:
alles over windmolens in
tn een rosmolen in 'l molenmuseum te Wachtebeke. hen detail van het gaande
'naaistoel en ele tiaartbulk.
het algemeen en over Oost-
vlaamse molens in het bij
zonder. «Eeuwen onder
wind en wolken» is de sug
gestieve titel.
M.b.t. het molenpatrimo
nium heeft wellicht geen
andere provincie dergelijke
bedrijvigheid aan de dag
gelegd: Oost-Vlaanderen is
molenminded, en uit een
toespraak van gedeputeer
de Etienne De Cuyper (die
de provinciale molenkom
missie voorzit) viel op te
maken dat die bewering
klopt. Vijf jaar na de uitga
ve van een Oostvlaamse
watermolenboek (van Paul
Bauters en Raoul Buysse)
verscheen van de hand van
magistraat-molinoloog
Bauters een schitterend in-
ventaxizering. De auteur
hanteert waarden als klein
schaligheid en ambachte
lijkheid en' roept niet zel
den tot bezinhing op.
Het was een lange adcm-
projekt. en dat kon be
zwaarlijk anders. Liefst
1.500 molentermen werden
toegelicht, alle nog be
staande Oostvlaamse wind
molens werden kundig be
schreven. er ging ontzet
tend veel research vooral
aan de realizatie van dit
boek. De illustraties (teke
ningen. foto's, plans, kaar
ten) mogen gezien worden.
Voer voor specialisten?
Ten dele. De uitgave heeft
ook een vulgarizerende be
doeling: de mensen ver
trouwd maken met wat er
nog aan molens (rompen)
rest. ze liefde voor de
machtige monumenten van
weleer bijbrengen. Me
dunkt dat bijvoorbeeld le
den van heemkringen zéér
hun gading zullen vinden in
deze publikatie met ency
clopedie-allures. Ze kost
1.500 frank en is te verkrij
gen bij het provinciebe
stuur van Oost-Vlaande-
ren. kulturde dienst. Bis
domplein 3 in 9UU0 Gent
(tel. 091-25.30.01). reke
ningnummer 091-0059890-
70. Voor verzendingskos
ten rekent men 45 frank
aan (binnenland) en 175
frank (buitenland). Het
formaat bedraagt 29 x 24.5
cm. Erasmus in Wetteren
drukte schitterend, het
kaftontwerp is van Julien
Vangansbekc. de pa
pierkwaliteit Is degelijk.
Waar voor uw geld dus, en
ruim zeshonderd illustra
ties als toemaatje.
Van Andries tot
Mariman
Het heet dat Lieven An
dries uit Moerbeke-Waas
in 1573 in Alkmaar de eer
ste bovenkruiendc wind
molens bouwde. Of dit
soort molenmakerij ook
voor het eerst in Vlaande-,
ren tot stand kwam is nog
niet uitgemaal^t, Paul Bau
ters stuurt op dat vlak op
nader archiefonderzoek
aan. Voorlopig maar ont
houden dat een Waaslan-
der vier eeuwen geleden
een uitvinding van formaat
deed en in praktijk bracht.
Namen worderf in Bauters'
briljante bock bij de vleet
genoemd, en uit de fre-
kwentie waarmee enkele
families/geslachten voorko
men kan je hun impakt op
het molengebeuren van de
jongste eeuwen min of
meer meten. Zo is het frap
pant hoe in onze regio de
naam Mariman veelvuldig
opduikt. Walter Mariman
uit Zele is trouwens de eni-.
ge nog aktieve Oostvlaam
se molenmaker en op zijn
deskundigheid wordt vaak
een beroep gedaan. Toen
ik voor De Voorpost
24.2.1978. een overzicht
van het molenbcstand in
het Land van Waas samen
stelde was het me al opge
vallen dat steeds Weer de
zelfde mulderefamilies op
doken: Heyndrickx, Van
Cjeerlsom. Gyltmcycr,
Rooman en Mariman.
Hoe belangrijk de molen
bedrijvigheid in Waas en
Dender, ook hier, wel ge
weest is moge blijken uit
een statistiekje van 1830,
dat ik ter illustratie mee
geef. In dat jaar waren er in
het arrondissement Sint-
Niklaas 91 houten windmo
lens en 23 stenen (plus
rompen), in het arrondisse
ment Dendermonde 58 uit
hout en 52 uit steen (en
rompen), in het arrondisse
ment Aalst 59 houten en 47
uit steen (en rompen).
Tijdperken kantelden se
dertdien, gaandeweg wer
den andere sociaalekono-
mische aksenten gelegd.
En de molens, ze «verwer
den» mettertijd tot folklo
re. retrocharme. rariteiten.
De molens zijn van rubriek
.verhuisd: van de industrie
naar de kuituur ,toe. Paul
Bauters' werk enerzijds
een historisch-technische
studie, maar anderzijds
toch een pleidooi voor de
gewetensvolle bejegening
van landschappelijke ele
menten. kompiléert een
brok beschaving van bij
rins. Zoals ook het molen-
De Roomanmnlen in Sint-Pauwels.
meest indrukwekkende bovenkruier i
deren (archieffoto)
museum van de provincie windslieden als dépufl
doet. vanuit een zowel we- Etienne De Cuyper siert,
tcnschappelijke als kulturc-
le bekommernis die be-
NifUW ingerichte zaal in het provinciaal molennu
molenmakerij en maalderij worden gepresentci
In onze streek
Wat rest nog aan windmolens in de streek van Waas
en Dender? Veel molenrompen, maar hier en daar
toch nog een robuuste getuige van veel vroegere
muldersglorie. Toch is de teloorgang schrijnend.
Neem nu Stekene: in 1825 wiekten daar nog 9 molens
en in 1571 waren er 25 in werking, sedert het ontstaan
van de gemeente zou men niet minder dan 53 molens
gekend hebben en daarvan werd niets meer bewaard.
Aan de hand van het boek van Paul Bauters hierna,
per fusiegemeente in de regio waar De Voorpost
verschijnt, een overzicht van het huidige windmolen
bestand. Ik putte ook wat gegevens uit eigen doku-
mentatie.
Aalst
De Van Mosseveldemolen vind je. verschrompeld tot
romp. aan de Merestraat, op een boerenerf Hij moet,
wellicht in 1758, als oliemolen zijn opgericht. In 1917
brandde hij uit. maar nog tot in 1947 werd er gemalen.
Beveren
Aan de Vesten 68 vind je de resten van de Van Hovemo-
len. Tot in 1932 stond hij op het grondgebied Melsele. nu
is het daar in de buurt van Cortewalle kerngemeente
Beveren. De wieken werden in 1924 verwijderd. De
molen zou voor 1820 gebouwd zijn.
Bekend in heel Vlaanderen is de Scheldemolen van
deelgemeente Doel, als monument bij besluit van 5
november 1946 beschermd. In 1958 werd de Touring Club
van België eigenaar, in 1978 kwam hij in het bezit van de
gemeente Beveren. Jan-Juliaan Mariman werkte er tot in
1927, later kwam hij in het bezit van de familie Herman
Molenrestaurateur Mariman uit Zele knapte het bouw
werk op. pe stenen korenwindmolen dateert van voor
1845.
Buggenhout
- De Plaatsemolen of Patattenmolen aan de Krapstraat
dient nu in hoofdzaak als opslagplaats voor dranken. Op
vermelde plek zou rond 1690 een staakmolen hebben
gestaan. De huidige stenen korenwindmolen zou uit de
achttiende eeuw stammen. Hij draaide met windkracht tot
in 1914. jaar waarin hij zwaar werd beschadigd. In het
restant werd in 1921 een dieselmaalderij opgericht. Tot
zowat 1975 werd met steenkoppels gemalen.
- De romp van de Weiveldmolen. op het Weiveld, wordt
als bergplaats gebruikt. Voor 1775 bestond deze bergmo-
len al. Rond 1830 was hij eigendom van graaf de Mérode,
eind negentiende eeuw van de familie De Decker-Hey-
vaert.
- Aan de Stenenmoienstraat in Opdorp vind je een
molenromp die fungeert als graansilo. Vermoedelijk werd
het gebouw in 1794 opgericht.
Dendermonde
- Aan de Broekkouter in Baasrode stond de vroeger vrij
hoge Heirbaanmolen. Hij bestond voor 1818 al. Hij
draaide tot de tweede wereldoorlog. In 1949 werd de kuip
als landbouwgebouw in gebruik geriórtien én nadien voor
bewoning omgetoverd.
- De nogal indrukwekkende romp van de Bookmolen aan
de Bookmolenstraat in Baasrode is het restant van een
bouwwerk dat voor 1818 zou zijn tot stand gekomen. Tot
1932 was de molen in bedrijf. Het gebouw naast de molen
wordt nog als maalderij gebruikt. Nog heel wat mulders-
materiaal is aanwezig.
- Nog steeds in Baasrode het restant van de in 1855
gebouwde Minckveldmolen, Bookmolenstraat. José Van
Pollaert was eigenaar, nazaten van hem treffen we ook in
1949 als eigenaars aan. Rond de molen werden allerlei
M andere bouwwerken opgetrokken. De molen zelf werd in
Molenmuseum uitgebreid, monumenten te boek
1932 deels ontmanteld.
- De Stenenmolen aan de Hofstraat in Oudegem. is sedert
1920 buiten gebruik. Hij zou in 1840 gebouwd zijn. Nu
verkeert hij in staat van verval. Het eigendomsrecht
hoorde van oudsher toe aan de erven Abbeloos. Al in 1931
was hij tot puin vervallen.
Erpe-Mere
De Van Der Haegensmolen. eigendom van Valere Van
Der Haegen. uit Welle, vind je aan de Kleine Kruiskouter
in Mere. Hij werd bij KB van 28 maart 1956 als monument
beschermd. Pas in 1922 werd hij opgetrokken, met behulp
van onderdelen van de vroegere Nieuwkcrkse staaktemo-
len (die uit 1632 dateerde). Die molen van Nieuwerkerken
bleef zowat anderhalve eeuw lang eigendom van de familie
Van Landuyt. De molen wordt als één van de interes
santste van de provincie bestempeld, maar restauratie van
gevlucht en askop dringen zich op.
Hamme
- De Cappelemeulen aan de Driegotenkouter was rond
1830 eigendom van Jacob-Francies Mariman en vanaf 1860
kwamen de Vertongens in het bezit van de molen. Van de
vroegere stellingmolen blijft nog enkel een klein gedeelte
over.
- De Grote Napoleon aan de Posthoornstraat, in het
centrum van Hamme. is eigendom van Paul De Vos-
Vlaeminck uit Hamme De molen werd bij KB van 28 mei
1962 beschermd als monument, de omgeving werd als
dorpsgezicht beschermd bij ministerieel besluit van 20 juni
1984. Hij werd in 1810 gebouwd, maar het verband met dc
Franse keizer is onduidelijk. Na restauratie door W.
Mariman uit Zele werd hij aan hét eind van de jaren
zeventig opnieuw maalvaardig. Het malen met de wind is
bijkomstig, de molen dient in hoofdzaak als onderdak
voor een elektrische maalderij en als opslagplaats voor
veevoeder.
De Fauconniersmolen in Lede-Oordegem, eigendom
van de provincie. De restauratie is achter de rug.
Lebbeke
- Aan de Molenveldstraat in Denderbelle blijft als restant
van een voor 1775 gebouwde molen ft Fonteintje) nog
een schuin afgeknotte romp over. gebruikt als opslag
plaats. Naast de stenen korenwindmolen stond een boek
weitrosmolen die rond de eeuwwisseling tot melkerij werd
uitgebreid. De molen 't Fónteiotje werd in 1921 ook
ingeschakeld in het melkerijbedrijf
- Een restant van een heel stoere kuip is te vinden aan de
Steenweg op Dendermonde. Keizerswee. in Lebbeke. De
wellicht achttiende eeuwse Vótidelmolen werd in 1928 in
een peperkoekfabriek ingeschakeld.
- De Stampkotmolen aan de Baardegemstraat, of wat
ervan overblijft, doet nu als opsjagplaats dienst Hij zit
thans tussen andere nijverheidsgebouwen geprangd.
Lede
- In Impe staat dc Tukmolen (haar de naam van eigenaar
Tucswer. zestiende eeuw) aan de weg naar Vlierzele-
Papegem Dé gemeente Lede werd eigenaar nadat de stad
Blankenberge in 1973 in bezit was gekomen van de
molen. Tegen de door Blankenberge gemaakte plannen
tot aanleg van een rekreatiezqne' rees verzet. Sedert 18
juni 1979 is deze korenmolen als monument beschermd.
Hij dateert van 1763 en was anderhalve eeuw eigendom
van de familie Impens. In 1959 hield het malen op. De
thans ontmantelde Tukmolen is een gebouw met Brabant
se kenmerken en voortreffelijke konstruktie. maar ver
keert in verval. Als hij wordt gerestaureerd zou hij naar
een nabijgelegen terrein worden verplaatst.
- De Fauconniersmolen in deelgemeente Oordegem is
eigendom van de provincie Oost-Vlaanderen (sedert
1973). Hij bevindt zich links van de baan Gent-Aalst. De
molen werd in 1845 gebouwd door de weduwe van Petrus
Fauconnier en nadien werd o m. de familie Lalemant
eigenaar Rond 1935 werd hier het molenaarsbedrijf
gestaakt. Op 16 mei 1976 brandde het gebouw bijna
helemaal af (misschien door kwaadwillig opzet). De
restauratie, door de firma Cottcnicr uit Aalbeke. is
inmiddels voltooid.
Lokeren
De Hcirbrugmolen, Hcirbrugsiraat 12. is eigendom van
Martha Noppe uit Lokeren. Hij werd sedert 1940 gedeel
telijk ontmanteld, maar tóch beschermd bij KB van 11
september 1979. Het is de laatste van zowat 35 molens die
in de loop der tijden in Lokeren hebben gestaan. Hij werd
in 1873 gebouwd en in 1940 werd hij tijdens een storm
nacht van kap en wieken beroofd. In molenkringcn wordt
ervoor gepleit dat het stadsbestuur zou overgaan tot het
verwerven van dit monument.
Sint-Gillis-Waas
In deelgemeente Sint-Patjwels wordt het dorpsbeeld be
heerst door de Roomanmolen. gebouwd in 1847. Dc
familie Van Dorpe ij eigenares van dit aap de Beekstraat
gesitueerde moounteut-lbes^herming bij KB van 28 maart
1856). Het bouwwerk is 24hnetcr hoog en heeft-aan de
grond een diameter'van 12 meter. In 1963 werd o.m. een
nieuwe gaanderij"-jféh'^t^Scfit Renaat Rooman was dc
laatste beroepsmolenaar en thans heeft Guy Suy zich hét
lot van de molen aangetrokken. Het is de grootste en als
zodanig meest indrukwekkende bovenkruier in Oost-
Vlaanderen. In de molen staan enkele kleine oiolenma-
quettes van wijlen F. De Pillecyn.
Sint-Niklaas
- Aan dc Dorpstraat in Bclsc'lc gelegen molenromp (res
tant van dc Roomanmolen) bevat nog enig alaam waar
mee vroeger gewerkt werd. Dc mofen werd in 1862 door
Picter Weyn gebouwd...Hcj wklecnkruis-werd rond 192?
verwijderd.
Waasmunster
Aan de Rodendries vind je het restant van een stenen
oliewindmolen die al in 1775 bestónd. Het is nu een half
afgeknotte lege kuip zonder kap. In de zestiende eeuw zou
Waasmunster liefst 28 oliemolens hebben geteld.
amen i
laccara
ipneme
liddell
let Oo
etste
De Heirbrugmolen in Lokeren. Onthoofd, maai
geklasseerd (archieffoto)
- Aan de Gladiolenstraat in dc Priesteragewijk in Sint-
Niklaas bevindt zich de Witte Molen, eigendom van de
stad. Cyriel Van Geertsom is molenaar. De stenen acht-
kanter werd in 4943 (27 september) als monument be-
schermd. De Zeelse firma Mariman voerde de restauratie J
uit. na dc storm van 27 november 1983. De molen stamt 1
uit het eind van de zeventiende eeuw (vermoedelijk). 1
N.a.v. dc verdekkering in 1936 vonden in Sint-Niklaas
grote festiviteiten plaats. Begin augustus (1985) is het
opnieuw feest in De Witte Molen, na zowat een halve
eeuw.
- In het achterdijksc landschap aan dc Mespclcir-Langc-
velde (Noord-Langcstraat) staat een overblijfsel van een
in 1920 gedeeltelijk gesloopte molen, nu wordt de kuip als
stalling voor runderen en varkens gebruikt.
- Het overblijfsel van de oliewindmolen aan de Van
Hescdreef wordt feu als annex van een melkerij gebruikt.
De molen," vroeger eigendom van Picter, Van Hese,
bestond al in Ivm
- De kap. van <fé Rosseelsmolen aan de Dendcrmondse-
steenweg stortte in 1983 in. Het ganse binnenwerk is
verdwenen, op wat balken na. Hel vrij zware bouwwerk
blijkt uit$lu||^ |4n oliestaojpkot te zijn geweest.
Zwijndrecht 1
Aan de hoek:vamde Polder- en Molenstraat vindt men nog
een restant -vaa nen vroeger twintig meter hoge molen.
August Dcyos-WiP- de,laatste mulder. In 1914 fiield dc
bedrijvighcid op.