Achiel Vermeiren schreef de geschiedenis
van verdwenen Lebbeekse toneelkringen
Comedie voerde «Baron De Meer» ten tonele
Operettegezelschap "De Goudbloem
Twee Meisjesogen
De Voorpost - 30.8.1985 - 23
De dames worden dringend verzocht zich van hunne hoeden te ontdoen
Ipenlucht
houden. Daarbij koi
choreografie. Deze
•to rise h drama
iron de Meer» ver
bewind,
toneelfeest te Moorsel
9 (1)
Twee Meisjesogen
De volgende opvoering zou "Twee Meisjesogen"
worden. Maar vooraleer De Goudbloem mm die
opvoeringen zou toe zijn, zou iedereen heel wat
tribulaties doormaken en zou er ook heel wat tijd
verlopen.
De kring kreeg versterking van vrouwelijke zijde,
o.m. van Renilda Van Langenhove (Denderbelle) en
van Suzanne Van de Voorde (Lebbeke). Een gevoeli
ge versterking overigens, want het waren uiteinde
lijk deze beide dames die de vrouwelijke hoofdrollen
in 'Twee Meisjesogen" voor htm rekening zouden
nemen. Ook een paar mannen, o.a. Omer Moortgat
en Louis Mannaert, kwamen de hoop vergroten.
Met een voltallige bezetting, maar zonder koor en
orkest, werden de herhalingen hernomen. Voor de
muziek had Julien Van Molle waarschijnlijk op
Armand Lissens hij was het die aanvankelijk de
liedjes aanleerde - en op René Hendrickx gerekend.
Maar beiden, van talent zeker niet gespeend, meen
den hun tijd beter te kunnen gebruiken. Wie kon
dan, in die tijd, te Lebbeke, anders achter de piano
gaan zitten dan Walther Van Goethem?
De herhalingen schoten goed op. De liedjes gin
gen er in als koek. De muziek was prettig en niet te
moeilijk om aan te leren. Want, bij al die zangeres
sen en zangers was niemand die een noot muziek
kende. Maar toch gaven we van katoen, beschouw
den we onszelf als sopraan of soubrette, tenor of
komische tenor.
Over de operette zelf, terloops dit: het gegeven was
min of meer gekopieerd van "Het Witte Paard". De
muziek was allesbehalve origineel, want bijna op
ieder moment herkende men een bekende melodie,
wat inhield dat het aangename muziek was die goed
in het oor lag. Het geheel was niet te moeilijk voor
liefhebbers van ons soort én zou het beslist ook doen
bij het publiek.
Er waren veel herhalingen, maar als jonge men
sen deden we dat graag, en de vertoning was klaar.
Maar... zonder koor of orkest!
Ik schreef dat Julien Van Molle zich kon inzetten
en dat deed hij ook. In Grembergqn had een plaatse
lijke vereniging "Twee Meisjesogen" opgevoerd. Ju
lien toog - of beter fietste erheen. Wat daar ge
beurd is of wat hij daar beloofd heeft, weet niemand
- misschien wist hij het later zelf niet meer maar
het resultaat was dat het koor bij ons zou komen
meedoen.
De vertoningen werden gepland, affiches gedrukt
en verspreid, kaarten in omloop gebracht. Alles liep
naar wens. Op 16 en 23 april we schreven toen
1944 - zou "De Goudbloem" "Twee Meisjesogen"
spelen. Maar... het orkest!?
We waren jong, we zagen "la vie en rose". Het
orkest was immers in orde, dixit Julien Van Molle.
Elke dag zou dat orkest komen, maar nooit daagde
het op. En wij maar geloven!
De waarheid zou echter heel anders blijken. Tot
een paar dagen voor de opvoering was er geen
orkest, tenzij in onze verbeelding. En toch zouden
we een orkest hebben en zouden de vertoningen
doorgaan. Met orkest! Een paar dagen voor de
vertoning zorgde Julien voor een echte stunt. Hij
ontdekte het bestaan van een klein symfonisch
orkest in Aalst, ging die mensen wat op de- mouw
spelden en... zij zouden ons komen depanneren.
Achteraf ontstond er een zeer goede relatie tussen
dit orkest en de kring. In zoverre dat zij alle
opvoeringen muzikaal hebben begeleid. Tot wan
neer Frans Monnoyer als gast optrad - dat waren de
laatste twee produkties - en een eigen orkest mee
bracht.
Dat depanneren ver hep echter niet zo eenvoudig.
Het vervoer was ontzettend moeilijk in die periode.
Dus geen sprake van 's avonds naar Lebbeke te
komen repeteren. Gevolg: dit orkest is de zondag
morgen naar Lebbeke gekomen, heeft in de voor
middag met ons de liedjes doorgenomen en in de
namiddag hebben wij gespeeld.
Laat even uw verbeelding werken: geen enkele
zangeres of zanger, die een noot muziek kent en
door een orkest moet worden begeleid! Gelukkig
was de zang makkelijk en de begeleiding eenvoudig
of het zou zonder meer een katastrofe geweest zijn.
Uit die periode dateert mijn eerste en grote erva
ring omtrent zingen met een orkest. De muziek zet
in, de zanger krijgt van de dirigent een teken en...
hij zet in. Wat hij moet zingen en wat het orkest
speelt, is totaal verschillend. De melodie is daar niet
in te vinden. Komt bij een operette dan nog een
orgelpunt: wanneer het liedje gedaan is, komen er
nog enkele danspassen of een dansje!
Dat de vertoning een goed einde kende én succes,
mag een echt mirakel genoemd worden.
Pierre Van Rossem
de basis van het openlucht toneelspektakel dat in de hovingen van de pastorie te
werd opgevoerd, lag de gedachte om het 10-jarig werk van de Claerhaegse
op een passende manier te vieren.
werd naar een werk dat in de lijn van vorige produkties lag. Tot nu toe bestond
voorgestelde werk immers uit nieuwe kreaties of bewerkingen van bestaande
ns of toneelstukken. Vaak ook waren deze stukken verbonden met de geschiedenis
de streek of met het landelijk karakter waaraan de vereniging zich meestal heeft
mt nog dat vroegere produkties vaak omkaderd werden met zang
drie elementen vinden we ook terug in «Baron de Meer».
drama van Affligem. Jan Jozef de de welsprekende verdedi-
de Meer» verhaalt Meer wordt gearresteerd en ging van advokaat Malhar
tegen het Fran- er volgt een proces in de mé wordt de Meer door de
eindigend met gevangenis van de Laken- krijgsraad ter dood veroor-
van de abdij poort te Brussel. Ondanks deeld. Nog dezelfde dag 20
januari 1797, wordt hij te
rechtgesteld op het Ko
ninklijk Plein te Brussel.
olst. Baron de Meer zoekt onderdak bij een boer (P. Van San)
Uitvoering
Alhoewel het verhaal op
zich niet zo sterk is en de
tekst, nochtans aangepast,
nog bombastisch aandoet,
gaf regisseur Jos Maes-
schalck het beste van zich
zelf om deze honderd man
sterke prod uk tie tot een
goed einde te brengen.
In een sober, maar zeer
handig uitgewerkt dekor
(waarin de kerktoren een
belangrijke funktie vervul
de) wisselden zang, dans,
spel en muziek elkaar af.
Men slaagde er echter niet
helemaal in om van deze
ingrediënten één sluitend
geheel te brouwen. Alhoe
wel het koor Canticorum en
het muziekensemble onder
leiding van Nina Van der
Vorst het uitstekend deden,
de dansen prima uitge
voerd werden en enkelen
voor een knappe akteer
prestatie zorgden, toch ont
braken er een paar scha
kels.
Wie ons als spelers vooral
boeiden waren Lutgarde De
Koninck (als Petronella
heel doorvoeld en met veel
présence), Eddy Meert (een
geloofwaardige en heel
overtuigende advokaat
Malh armé), Jos Maes-
schalck (ingehouden en
zuiver als pater Cornelia),
André Beke (als Lacourt
goed getekend) en Randall
Casaer (heel vlot in de rol
van Franse officier). Het
akteerwerk van hoofdrol
speler Fon8 De Koninck viel
eerder tegen. Steeds dezelf
de houding, dezelfde geba
ren en mimiek waren er de
oorzaak van dat baron de
Meer niet overtuigend werd
gebracht.
Verder zetten hun beste
beentje voor op de scene:
Monique Sterckx, Jet De
Koninck, Lieve De Ko
ninck, William De Plecker,
Marcel De Greve, Patrick
Van Craenenbroeck. Mare
Neulandt, Hugo Van Cau-
ter, Johan Raes en Stefaan
De Croes; naast natuurlijk
een volwaardige prestatie
van een aantal Franse sol
daten, bewoners van Moor
sel, dansers en dorsers.
Bij de mensen die op de
scene verschenen, merkten
Aalst. Baron de Meer luidt de stormklok te Moorsel (P. Van San)
we wel teveel brillen, horlo
ges, gouden ringen en
schoenen. Dit slaat vooral
op hen die arme boeren ver
tolkten.
dekorwisselingen, de be- was, mochten de zwarte ha-
lichting (gezien de midde- ren van dit gelaatsonder-
len) en het geluid. De grime deel wel een likje verf ge
werd zorgvuldig aange- kregen hebben,
bracht, maar gezien de
tekst vermeldt dat Baron de
Positief waren wel de snelle Meer 'rosachtig van baert'
ande-
;alerij
Wanneer we als betiteling voor "De Goudbloem"
operettegezelschap gebruiken, dan vindt dit zijn
12 oorsprong in het feit dat "De Goudbloem" de enige
Lebbeekse kring was die zich ooit "operettegezel-
'tet schap" noemde en als dusdanig ook vermeld stond
op drukwerken die bewaard gebleven zijn. Wat niet
wegneemt dat "De Welvaart" en de "Toneelkring der
'gsn- Koninklijke Fanfare Orpheus", "De Goudbloem" be
slist overtroefden wat het aantal opgevoerde zang-
spelen en operettes betreft, maar eerstgenoemde zijn
altijd scheep gegaan onder de benaming "Zang- en
Toneelmaatschappij" of gewoon "Toneelkring".
Hoewel stichter Julien Van Molle - hij was voor
De Goudbloem eigenlijk veel meer dan alleen maar
de initiatiefnemer - vertrokken was met de idee
Lebbeke een operettegezelschap te geven, zou de
kring als start toch een ommetje maken langs het
gesproken toneel. Want, om Elschot te citeren,
"tussen droom en daad...".
Vermelden we trouwens even dat het dank zij
Julien Van Molle is, dat we deze historiek zo precies
en gedetailleerd hebben kunnen maken. Ikzelf bezat
wat programma's en brochures, maar nergens was
er sprake van datum of jaartal. Gelukkig bewaarde
Julien het grootste gedeelte der boekhouding van
"De Goudbloem", waardoor het mogelijk werd een
en ander juist te omschrijven.
Dat dit verhaal - want waarschijnlijk gaat het
daarop lijken - over het ontstaan en het eerder
kortstondig bestaan van De Goudbloem anders ge
schreven is dan u het verwacht, dan ligt de oorzaak
ervan wellicht in het feit dat ik bij vele zaken nauw
betrokken was.
Tussen droom en daad...
We schreven 1942. Oorlog en bezetting. Het ont
spanningsleven was zeer schraal. Er waren de to
neelopvoeringen van "Vrede", "Pogen", "De Kruis
ridders" en "De Welvaart", en daarbij hield het op.
Julien Van Molle trachtte dit tekort aan te vulllen
door af en toe in zaal Casino een operettegezelschap
uit te nodigen. Meestal was het een Gents gezel
schap. waarvan sommige mensen behoorden tot het
gezelschap van de Gentse Opera. Op die wijze kre
en de Lebbekenaars o.m. De Graaf van Luxemburg,
Iet Hollands Wijfje, Het Land van de Glimlach en
andere operettes te zien.
Waarschijnlijk waren deze vertoningen het zaad
of de kiem, die in het hoofd van Julien Van Molle een
plan - of was het een droom, die later geen droom
zou blijken - lieten openbloeien een eigen operette-
lezelschap te leiden. Bij voorkeur dan een Lebbeeks.
)at zou spelen in zaal Casino, al stond daar boven de
deur "Lokaal der vrijzinnige kringen" In die perio
de bestonden echter geen politieke kleuren Er was
alleen wit en zwart en zwart of wit.
Julien Van Mollen legde links en rechts kontak
ten, in de hoop enkele mensen te vinden die mee
zouden willen van start gaan. Hij zocht die in de
eerste plaats bij de mensen van en rond het Lebbeeks
voetbal, waarvan het lokaal gevestigd was bij Fideel
Triest in de Stationsstraat. Vervolgens ook in de
Wielerclub "Sport Veredelt", die haar lokaal had in
de Laurierstraat, bij Holbrecht. Maar nergens kon
hij de nodige belangstelling losweken om van start
te kunnen gaan
Toch trachtte hij zijn droom gestalte te geven door
het uitkijken naar een geschikte operette of zang
spel De eerste titel die hij uitkoos was "Suzanne, 't
maalderinnetje van Bloemendaal", een zangspel in
drie bedrijven met muziek en tekst van H. Hereman.
De veronderstel dat het eerste wat hij deed en we
zouden dat heel menselijk willen noemen - het
kiezen was van een rol voor zichzelf. Maar veel
verder dan dat is zijn rolbezetting waarschijnlijk
niet geraakt. Wat aanleiding was om over te stappen
naar een andere operette, weet ik niet. Misschien
zag Julien Van MoUe meer kans op slagen via een
andere titel Hij liet zijn ogen en keuze vallen op
Twee Meisjesogen", een operette van Jules Missine.
Hij deed wat hij bij het andere stuk had gedaan,
kooe zich een rol uit en zocht in zijn omgeving naar
mensen die in aanmerking zouden kunnen komen
om de voornaamste rollen te bezetten.
Ik heb zo het vermoeden dat voor Julien Van MoUe
"De Goudbloem" op dat moment een realiteit was.
Hij liet de nodige drukwerken maken en "Óe Goud
bloem" was voor hem.
Nu kan het de indruk wekken dat Julien alleen
maar een dromer was. Neen. Hij zou het bewijs
leveren dat hij kon doorzetten en hij voor "zijn
gezelschap" - want dat was het aanvankelijk -
enorm veel veil had. Resultaat: hij slaagde erin de
bezetting gedeeltelijk te realiseren. Julien had ech
ter het eerste beste voorhanden zijnde hout gesprok
keld, tevreden dat hij mensen had, maar had zich
niet verdiept in het feit of die mensen wel zouden
aankunnen wat van hen verlangd werd.
Het bewijs daarvan werd later geleverd, want op
één of twee na, waren de uiteindelijke vertolkers
andere dan degenen die Julien aanvankelijk op het
oog had.
Julien sprak Armand Lissens aan om de liedjes
aan te leren en er werd gestart. Geleidelijk voelde
"Manus-doet-al" dat het niet liep zoals hij het zich
had voorgesteld en toog hij op zoek naar mogelijke
vervangers. Twee ervan vond hij in zijn broer An-
toon en in schrijver dezes. De liedjes werden op
nieuw aangeleerd en Julien toog op zoek naar een
regisseur. Dat hij erin slaagde Edgard Depont aan
de haak te slaan, bewees dat hij het niet zo klein zag.
Normaliter was dat niet mogelijk, maar velerlei
omstandigheden - waarbij gebrek aan voedsel niet
vreemd was - zorgden ervoor dat Depont naar Leb
beke kwam Edgard Depont was akteur aan de
Nederlandse Schouwburg te Gent, speelde ook in de
opera te Gent in operettes en zou na de oorlog
direkteur worden van Radio Gent.
De sohutterakoning, een Dop
Het zou tot een opvoering komen, maar daar zou
tijd overgaan. Want eerst kwam "De Schuttersko-
ning" voor het voetlicht, een blijspelletje van nie
mendal. Bij gebrek aan koor en orkest moest er
immers naar wat anders worden uitgekeken dan
naar de operette "Twee Meisjesogen". Het werd
hogergenoemd blijspel. De opvoering ging door op
23 januari 1943. In zaal Rosa.
Bij het lezen van dit relaas over het ontstaan van
"De Goudbloem" zou men de indruk kunnen krijgen
dat tijdens de oorlog alles zijn normale gang ging en
probleemloos verliep. Een bewaard programma van
"De Schutterskoning" levert, zij het onopvallend,
echter het bewijs van het tegendeel.
In de rolyerdeling staat als vertolker van de rol
Frits Luc Verhoeven vermeld. Welnu, de echte naam
van deze akteur was Lucien Huyok. Lucien Huyck
was wat toen heette een wer kweigeraariemand die
verplicht was in Duitsland te gaan werken, maar dat
vertikte. Hij wou wel meespelen, maar niet onder
zijn echte naam Wat tenslotte toch nog altijd een
zeker risiko inhield.
Als ander, niet veelzeggend, maar toch typerend
bewijs staat er vermeld: "Het gebeuren heeft plaats
vóór de oorlog, dus in 'Den goeien ouwen tijd'". Een
uitdrukking waaraan men nu achteloos voorbij
gaat, maar die toen heel wat suggeeerde. Er was
toch een volle zaal - er was een symfonieorkestje
tijdens de pauze (hier had Van Molle de "Vrede"
gekopieerd), waaraan ook René Hendrickx mee
werkte. Maar de vertoning was min noch meer een
Dop!
Ik herinner me dat ik, na het tweede bedrijf,
radikaal weigerde verder te spelen. An toon Van
Molle (broer van Julien en vader van Herman Van
MoUe, presentator van de IQ-kwis) deed de tekst een
zulkdanig geweld aan en ging zodanig overdrijven
en fantaseren, dat het meer op een cirkusvoorstel
ling dan op een toneelopvoering ging lijken. An toon
liet zich immers op sleeptouw nemen door enkele
lachers in de zaal, met alle nadelige gevolgen
vandien.
Tonen, zoals wij hem noemden, die de rol van
cipier speelde, beloofde zich in het derde bedrijf aan
de tekst te houden en de vertoning ging verder. Dit
voorval heeft niet belet dat An toon Van Molle en
ikzelf dikke vrienden zijn geworden en we later
hartelijk vooral hij dan - om dit voorval hebben
gelachen
De eerste vertoning van "De Goudbloem" was
geschiedenis en het Lebbeeks operettegezelschap
had zijn toneeldoop doorstaan. Al stond op het
programma 'Toneelgezelschap" - met de vermel
ding "Door het volk, voor het volk" - toch zou dit via
'Toneel- en Zanggezelschap" "Operettegezelschap"
worden
Op 16 en 23 april 1944 bracht "De Goudbloem" "Twee Meisjesogen" voor het voetlicht. Op de foto, staande
v.l.n.r Marcel Bosman, Louis Mannaert, Jeanne Van Lierop, Maria Raes, Julien Van MoUe, Renilda Van
Langenhove, Albert Meert, Suzanne Van de Voorde, Achiel Vermeiren, Clemence Van Nieuwenborg, Basiel
Siccard, Omer Moortgat en dirigent Walter Van Goethem.