Feest voor grootouders in de
rijksbasisschool Grembergen
jssen het verdriet van anderen en onszelf
Zie ginds komt de stoomboot...»
lapt een brede kloof
Trakteer je zelf op
52 weken leesgenot
eerlingenaantal Dendermondse Akademie
Een ongeval is vlug gebeurd, ook in de huiskamer
oor Schone Kunsten neemt toe
Een abonnement op «De Voorpost» goed voor 52 weken leesgenot over allerlei
dingen die je aanbelangen. Het politieke gebeuren in je eigen gemeente, de
kulturele manifestaties, de bijeenkomsten van je vereniging of club, een drukke
aktiviteitenkalender en een aparte katern boordevol sportnieuws. Je krijgt het
wekelijks op vrijdagmorgen thuisbezorgd. Dat plezier wil je jezelf toch niet
onthouden.
Een abonnement dus op «De Voorpost». Je kan je abonneren door onderstaande
bon zo snel mogelijk terug te sturen naar:
UITGEVERIJ DE CUYPER
Abonnement De Voorpost
Oude Vest 34 te 9330 Dendermonde
Ondergetekende:
Naam:
Adres:
Gemeente;
wenst een abonnement van 12 maanden voor 1.720 fr
6 maanden voor 875 fr
3 maanden voor 450 fr
en stort het verschuldigde bedrag op
het rekeningnummer 442-8601481-36 Handtekening
De Voorpost - 6.12.1985 - 13
Grootouders op bezoek in de lagere school. In Grembergen is men dat al langer gewoon en
ook dit jaar nodigde direkteur De Meester, zijn onderwijzend personeel en de kinderen zelf
de bompa's en bomma's uit op een dagje school.
Eerst misschien wat onwennig maar later ongedwongen en heel geïnteresseerd lieten de
grootouders zich door hun kleinkinderen als gast verwennen. De kinderen begonnen het
feest met enkele leuke nummertjes in de turnzaal. Nummertjes dans en ritmische
oefeningen waarbij ook een laag schmink niet ontbrak. Het optreden kreeg een
welverdiend applaus.
Ook voor het werk in de klas was er belangstelling en de jeugd was gelukkig de grootouders
eens heel precies uit te leggen hoe het nu met het vernieuwd onderwijs eigenlijk zit. Grijze
en kalende, ook andere natuurlijk, hoofden bogen zich over de banken. Elk jaar tróuwens
valt het me op dat de grootouders blijkbaar jonger en jonger worden. Of...?
De prachtdag werd afgerond met een versterking voor de innerlijke grootouder. Mevrouw
Cami Audenaert die een erg goede faam als kokkin van het schoolrestaurant had te
verdedigen, zorgde ook nu weer voor heerlijke pannekoekjes.
Tevreden grootouders, tevreden kinderen en tevreden personeelsleden. De band tussen
school en grootouders, in veel gevallen toch nog de vertrouwenspersonen voor de kleine
studentjes, werd in Grembergen weer wat dichter aangehaald.
M.A.
1 aantal leerlingen aan de Koninklijke Akademie voor
Kunsten Dendermonde is dit schooljaar met 64
|heden toegenomen en bedraagt nu 528 leerlingen,
bral in de voorbereidende en de lager secundaire
dingen is er een enorme toename aan leerlingen,
illend is ook dat er zich voor de kursus ruimtelijke
jmgeving zowel in de hogere secundaire afdeling als in
f hoger kunstonderwijs heel wat minder leerlingen
men aanmelden dan het jaar voordien.
Je voorbereidende afdeling in het zesde jaar. In de lager
Sn nu 209 leerlingen, daar secundaire afdeling telde men
Ur het er in 1984 maar 179 in 1984 88 leerlingen. Nu zijn
Ken. Dat zijn er dus dertig het er 107: 41 in het eerste
■r. In het eerste jaar zijn er jaar, 25 in het tweede jaar en
■1 leerlingen, in het tweede 41 in het derde jaar. Vooral
in het derde en in het het eerste jaar is doorslagge-
le telkens 36, in het vijfde vend met een toename van 18
"8 en evenveel leerlingen leerlingen.
In het oriëntatiejaar van de
hogere secundaire afdeling
volgen nu 64 leerlingen de les
sen, tegenover 40 het jaar
voordien. In de afdeling teke
nen zijn er 49 leerlingen of
negen meer dan in 1984, waar
bij het aantal leerlingen in het
vierde jaar is verdubbeld (van
7 naar 14): In de afdeling ruim
telijke vormgeving is zoals ge
zegd een terugloop van het
aantal leerlingen. Van de 19
leerlingen vorig jaar, zijn er nu
nog 13 overgebleven. De rich
ting sierkunsten wordt door 6
leerlingen gevolgd, wat een
vermeerdering is met 2. De
richting grafiek wordt door 16
leerlingen gevolgd of een toe
name van vier en de richting
schilderen kende ook meer bij
val dit jaar: 27 leerlingen
tegenover 25 het jaar voor
dien.
Het hoger kunstonderwijs (fin)
dan, met de afdeling tekenen,
waar het aantal van vorig jaar
bleef behouden (8 leerlingen).
In de finaliteit grafiek zitten nu
5 leerlingen, in plaats van 3
vorig jaar. In de afdeling schil
deren 20 leerlingen of een sta
tus quo. De afdeling ruimtelij
ke ordening daalde van 19 tot
13 leerlingen en de afdeling
sierkunsten ging van 7 naar 6
leerlingen.
Spelende kinderen in de huiskamer, het komt dagelijks
voor. Ook baby's vinden er alles wat ze dromen kunnen
om zich zoet te houden. Bovendien moeten de peuters nog
op verkenning gaan van de wereld die hen omringt.
Vandaar dat de huiskamer in vele gevallen ook een bron
van grote en van kleine ongevallen is.
Strijkijzers die men na gebruik
zo maar ergens laat staan op de
strijkplank worden door jonge
kinderen graag gehanteerd.
Maar ze zijn gevaarlijk en
daarom moet men ze op een
veilige plaats laten afkoelen.
Zelfs wanneer het strijkijzer is
afgekoeld is men nog niet ge
rust. Men bergt het dan liefst
onmiddellijk op. Voor begin
nende lopertjes, voor peuters
en kleuters zijn tafelkleden die
afhangen, een leuke bezigheid.
Maar u moet ook beseffen dat
er heel wat kan gebeuren wan
neer de kleintjes aan het af-
elkleed een flinke ruk geven,
of er met hun gewicht gaan
aanhangen. Gebroken tassen
en borden zijn lang niet het
ergste, maar het zou ook wel
eens kunnen dat een hete
vloeistof zo in het gelaat van
het kind terecht komt of dat
andere volwassen personen het
slachtoffer worden.
De huiskamer heeft nog een
aantal andere onveiligheden.
Het komt erop aan die te gaan
ontdekken door te kijken door
de ogen van een kind. Is er
bievoorbeeld een loophek ge
plaatst voor de brandende ka
chel, vormen losliggende elek
trische draden geen aanleiding
tot struikelen, hoe zit het met
de veiligheid van de stopkon
takten, wat met de puntige
hoeken van de meubels.
Een loophek goed bekijken
voor men het aankoopt is
noodzakelijk. Zo moet een
loophek houten spijlen hebben
en mogen niet meer dan 7 tot 8
centimeter van elkaar staan en
minstens 55 cm hoog zijn. Het
loophek moet vervaardigd zijn
uit glad geschuurd hout, dat
niet splintert en gifvrij geverfd
is. De verbindingen van het
hek moeten stevig zijn, zodat
een kind ze niet kan lospeute
ren en er zich niet kan aan
verwonden. De bodem moet
vlak, hard en verhoogd zijn en
het loophek mag geen scherpe
kanten vertonen. De schar-
niertjes moeten in elk geval
aan de buitenkant zitten.
Het hek plaats men liefst zo
ver mogelijk van alle andere
bedreigingen als stopkontak
ten, meubels, losliggende elek
trische draden, verwarmings
toestellen, enz. Om al deze
redenen is bievoorbeeld een
«netbox» af te raden. Het ge
vaar is niet denkbeeldig dat de
knoopjes van de baby kleding
er blijven in vastzitten. Wat
dan verstikkingsgevaar ople
vert.
jledienst Dendermonde en omgaan met sterven
'Sinterklaas in Dendermonde
n twee dingen in dit leven zijn we zeker: geboren worden en sterven,
tjlzyn de twee uitersten die ook elke mens raken. Alleen kunnen we met het ene beter
tr de weg dan met het andere, voelen we ons by een overlyden van een dierbare of van
1 vriend of kennis een beetje verloren. Teledienst Dendermonde had Manu Keire,
ekteur van de paramedische patiëntenkring van de Akademische Ziekenhuizen van de
lolieke Universiteit Leuven uitgenodigd om daarover te praten. Het werd een
jende avond die door heel wat belangstellenden werd bijgewoond, waarbij men
cht tijdens de vraagstelling - tot ongenoegen van een aantal aanwezigen - te veel de
>che toer opging, maar waaruit men toch heel wat kon opsteken,
t De Munter van Tele- hadden over overlijden, over vreemding geldt zeker voor
jt deed in zijn korte inlei- sterven. Want de vraag is in- jonge kinderen van vandaag,
t terecht opmerken dat derdaad hoe men als gezin te- want die worden door de vol-
yen al te vaak wordt ge- gen het omgaan met sterven wassenen - hun ouders - hele-
j aan oud of ziek zijn. aankijkt. In vergelijking met maal niet over sterven inge-
1 maakte ook duidelijk dat vroeger zijn we heel wat af- licht. Ze worden zoveel moge-
Isteeds groter wordende rol standelijker geworden. Vroe- lijk weggehouden van de ster-
I» de begrafenisondernemer, ger stierven de meeste mensen vende. Nochtans weten kinde
een aantal beslommeringen thuis, werd de hele familie er- ren maar al te goed wat sterven
i een overlijden op zich bij gehaald, werd de aflijvige is en hebben zij er hun eigen
Jmt, met zich heeft gebracht in de beste kamer opgebaard ideetjes overDe volwassenen
verderaf zijn gaan staan en werd hij vanop die plaats hebben alleen maar de bekom-
naar zijn laatste rustplaats ge- mentis dat het schrikbeeld
bracht. Nu overlijden de mees- waarmee zij zitten opgezadeld,
te mensen in een ziekenhuis, niet overgaat naar hun kin
komen ze in het onpersoonlijk deren.
mortuarium terecht, worden
Ier de waarheid, met hun dan overgebracht naar een fu- «>e zieke weet net we
n benadering, hun eigen nerarium en vandaar begint de Veronderstellen dat iemand
irden. Dat maakte Manu rit naar het kerkhof. De hele die ongeneeslijk ziek is niet
e meer dan eens duidelijk problematiek rond het overlij- zou weten hoe slecht zijn per-
jieer hij teruggreep naar den wordt van de huiselijke soontje er wel aan toe is, lijkt
jpraken die zijn jonge kin- sfeer weggehaald. Men ver- volgens spreker nu niet be-
deden wanneer zij het vreemdt ervan en die ver-- paald juist te zien. Ook de
II het verdriet van anderen
arheid komt uit e<
mond
deren zeggen nog
zieke weet dat hij vermagert,
geen eetlust meer heeft, dat
zijn krachten afnemen, dat
heel wat meer bekommernis
rond zijn persoon is dan nor
maal, dat hij pijn en soms veel
pijn heeft. Hij weet maar al te
goed wat al deze symptomen
betekenen. Het zijn zowat de
subtiele signalen die aan de
patiënt de richting aanduiden
van zijn gezondheidstoestand.
Maar of men
een ongeneeslijke zieke onom
wonden moet zeggen dat hij
nog maar een paar weken te
leven heeft, is een andere
vraag. Men moet daar wel
openlijk durven over te spre
ken, wanneer de zieke daartoe
de aanleiding geeft. Een der
gelijk gesprek mag men niet
ontlopen. Men moet de men
sen naar hun einde toe laten
leven, zoals ze hun hele leven
door geleefd hebben. Het zou
verkeerd zijn een dergelijk ge
sprek aan te gaan, zonder
hoop te geven. Niet dat men
rond de pot moet draaien en
steeds maar moet herhalen
«Het zal wel beter worden».
Belangrijker is duidelijk te
zeggen dat de patiënt op je kan
rekenen, dat men hem steun
belooft, dat men een woord
van bemoediging spreekt. Men
moet in elk geval zijn nabij
heid, zijn betrokkenheid laten
aanvoelen. Maar het probleem
omzeilen, afwimpelen, de zie
ke wat op de mouw spelden, is
uit den boze.
Meer dan eens stelt men ook
vast dat een ongeneeslijk zieke
patiënt lastig wordt. Dat is ook
vrij normaal, want wie geremd
wordt in zijn toekomstplan
nen, gaat zich verzetten en
wordt lastig. Het is dus aan ons
om te leren begrijpen dat een
zieke mens opstandig wordt.
Als we daarin slagen dan valt
die lastigheid voor de helft
weg. Dat de meest dierbaren
vaak de volle lading krijgen, is
ook normaal. Hen vertrouwt
de zieke immers het meest,
tegen hen kan hij of zij ook het
meest van al over zijn toestand
vertellen. Maar wanneer de
graad van lastigheid echt te ver
gaat, dan moet men ook dur
ven ingrijpen en moet men aan
de zieke duidelijk maken dat
hij of zij een ideale verzorging
onmogelijk maakt.
Thuis sterven
Thuis sterven kan ook nog in
deze moderne tijd. Heel wat
mensen sterven in een zieken
huis, omdat naar een zieken
huis gaan ook de makkelijkste
oplossing is om een ongenees
lijk zieke te verzorgen. Het is
een last die we als gezonde
mensen van ons afduwen.
Dendermonde. Een ware overrompeling bij de aankomst van Sinterklaas (foto Piet Hermans)
Maar waarom naar een zieken
huis gaan wanneer de verzor
ging geen extra apparatuur of
doorgedreven behandelingen
omvat? Dan kan het toch thuis
ook gebeuren. Mocht men zich
die idee eigen kunnen maken,
dan zou het omgaan met ster
ven weer een stukje levensna-
bij worden. Maar het grote
probleem is en blijft dat we
bang zijn om te sterven.
Een ander opvallend ver
schijnsel is dat de ongeneeslijk
zieken een soort symbooltaal
gebruiken om hun gezond
heidstoestand duidelijk te ma
ken. Zij tasten op die wijze de
horizon af om te weten in hoe
ver hun huisgenoten, hun fa
milieleden. hun vrienden en
hun kennissen beseffen dat
hun toestand kritiek is. Het
komt er voor ons dus op aan
die symbooltaal, die vol beel
den steekt, te leren begrijpen
en daar op in te spelen. We
moeten daaruit leren wat ze
nodig hebben.
Blijft dan nog de omgang met
de mensen die een dierbare
hebben verloren. Vaak lopen
we daar met een wijde bocht
omheen, durven we hen niet te
spreken over hun verdriet en
zullen we alles doen wat moge
lijk is om de naam van de
overledene niet tc gebruiken.
Nochtans hebben deze mensen
alleen maar behoefte om zo
veel mogelijk hun lijden en
hun wedervaren te kunnen
vertellen, moeten zij zich kun
nen uiten over wat voorbij is.
We moeten leren luisteren
naar deze verhalen, ook al zal
men die ontelbaar veel te ho
ren krijgen. Maar het begrip
en de luisterbereidheid zijn
van kapitaal belang. Niet de
zogenaamde troostende woor
den, die alles behalve een
troostend effekt hebben (den
ken we maar aan: de leeftijd
was er, je hebt gelukkig nog
andere kinderen, het is beter
voor hem, enz.).
We mogen niet te rap gewoon
geraken aan het verdriet van
anderen en moeten beseffen
dat de rouwverwerking min
stens een jaar duurt. Het is een
jaar vol pijnlijke momenten:
men moet opnieuw voor de
eerste keer alles meemaken en
dat is een hele opgave. Op die
momenten is een welgemeen
de steun een weldaad. Die
steun moet men krijgen van
vrienden en familie. Een ande
re fout die vaak wordt begaan
is dat men geneigd is de door
zoveel leed en pijn getroffen
man of vrouw zo snel mogelijk
weer in het maatschappelijk
leven te willen betrekken. Men
moet hen de kans geven weer
langzaam naar het leven toe te
groeien en begrip leren op
brengen voor het verdriet dat
ze uiten. Dat is een voorname
taak die voor ons is weggelegd.
Dendermonde. WW voorzitter Hugo D'Haen waakte er over dat Sinterklaas dit keer niet struikelde over zijn
lange kleren (foto Piet Hermans)
De aanlegsteiger van de Dendermondse Vlaamse Vereniging voor Watersport stond vorige zondag op het aktiviteitenlijstje
n ouders met kleine, en minder kleine, kinderen. Om 14.30 uur - zo was gemeld -, zou Sinterklaas daar immers voet aan
•al op Dendermondse bodem zetten en ruim op voorhand stond het jeugdig geweld al te turen over het Scheldewater. Maar
een tocht van Spanje naar Vlaanderen is op een paar minuten juist niet te bepalen en de ouders begrepen ook dat een paar
hindernissen misschien de komst van de Sint konden vertragen. Want om 14.30 uur was er nog geen Sint te zien. Onrust dus
op de linkeroever.
Toen Hugo D'Haen, voorzitter van de WW, de steiger afliep besefte men dat er wat te gebeuren stond, en kijk, daar
verscheen het vaartuig dat door de kleine bengels zowaar tot volgroeide stoomboot werd omgedoopt. Een, twee, drie, vier,
vijf zwarte pieten op het dek en daartussen gezeten de oude Heilige man. Op de kade probeerde men wel wat orde te
houden maar veel hielpen de pogingen van de volwassenen toch ook niet. D'Haen verwelkomde in naam van de
Dendermondse jeugd Sinterklaas die dan begon aan de lange klim naar het droge. De rode loper lag uit en de pieten, heeft
een vrouwelijke piet echt geen andere naam. bleken ware akrobaten.
Toen de Sint zijn plaats had gekregen begon het gedrum opnieuw. Nochtans, er waren pakjes voor iedereen en de eersten
kregen niet meer dan de laatsten. Tekeningen werden door Sinterklaas zorgvuldig aan de kant gelegd en Dendennonde
bleek plots alleen maar brave kinderen te herbergen. De vaders zochten vertwijfeld een plaatsje in de te kleine kantine van
de WW Sinterklaas bleef met de moeders en de kinderen in het gezellig warme zonnetje. Dank zij de WW die samen met
de VW van de stad Dendermonde het feest mogelijk maakte, raakte Sinterklaas dus in Dendermonde. De jonge hartjes
kloppen van zondag onrustiger. Het Sinterklaasfeest blijft steeds boeien.