fllllllllll Monika Triest: «Deeltijdse arbeid remt emancipatie af» Van gefilterd Denderwater, waterballet en aqua-art Aalsterse pers volgt politiek Vuurtoren start In Aalst m a mi i i i h i - Honderd jaar Stedelijk Zwembad te Aalst Paul Coppens' tweede stuk ook in KVS in première 4 - 2.5.1986 - De Voorpost In het Vlaams Kulturee! Centrum «Theater De Brakke Grond» te Amsterdam sprak buitengewoon hoogleraar Monika Triest, Aalsterse van geboorte en nicht van stadsgenoot Leo Fosselle, verleden vrijdag haar inaugura le rede uit by de aanvaarding van haar benoeming op de nieuwe leerstoel «Werkgelegenheidsvraagstukken binnen het Emancipatiebeleid». Monika Triest (1941) is licen- ciate klassieke filologie van de RUG, doceerde Latijn en Grieks in het middelbaar on derwijs en studeerde en werkte verder in Duitsland, Tjecho- slowakije, Canada en de USA. Aan de University of Cincin nati, Ohio, doctoreerde ze in de Sociologie van de Onder wijskunde. Terug in Vlaande ren werkte ze aan de Universi taire Instelling Antwerpen en het projekt «Routinisering van de arbeid» en in opdracht van de EEG voerde ze een onder zoek uit naar «Opleiding van vrouwen in mannenberoe pen». In 1981 publiceerde ze «Verdomme, 't is weer een meid» en van '81 tot '85 do ceerde ze aan diverse Vlaamse onderwijsinstellingen. Vanaf 1 september 1985 werd zij aan de universiteit van Am sterdam aangesteld als hoog leraar Werkgelegenheids vraagstukken binnen het Emancipatiebeleid; de eerste leerstoel gekreëerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Momenteel doet M. Triest on derzoek naar verschillende as- pekten van vrouwenarbeid, zoals o.m. de effekten van de nieuwe technologieën, van flexibiliseringstrends en posi tieve aktie. Onder haar leiding wordt een programmeringsstu die uitgevoerd naar de ekono- mische zelfstandigheid van de vrouw. M. Triest is voorzitter van de multidisciplinaire WUB-werk- groep Vrouw en Werk aan de Universiteit van Amsterdam. Emancipatiekunde en emanci patiebeleid zijn voor haar zo wel een wetenschappelijk als een maatschappelijk engage ment. Sinds 1968 is zij aktief in de vrouwenbeweging, achtereen volgens in de Verenigde Staten. Vrouwen tussen wetenschap en beleid In haar inaugurale rede behan delde Monika Triest hoe het staat met emancipatie-onder zoek als wetenschappelijk on derzoek. Vervolgens het be lang van de werkgelegenheid in het emancipatiebeleid en tenslotte welke de urgente ar beidsvraagstukken zijn voor vrouwen vandaag. Emancipatie-ondersoek Monika Triest stelt dat feministen de wetenschap beoefenen vanuit een welbe paalde visie of vanuit een prak tijk-gerichtheid. Wat niet leidt tot een aparte feministische wetenschapsbeoefening. Emancipatie-onderzoek on derscheidt zich immers van vrouwenstudies door praktij kgerichtheid en door de na druk op arbeids- en machtsver houdingen. Vrouwenstudie legt veeleer de klemtoon op onderzoek naar «vrouwelijk heid» als aparte kulturele kate- gorie. Drie fasen Voor dit onderzoek ziet Moni ka Triest drie fasen: gelijke behandeling: studie van de mechanismen die discri minatie in stand houden n Aalstals voortzetting van Het Algemeen Nieuws- en Een eeuw ontwikkeling Van zegelbelasting naar vrije ontplooiing Aanvankelijk erfden we van Willem I de zegelbelasting op de krant. Enkel gegoeden konden ze kopen. De redaktie berustte bij bescheiden ploegen die het elke dag met weinig middelen moesten waar maken. Dagbladen telden meestal slechts 4 vagina's. Afschaffing van de zegelbelasting bood ruimere mogelijkheden. Kranten werden goedkoper, meer adverteerders konden worden aangetrokken, omvang van de kracht vergrootte en de periodiciteit werd versneld. Voor 1848 overleefde geen enkele krant. Franstalige druksels kregen vaak prioriteit. Na 1848 kwamen er in elke stad organen van katolieken en liberalen. Er kwam standenvorming en boeren en middenstanders kregen eigen persorganen. Met de opkomst van het socialisme kwamen er bladen die door de BWP gesteund werden. Een aantal bladen lieten echter politieke polemieken varen en stemden hun produkt af op de grootste gemene deler van de smaak van het lezerspubliek. Heel wat 19e eeuwse bladen overleefden echter de eerste wereldoorlog niet. Een aantal gazettenverscheen voor de eerste maal tussen 1878 en 1897. De waaier regionale bladen verschraalde en een aantal ging over kop of beperkte zich tot het brengen van publiciteit. De besten overleefden. De katolieke pers Dominant en verscheiden - In 1842 verscheen De Gazette Aankondigingsblad». - "Den Aelstenaer» bekende zich eerst tot de konservatieve katolieke opinie doch daarna tot de liberale. - In 1846 startte Den Denderbode» die zich zelf het meest verspreyde politiek weekblad van g'heel 't land noemde. - In 1860 werd Het Land van Aelstde konkurrent van Den Denderbode». - In 1870 startte het katoliek weekblad Gazette van Aelst». - «De Werkman» haalde een oplage van 25.000 nummers. - Jonge katolieke drukkers begaan met de democratisering brachten het Weekblad voor Aelst» en «De Gazette van Aelst» die zich vooral tot de werklieden richtte en steun verleende aan «Den vrijen anti-socialistischen werkleidenbond van Aelst». In 1895 werd de titel gewijzigd in «De Volksstem». - Meer naar een specifiek publiek gericht verschenen «De Denderduif», «De Vlaamse boer», «De Aalsterse pachter», «Le Houblon», «De Gids der melkerijen» en «De geitenvriend». - Het kristelijk vakverbond pakte in 1907 uit met «De vrije werker». - «Ons Volksblad» (1920 was kristelijk en Vlaams en «De Dageraad» bedreigde boer, werkman en staatsbediende. De liberale pers Stilte na de storm Tijdens de behandelde 100 jaar werden 21 liberale kranten uitgegeven. - «Den Aelstenaer» werd de eerste liberale krant in 1841. - In 1846 startten «De Denderbode» en «Het Verbond van Aelst». - In 1867 ontstonden «De gemeenteraad«Den IJker» en «Het Savooi Blad». - «Vooruit» werd in 1878 de opvolger van «Den IJker» en verschenen «De Bondduif» en «De Beiaard» - Het Verbondwerd in 1886 vervangen door «De Dendergalm». - In 1904 werd de partij radikaal-liberaal en ontstonden «De Volksvriend (1906), «De Volksgazet» (ook 1906), «De vrije arbeider» (1910), «Het vrije woord» (ook 1910) en «De Vrije toekomst» (1912). - Van 1909 tot 1912 verscheen «Het burgersbelang». - Na het stilzwijgen tijdens de oorlog verscheen in 1923 «Ons Bladen later «De liberaal» die Het volksbelang» werd. - Van «De hamerslagen van de liberale partij» werd slechts één nummer (uit 1932) teruggevonden. Dissident kr.-demokratische en Vlaamsnationale pers ■Daensistische pers - In het arrondissement Aalst stond destijds de Daensistische pers sterker dan de orthodox katholieke. - De Daensisten beschikten over «Het Land van Aelst», «De Werkman» en «Klokke Roeland - Rond de eeuwwisseling trachtte P. Daens de dalende oplagen te stimuleren en verschenen in 1899 «De Daensgazet», «De volkseeuw», «De demokraaten «De nieuwe tijd». - «De volkswil» hxderde in de heropleving van de Daensistische beweging tussen 1910 en 1914. - Vanaf 1911 drukte Pieter Daens ook «Ons Volk». Acüvitische pers Tijdens de wereldoorlog verdwenen de Daensbladen. «De Werkman» verscheen wel opnieuw. - De nieuwe tijd» werd de motor van de activistische beweging. Vlaamsnationale weekbladpers - Vanaf 1923 werd «De Werkmanhet blad van de frontij. - Later verscheen «De Vlaamsche Nationalist» (Mechelen) en «De Oost Vlaming» (St.- Niklaas - In 1930 verscheen «De Voorwacht», «De Leyeen «Het Scheldeland». De socialistische pers Recht en Vrijheid» Tussen 1895 en 1900 startten werklieden de eerste vakbonden, een koöperatieve, een fanfare en een ziekenfonds te Aalst en te Geraardsbergen. Daar hoorde een partijblad bij. Dat werd dan «Recht en Vrijheid». - Ter gelegenheid van de staking bij FFR kwam «Recht en Vrijheid» als weekblad van de pers voor de prijs van 2 ct. - Er kwam een promotiecampagne, er werd gekolporteerd en men kwam tot 1200 nummers in het kanton. - Maar «Recht en Vrijheid» verloor lezers ten bate van «Vooruit» uit Gent. De oplage stabiliseerde zich te Aalst tot 1090. - Begin 1906 verdrievoudigde zich het socialistisch lezerspubliek. - Na stilzwijgen tijdens de eerste wereldoorlog kwam «Recht en Vrijheid» terug van de pers in 1919. - In 1921 werd het op een groter formaat gedrukt en rustte het op een stevige financiële basis. Maar niet voor lang. Wegens supplementaire kosten en wegens het feit dat de arrondisse- mentssekretaris met de «kas» op de loop ging... - In 1927 kreeg Recht en Vrijheid» een kunstrubriek. Een koncentratie voor de pers drong zich op en de meeste socialistische bladen waaronder «Recht en Vrijheid» werden gebundeld onder de gemeenschappelijke noemer «Voor Allen». Oorlogspers 1914 -1918 De meeste kranten stopten hun verschijnen tijdens de wereldoorlog. Vrij vlug verschenen echter weer «De Denderbode», «De Volksstemen «De Werkman». Een Duits soldaat richtte echter een eigen soldatenblad op. Een gemobiliseerd onderwijzer Gefreiter Wilhelm Neuhaus. Het eerste nummer dat op 21 juni 1915 verscheen werd ook het laatste. Omwille van een oneerbiedige passage over het leven van de Duitse Keizerin Auguste, werd het door de Duitse censuur verboden. LH sociale verandering: om schrijven van veranderingspro cessen nodig om ongelijkheid op te heffen geëmancipeerde samenle ving: toekomstgericht onder zoek naar een samenleving waarin de voorwaarden voor emancipatie voor alle groepen en individuen vervuld zijn. Betekenis van arbeid binnen het emancipatie-onderzoek Vanuit een onderzoekstradi tie, die aanvankelijk Marxis tisch geïnspireerd was, werd de arbeiaspositie van vrouwen ge zien als een bepalende faktor in haar maatschappelijke posi tie. Na een eerste fase met overwegend teoretische debat ten, ging de aandacht van emancipatie-onderzoeksters meer naar een stelling, die ook beleidsrelevantie heeft: ekono- mische zelfstandigheid van vrouwen is een noodzakelijke, zij het niet voldoende voor waarde voor de emancipatie van de vrouw en voor een geëmancipeerde samenleving. De bijdrage van de weten schap tot het vraagstuk ekono mische zelfstandigheid blijft ontoereikend, ondanks het be staan van meer verfijnd cijfer materiaal en aanzetten tot multi-disciplinair onderzoek, De bijdrage van de overheid aan het realiseren van ekono- mische zelfstandigheid voor vrouwen bliift eveneens ont oereikend, daar totnogtoe de beleidsbenadering een juridi sche benadering was en intus sen gebleken is, dat wetgeving op zich onvoldoende is om die pgaande maatschappelijke processen en strukturen te ver anderen. Van hun kant dragen ook de vakbeweging en de vrouwenbeweging bij tot een beter inzicht in maatregelen, die ekonomische zelfstandig heid voor vrouwen mogelijk moeten maken. Onder deze voorgestelde maatregelen be horen het invoeren van positie ve aktie en basisloon tot de meest aktuele en tevens de meest kontroversiële, Urgentie-vraagstukken In een derde hoofdstuk wor den «urgente» arbeidsvraag stukken binnen het emancipa tie-onderzoek en -beleid be handeld. De aandacht gaat hier vooral naar aktuele trends van flexibilisering, trends waarvan de effekten op vrou wenarbeid reeds waarneem baar zijn. Deze effekten zijn voorlopig duidelijk negatief, zoals bliikt uit de arbeids marktpositie en arbeidsvoor waarden voor werkneemsters met oproepkontrakten en thui sarbeid. Vanuit hun zwakke arbeidsmarktpositie zien veel vrouwen in Nederland zich nochtans genoodzaakt derge lijke flexibele arbeidskontrak- tcn te aanvaarden, Ondanks deze vaststellingen is het volgens de auteur wense lijk te onderzoeken in welke mate de trend van flexibilise ring, geïnitieerd door werkge vers, aanknopingspunten biedt voor de realisatie van de eisen van individualisering en van ekonomische zelfstandigheid, zoals die door de vrouwenbe weging gesteld worden. Nawoord Monika Triest richt zich in een nawoord tot de Universiteit van Amsterdam zelf die zich voor het zelfde dilemma ge- I O.l.v. René Van Gijseghem tonen 15 door hem geselekteerden onder het motto «Vuurtoren '86» hun gewrochten in de Aalsterse Keizershallen van 2 tot en met 23 mei. Een tentoonstelling die de nieuwe spektakelzaal van 8.000 m3 volledig inneemt met zeor originele projekten waarvoor de stadskas voor 300,000 fr. tussenkomt en die verder aesteund worden door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het geheel verloopt onder de hoede van de Raad van Bestuur van het Kultureel Centrum en van het stadsbestuur en staat onder de auspiciën van de Dienst Volksontwikkeling van de Vlaamse Gemeenschap. Vernissage op vrijdag 2 mei te 19 u. met als spreker gemeenschapsminister Patrick Dewael. Begin te 19 u. De tentoonstellen zijn: Hendrik De Schrijver, Eugeen Llebaut, Hugo Roelandt, Jan De Nijs, Luc Hoenraet, Jo Bogaert, Jo Van den Brullo, Achlel Hutsebaut, Patrick Van Cacckenbergh, Rudolf De Greef, William Phlips, Ignace De Vos, Walter Schelfhout, Anna Van der Taelen en René Van Gljsegem. LH plaatst ziet als do overheid: werkt negatief op de strukture- «fiexibiliserings- en/of emanci- le positie van ae vrouw. Bo- Êatiebeleid?». vendien wordt ontwikkeling •e toenemende trend van van emancipatie-onderzoek er flexibiliteit met tijdelijke aan- door bedreigd. Dit dan terwijl stellingen en deeltijdse arbeid Monika Triest van de Univer siteit van Amsterdamjulst als opdracht kreeg het «Zwaarte punt Vrouwenstudies» uit te bouwen,.. LH Afbeeldingen uit de vroege oudheid bewijzen het: de mens heeft steeds de behoefte gehad zich in het water te ver plaatsen. Aanvankelijk wellicht uit noodzaak «om den brode», nadien omdat men toen reeds de weldoende invloed van water erkende. Water, basis van de natuur, noodzaak voor al wat leeft, en ook vandaag nog DE gezondmaker bij uitstek. Later zien wjj dat steeds meer rijkelui hun eigen zwemge- tegenheid willen bezitten, men bouwt luxueuze badplaat sen waarvan tot op vandaag nog menig exemplaar is be waard gebleven. Natuurlijk kon het «plebs» niet verstoken blijven van de ge neugten van het water. Het duurde wel tot de tweede helft van de 19* eeuw vooraleer in ons land de eerste publieke zwembaden werden openge steld. Open zwembad op «eiland Chipka» In 1886 was Aalst dan ook een van de eerste Vlaamse steden die over een «zwembad» be schikte. Een open zwembad weliswaar, maar toch een uit stekende gelegenheid om aan zwemmen te doen in een be- srkte ruimte. De totale kostprijs van het ge bouw werd door de ontwerpor geraamd op 1.893.210 fr. en 2 centien en zou uiteindelijk zo wat 2.000.000 fr. kosten. Op 4 juni 1939 werd onder massale belangstelling op een snikhete dag het zwembad Kt ygiëne en komfort waren be paald nog geen punt, men zwom er In gefilterd Dender water, dat toen gelukkig nog geen waterbezoedeling kende. Bovendien was de bodem er door algenvorming s[ zoals enkele ouderen ker nog herinneren. Velen spreken ook vandaag nog van de «paraplukes», de plaats waar het gefilterd water in het zwembad werd gebracht. Ook al was zwemmen in het open baar nog zwaar belast - men mocht en durfde zich niet «bloot» te geven - toch kende dat zwembad bij de bevolking een meer dan gewone belang stelling. Zwemclub ::Neptunus» In dat zwembad ontstond in 1928 een bloeiende zwemclub, Zwemclub Neptunus, die ook vandaag nog een integrerend deel uitmaakt van de zwem- sport in Aalst. Voorzitter stichter was de heer Spanoo- ghe, samen met de heren De Schaepdrijver, De Wilde, San ders, Van Cleemput, Bour geois en anderen. In 1933 zag het stadsbestuur de noodzaak in om de zwemlief- hebbers een beter zwembad ter beschikking te stellen. Er werd een «Nationalen Prijs kamp» uitgeschreven voor ar- chitekten; de opdracht werd uiteindelijk toegekend aan ar- chitekt Valcke uit Gent. Het ontwerp was erg gedurfd voor die tijd en wordt ook nu nog beschouwd als een baanbreker inzake moderne architektuur anno 1933. Het koncept har monieerde prachtig met de ge bouwen die de Aalsterse mees- ter-architekt, nadien direkteur van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten; de heer Antoon Blanckaert, neerzette aan de Kapucijnenlaan, hoek van de Arbeidsstraat. Het zwembad aan de Capucle- neniaan Het «oude zwembad» maakt zeker een waardevol onder deel uit van het kultureel patri monium en verdient als dusda nig voor de toekomst te wor den beschermd. plechtig opengesteld door de toenmalige burgemeester, de heer Alfred Nichels. Zij die de openstelling meemaakten, her inneren zien nog het groot aan tal personen dio, bevangen door de hitte, dienden ver zorgd. Tot eerste direkteur van het zwembad werd John Van den Bossche aangesteld, toen reeds een heel gekend figuur in de zwemsport. Hij maakte im mers deel uit van de Belgische waterpoloploeg tijdens de Olympiade van Berlijn in 1936. De eerste kassier was de heer Roger Van de Wiele die later een belangrijke rol zou spelen in de centrale admini stratie. Eerste badmeester redders waren Frans De Cuy- per en de heer Jozef Heyvaert, beiden helaas reeds overleden. Stoker-mechaniclen was Frans Backvis en de eerste kabine- jongen Karei Van de Perre, nadien badmeester en hoofd badmeester in het zwembad. Gezien er op dat ogenblik ook nog 12 badkamers ter beschik king van de bezoekers werden gesteld, werden twee badvrou- wen aangesteld: Jüllette Amant en Julia De Prins, Tijdens de tweede wereldoor log werd het zwembad zowat HET trefpunt van de Aalsterse jeugd, vandaag nog worden daaromtrent de wildste verha len verteld. In de schoot van Neptunus werd in 1948 het eerste water ballet in België opgericht on der leiding van de heer en mevrouw Van den Bossche. Dat ballet kende een massa nationale en Internationale triomfen vooral met het kwar tet mevrouw Van den Bossche, Helene De Smedt, Yessle Cal- lebaut en Hildc De Ridder. Zij reisden inderdaad door een stuk van Europa: Spanje, Oos tenrijk, Duitsland, Zwitser land, Frankrijk waren voor hen bekend terrein; zij droe gen de roem van Aalst rond met enorm sukses, Een tweede balletgroep onder leiding van mevrouw Sack zou het meer op nationaal terrein gehouden worden, maar het kende toch ook een grote faam, Het nieuw zwembad Intussen werd het beheer van het zwembad in 1950 overge dragen aan de huidige beheer der, de heer Thybaert, Waar de heer Van den Bossche zich meer richtte op het «gewone» publiek, ging de belangstelling nu meer in de richting van de Aalst. Het stedelijke zwembad van Aalst bestaat 100 jaar en Is al een eeuw lang een trekpleister voor jong en oud. Daarom een aantal belang wekkende manifestaties waar van vooral de tentoonstelling «Aqua-Art» een belangrijke laats inneemt. >nder die noemer presenteert het stadsbestuur van Aalst een tweeledige expositie. Belde hebben eenzelfde uitgangs punt: het zwembad. Door hot gekozen medium is er een groot verschil in bena dering te merken. De fotogra fen enerzijds richten zich vrij wel dlrekt op het zwembad en zijn onmiddellijke omgeving. Bij do beeldende kunstenaars anderzijds ligt de klemtoon an ders; zij zijn niet op dezclfdo munier beperkt door hun me dium en kunnen het onder werp uit een undore belevings wereld bonaderen. LH schoolwerklng, vooral met het oog op de toekomst, Die wer king kende sukses en het aan tal bezoekers nam van Jaar tot jaar toe, terwijl het zwembad meer en meer verouderde, In 1968 werden de eerste plannen gesmeed voor de oprichting van oen niouw zwemnud. De wog van de administratie is echter heel lang, het zou dan ook ettelijke jaren duren voor aleer men de werkelijke bouw aan de zwembadlaan kon aan vatten. Op 20 november 1978 werden de werken officieel aangevat; de eerste paal werd geslagen op 7 december 1978. Het was de Aalsterse Bouwon derneming Vlnck en De Bruyn die belast werd met de bouw van het geheel als hoofdaanne mer onder toezicht van de ont werpers: architektenbureuu Agora van Wettoron, Ir, Arch. Verstraeten en arch. De Spriet. Voor de technische in stallatie had Ir, arch. Marc De Pot uit Aalst het toezicht. Voor de stad Aalst was stads- urchltekt Jan Buyl belast met het toozicht, werftoezlchter wus Francois Buys. Al van de eerste dagen was er enorme belangstelling, de eer ste week was een echte over rompeling. In het eerste opge- ningsjuur boekten men niet minder dan 272.000 betalende bezoekers, wut Aalst meteon op één van de ereplaatsen bracht in de Belgische Zwem- bndwcreld. De Belangstelling bleef ook dooraaan In 1983 waar men ondanks een slechte zomer, toch meer dan 256,000 bezoekers mocht begroeten. Honderd Jaar zwcmbadlll 100 jaar Stedelijk Zwembad: een gelegenheid die men zeker niet mocht laten voorbllaan. Nadat vorig jaar da Koninklijke Vlaamse Schouwburg te Brussel het eerste volwaardig toneelstuk van Aalstenaar Paul Coppens «Hora est» In première braoht, wordt voor het nieuwe selaoen opnieuw een werk van dese auteur op de speelkalender geset. Dit keer gaat het om «de tuin man» een stuk dat wordt omsohreven als een psyohologi- sohe thriller, De première is voorzien op SO maart. Het stuk gaat over de suksesvolle schrijfster van misdaadro mans Lily Bergers, Wan neer haar man in nogal dui stere omstandigheden om het leven komt, zondert ze zioh steeds meer en meer van de buitenwereld af. Lily Bergers sohuwt iedereen en kwijnt stilaan weg van een zaamheid. Het wordt nog erger wanneer blijkt dat ze niet meer in staat ls om een zinnig woord op papier te zetten. Haar lezerspubliek neemt dat niet en haar uit gever is ln alle staten. Twee Jaar na het overlijden van haar man, blijkt Lilly weerde oude te worden, Ze doet een poging om weer gezelsohap van andere op te zoeken en plaatst een ad vertentie «tuinman ge- zooht». De dag nadat de ad vertentie is versohenen biedt zioh al een kandidaat aan. Ben sukkelaar, een leegloper, een sohooier, Li ly sohrikt wel even wan neer ze de man ziet, ze is ook een beetje bang voor hem. Maar het wordt spoe-; dig duidelijk dat de drang om de eenzaamheid te over winnen, de drang om ie mand rondom zioh te heb ben, de bovenhand haalt op haar angst voor de onbe kende, Het grote drama ls evenwel het moment waar op duidelijk wordt dat do tuinman stom ls. Hij kan de stilte niet doorbreken, de stilte die preoies de barrière was geworden In Lily's be staan. Lily wil de stomme zo spoedig mogelijk de deur uit hebben, maar dat gaat niet zomaar. Hij is immers vast besloten te blijven waar hij ls. In die nieuwe sfeer van angst begint de auteur dan een nieuw boek te sohrijven, waarin de tuinman fungeert als hoofdpersonage van een ge heimzinnig misdaad-ver haal. «De tuinman» wordt zo een eohte bizarre thriller die de toeschouwers meeneemt naar de fantasiewereld van een auteur. Men kan mee beleven hoe en bepaald Indi vidu de aanleiding kan zijn tot het sohrijven van een verhaal en hoe een verhaal die rlohting uitgaat zodat de auteur ervan er zelfs niet meer de kontrole over heeft.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1986 | | pagina 4