fllllllllll
Monika Triest:
«Deeltijdse arbeid remt emancipatie af»
Van gefilterd Denderwater, waterballet en aqua-art
Aalsterse pers volgt politiek
Vuurtoren start In Aalst
m a mi
i i i h i -
Honderd jaar Stedelijk Zwembad te Aalst
Paul Coppens' tweede stuk
ook in KVS in première
4 - 2.5.1986 - De Voorpost
In het Vlaams Kulturee! Centrum «Theater De Brakke
Grond» te Amsterdam sprak buitengewoon hoogleraar
Monika Triest, Aalsterse van geboorte en nicht van
stadsgenoot Leo Fosselle, verleden vrijdag haar inaugura
le rede uit by de aanvaarding van haar benoeming op de
nieuwe leerstoel «Werkgelegenheidsvraagstukken binnen
het Emancipatiebeleid».
Monika Triest (1941) is licen-
ciate klassieke filologie van de
RUG, doceerde Latijn en
Grieks in het middelbaar on
derwijs en studeerde en werkte
verder in Duitsland, Tjecho-
slowakije, Canada en de USA.
Aan de University of Cincin
nati, Ohio, doctoreerde ze in
de Sociologie van de Onder
wijskunde. Terug in Vlaande
ren werkte ze aan de Universi
taire Instelling Antwerpen en
het projekt «Routinisering van
de arbeid» en in opdracht van
de EEG voerde ze een onder
zoek uit naar «Opleiding van
vrouwen in mannenberoe
pen». In 1981 publiceerde ze
«Verdomme, 't is weer een
meid» en van '81 tot '85 do
ceerde ze aan diverse Vlaamse
onderwijsinstellingen.
Vanaf 1 september 1985 werd
zij aan de universiteit van Am
sterdam aangesteld als hoog
leraar Werkgelegenheids
vraagstukken binnen het
Emancipatiebeleid; de eerste
leerstoel gekreëerd door het
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid.
Momenteel doet M. Triest on
derzoek naar verschillende as-
pekten van vrouwenarbeid,
zoals o.m. de effekten van de
nieuwe technologieën, van
flexibiliseringstrends en posi
tieve aktie. Onder haar leiding
wordt een programmeringsstu
die uitgevoerd naar de ekono-
mische zelfstandigheid van de
vrouw.
M. Triest is voorzitter van de
multidisciplinaire WUB-werk-
groep Vrouw en Werk aan de
Universiteit van Amsterdam.
Emancipatiekunde en emanci
patiebeleid zijn voor haar zo
wel een wetenschappelijk als
een maatschappelijk engage
ment.
Sinds 1968 is zij aktief in de
vrouwenbeweging, achtereen
volgens in de Verenigde
Staten.
Vrouwen tussen wetenschap en
beleid
In haar inaugurale rede behan
delde Monika Triest hoe het
staat met emancipatie-onder
zoek als wetenschappelijk on
derzoek. Vervolgens het be
lang van de werkgelegenheid
in het emancipatiebeleid en
tenslotte welke de urgente ar
beidsvraagstukken zijn voor
vrouwen vandaag.
Emancipatie-ondersoek
Monika Triest stelt dat
feministen de wetenschap
beoefenen vanuit een welbe
paalde visie of vanuit een prak
tijk-gerichtheid. Wat niet leidt
tot een aparte feministische
wetenschapsbeoefening.
Emancipatie-onderzoek on
derscheidt zich immers van
vrouwenstudies door praktij
kgerichtheid en door de na
druk op arbeids- en machtsver
houdingen. Vrouwenstudie
legt veeleer de klemtoon op
onderzoek naar «vrouwelijk
heid» als aparte kulturele kate-
gorie.
Drie fasen
Voor dit onderzoek ziet Moni
ka Triest drie fasen:
gelijke behandeling: studie
van de mechanismen die discri
minatie in stand houden
n Aalstals voortzetting van Het Algemeen Nieuws- en
Een eeuw ontwikkeling
Van zegelbelasting naar vrije ontplooiing
Aanvankelijk erfden we van Willem I de zegelbelasting op de krant. Enkel gegoeden konden
ze kopen. De redaktie berustte bij bescheiden ploegen die het elke dag met weinig middelen
moesten waar maken. Dagbladen telden meestal slechts 4 vagina's. Afschaffing van de
zegelbelasting bood ruimere mogelijkheden. Kranten werden goedkoper, meer adverteerders
konden worden aangetrokken, omvang van de kracht vergrootte en de periodiciteit werd
versneld.
Voor 1848 overleefde geen enkele krant. Franstalige druksels kregen vaak prioriteit.
Na 1848 kwamen er in elke stad organen van katolieken en liberalen. Er kwam
standenvorming en boeren en middenstanders kregen eigen persorganen. Met de opkomst
van het socialisme kwamen er bladen die door de BWP gesteund werden. Een aantal bladen
lieten echter politieke polemieken varen en stemden hun produkt af op de grootste gemene
deler van de smaak van het lezerspubliek.
Heel wat 19e eeuwse bladen overleefden echter de eerste wereldoorlog niet. Een aantal
gazettenverscheen voor de eerste maal tussen 1878 en 1897. De waaier regionale bladen
verschraalde en een aantal ging over kop of beperkte zich tot het brengen van publiciteit. De
besten overleefden.
De katolieke pers
Dominant en verscheiden
- In 1842 verscheen De Gazette
Aankondigingsblad».
- "Den Aelstenaer» bekende zich eerst tot de konservatieve katolieke opinie doch daarna tot
de liberale.
- In 1846 startte Den Denderbode» die zich zelf het meest verspreyde politiek weekblad
van g'heel 't land noemde.
- In 1860 werd Het Land van Aelstde konkurrent van Den Denderbode».
- In 1870 startte het katoliek weekblad Gazette van Aelst».
- «De Werkman» haalde een oplage van 25.000 nummers.
- Jonge katolieke drukkers begaan met de democratisering brachten het Weekblad voor
Aelst» en «De Gazette van Aelst» die zich vooral tot de werklieden richtte en steun
verleende aan «Den vrijen anti-socialistischen werkleidenbond van Aelst». In 1895 werd de
titel gewijzigd in «De Volksstem».
- Meer naar een specifiek publiek gericht verschenen «De Denderduif», «De Vlaamse boer»,
«De Aalsterse pachter», «Le Houblon», «De Gids der melkerijen» en «De geitenvriend».
- Het kristelijk vakverbond pakte in 1907 uit met «De vrije werker».
- «Ons Volksblad» (1920 was kristelijk en Vlaams en «De Dageraad» bedreigde boer,
werkman en staatsbediende.
De liberale pers
Stilte na de storm
Tijdens de behandelde 100 jaar werden 21 liberale kranten uitgegeven.
- «Den Aelstenaer» werd de eerste liberale krant in 1841.
- In 1846 startten «De Denderbode» en «Het Verbond van Aelst».
- In 1867 ontstonden «De gemeenteraad«Den IJker» en «Het Savooi Blad».
- «Vooruit» werd in 1878 de opvolger van «Den IJker» en verschenen «De Bondduif» en «De
Beiaard»
- Het Verbondwerd in 1886 vervangen door «De Dendergalm».
- In 1904 werd de partij radikaal-liberaal en ontstonden «De Volksvriend (1906), «De
Volksgazet» (ook 1906), «De vrije arbeider» (1910), «Het vrije woord» (ook 1910) en «De
Vrije toekomst» (1912).
- Van 1909 tot 1912 verscheen «Het burgersbelang».
- Na het stilzwijgen tijdens de oorlog verscheen in 1923 «Ons Bladen later «De liberaal» die
Het volksbelang» werd.
- Van «De hamerslagen van de liberale partij» werd slechts één nummer (uit 1932)
teruggevonden.
Dissident kr.-demokratische en Vlaamsnationale pers
■Daensistische pers
- In het arrondissement Aalst stond destijds de Daensistische pers sterker dan de orthodox
katholieke.
- De Daensisten beschikten over «Het Land van Aelst», «De Werkman» en «Klokke
Roeland
- Rond de eeuwwisseling trachtte P. Daens de dalende oplagen te stimuleren en verschenen in
1899 «De Daensgazet», «De volkseeuw», «De demokraaten «De nieuwe tijd».
- «De volkswil» hxderde in de heropleving van de Daensistische beweging tussen 1910 en
1914.
- Vanaf 1911 drukte Pieter Daens ook «Ons Volk».
Acüvitische pers
Tijdens de wereldoorlog verdwenen de Daensbladen. «De Werkman» verscheen wel
opnieuw.
- De nieuwe tijd» werd de motor van de activistische beweging.
Vlaamsnationale weekbladpers
- Vanaf 1923 werd «De Werkmanhet blad van de frontij.
- Later verscheen «De Vlaamsche Nationalist» (Mechelen) en «De Oost Vlaming» (St.-
Niklaas
- In 1930 verscheen «De Voorwacht», «De Leyeen «Het Scheldeland».
De socialistische pers
Recht en Vrijheid»
Tussen 1895 en 1900 startten werklieden de eerste vakbonden, een koöperatieve, een fanfare
en een ziekenfonds te Aalst en te Geraardsbergen. Daar hoorde een partijblad bij. Dat werd
dan «Recht en Vrijheid».
- Ter gelegenheid van de staking bij FFR kwam «Recht en Vrijheid» als weekblad van de pers
voor de prijs van 2 ct.
- Er kwam een promotiecampagne, er werd gekolporteerd en men kwam tot 1200 nummers
in het kanton.
- Maar «Recht en Vrijheid» verloor lezers ten bate van «Vooruit» uit Gent. De oplage
stabiliseerde zich te Aalst tot 1090.
- Begin 1906 verdrievoudigde zich het socialistisch lezerspubliek.
- Na stilzwijgen tijdens de eerste wereldoorlog kwam «Recht en Vrijheid» terug van de pers in
1919.
- In 1921 werd het op een groter formaat gedrukt en rustte het op een stevige financiële basis.
Maar niet voor lang. Wegens supplementaire kosten en wegens het feit dat de arrondisse-
mentssekretaris met de «kas» op de loop ging...
- In 1927 kreeg Recht en Vrijheid» een kunstrubriek.
Een koncentratie voor de pers drong zich op en de meeste socialistische bladen waaronder
«Recht en Vrijheid» werden gebundeld onder de gemeenschappelijke noemer «Voor
Allen».
Oorlogspers 1914 -1918
De meeste kranten stopten hun verschijnen tijdens de wereldoorlog. Vrij vlug verschenen
echter weer «De Denderbode», «De Volksstemen «De Werkman».
Een Duits soldaat richtte echter een eigen soldatenblad op. Een gemobiliseerd onderwijzer
Gefreiter Wilhelm Neuhaus. Het eerste nummer dat op 21 juni 1915 verscheen werd ook het
laatste. Omwille van een oneerbiedige passage over het leven van de Duitse Keizerin Auguste,
werd het door de Duitse censuur verboden.
LH
sociale verandering: om
schrijven van veranderingspro
cessen nodig om ongelijkheid
op te heffen
geëmancipeerde samenle
ving: toekomstgericht onder
zoek naar een samenleving
waarin de voorwaarden voor
emancipatie voor alle groepen
en individuen vervuld zijn.
Betekenis van arbeid binnen
het emancipatie-onderzoek
Vanuit een onderzoekstradi
tie, die aanvankelijk Marxis
tisch geïnspireerd was, werd de
arbeiaspositie van vrouwen ge
zien als een bepalende faktor
in haar maatschappelijke posi
tie. Na een eerste fase met
overwegend teoretische debat
ten, ging de aandacht van
emancipatie-onderzoeksters
meer naar een stelling, die ook
beleidsrelevantie heeft: ekono-
mische zelfstandigheid van
vrouwen is een noodzakelijke,
zij het niet voldoende voor
waarde voor de emancipatie
van de vrouw en voor een
geëmancipeerde samenleving.
De bijdrage van de weten
schap tot het vraagstuk ekono
mische zelfstandigheid blijft
ontoereikend, ondanks het be
staan van meer verfijnd cijfer
materiaal en aanzetten tot
multi-disciplinair onderzoek,
De bijdrage van de overheid
aan het realiseren van ekono-
mische zelfstandigheid voor
vrouwen bliift eveneens ont
oereikend, daar totnogtoe de
beleidsbenadering een juridi
sche benadering was en intus
sen gebleken is, dat wetgeving
op zich onvoldoende is om die
pgaande maatschappelijke
processen en strukturen te ver
anderen. Van hun kant dragen
ook de vakbeweging en de
vrouwenbeweging bij tot een
beter inzicht in maatregelen,
die ekonomische zelfstandig
heid voor vrouwen mogelijk
moeten maken. Onder deze
voorgestelde maatregelen be
horen het invoeren van positie
ve aktie en basisloon tot de
meest aktuele en tevens de
meest kontroversiële,
Urgentie-vraagstukken
In een derde hoofdstuk wor
den «urgente» arbeidsvraag
stukken binnen het emancipa
tie-onderzoek en -beleid be
handeld. De aandacht gaat
hier vooral naar aktuele trends
van flexibilisering, trends
waarvan de effekten op vrou
wenarbeid reeds waarneem
baar zijn. Deze effekten zijn
voorlopig duidelijk negatief,
zoals bliikt uit de arbeids
marktpositie en arbeidsvoor
waarden voor werkneemsters
met oproepkontrakten en thui
sarbeid. Vanuit hun zwakke
arbeidsmarktpositie zien veel
vrouwen in Nederland zich
nochtans genoodzaakt derge
lijke flexibele arbeidskontrak-
tcn te aanvaarden,
Ondanks deze vaststellingen is
het volgens de auteur wense
lijk te onderzoeken in welke
mate de trend van flexibilise
ring, geïnitieerd door werkge
vers, aanknopingspunten biedt
voor de realisatie van de eisen
van individualisering en van
ekonomische zelfstandigheid,
zoals die door de vrouwenbe
weging gesteld worden.
Nawoord
Monika Triest richt zich in een
nawoord tot de Universiteit
van Amsterdam zelf die zich
voor het zelfde dilemma ge-
I
O.l.v. René Van Gijseghem tonen 15 door hem geselekteerden onder het motto
«Vuurtoren '86» hun gewrochten in de Aalsterse Keizershallen van 2 tot en met 23 mei.
Een tentoonstelling die de nieuwe spektakelzaal van 8.000 m3 volledig inneemt met zeor
originele projekten waarvoor de stadskas voor 300,000 fr. tussenkomt en die verder
aesteund worden door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Het geheel verloopt onder de hoede van de Raad van Bestuur van het Kultureel Centrum
en van het stadsbestuur en staat onder de auspiciën van de Dienst Volksontwikkeling van
de Vlaamse Gemeenschap.
Vernissage op vrijdag 2 mei te 19 u. met als spreker gemeenschapsminister Patrick Dewael.
Begin te 19 u.
De tentoonstellen zijn: Hendrik De Schrijver, Eugeen Llebaut, Hugo Roelandt, Jan De
Nijs, Luc Hoenraet, Jo Bogaert, Jo Van den Brullo, Achlel Hutsebaut, Patrick Van
Cacckenbergh, Rudolf De Greef, William Phlips, Ignace De Vos, Walter Schelfhout, Anna
Van der Taelen en René Van Gljsegem.
LH
plaatst ziet als do overheid: werkt negatief op de strukture-
«fiexibiliserings- en/of emanci- le positie van ae vrouw. Bo-
Êatiebeleid?». vendien wordt ontwikkeling
•e toenemende trend van van emancipatie-onderzoek er
flexibiliteit met tijdelijke aan- door bedreigd. Dit dan terwijl
stellingen en deeltijdse arbeid Monika Triest van de Univer
siteit van Amsterdamjulst als
opdracht kreeg het «Zwaarte
punt Vrouwenstudies» uit te
bouwen,..
LH
Afbeeldingen uit de vroege oudheid bewijzen het: de mens
heeft steeds de behoefte gehad zich in het water te ver
plaatsen. Aanvankelijk wellicht uit noodzaak «om den
brode», nadien omdat men toen reeds de weldoende
invloed van water erkende.
Water, basis van de natuur, noodzaak voor al wat leeft, en
ook vandaag nog DE gezondmaker bij uitstek.
Later zien wjj dat steeds meer rijkelui hun eigen zwemge-
tegenheid willen bezitten, men bouwt luxueuze badplaat
sen waarvan tot op vandaag nog menig exemplaar is be
waard gebleven.
Natuurlijk kon het «plebs» niet
verstoken blijven van de ge
neugten van het water.
Het duurde wel tot de tweede
helft van de 19* eeuw vooraleer
in ons land de eerste publieke
zwembaden werden openge
steld.
Open zwembad
op «eiland Chipka»
In 1886 was Aalst dan ook een
van de eerste Vlaamse steden
die over een «zwembad» be
schikte. Een open zwembad
weliswaar, maar toch een uit
stekende gelegenheid om aan
zwemmen te doen in een be-
srkte ruimte.
De totale kostprijs van het ge
bouw werd door de ontwerpor
geraamd op 1.893.210 fr. en 2
centien en zou uiteindelijk zo
wat 2.000.000 fr. kosten.
Op 4 juni 1939 werd onder
massale belangstelling op een
snikhete dag het zwembad
Kt
ygiëne en komfort waren be
paald nog geen punt, men
zwom er In gefilterd Dender
water, dat toen gelukkig nog
geen waterbezoedeling kende.
Bovendien was de bodem er
door algenvorming s[
zoals enkele ouderen
ker nog herinneren. Velen
spreken ook vandaag nog van
de «paraplukes», de plaats
waar het gefilterd water in het
zwembad werd gebracht. Ook
al was zwemmen in het open
baar nog zwaar belast - men
mocht en durfde zich niet
«bloot» te geven - toch kende
dat zwembad bij de bevolking
een meer dan gewone belang
stelling.
Zwemclub ::Neptunus»
In dat zwembad ontstond in
1928 een bloeiende zwemclub,
Zwemclub Neptunus, die ook
vandaag nog een integrerend
deel uitmaakt van de zwem-
sport in Aalst. Voorzitter
stichter was de heer Spanoo-
ghe, samen met de heren De
Schaepdrijver, De Wilde, San
ders, Van Cleemput, Bour
geois en anderen.
In 1933 zag het stadsbestuur de
noodzaak in om de zwemlief-
hebbers een beter zwembad
ter beschikking te stellen. Er
werd een «Nationalen Prijs
kamp» uitgeschreven voor ar-
chitekten; de opdracht werd
uiteindelijk toegekend aan ar-
chitekt Valcke uit Gent. Het
ontwerp was erg gedurfd voor
die tijd en wordt ook nu nog
beschouwd als een baanbreker
inzake moderne architektuur
anno 1933. Het koncept har
monieerde prachtig met de ge
bouwen die de Aalsterse mees-
ter-architekt, nadien direkteur
van de Stedelijke Academie
voor Schone Kunsten; de heer
Antoon Blanckaert, neerzette
aan de Kapucijnenlaan, hoek
van de Arbeidsstraat.
Het zwembad aan de Capucle-
neniaan
Het «oude zwembad» maakt
zeker een waardevol onder
deel uit van het kultureel patri
monium en verdient als dusda
nig voor de toekomst te wor
den beschermd.
plechtig opengesteld door de
toenmalige burgemeester, de
heer Alfred Nichels. Zij die de
openstelling meemaakten, her
inneren zien nog het groot aan
tal personen dio, bevangen
door de hitte, dienden ver
zorgd.
Tot eerste direkteur van het
zwembad werd John Van den
Bossche aangesteld, toen reeds
een heel gekend figuur in de
zwemsport. Hij maakte im
mers deel uit van de Belgische
waterpoloploeg tijdens de
Olympiade van Berlijn in
1936. De eerste kassier was de
heer Roger Van de Wiele die
later een belangrijke rol zou
spelen in de centrale admini
stratie. Eerste badmeester
redders waren Frans De Cuy-
per en de heer Jozef Heyvaert,
beiden helaas reeds overleden.
Stoker-mechaniclen was Frans
Backvis en de eerste kabine-
jongen Karei Van de Perre,
nadien badmeester en hoofd
badmeester in het zwembad.
Gezien er op dat ogenblik ook
nog 12 badkamers ter beschik
king van de bezoekers werden
gesteld, werden twee badvrou-
wen aangesteld: Jüllette
Amant en Julia De Prins,
Tijdens de tweede wereldoor
log werd het zwembad zowat
HET trefpunt van de Aalsterse
jeugd, vandaag nog worden
daaromtrent de wildste verha
len verteld.
In de schoot van Neptunus
werd in 1948 het eerste water
ballet in België opgericht on
der leiding van de heer en
mevrouw Van den Bossche.
Dat ballet kende een massa
nationale en Internationale
triomfen vooral met het kwar
tet mevrouw Van den Bossche,
Helene De Smedt, Yessle Cal-
lebaut en Hildc De Ridder. Zij
reisden inderdaad door een
stuk van Europa: Spanje, Oos
tenrijk, Duitsland, Zwitser
land, Frankrijk waren voor
hen bekend terrein; zij droe
gen de roem van Aalst rond
met enorm sukses, Een tweede
balletgroep onder leiding van
mevrouw Sack zou het meer
op nationaal terrein gehouden
worden, maar het kende toch
ook een grote faam,
Het nieuw zwembad
Intussen werd het beheer van
het zwembad in 1950 overge
dragen aan de huidige beheer
der, de heer Thybaert, Waar
de heer Van den Bossche zich
meer richtte op het «gewone»
publiek, ging de belangstelling
nu meer in de richting van de
Aalst. Het stedelijke zwembad van Aalst bestaat 100 jaar en Is al een eeuw lang een
trekpleister voor jong en oud.
Daarom een aantal belang
wekkende manifestaties waar
van vooral de tentoonstelling
«Aqua-Art» een belangrijke
laats inneemt.
>nder die noemer presenteert
het stadsbestuur van Aalst een
tweeledige expositie. Belde
hebben eenzelfde uitgangs
punt: het zwembad.
Door hot gekozen medium is
er een groot verschil in bena
dering te merken. De fotogra
fen enerzijds richten zich vrij
wel dlrekt op het zwembad en
zijn onmiddellijke omgeving.
Bij do beeldende kunstenaars
anderzijds ligt de klemtoon an
ders; zij zijn niet op dezclfdo
munier beperkt door hun me
dium en kunnen het onder
werp uit een undore belevings
wereld bonaderen.
LH
schoolwerklng, vooral met het
oog op de toekomst, Die wer
king kende sukses en het aan
tal bezoekers nam van Jaar tot
jaar toe, terwijl het zwembad
meer en meer verouderde, In
1968 werden de eerste plannen
gesmeed voor de oprichting
van oen niouw zwemnud. De
wog van de administratie is
echter heel lang, het zou dan
ook ettelijke jaren duren voor
aleer men de werkelijke bouw
aan de zwembadlaan kon aan
vatten. Op 20 november 1978
werden de werken officieel
aangevat; de eerste paal werd
geslagen op 7 december 1978.
Het was de Aalsterse Bouwon
derneming Vlnck en De Bruyn
die belast werd met de bouw
van het geheel als hoofdaanne
mer onder toezicht van de ont
werpers: architektenbureuu
Agora van Wettoron, Ir, Arch.
Verstraeten en arch. De
Spriet. Voor de technische in
stallatie had Ir, arch. Marc De
Pot uit Aalst het toezicht.
Voor de stad Aalst was stads-
urchltekt Jan Buyl belast met
het toozicht, werftoezlchter
wus Francois Buys.
Al van de eerste dagen was er
enorme belangstelling, de eer
ste week was een echte over
rompeling. In het eerste opge-
ningsjuur boekten men niet
minder dan 272.000 betalende
bezoekers, wut Aalst meteon
op één van de ereplaatsen
bracht in de Belgische Zwem-
bndwcreld. De Belangstelling
bleef ook dooraaan In 1983
waar men ondanks een slechte
zomer, toch meer dan 256,000
bezoekers mocht begroeten.
Honderd Jaar zwcmbadlll
100 jaar Stedelijk Zwembad:
een gelegenheid die men zeker
niet mocht laten voorbllaan.
Nadat vorig jaar da Koninklijke Vlaamse Schouwburg te
Brussel het eerste volwaardig toneelstuk van Aalstenaar
Paul Coppens «Hora est» In première braoht, wordt voor
het nieuwe selaoen opnieuw een werk van dese auteur op
de speelkalender geset. Dit keer gaat het om «de tuin
man» een stuk dat wordt omsohreven als een psyohologi-
sohe thriller,
De première is voorzien op
SO maart. Het stuk gaat
over de suksesvolle
schrijfster van misdaadro
mans Lily Bergers, Wan
neer haar man in nogal dui
stere omstandigheden om
het leven komt, zondert ze
zioh steeds meer en meer
van de buitenwereld af. Lily
Bergers sohuwt iedereen en
kwijnt stilaan weg van een
zaamheid. Het wordt nog
erger wanneer blijkt dat ze
niet meer in staat ls om een
zinnig woord op papier te
zetten. Haar lezerspubliek
neemt dat niet en haar uit
gever is ln alle staten.
Twee Jaar na het overlijden
van haar man, blijkt Lilly
weerde oude te worden, Ze
doet een poging om weer
gezelsohap van andere op te
zoeken en plaatst een ad
vertentie «tuinman ge-
zooht». De dag nadat de ad
vertentie is versohenen
biedt zioh al een kandidaat
aan. Ben sukkelaar, een
leegloper, een sohooier, Li
ly sohrikt wel even wan
neer ze de man ziet, ze is
ook een beetje bang voor
hem. Maar het wordt spoe-;
dig duidelijk dat de drang
om de eenzaamheid te over
winnen, de drang om ie
mand rondom zioh te heb
ben, de bovenhand haalt op
haar angst voor de onbe
kende, Het grote drama ls
evenwel het moment waar
op duidelijk wordt dat do
tuinman stom ls. Hij kan de
stilte niet doorbreken, de
stilte die preoies de barrière
was geworden In Lily's be
staan. Lily wil de stomme
zo spoedig mogelijk de deur
uit hebben, maar dat gaat
niet zomaar. Hij is immers
vast besloten te blijven
waar hij ls. In die nieuwe
sfeer van angst begint de
auteur dan een nieuw boek
te sohrijven, waarin de
tuinman fungeert als
hoofdpersonage van een ge
heimzinnig misdaad-ver
haal.
«De tuinman» wordt zo een
eohte bizarre thriller die de
toeschouwers meeneemt
naar de fantasiewereld van
een auteur. Men kan mee
beleven hoe en bepaald Indi
vidu de aanleiding kan zijn
tot het sohrijven van een
verhaal en hoe een verhaal
die rlohting uitgaat zodat
de auteur ervan er zelfs niet
meer de kontrole over
heeft.