St. Bernardusabdij van Bornem, de parel van een kostbaar erfgoed Op 26 juli vrij toegankelijk... 32 - 18.7.1986 - De Voorpost p 26 juli zet de St. Bernardusabdij van Bornem haar deuren open voor het publiek. Een «vrij» toegankelijk wordt het jammer genoeg niet. Pater Lambertus die we hierover polsten blijkt niet erg gelukkig met dit initiatief maar weerstond niet aan de vraag om een rondleiding te geven aan de belangstellenden. Het wordt een éénmalige rondleiding overigens en daarvoor zal men te 14 u. verzamelen. Zal men de 18 geprofesten die momenteel de abdij bevolken niet altijd in het vizier krijgen en Pater Lambertus zal er goed over waken dat niemand een stapje opzij zet. Volgens de gastheer zal men slechts een deel van de abdij en haar bezienswaardigheden kunnen bekijken. «Maar nieuwsgierigen mogen uiteraard komen... er is slechts één rondleiding en daarna is het afgelopen», aldus pater Lambertus. Dankzij de medewerking van de Vereniging voor Heemkunde in Klein- Brabant kunnen we U in deze editie echter een historisch overzicht geven van de abdij van Bornem. Vooreerst een inleiding voor wie er toch naartoe zou gaan, en vervolgens een bron van informatie voor wie echt belet is en er toch wat meer wou over weten. Achter deze muren bevindt zich de bibliotheek. Rechts de toren van de abdijkerk die in de geschiedenis het langst overleefde St.-Bernard op de binnenplaats., kerktoren gericht. het hoofd naar de De toerist die in de ge meente Bornem op zoek gaat naar de abdij zal niet veel moeite hebben om ze te vinden. Of schoon het klooster enigszins ter zijde van het centrum ligt, wijzen de spitse toren en de uit gestrekte omheinings muur er op dat men een abdij nadert, die nog steeds in staat van dienst is. De historisch geïnteresseerden die in het verleden van Bor- nems abdij pluizen, heb ben het niet zo gemakke lijk. Want reeds rond het jaar 1100 bestond te Bornem een abdij van de reguliere kanunniken, die ook de parochie- dienst verzekerden. Deze kanunniken, die naast de huidige parochiekerk woonden, schijnen ech ter weinig voorspoed te hebben gekend, want reeds in 1120 werd hun klooster ingelijfd bij de Benediktijnenabdij van Affligem. Sindsdien was het een van deze abdij afhankelijke priorij, waar tot aan de Franse revolutie steeds enige zwarte monniken verble ven. In 1842 werden de gebouwen aangekocht door de Zusters van O.- L.-Vrouw Presentatie, die er tot op heden een bloei end onderwijsinstituut leidden. Lotgevallen van «het nieuwe klooster» Het gebouw dat in de tegenwoordige Klooster straat in 1603 werd opge richt en aan de oor sprong ligt van het huidi ge abdij komplex, stond onder de dorpsbewoners in vroegere tijden ook wel bekend als het «Nieuwe klooster» om het te onderscheiden van de priorij der paters Be nedictijnen. En de stich ting van dat nieuwe klooster kende een bewo gen geschiedenis... In die jaren namelijk werd het kasteel van Bornem bewoond door Pedro Co loma, een Spaans edel man, die in 1586 de baro nie van Bomem door aankoop verkregen had. Hij onderhield vriend schappelijke kontakten met pater Sedulius, de vroegere gardiaan van het Minderbroederkloos ter te Antwerpen. Hij spoorde de baron aan om in Bomem een klooster te bouwen voor deze tak van de Francis- kanerorde. Het idee om kloosterstichter te wor den, mfet alle daarbijho- rende rechten, zoals een begrafenis voor het hoofdaltaar van de kerk, klonk Coloma wel goed in de oren. Het kwam in 1603 gereed en kreeg de naam van H. Kruisklooster, om dat Coloma het met een kostbare relikwie van het H. Kruis begiftigde. Waarschijnlijk oordeelde hij de nieuwe stichting niet genoeg begiftigd of ingericht, want hij wei gerde zijn paters naar Bomem te sturen. Toen in 1621 zowel Coloma als Sedulius overleden, was het klooster nog steeds onbewoond. Onderhan delingen met de Cister- ciënzerinnnen van de ab dij van O.-L.-Vrouw van de Wijngaard te Leuven liepen op niets uit en ook de pogingen van hun or degenoten van Doomzele bij Gent, alsook die van de Viktorinnen uit Ant werpen om het klooster te betrekken, bleven zon der gevolg. Betere vooruitzichten bo den daarentegen de kon takten met de Dominika- nen, aan wie de zoon van Coloma het klooster in 1637 overdroeg. Maar het duurde nog vier jaren voordat de kerkelijke toe stemmingen verkregen waren en de Dominika- nen van Brussel het klooster plechtig kwa men inwijden. Drie pa ters bleven er wonen en verrichtten er de dienst in de kloosterkerk. Ondertussen hadden de Minderbroeders het ver lies van hun oorspronke lijk toegewezen klooster nog niet verwerkt. Een proces in de Raad van Brabant werd in hun voordeel uitgesproken, waardoor Coloma zich verplicht zag de Domini- kanen in 1647 te laten vertrekken. Na nieuwe besprekingen betrokken tegen 1650 de Dominika- nen opnieuw het zo om streden klooster. Ditmaal waren het de Kloosterlin gen die door de Staten van Holland uit 's Herto- genbos waren verdre ven. Ze bleven slechts tot 1651 in Bomem, in welk jaar ze verhuisden naar him oude réfugié te Ma- chelen. Wanneer echter de Domi- nikanen in 1654 nog steeds geen paters had den gezonden was het geduld van Pedro II Colo ma ten einde en gaf hij toestemming aan de pa ters Wilhelmieten uit Be- veren-Waas om in Bor nem te gaan wonen. Zijn oudste zoon Jan Frans Coloma, die hem in 1656 opvolgde en twee jaar la ter de eerste graaf van Bornem werd, toen Filips IV het Land van Bornem tot graafschap had ver heven, zorgde er voor dat de oude vriendschaps banden met de Domini- kanen weer werden ver stevigd. Het kwam zover dat de Wilhelmieten wer den verzocht naar Beve- ren terug te keren, om plaats te maken voor En gelse Dominikanen, die eindelijk aan het klooster van Bornem een meer be stendig karakter zouden geven en er van 1658 tot 1825 onafgebroken zou den verblijven. De Engelse Dominikanen In Engeland schenen de Dominikanen tot de on dergang gedoemd. Kloostervervolging en burgeroorlog hadden hun gelederen tot een minimum gedund. Een jonge Dominikaan, Tho mas Howard, die uit de hoogste Engelse adel stamde, en zijn priester- en kloosteropleiding gro tendeels in het buiten land had genoten, zocht naar middelen om zijn orde in Engeland te kun nen ondersteunen vanuit een opleidingscentrum in België. Geholpen door zijn Belgische medebroe ders kon hij tenslotte Bor nem voor dat doel bekomen. Onder de leiding van de energieke en bekwame prior kende de Engelse Dominikanergemeen- schap een goede start. Kerk en klooster werden aan de behoeften van de nieuwe bewoners aange past en er werd een aan zienlijke bibliotheek sa mengesteld, die door prior Howard met talrijke boeken werd verrijkt, waaronder zeldzame handschriften. Hij zorgde er bovendien voor dat aan het klooster zeer spoedig een college werd verbonden, waar Engelse jongelui een de gelijke opvoeding kon den ontvangen. Rond het midden van de 18* eeuw was het oude klooster zo vervallen dat besloten werd het af te breken en nieuwe gebou wen op te richten. In 1769 kwam de zuidelijke vleu gel gereed en twee jaar later werd de eerste steen gelegd voor een nieuw college. Zo bleef van hëf oude door Coloma gebouwde kloos ter alleen nog de kerk over. Einde van het Engels College De Franse Revolutie zou een einde maken aan het bloeiend onderwijsinsti tuut, waar in sommige jaren meer dan 120 leer lingen hun opvoeding genoten. Inkwartiering van Oostenrijkse troepen en het opmaken van in ventarissen van de in boedel waren de voorbo de van de definitieve sluiting van het Engelse college. Ofschoon de meeste kloosterlingen van Bornem reeds in 1794 waren uitgeweken, mocht het college, bij speciale toestemming van de overheid, nog ge handhaafd blijven. In 1797 had echter de open bare verkoping plaats van klooster en college, dat de Dominikanen te rugkochten met behulp van de bons die ze van de Franse overheid aan vaard hadden als kom- pensatie voor hun ver beurdverklaarde goe deren. Met veel moeite kon het college nog in stand ge houden worden tot 1822, waarna besloten werd alle bezittingen van de Engelse provincie der Dominikanen in België van de hand te doen. Op 23 april 1825 werden kerk, klooster en college, samen met de bijbeho rende gronden, verkocht aan Philip Storms, make laar te Deurne. Twee ja ren voordien waren de collegegebouwen en een deel van het klooster ver huurd aan meester Goet- gebuer uit Melle, die er een kostschool voor jon gens had opgericht, maar in 1831 weer was vertrokken. Het klooster te Bornem stond te huur en wachtte op nieuwe bewoners. De St. Bernardusabdij van Hemiksem Deze boden zich aan op 14 oktober 1833. Het wa ren Cisterciënzers van Hemiksem, die, na lange jaren zonder vast ver blijf, eindelijk in Bornem de kans meenden te zien om hun oude abdijge meenschap nieuw leven te schenken. Ze hadden een lange lijdensweg achter de rug. Van hun ééns zo machtige abdij was weinig meer dan een herinnering overge bleven. Het was nu de hoogste tijd dat ze opnieuw over een vaste verblijfplaats beschikten om het ge meenschappelijk leven te herstellen en om het geen er nog van de oude abdij restte onder te brengen. Over de lotgevallen van de witte monniken hoeft hier niet te worden uitge weid, aangezien daar over weinig gemeen is met het kloosterleven in de abdij van Bornem. Het moge hier volstaan te vermelden dat de St. Ber nardusabdij, na een kor te beginperiode te Vrem- de, in 1246 naar Hemik sem was overgebracht. De troebelen van de 16de eeuw en de incorpade van de abdij bij het pas opgerichte bisdom Ant werpen, brachten echter j een zware terugslag. Do- monniken zagen zich De voorgevel verbergt met zijn jongere bouwstijl de large weg in de historiek van de abdij. Rechts de pastorie zelfs verplicht om na de plundering en de ver woesting van hun abdij uit te wijken naar hun refugiehuis Kolem, op het grondgebied van Puurs, vanwaar ze pas in 1616 naar Hemiksem kon den terugkeren. Een goede halve eeuw later vernielde een nood lottige brand veel van wat was opgebouwd en bewaard gebleven. Maar met des te meer luister herrees de abdij, die in de 18* eeuw wel het hoogtepunt van haar ge schiedenis bereikte. Op 7 januari 1797 werd aan de 61 kloosterlingen van St. Bernardus op geweldda dige manier hun abdij ontnomen door de Franse bezetters. Naar Bornem Van die 61 w.aren er nog slechts oude monniken over die de moeilijkste periode uit hun abdijge schiedenis hadden over leefd, toen het leeg staande klooster van Bor nem voor de voortzetting van hun oude traditie kon worden betrokken. De meeste van hen wa ren op dat ogenblik werkzaam in de abdijpa rochies in Nederland. Pa ter Vincentius de Clerck kwam naar Bomem als eerste superior in 1833. In de plaats van de oude en ziekelijke Vincentius werd in 1835 een nieuwe superior gekozen, Rober- tus van Ommeren. Bij die In 1856 werd de titel i gelegenheid kondigde de abt toegekend aan Mgr. Comelis, die door perior Van Ommeren, de H. Stoel als aposto- in hetzelfde jaar te Ro lisch visitator van de Bel- abtswijding ontving, gische kloosters was t-»_ aangesteld, plechtig de jongste overgang af van het geschiedenis klooster van Hemiksem Kort na de voltooiing naar Bornem, dat voor- van overleed abt Rob taan kerkrechterlijk over tus op 15 januari 1895. dezelfde naam, rechten volgende maand we en privileges kon be- hij opgevolgd door An schikken. deus de Bie, die op 3 n Ook het wapen met de door kardinaal Goosse reiger en de wapen- werd ingewijd. Slecht! spreuk «Aan de oever jaar kon hij de gemee zoek ik mijn voedsel», schap dienen, want to dat de ligging van de in 1900 het algemeen 1 abdij symboliseerde, pittel van de Orde 1 werd naar Bomem over gebracht, ofschoon de Schelde nu wel wat ver der uit de buurt lag. De nieuwe superior was af komstig van Rozendaal in Nederland. Het oude volgens de oude tradit kerkje van de Dominika- te leiden, maar aang 1 nen was totaal onderko- past aan de eisen v< men en er zat niets an- een nieuwe tijd. eenkwam, werd de c van Bornem tot generc!•- gekozen, zodat hij zich Rome moest vestig< Zijn opvolgers in de eeuw trachtten de ab& -.«Ui ders op dan het af te breken. Aan de bouw Oversten van de abdij van de nieuwe kerk werd van ®ornem 1840 begonnen twee jaar later kon kardi naal Sterckx van Meche- Robertus van Omra ren 1836-18 Amedeus de Bie 1895-19 len ze komen inwijden. Thomas Schoen 1901-19 Ze werd met weinig stijl Godefridus Indeiyey h 1935-19 door architekt Fransen uit Antwerpen ontwor pen. Al spoedig was de kommuniteit zo aange groeid dat in 1844 de ab- Eugenius Dirckx Robertus Peeters 1941-19 1955-19 dij van Godsdal (Val Gerardus Wassenberg Dieu) bij Aubel vanuit Bornem kon worden her sticht. Opnieuw abdij sedert 19 8 Met dank aan de vereir1" ging voor Heemkunde Klein-Brabant en pat1,1 Lambertus. De achterzijde van de abdij De zijvleugel waar ooit het Engels College stond

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1986 | | pagina 32