Dienst bevolking en politie ook aan intormatisering toe in Lebbeke Wielewaal 's Heerenbosch trekt erop uit Fong Maus'nèèr (i) Zigeunervrouwen betrapt bij diefstal te Grembergen Zigeuners stelen voor ruim 300.000 fr. te St. Gillis-Dendermonde Actiiel Vermeiren vertelt 8 - 18.7.1986 - De Voorpost Tijdens de jongste Lebbeekse raadszitting verleende de raad eensgezind zjjn goedkeu ring aan de principiële beslissing de informatisering in te voeren in de gemeentelijke bevolkingsdienst en de politiediensten. Hoewel iedereen zich tijdens de stemming achter het voorstel schaarde, toch klonken vanuit de oppositie - vooral dan van de kant van de Volksunie - bedenkingen op die erop aandrongen deze stap weloverwogen en bedacht te zetten. VU: Invoering zonder inzicht in totale behoeften Johan De Mol vertolkte het VU-standpunt. Tijdens de ge meenteraadszitting van april jl., aldus het raadslid, werd een princiepsbeslissing met be trekking tot de informatisering van de politiediensten getrof fen. We hebben toen heel wat bedenkingen naar voren ge bracht t.o.v. de wijze waarop men deze beslissing trof. Ze werd immers genomen zonder enige voorkennis of onder zoek. Nu krijgen we opnieuw een princiepsbeslissing voorge schoteld en duidt men deze aan met de benaming 'Uitbrei ding informatisering bevolking - politie'. Wij vragen ons ech ter af wat er uitgebreid wordt, want bij de vorige beslissing over de informatisering van de politiedienst, wist niemand wat die eigenlijk inhield. Nu wordt een uitbreiding voor gesteld, waarin enkele bestan den worden opgenomen, maar via de welke we geen enkel zicht krijgen op de totale infor matisering van de gemeentelij ke diensten. Toegegeven, aldus De Mol, dat men nu wel aangeeft welke soften hardware noodzakelijk zijn. Men weet nu ongeveer wat die bestanden zullen kos ten. Het voorstel en de kos tenberekening is enkel het ge volg van de vraag van de ge meente over de samenwerking politie-bevolking. Een globaal onderzoek naar de informatie behoeften van alle gemeen telijke diensten wordt daar door doorkruist. Het zou toch stilaan duidelijk moeten zijn dat bij de automa tisering van de administratieve diensten een doorlichting van de administratie moet gebeu ren. Deze doorlichting biedt niet alleen de mogelijkheid de administratie efficiënt te organi seren, maar men kan daar naast, naar de behoeften toe, de automatisering als hulpmid del aanbrengen. Het gepaste automatiserings systeem kan daaruit afgeleid worden. Het inbrengen van de uatoma- tisering zoals hier gebeurt, zonder inzicht in de totale be hoeften, heeft geen enkele zin waanneer men verschillende systemen ontwikkelt. Het in voeren en opvragen van data, twee- of driemaal, telkens door een andere dienst, is de logenstraffing van de zin van de automatisering. We pleiten dus nogmaals voor een doorlichting 'van de be hoeften, om van daaruit een totale eenvormige organisatie- struktuur op te bouwen. Daarnaast, vervolgde Johan De Mol zijn uiteenzetting, stel den we vroeger reeds dat, ook al zou men de apparatuur (hardware) gratis krijgen - wat blijkbaar niet het geval is - men nog rekening moet hou den met de aangepaste appara tuur en de organisatiestructuur die blijvende kosten zijn. Blijkbaar wordt onze waar schuwing bevestigd. Zo zal de maandelijkse kost, wat de poli tie betreft, 39.730 fr. bedra gen. De apparatuur en de in- stallatiekosten bedragen 400.000 fr. Dit zijn dan telkens gegevens die het voorwerp zijn van korting. De huurkosten, de software en de hardware bedragen voor de burgerlijke stand 782.887 fr. per jaar. Wat in gans deze kwestie on aanvaardbaar is, is dat de pei ling naar de behoeften en de berekening van de kosten ge beurt door de toekomstige le verancier. Een onafhankelijke doorlichting van de admini stratie, naar efficiëntie en naar de automatiseringsbehoefte toe, voorkomt dat men oplos singen krijgt aangeboden op maat van de leverancier van soft- en hardware. Deze be denking heeft niets met ver dachtmakingen te maken, maar wel met het vrijwaren van de belangen van de ge meente zelf. Wat de voorstellen zelf betreft, nl. de apparatuur voor de poli- tie-burgerlijke stand en bevol king, moet vooraf worden ge steld, dat het hier een te frag- mentaire benadering betreft. We kunnen niet genoeg bena drukken dat men globale op lossingen moet nastreven om de toekomst niet dramatisch te bezwaren. Dat de problematiek van de informatieverwerking onvol doende door de gemeentelijke diensten werd bestudeerd, be sloot interpellant, blijkt uit het feit dat men slechts 2 (of 3) diensten benadert en dat zelfs in deze diensten de behoeften naar informatisering onvol doende werden vertaald. We vragen ons af of de dien sten zelf werden geraadpleegd. Zo niet, door wie en hoe werd deze behoeftenpeiling uitge voerd? Het is bvb. onvergeeflijk de politionele diensten te beper ken tot de gegevens van de bevolking, wapenregistratie, PV en dokumentatie. Zijn po- litiereglementen, opslag van berkeersknelpunten, gemeen telijke verkeerstellingen schoolbeveilingen, terugkeren de politietaken, bewakings- punten enz. dan werkelijk zo politievreemd? kant was het wel eens met bepaalde bemerkingen van zijn opositiekollega, maar oor deelde het positief dat de ge meente zich voor wat de infor matisering betreft, aan CEVI bindt. Mij lijkt dat een waar borg, aldus het SP-raadslid. Wat kollega De Mol voorstelt is een pleidooi voor een auto noom gemeentelijk systeem en dat lijkt me teveel voor het avontuur opteren. Willy Van Vossole drukte an derzijds wel zijn twijfels uit over het nut de burgerlijke stand te informatiseren via een personal computer, maar juichte aan de andere kant toe dat in het systeem een aantal veiligheden ingebouwd zit. Interpellant bracht ook de no ta van de ontvanger in herinne ring, waarin laatstgenoemde aandrong op begeleiding bij de invoering. Begeleiding - van enorm belang, aldus Van Vos sole - die dan zowel de oplei ding als de motivering van het personeel inhoudt. Hij drukte dan ook de hoop uit dat het voorstel van de gemeente-ont vanger, een stuurgroep ter be geleiding in het leven te roe pen, gerealiseerd zal worden. Die stuurgroep, haakte burge meester Frans Moeyersoon in, zal naast mensen uit de meer derheid ook oppositieleden be vatten. 'Johan De Mol wou nog kwijt dat hij enkel gepleit had voor een onafhankelijke doorlich ting en Arie Abbeloos stipte aan dat haast alle Oostvlaamse gemeenten bij CEVI aangeslo ten zijn. De gemeente Lebbe ke verschilt weinig van andere gemeenten van dezelfde groot te en CEVI beschikt op dat vlak dus reeds over ervaring. Bij de stemming keurde ieder een het voorstel goed, zodat binnen afzienbare tijd naast de diensten ontvangerij en sekre- tariaat ook de diensten bevol king en politie geïnformatiseerd zullen worden. Pierre Van Rossem De Buggenhoutse Wielewaalafdeling 's Herenbosch orga niseert tjjdens de vakantiemaanden juli en augustus twee prachtige uitstappen. Tijdens een eerste tocht met als bestemming Hingene moeten de deelnemers de eigen fysische mogelijkheden aanspreken, want de tocht naar Hingene wordt per fiets gemaakt, maar eind augustus kunnen de deelnemers genieten van het komfort van een bus tijdens een tocht naar de Kempen en de Maasvallei. Hingene en het Notelaerpavi(joen Op zondag 20 juli trekt Wiele waal 's Heerenbosch dus naar Hingëne, in het Scheldeland. Deze fietstocht, die een gehele dag in beslag neemt, start te 10 u. bij de kerk van Malderen. Op het programma staat o.a. een wandeling naar de aanleg steiger te Hingene, een boot tocht op de Schelde en een begeleid bezoek aan het plaat selijk museum en het land- schapsleerpad. Deelnemen kost de volwasse nen 100 fr. (boottocht - mu seum), de kinderen amper 50 fr. Kempen en Maasvallei Op zaterdag 23 augustus staat een autobusreis geprogram meerd met als bestemming de Kempen en de Maasvallei. (Maasmechelen). Waarom de ze regio bezocht wordt? Reden te over, aldus de Wielewalers. o.a. de interessante geologi sche geschiedenis, het kort bij mekaar voorkomen van bioto pen en landschappen met grote verscheidenheid, een grote verscheidenheid van fauna en flora, enz. Maasmechelen ligt, geogra fisch gezien, verspreid over twee gebieden. Het westelijk deel ligt op de rand van het Kempisch Plateau (de Oude Kempen), het oostelijk deel behoort tot de Maasvallei. Op het programma staan bezoe ken aan diverse biotopen: de Mechelse Heide (een deels na tuurreservaat, deels bewegwij- zerd wandelgebied), de zand winning (diep in de onder grond wordt wit zand gewon nen, sommige reeds ontgon nen' putten vol water zijn aan verlanden toe en worden para dijsjes), de Zijpbeek (de vallei is gedeeltelijk natuurreservaat en bevat naast de bedding en haar interessante oevers, een heel gebied van droge en natte heide en vooral van laagveen), het Heiderbosje (een jenever- bosje, één van de weinige die nog in ons land voorkomen), de Uiterwaarden langsheen de Maas (een langgerekt land schap van vette weiden) en aan de overkant van de Maas, in Nederland, het Elso-Bos (uniek omwille van zijn lig ging, bodem, reliëf en vooral omwille van zijn nagenoeg vol ledige verzameling van voor- jaarsbloeiers). Deelnemen aan deze reis kost voor leden van WW en JNM 275 fr.kinderen tot de leeftijd van twaalf betalen 225 fr., niet- leden 300 fr. Vertrokken wordt te 7.30 u. vanop het stationsplein te Bug- genhout. De deelnemers ne men mee: regenkledij, laar zen, eventueel vogel- en plan- tengids, verrekijker, loep. Zich inschrijven kan via stor ting op rekeningnummer 441- 6154139-25 van Wielewaal 's Heerenbosch, Ravestraat 79 te Buggenhout. En dit vóór 10 augustus a.s. (pvr) SP: Begeleiding is van enorm belang Willy Van Vossole van zijn In de woning van het gezin Hubert Waegeman-Veldeman, de Tuinlaan 4 in Grembergen werd op klaarlichte dag bin nengebroken door twee zigeu nervrouwen. De bewoners waren op dat ogenblik niet aanwezig. Door middel van het forceren van een aluminiumdeur ver schaften ze zich toegang tot de woning, doorsnuffelden schui ven en laden, legden beslag op geld en checques en gingen met een gouden ketting aan de haal. Toen ze de woning verlieten werden ze opgemerkt door buurvrouw Antoinette Jans- sens, echtgenote De Bra bander. Die verwittigde dadelijk ie mand van het gezin.dat zich niet ver uit de buurt bevond. Intussen waren de beide zigeu nervrouwen afgestapt in her berg De Kroon. Allicht met de bedoeling om ook daar beslag te leggen op een of ander waardevols, vroegen ze de waardin om in het achtergele gen vertrek een telefoontje te mogen plegen. Dat werd hen geweigerd. Het tweetal zette vervolgens zijn weg voort naar het Groot- zand waar het halt hield aan het café Ros Beiaard. Intussen was men daar op de hoogte van de inbraak in de Tuinlaan en was ook de rijkswacht ver- ste dagen in de streek van wittigd. De twee vrouwen wer- Dendermonde op vele plaat den er door caféklanten aan de sen wordt ingebroken. Dat ge praat gehouden tot wanneer de beurt meestal overdag, wan- rijkswacht ter plaatse was. Ze neer de bewoners niet aanwe- werden ondervraagd en legden zig zijn. bekentenissen af. E.G. Opmerkelijk is dat er de laat- In de woning van Prosper Moens, Perrebroekstraat in St. Gillis Dendermonde werd overdag ingebroken. De die ven verschaften zich toegang tot de woning na eerst een ruit te hebben stukgeslagen. De bewoners waren op het ogen blik niet aanwezig. Hun hond je dat in de woning liep ont haalde het ongewenst bezoek op geblaf. Het werd opgeslo ten in de badkamer. Daarna begonnen de inbrekers aan een tocht doorheen de woning. Al- Je kasten en laden werden doorsnuffeld. Er werd beslag gelegd op een lederen vest, checques, een hoeveelheid geld en goud voor een geza menlijke waarde van pakweg 300.000 fr. De rijkswacht werd door de bewoners, na thuiskomst van de inbraak op de hoogte ge steld. Reeds 's anderendaags konden de dieven worden ge vat. Ze hadden toen net een inbraak gepleegd in een wo ning te Grembergen. Het gaat om twee zigeunerinnen, res- pektievelijk 12 en 18 jaar. De oudste was in het bezit van een Nederlands paspoort. Hun woonwagens stonden gestatio neerd in Brussel. Naar verluidt zouden ze nog op andere plaat sen hebben ingebroken of po gingen in die zin hebben on dernomen. E.G. Mausn'èèrs waren, met Sis den Bok, de enige boeren die werkelijk in de kom van 't dorp woonden Maus'nèèrs woonden nog dichter bij 't dorp of de kerk bij ons is dat immers hetzelfde dan Sis den Bok. Fong en Anrie (Henri) Maus'nèèr konden van in hun voordeur of hun schuurpoort, die nog meer naar de kerk toelag, tegen de zijmuur van de kerk pissen. Bij manier van spreken dan. Of het werkelijk kon, hebben ze nooit geprobeerd, daarvoor waren ze te katoliek en te veel in aanzien. Want, al behoorden ze niet tot de notabelen van het dorp, toch waren ze niet de eersten de besten. Alleen al de omvang van hun boerderij en aangelanden was daar een aanleiding toe. Hun doening paalde immers aan drie straten. Het woonhuis, een laag, lang gebouw zonder verdieping, lag aan de Kleine Plaats. Aan diezelfde Kleine Plaats, naast het woonhuis dal aan weerszijden van de voordeur twee ramen had, was een prachtige inrijpoort, helemaal gevat in Franse steen, waarvan iedereen wanneer de hele doening, na verkaveling, werd gesloopt, het ver dwijnen betreurde. Daarnaast lagen ook nog de stallingen, met aan de Kleine Plaats de aalput en de voor toen onontbeerlijke aalpomp of 'bèèrpoemp', zoals dat bij ons heet. Iedere Lebbekenaar op leeftijd herinnert zich die aalpomp, ze was net als de hele doening van Maus'nèèrs een vast onderdeel van de Kleine Plaats. A wel Fong, 't stinkt zelle! Op een morgen, 't zal zo een dikke halve eeuw geleden zijn, stapten wij in rang (in rij) van de kerk naar 't school. Het was toen gebruikelijk dat heel wat leerlingen vooraleer naar school te gaan, de Heilige Mis bijwoonden. Het woord 'mis' was toen steeds voorafgegaan door het adjektief 'heilige'. We kregen voor het bijwonen van de ochtendmis, indien we aanwezig waren voor het evangelie, een 'mispunt'. Punten die dan op 't eiland van 't schooljaar in aanmerking kwamen voor de prijs van de heilige mis. Van de plus-minus vijfhonderd leerlingen die de broeders- school telde, woonden er toch ruim honderdvijftig dagelijks de mis bij. Natuurlijk waren het niet altijd dezelfden. Wanneer je echter weet dat drie vierde van de leerlingen minstens een kwartier gaan van de school woonde, dan blijkt dat een zeer hoog percentage te zijn. De mis was immers te half acht en velen woonden niet een kwartier, maar wel een half uur en soms wel meer van de school. De broedersschool was immers, met de gemeenteschool, de enige jongensschool en de zustersschool de enige school voor meisjes te Lebbeke. Sommige kinderen hadden tijdens de middag niet eens de tijd om naar huis te gaan, te eten en weer te keren. Van op school te blijven eten was absoluut geen sprake en wie een fiets bezat om naar school te komen, was een witte raaf. We stapten dus netjes gerijd en begeleid door meester Callaert en Juul Keppens, die ook voor de bewaking in de kerk en de bedeling van de mispunten instonden over de Kleine Plaats, langp de kant van Maus'nèèrs richting school. De grootsten onder de leerlingen lieten zich na het buitenkomen, uit de kerk, zo onopgemerkt mogelijk afzak ken, naar de achterste gelederen die meester Juul Keppens, onder zijn hoede had. Juul Keppens die de teugel niet zo strak aanspande als meester Callaert, die de groep vooraf ging, zijn fiets aan de hand. Juul Keppens keek ook nooit zo vies, misschien kon hij het ook niet, als meester Callaert, wanneer er eens één een beetje uit de 'rang' liep of een luidruchtige opmerking maakte. Aan Maus'nèèers gekomen moesten we van het trottoir, omdat Fong, onder de aalpomp zijn 'bèèrstik' (een grote aalton op drie wielen) had geplaatst. Een bèèrstik gebruikten de boeren om de aal naar 't land te brengen. Op 'I land gekomen trokken ze dan dé tap aan de onderrand van de ton uit en terwijl ze voortreden werd de aal uitgespreid over 't land. Koy'ssautekkes (kleine boerkes) die geen beerstuk of paard hadden, en mensen die naast hun dagtaak wat land bewerkten, gebruikten daartoe een 'bèèrkoëp', een vat dat ze vulden met aal. Het vullen gebeurde dan met een schepper. De kuip werd op een kruiwagen of op een hondekar geplaatst. Om te beletten dat ze tijdens het transport te veel aal zouden verliezen, legden ze een natte zak, die het opspatten en wegspatten moest beletten, over de kuip. Het verspreiden van de aal over 't land heette 'gieëzen' en gebeurde met een 'gieëzer'. Oude helmen uit de eerste wereldoorlog werden vaak, naargelang hun grootte ge bruikt als 'schepper' of als 'gieëzer'. Van iemand die sproeten had zei men: 'Hij of zij' heeft tegen wind op gegieësd. Fong haalde krachtig uit aan de zwengel van de pomp, zodat het bruine dikke vocht in een sproeiende straal, waarvan links en rechts wel wat verloren ging, in de ton terecht kwam, daarbij allesbehalve welriekende geuren over de Kleine Plaats verspreidend. Eén van ons verstoutte zich tegen Fong te zeggen: «Awel Fong, 't stinkt zelle!» In het bijzijn van meester Callaert zou niemand een dergelijke uitlating durven maken, maar meester Keppens liet zoiets glimlachend toe. Een opmer king waarop Fong meende te moeten reageren door te zeggen: Als geil'n kakt, stinkt da d'oeëk!» En gelijk zoekend bij Juul Keppens voegde hij eraan toe: Hé mieëster!» Deze reageerde door ons heel onverwacht door te zeggen: «Ja, Fong!» Fong en Juul Keppens kenden mekaar immers van, bij 'de Vrede'. Fong, Anri, Rosalie en Marie Het stuk Laurierstraat, vanaf de Kleine Plaats tot aan de Kerkstraat, werd ingenomen door de schuren van Maus 'nèèrs. Met daarin een hoge, brede, zwart-geteerde toe gangspoort, die ik bij mijn weten nooit open heb gezier\. Weinigen hebben dat trouwens gezien, naar ik veronderstel. Als toegang tot hun hof gebruikten ze bijna uitsluitend de grijze poort die er was in de muur langs de Kerkstraat en die de rest van hun erf afsloot. Wanneer ge nu weet dat op de plaats waar Maus'nèèrs hof was, nu een paar ruime burgershuizen staan, twee grote handelszaken, meerdere garages en enkele appartementen, dan krijgt ge enigszins een indruk van de grootte van deze eigendom. In dit voor hen te grote woonhuis en op dat te grote erf, dat absoluut niet in verhouding was tot de omvang van hun landbouwbedrijf, leefden ze. Ze, dat waren Fong, Anri en Rosalie. Marie had ook een hele tijd deel uitgemaakt van de familie, maar was op latere leeftijd getrouwd met Sjaalen Kaviak, een leeftijd waarop er zeker geen sprake meer was van kinderen te krijgen. Een paar dagen na hun huwelijk deden ze hun huwelijks reis. Of ge't gelooft of niet: naar Brussel! Toen Sjaalen, gevolgd door zijn Marie zich hijgend en blazend in de trein van kwart over zeven hees en Marie een paar minuten nodig had om in haar normale doen te geraken, liet ze zich ontvallen: «Da's toch vrieët hé» en liet het daarbij. Eén van de forenzen, een gatspuiter bij uitstek, nam de LebbekeMeester Juul Keppens die nog eens kon lachen (arch) draad op door te zeggen «Wa d'est er vrieëd, Marie? - Awel, da ne mens em zoeë t'êt moet afjaugen om zijn'n troiën 't emmen. - Jomau, replikeerde de man in kwestie, ge'ët alle meschien overslaupen? - Belange nie, antwoordde Marie, wij laug'n va véé de vieren al wakker... Een uitlating die gezien de leeftijd van Marie en Sjaalen een algemene lachbui op gang bracht. Voor de drie die overbleven zat er niet veel trouwen meer in. Rosalie, dat was de wetgevende macht van het trio. Zij was het die verordende, de scepter zwaaide en de financiën beheerde. De financiën, dat was haar 'portemonnee', die altijd in de schuif van de keukentafel lag. Dat was meteen ook de plaats waar zij aan tafel zal te eten. De eigenlijke schatkist van Rosalie, en van de Maus'nèèrs, bevond zich op de kelderkamer, die haar slaapkamer was. Het was een ijzeren koekjesdoos, die op een 'ank' (schrap) stond, net naast de deur en waarin de briefjes lagen volgens grootte. Rosalie leefde in de vaste overtuiging dat haar beide broers dit heiligdom respekteerden. Maar in Fong vergiste ze zich toch wel een beetje. Schijnbaar legde hij zich neer bij het gezag en de autoriteit van zijn zuster. Maar heimelijk, af en toe, echter niet te vaak, want dan zou ze het gemerkt hebben, drufde Fong wel eens het deksel van de koekjes doos oplichten, er zijn hand insteken, waaraan dan wel een briefje van honderd bleef kleven. Rosalie heeft dat nooit geweten en niemand zou het ooit gfweten hebben, had Fong zelf niet in een onbesuisd moment zijn mond voorbijgesproken. Fong en het briefje van duizend Fong was een zeer trouw lid van toneelkring Vrede. Hij maakte zelfs deel uil van het bestuur, al was zijn artistieke inbreng minder dan niets. Maar voor de vele bezoekers was hij één van de vooraanstaanden van Vrede. Hij stond immers bij elke vertoning, aan 'n entrèè van wat we nu de volksplaatsen zouden noemen en hij deed dat zeer gewe tensvol, want niemand, maar dan ook niemand, uitgezon derd Prospèèrken, want die mocht altijd 'vee niks' binnen, raakte zonder betalen in de zaal of op 'den uil'. Fong stond aan de ingang der ongenummerde kaarten van 6 frank en ook de kaarten van 4 frank. Ongenummerde kaarten van 6 frank waren er zeer weinig of niet. Wie dergelijke kaart kocht liet ze nummeren. Het woord 'reser veren' gebruikte men toen nog niet. Op de affiches en andere drukwerken kwam wel het woord 'voorbehoudeh' voor, maar niemand gebruikte die term. Ik kan me moeilijk voorstellen dat een Lebbekenaar toen het woord 'voorbehouden' in zijn mond zou hebben genomen. Zijn tong zou wellicht in een knoop zijn gesla gen, daarom sprak hij ook liever van 'genummerde' kaarten. Voor deze kaarten was een andere ingang voorzien, waar o.m. Julien Klinckaert en Louiken Heuvinck een beetje plechtstatiger dan Fong het kon, de toeschouwers ten dienste stonden. Maar... bij de werkende leden van Vrede, zowel spelers, speelsters als machinisten (dat waren de mannen van het dekor) was Fong één der mees/geliefde bestuursleden, om niet te zeggen dé meestgeliefde. Want wat anderen niet deden, dat deed Fong. Hij kwam af en toe naar de repetitie en 'gaf er een mot op'. 'Een mot op geven', betekent bij ons een pint betalen, voor iedereen. Het was bij een dergelijke 'tournée general' dat Fong een steek liet vallen. In het bijzijn van Snep, Pisane, Jef van Monskes en konsoorten. Voor die was er natuurlijk geen tekening nodig van wat er gebeurd was. Na een repetitie zei Fong met een breed gebaar tegen Irma, de vrouw van Frans van Paupes die toen in de Mariakring woonden: Irma lel ons allemou ne kieë drinken!» Toen iedereen zijn pint gekregen had haalde Fong zonder kijken een bankbriefje uit zijn zak, sloeg het op de toog, zeggend: «Hou het daar allemaal maar af!» Irma nam het briefje, keek ernaar, keek naar Fong en zei: Jamaar Fong, Op duizend frank kan ik niet teruggeven». Maus'nèèr keek verrast op, kreeg zowat alle kleuren van de regenboog, keek met ongelovige ogen naar het briefje van duizend en haalde enkele keren zijn typische krachtterm 'nondedjaalen' boven; in verschillende toonaarden dan nog. Zonder zich rekenschap te geven van waar hij zich Lebbeke. Achiel Vermeiren zoals iedereen hem kent: aan het vertellen (arch) bevond en wie er rondom hem stond zei hij: 'Dat kan niet! Dat zal ze te weten komen! En graaide vliegensvlug het briefje van duizend uit Irma's handen. Zocht in zijn zakken naar kleingeld, vond er geen en zei dan maar: 'k Zal de volgende keer betalen, als ge er me voor betrouwt». En... of Irma hem er voor betrouwde. Snep die begreep dat er iets loens was aan dat briefje van duizend, stelde zo eenvoudig mogelijk langs zijn neus weg de vraag: 'Awel Fong?' Deze was zodanig over zijn toeren dat hij de strop niet voelde die Snep hem wilde spannen en trapte er meteen in. Spontaan kwam het eruit: «Ik peisde dat ik een briefje van honderd uit de doos gepakt had, maar nu zie ik dat 't een van duizend is». Amper waren die woorden gevallen en koud of Fong wist dal hij zichzelf'! zeel had aangedaan. Hij deed dan ook het hele verhaal uiteen voor oren die gretig luisterden. Aan 't eind van zijn relaas zei Fong dat hij niet anders kon dan het briefje van duizend weer op zijn plaats te leggen. Toen Jef van Monskens de opmerking maakte wat hij zou doen indien Rosalie het geld zou tellen en vaststellen dat er duizend frank ontbrak, werd Fong toch wel een beetje bleek rond zijn neus. Maar Hubert Pisane meende voor Fong de oplossing te hebben gevonden en gaf hem de raad het geld op zijn plaats te leggen, onmiddellijk wanneer hij thuis kwam. Fong hield bij hoog en bij laag staande dat zoiets niet mogelijk was omdat de doos op de 'ank' op Rosalies kamer stond en dat ze altijd de deur vastdeed. Maar hij zou het morgen doen, terwijl ze naar de mis was. Rosalie ging alle dagen naar de mis, anders kwam ze niet buiten 't Is te zeggen op 't straat, want ze was nogal 'kadukkelijk'. Wanneer ze. naar de kerk ging was dat met behulp van een borstel, die ze gebruikte als steun. Een fijne borstel die gebruikt werd om binnenshuis te vegen en waarvan de haren bijna helemaal waren weggesleten. De korte resterende haren moesten dan beletten dat de borstel verschoof. Want indien dat gebeurde kwam Rosalie zonder meer ten val. Hubert Pisanes suggereerde of hij morgen vroeg in de kerk niet zou vragen of het lang geleden was dat ze haar geld nog geteld had? Daar trapte Fong echter niet in. Hij wist dat Hubert tot veel in staat was, maar was er vast van overtuigd dat hij zoiets nooit zou doen. Maar Jef herhaalde zijn vraag 'wat hij zou doen indien Rosalie hem vertelde dat er duizend frank te kort was. De gouden raad kwam van Pisane die Fong adviseerde zich aan Rosalie niet te vertonen voor ze terugkwam van de mis. Wanneer ze dan iets zei van duizend frank tekort, dan kon hij zeggen dal ze zich misteld had en ze aanzetten nog eens opnieuw te tellen. Fong smeekte echter zijn vrienden te zwijgen en dezen beloofden dat te doen, zelfs al zouden ze hen de tong uit de mond trekken. Toen Fong naar huis ging stond hij bij Irma zeker voor vier tournees in het krijgt. (wordt vervolgd) Pierre Van Rossem orde dan) v «20 af _J levr. Jnclu at de ste Hi be fciaai t 1 ttgee In we vo Ou M lar riant I re leep tt an too 1 jaa *erk; lj« nu he gcrin bom vei is de >est iprini )len lerije er d eeps lor, dit

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1986 | | pagina 8