Dienst bevolking en politie
ook aan intormatisering toe in Lebbeke
Wielewaal 's Heerenbosch trekt erop uit
Fong Maus'nèèr (i)
Zigeunervrouwen betrapt bij diefstal te Grembergen
Zigeuners stelen voor ruim 300.000 fr.
te St. Gillis-Dendermonde
Actiiel Vermeiren vertelt
8 - 18.7.1986 - De Voorpost
Tijdens de jongste Lebbeekse raadszitting verleende de raad eensgezind zjjn goedkeu
ring aan de principiële beslissing de informatisering in te voeren in de gemeentelijke
bevolkingsdienst en de politiediensten. Hoewel iedereen zich tijdens de stemming achter
het voorstel schaarde, toch klonken vanuit de oppositie - vooral dan van de kant van de
Volksunie - bedenkingen op die erop aandrongen deze stap weloverwogen en bedacht te
zetten.
VU: Invoering zonder inzicht
in totale behoeften
Johan De Mol vertolkte het
VU-standpunt. Tijdens de ge
meenteraadszitting van april
jl., aldus het raadslid, werd
een princiepsbeslissing met be
trekking tot de informatisering
van de politiediensten getrof
fen. We hebben toen heel wat
bedenkingen naar voren ge
bracht t.o.v. de wijze waarop
men deze beslissing trof. Ze
werd immers genomen zonder
enige voorkennis of onder
zoek.
Nu krijgen we opnieuw een
princiepsbeslissing voorge
schoteld en duidt men deze
aan met de benaming 'Uitbrei
ding informatisering bevolking
- politie'. Wij vragen ons ech
ter af wat er uitgebreid wordt,
want bij de vorige beslissing
over de informatisering van de
politiedienst, wist niemand wat
die eigenlijk inhield.
Nu wordt een uitbreiding voor
gesteld, waarin enkele bestan
den worden opgenomen, maar
via de welke we geen enkel
zicht krijgen op de totale infor
matisering van de gemeentelij
ke diensten.
Toegegeven, aldus De Mol,
dat men nu wel aangeeft welke
soften hardware noodzakelijk
zijn. Men weet nu ongeveer
wat die bestanden zullen kos
ten. Het voorstel en de kos
tenberekening is enkel het ge
volg van de vraag van de ge
meente over de samenwerking
politie-bevolking. Een globaal
onderzoek naar de informatie
behoeften van alle gemeen
telijke diensten wordt daar
door doorkruist.
Het zou toch stilaan duidelijk
moeten zijn dat bij de automa
tisering van de administratieve
diensten een doorlichting van
de administratie moet gebeu
ren. Deze doorlichting biedt
niet alleen de mogelijkheid de
administratie efficiënt te organi
seren, maar men kan daar
naast, naar de behoeften toe,
de automatisering als hulpmid
del aanbrengen.
Het gepaste automatiserings
systeem kan daaruit afgeleid
worden.
Het inbrengen van de uatoma-
tisering zoals hier gebeurt,
zonder inzicht in de totale be
hoeften, heeft geen enkele zin
waanneer men verschillende
systemen ontwikkelt. Het in
voeren en opvragen van data,
twee- of driemaal, telkens
door een andere dienst, is de
logenstraffing van de zin van
de automatisering.
We pleiten dus nogmaals voor
een doorlichting 'van de be
hoeften, om van daaruit een
totale eenvormige organisatie-
struktuur op te bouwen.
Daarnaast, vervolgde Johan
De Mol zijn uiteenzetting, stel
den we vroeger reeds dat, ook
al zou men de apparatuur
(hardware) gratis krijgen - wat
blijkbaar niet het geval is -
men nog rekening moet hou
den met de aangepaste appara
tuur en de organisatiestructuur
die blijvende kosten zijn.
Blijkbaar wordt onze waar
schuwing bevestigd. Zo zal de
maandelijkse kost, wat de poli
tie betreft, 39.730 fr. bedra
gen. De apparatuur en de in-
stallatiekosten bedragen
400.000 fr. Dit zijn dan telkens
gegevens die het voorwerp zijn
van korting. De huurkosten,
de software en de hardware
bedragen voor de burgerlijke
stand 782.887 fr. per jaar.
Wat in gans deze kwestie on
aanvaardbaar is, is dat de pei
ling naar de behoeften en de
berekening van de kosten ge
beurt door de toekomstige le
verancier. Een onafhankelijke
doorlichting van de admini
stratie, naar efficiëntie en naar
de automatiseringsbehoefte
toe, voorkomt dat men oplos
singen krijgt aangeboden op
maat van de leverancier van
soft- en hardware. Deze be
denking heeft niets met ver
dachtmakingen te maken,
maar wel met het vrijwaren
van de belangen van de ge
meente zelf.
Wat de voorstellen zelf betreft,
nl. de apparatuur voor de poli-
tie-burgerlijke stand en bevol
king, moet vooraf worden ge
steld, dat het hier een te frag-
mentaire benadering betreft.
We kunnen niet genoeg bena
drukken dat men globale op
lossingen moet nastreven om
de toekomst niet dramatisch te
bezwaren.
Dat de problematiek van de
informatieverwerking onvol
doende door de gemeentelijke
diensten werd bestudeerd, be
sloot interpellant, blijkt uit het
feit dat men slechts 2 (of 3)
diensten benadert en dat zelfs
in deze diensten de behoeften
naar informatisering onvol
doende werden vertaald.
We vragen ons af of de dien
sten zelf werden geraadpleegd.
Zo niet, door wie en hoe werd
deze behoeftenpeiling uitge
voerd?
Het is bvb. onvergeeflijk de
politionele diensten te beper
ken tot de gegevens van de
bevolking, wapenregistratie,
PV en dokumentatie. Zijn po-
litiereglementen, opslag van
berkeersknelpunten, gemeen
telijke verkeerstellingen
schoolbeveilingen, terugkeren
de politietaken, bewakings-
punten enz. dan werkelijk zo
politievreemd?
kant was het wel eens met
bepaalde bemerkingen van
zijn opositiekollega, maar oor
deelde het positief dat de ge
meente zich voor wat de infor
matisering betreft, aan CEVI
bindt. Mij lijkt dat een waar
borg, aldus het SP-raadslid.
Wat kollega De Mol voorstelt
is een pleidooi voor een auto
noom gemeentelijk systeem en
dat lijkt me teveel voor het
avontuur opteren.
Willy Van Vossole drukte an
derzijds wel zijn twijfels uit
over het nut de burgerlijke
stand te informatiseren via een
personal computer, maar
juichte aan de andere kant toe
dat in het systeem een aantal
veiligheden ingebouwd zit.
Interpellant bracht ook de no
ta van de ontvanger in herinne
ring, waarin laatstgenoemde
aandrong op begeleiding bij de
invoering. Begeleiding - van
enorm belang, aldus Van Vos
sole - die dan zowel de oplei
ding als de motivering van het
personeel inhoudt. Hij drukte
dan ook de hoop uit dat het
voorstel van de gemeente-ont
vanger, een stuurgroep ter be
geleiding in het leven te roe
pen, gerealiseerd zal worden.
Die stuurgroep, haakte burge
meester Frans Moeyersoon in,
zal naast mensen uit de meer
derheid ook oppositieleden be
vatten.
'Johan De Mol wou nog kwijt
dat hij enkel gepleit had voor
een onafhankelijke doorlich
ting en Arie Abbeloos stipte
aan dat haast alle Oostvlaamse
gemeenten bij CEVI aangeslo
ten zijn. De gemeente Lebbe
ke verschilt weinig van andere
gemeenten van dezelfde groot
te en CEVI beschikt op dat
vlak dus reeds over ervaring.
Bij de stemming keurde ieder
een het voorstel goed, zodat
binnen afzienbare tijd naast de
diensten ontvangerij en sekre-
tariaat ook de diensten bevol
king en politie geïnformatiseerd
zullen worden.
Pierre Van Rossem
De Buggenhoutse Wielewaalafdeling 's Herenbosch orga
niseert tjjdens de vakantiemaanden juli en augustus twee
prachtige uitstappen. Tijdens een eerste tocht met als
bestemming Hingene moeten de deelnemers de eigen
fysische mogelijkheden aanspreken, want de tocht naar
Hingene wordt per fiets gemaakt, maar eind augustus
kunnen de deelnemers genieten van het komfort van een
bus tijdens een tocht naar de Kempen en de Maasvallei.
Hingene en het
Notelaerpavi(joen
Op zondag 20 juli trekt Wiele
waal 's Heerenbosch dus naar
Hingëne, in het Scheldeland.
Deze fietstocht, die een gehele
dag in beslag neemt, start te 10
u. bij de kerk van Malderen.
Op het programma staat o.a.
een wandeling naar de aanleg
steiger te Hingene, een boot
tocht op de Schelde en een
begeleid bezoek aan het plaat
selijk museum en het land-
schapsleerpad.
Deelnemen kost de volwasse
nen 100 fr. (boottocht - mu
seum), de kinderen amper 50
fr.
Kempen en Maasvallei
Op zaterdag 23 augustus staat
een autobusreis geprogram
meerd met als bestemming de
Kempen en de Maasvallei.
(Maasmechelen). Waarom de
ze regio bezocht wordt? Reden
te over, aldus de Wielewalers.
o.a. de interessante geologi
sche geschiedenis, het kort bij
mekaar voorkomen van bioto
pen en landschappen met grote
verscheidenheid, een grote
verscheidenheid van fauna en
flora, enz.
Maasmechelen ligt, geogra
fisch gezien, verspreid over
twee gebieden. Het westelijk
deel ligt op de rand van het
Kempisch Plateau (de Oude
Kempen), het oostelijk deel
behoort tot de Maasvallei. Op
het programma staan bezoe
ken aan diverse biotopen: de
Mechelse Heide (een deels na
tuurreservaat, deels bewegwij-
zerd wandelgebied), de zand
winning (diep in de onder
grond wordt wit zand gewon
nen, sommige reeds ontgon
nen' putten vol water zijn aan
verlanden toe en worden para
dijsjes), de Zijpbeek (de vallei
is gedeeltelijk natuurreservaat
en bevat naast de bedding en
haar interessante oevers, een
heel gebied van droge en natte
heide en vooral van laagveen),
het Heiderbosje (een jenever-
bosje, één van de weinige die
nog in ons land voorkomen),
de Uiterwaarden langsheen de
Maas (een langgerekt land
schap van vette weiden) en aan
de overkant van de Maas, in
Nederland, het Elso-Bos
(uniek omwille van zijn lig
ging, bodem, reliëf en vooral
omwille van zijn nagenoeg vol
ledige verzameling van voor-
jaarsbloeiers).
Deelnemen aan deze reis kost
voor leden van WW en JNM
275 fr.kinderen tot de leeftijd
van twaalf betalen 225 fr., niet-
leden 300 fr.
Vertrokken wordt te 7.30 u.
vanop het stationsplein te Bug-
genhout. De deelnemers ne
men mee: regenkledij, laar
zen, eventueel vogel- en plan-
tengids, verrekijker, loep.
Zich inschrijven kan via stor
ting op rekeningnummer 441-
6154139-25 van Wielewaal 's
Heerenbosch, Ravestraat 79 te
Buggenhout. En dit vóór 10
augustus a.s. (pvr)
SP: Begeleiding is van enorm
belang
Willy Van Vossole van zijn
In de woning van het gezin
Hubert Waegeman-Veldeman,
de Tuinlaan 4 in Grembergen
werd op klaarlichte dag bin
nengebroken door twee zigeu
nervrouwen.
De bewoners waren op dat
ogenblik niet aanwezig.
Door middel van het forceren
van een aluminiumdeur ver
schaften ze zich toegang tot de
woning, doorsnuffelden schui
ven en laden, legden beslag op
geld en checques en gingen
met een gouden ketting aan de
haal.
Toen ze de woning verlieten
werden ze opgemerkt door
buurvrouw Antoinette Jans-
sens, echtgenote De Bra
bander.
Die verwittigde dadelijk ie
mand van het gezin.dat zich
niet ver uit de buurt bevond.
Intussen waren de beide zigeu
nervrouwen afgestapt in her
berg De Kroon. Allicht met de
bedoeling om ook daar beslag
te leggen op een of ander
waardevols, vroegen ze de
waardin om in het achtergele
gen vertrek een telefoontje te
mogen plegen. Dat werd hen
geweigerd.
Het tweetal zette vervolgens
zijn weg voort naar het Groot-
zand waar het halt hield aan
het café Ros Beiaard. Intussen
was men daar op de hoogte
van de inbraak in de Tuinlaan
en was ook de rijkswacht ver- ste dagen in de streek van
wittigd. De twee vrouwen wer- Dendermonde op vele plaat
den er door caféklanten aan de sen wordt ingebroken. Dat ge
praat gehouden tot wanneer de beurt meestal overdag, wan-
rijkswacht ter plaatse was. Ze neer de bewoners niet aanwe-
werden ondervraagd en legden zig zijn.
bekentenissen af. E.G.
Opmerkelijk is dat er de laat-
In de woning van Prosper
Moens, Perrebroekstraat in St.
Gillis Dendermonde werd
overdag ingebroken. De die
ven verschaften zich toegang
tot de woning na eerst een ruit
te hebben stukgeslagen. De
bewoners waren op het ogen
blik niet aanwezig. Hun hond
je dat in de woning liep ont
haalde het ongewenst bezoek
op geblaf. Het werd opgeslo
ten in de badkamer. Daarna
begonnen de inbrekers aan een
tocht doorheen de woning. Al-
Je kasten en laden werden
doorsnuffeld. Er werd beslag
gelegd op een lederen vest,
checques, een hoeveelheid
geld en goud voor een geza
menlijke waarde van pakweg
300.000 fr.
De rijkswacht werd door de
bewoners, na thuiskomst van
de inbraak op de hoogte ge
steld. Reeds 's anderendaags
konden de dieven worden ge
vat. Ze hadden toen net een
inbraak gepleegd in een wo
ning te Grembergen. Het gaat
om twee zigeunerinnen, res-
pektievelijk 12 en 18 jaar. De
oudste was in het bezit van een
Nederlands paspoort. Hun
woonwagens stonden gestatio
neerd in Brussel. Naar verluidt
zouden ze nog op andere plaat
sen hebben ingebroken of po
gingen in die zin hebben on
dernomen.
E.G.
Mausn'èèrs waren, met Sis den Bok, de enige boeren die
werkelijk in de kom van 't dorp woonden Maus'nèèrs
woonden nog dichter bij 't dorp of de kerk bij ons is dat
immers hetzelfde dan Sis den Bok.
Fong en Anrie (Henri) Maus'nèèr konden van in hun
voordeur of hun schuurpoort, die nog meer naar de kerk
toelag, tegen de zijmuur van de kerk pissen. Bij manier van
spreken dan. Of het werkelijk kon, hebben ze nooit
geprobeerd, daarvoor waren ze te katoliek en te veel in
aanzien. Want, al behoorden ze niet tot de notabelen van
het dorp, toch waren ze niet de eersten de besten.
Alleen al de omvang van hun boerderij en aangelanden was
daar een aanleiding toe. Hun doening paalde immers aan
drie straten. Het woonhuis, een laag, lang gebouw zonder
verdieping, lag aan de Kleine Plaats. Aan diezelfde Kleine
Plaats, naast het woonhuis dal aan weerszijden van de
voordeur twee ramen had, was een prachtige inrijpoort,
helemaal gevat in Franse steen, waarvan iedereen wanneer
de hele doening, na verkaveling, werd gesloopt, het ver
dwijnen betreurde. Daarnaast lagen ook nog de stallingen,
met aan de Kleine Plaats de aalput en de voor toen
onontbeerlijke aalpomp of 'bèèrpoemp', zoals dat bij ons
heet. Iedere Lebbekenaar op leeftijd herinnert zich die
aalpomp, ze was net als de hele doening van Maus'nèèrs
een vast onderdeel van de Kleine Plaats.
A wel Fong, 't stinkt zelle!
Op een morgen, 't zal zo een dikke halve eeuw geleden zijn,
stapten wij in rang (in rij) van de kerk naar 't school. Het
was toen gebruikelijk dat heel wat leerlingen vooraleer naar
school te gaan, de Heilige Mis bijwoonden.
Het woord 'mis' was toen steeds voorafgegaan door het
adjektief 'heilige'. We kregen voor het bijwonen van de
ochtendmis, indien we aanwezig waren voor het evangelie,
een 'mispunt'. Punten die dan op 't eiland van 't schooljaar
in aanmerking kwamen voor de prijs van de heilige mis.
Van de plus-minus vijfhonderd leerlingen die de broeders-
school telde, woonden er toch ruim honderdvijftig dagelijks
de mis bij. Natuurlijk waren het niet altijd dezelfden.
Wanneer je echter weet dat drie vierde van de leerlingen
minstens een kwartier gaan van de school woonde, dan
blijkt dat een zeer hoog percentage te zijn. De mis was
immers te half acht en velen woonden niet een kwartier,
maar wel een half uur en soms wel meer van de school. De
broedersschool was immers, met de gemeenteschool, de
enige jongensschool en de zustersschool de enige school
voor meisjes te Lebbeke.
Sommige kinderen hadden tijdens de middag niet eens de
tijd om naar huis te gaan, te eten en weer te keren. Van op
school te blijven eten was absoluut geen sprake en wie een
fiets bezat om naar school te komen, was een witte raaf.
We stapten dus netjes gerijd en begeleid door meester
Callaert en Juul Keppens, die ook voor de bewaking in de
kerk en de bedeling van de mispunten instonden over de
Kleine Plaats, langp de kant van Maus'nèèrs richting
school. De grootsten onder de leerlingen lieten zich na het
buitenkomen, uit de kerk, zo onopgemerkt mogelijk afzak
ken, naar de achterste gelederen die meester Juul Keppens,
onder zijn hoede had. Juul Keppens die de teugel niet zo
strak aanspande als meester Callaert, die de groep vooraf
ging, zijn fiets aan de hand. Juul Keppens keek ook nooit
zo vies, misschien kon hij het ook niet, als meester Callaert,
wanneer er eens één een beetje uit de 'rang' liep of een
luidruchtige opmerking maakte.
Aan Maus'nèèers gekomen moesten we van het trottoir,
omdat Fong, onder de aalpomp zijn 'bèèrstik' (een grote
aalton op drie wielen) had geplaatst.
Een bèèrstik gebruikten de boeren om de aal naar 't land te
brengen. Op 'I land gekomen trokken ze dan dé tap aan de
onderrand van de ton uit en terwijl ze voortreden werd de
aal uitgespreid over 't land.
Koy'ssautekkes (kleine boerkes) die geen beerstuk of paard
hadden, en mensen die naast hun dagtaak wat land
bewerkten, gebruikten daartoe een 'bèèrkoëp', een vat dat
ze vulden met aal. Het vullen gebeurde dan met een
schepper. De kuip werd op een kruiwagen of op een
hondekar geplaatst. Om te beletten dat ze tijdens het
transport te veel aal zouden verliezen, legden ze een natte
zak, die het opspatten en wegspatten moest beletten, over de
kuip.
Het verspreiden van de aal over 't land heette 'gieëzen' en
gebeurde met een 'gieëzer'. Oude helmen uit de eerste
wereldoorlog werden vaak, naargelang hun grootte ge
bruikt als 'schepper' of als 'gieëzer'. Van iemand die
sproeten had zei men: 'Hij of zij' heeft tegen wind op
gegieësd.
Fong haalde krachtig uit aan de zwengel van de pomp,
zodat het bruine dikke vocht in een sproeiende straal,
waarvan links en rechts wel wat verloren ging, in de ton
terecht kwam, daarbij allesbehalve welriekende geuren over
de Kleine Plaats verspreidend.
Eén van ons verstoutte zich tegen Fong te zeggen: «Awel
Fong, 't stinkt zelle!» In het bijzijn van meester Callaert zou
niemand een dergelijke uitlating durven maken, maar
meester Keppens liet zoiets glimlachend toe. Een opmer
king waarop Fong meende te moeten reageren door te
zeggen: Als geil'n kakt, stinkt da d'oeëk!» En gelijk
zoekend bij Juul Keppens voegde hij eraan toe: Hé
mieëster!» Deze reageerde door ons heel onverwacht door
te zeggen: «Ja, Fong!» Fong en Juul Keppens kenden
mekaar immers van, bij 'de Vrede'.
Fong, Anri, Rosalie en Marie
Het stuk Laurierstraat, vanaf de Kleine Plaats tot aan de
Kerkstraat, werd ingenomen door de schuren van Maus
'nèèrs. Met daarin een hoge, brede, zwart-geteerde toe
gangspoort, die ik bij mijn weten nooit open heb gezier\.
Weinigen hebben dat trouwens gezien, naar ik veronderstel.
Als toegang tot hun hof gebruikten ze bijna uitsluitend de
grijze poort die er was in de muur langs de Kerkstraat en die
de rest van hun erf afsloot.
Wanneer ge nu weet dat op de plaats waar Maus'nèèrs hof
was, nu een paar ruime burgershuizen staan, twee grote
handelszaken, meerdere garages en enkele appartementen,
dan krijgt ge enigszins een indruk van de grootte van deze
eigendom.
In dit voor hen te grote woonhuis en op dat te grote erf, dat
absoluut niet in verhouding was tot de omvang van hun
landbouwbedrijf, leefden ze. Ze, dat waren Fong, Anri en
Rosalie. Marie had ook een hele tijd deel uitgemaakt van de
familie, maar was op latere leeftijd getrouwd met Sjaalen
Kaviak, een leeftijd waarop er zeker geen sprake meer was
van kinderen te krijgen.
Een paar dagen na hun huwelijk deden ze hun huwelijks
reis. Of ge't gelooft of niet: naar Brussel!
Toen Sjaalen, gevolgd door zijn Marie zich hijgend en
blazend in de trein van kwart over zeven hees en Marie een
paar minuten nodig had om in haar normale doen te
geraken, liet ze zich ontvallen: «Da's toch vrieët hé» en liet
het daarbij.
Eén van de forenzen, een gatspuiter bij uitstek, nam de
LebbekeMeester Juul Keppens die nog eens kon
lachen (arch)
draad op door te zeggen «Wa d'est er vrieëd, Marie?
- Awel, da ne mens em zoeë t'êt moet afjaugen om zijn'n
troiën 't emmen.
- Jomau, replikeerde de man in kwestie, ge'ët alle meschien
overslaupen?
- Belange nie, antwoordde Marie, wij laug'n va véé de
vieren al wakker...
Een uitlating die gezien de leeftijd van Marie en Sjaalen een
algemene lachbui op gang bracht.
Voor de drie die overbleven zat er niet veel trouwen meer
in. Rosalie, dat was de wetgevende macht van het trio. Zij
was het die verordende, de scepter zwaaide en de financiën
beheerde. De financiën, dat was haar 'portemonnee', die
altijd in de schuif van de keukentafel lag. Dat was meteen
ook de plaats waar zij aan tafel zal te eten. De eigenlijke
schatkist van Rosalie, en van de Maus'nèèrs, bevond zich
op de kelderkamer, die haar slaapkamer was. Het was een
ijzeren koekjesdoos, die op een 'ank' (schrap) stond, net
naast de deur en waarin de briefjes lagen volgens grootte.
Rosalie leefde in de vaste overtuiging dat haar beide broers
dit heiligdom respekteerden. Maar in Fong vergiste ze zich
toch wel een beetje. Schijnbaar legde hij zich neer bij het
gezag en de autoriteit van zijn zuster. Maar heimelijk, af en
toe, echter niet te vaak, want dan zou ze het gemerkt
hebben, drufde Fong wel eens het deksel van de koekjes
doos oplichten, er zijn hand insteken, waaraan dan wel een
briefje van honderd bleef kleven.
Rosalie heeft dat nooit geweten en niemand zou het ooit
gfweten hebben, had Fong zelf niet in een onbesuisd
moment zijn mond voorbijgesproken.
Fong en het briefje van duizend
Fong was een zeer trouw lid van toneelkring Vrede. Hij
maakte zelfs deel uil van het bestuur, al was zijn artistieke
inbreng minder dan niets. Maar voor de vele bezoekers was
hij één van de vooraanstaanden van Vrede. Hij stond
immers bij elke vertoning, aan 'n entrèè van wat we nu de
volksplaatsen zouden noemen en hij deed dat zeer gewe
tensvol, want niemand, maar dan ook niemand, uitgezon
derd Prospèèrken, want die mocht altijd 'vee niks' binnen,
raakte zonder betalen in de zaal of op 'den uil'.
Fong stond aan de ingang der ongenummerde kaarten van 6
frank en ook de kaarten van 4 frank. Ongenummerde
kaarten van 6 frank waren er zeer weinig of niet. Wie
dergelijke kaart kocht liet ze nummeren. Het woord 'reser
veren' gebruikte men toen nog niet. Op de affiches en
andere drukwerken kwam wel het woord 'voorbehoudeh'
voor, maar niemand gebruikte die term.
Ik kan me moeilijk voorstellen dat een Lebbekenaar toen
het woord 'voorbehouden' in zijn mond zou hebben
genomen. Zijn tong zou wellicht in een knoop zijn gesla
gen, daarom sprak hij ook liever van 'genummerde'
kaarten.
Voor deze kaarten was een andere ingang voorzien, waar
o.m. Julien Klinckaert en Louiken Heuvinck een beetje
plechtstatiger dan Fong het kon, de toeschouwers ten
dienste stonden.
Maar... bij de werkende leden van Vrede, zowel spelers,
speelsters als machinisten (dat waren de mannen van het
dekor) was Fong één der mees/geliefde bestuursleden, om
niet te zeggen dé meestgeliefde. Want wat anderen niet
deden, dat deed Fong. Hij kwam af en toe naar de repetitie
en 'gaf er een mot op'. 'Een mot op geven', betekent bij ons
een pint betalen, voor iedereen. Het was bij een dergelijke
'tournée general' dat Fong een steek liet vallen. In het bijzijn
van Snep, Pisane, Jef van Monskes en konsoorten. Voor
die was er natuurlijk geen tekening nodig van wat er
gebeurd was.
Na een repetitie zei Fong met een breed gebaar tegen Irma,
de vrouw van Frans van Paupes die toen in de Mariakring
woonden: Irma lel ons allemou ne kieë drinken!»
Toen iedereen zijn pint gekregen had haalde Fong zonder
kijken een bankbriefje uit zijn zak, sloeg het op de toog,
zeggend: «Hou het daar allemaal maar af!»
Irma nam het briefje, keek ernaar, keek naar Fong en zei:
Jamaar Fong, Op duizend frank kan ik niet teruggeven».
Maus'nèèr keek verrast op, kreeg zowat alle kleuren van de
regenboog, keek met ongelovige ogen naar het briefje van
duizend en haalde enkele keren zijn typische krachtterm
'nondedjaalen' boven; in verschillende toonaarden dan
nog. Zonder zich rekenschap te geven van waar hij zich
Lebbeke. Achiel Vermeiren zoals iedereen hem kent:
aan het vertellen (arch)
bevond en wie er rondom hem stond zei hij: 'Dat kan niet!
Dat zal ze te weten komen! En graaide vliegensvlug het
briefje van duizend uit Irma's handen. Zocht in zijn zakken
naar kleingeld, vond er geen en zei dan maar: 'k Zal de
volgende keer betalen, als ge er me voor betrouwt». En... of
Irma hem er voor betrouwde. Snep die begreep dat er iets
loens was aan dat briefje van duizend, stelde zo eenvoudig
mogelijk langs zijn neus weg de vraag: 'Awel Fong?' Deze
was zodanig over zijn toeren dat hij de strop niet voelde die
Snep hem wilde spannen en trapte er meteen in.
Spontaan kwam het eruit: «Ik peisde dat ik een briefje van
honderd uit de doos gepakt had, maar nu zie ik dat 't een
van duizend is».
Amper waren die woorden gevallen en koud of Fong wist
dal hij zichzelf'! zeel had aangedaan. Hij deed dan ook het
hele verhaal uiteen voor oren die gretig luisterden. Aan 't
eind van zijn relaas zei Fong dat hij niet anders kon dan het
briefje van duizend weer op zijn plaats te leggen.
Toen Jef van Monskens de opmerking maakte wat hij zou
doen indien Rosalie het geld zou tellen en vaststellen dat er
duizend frank ontbrak, werd Fong toch wel een beetje bleek
rond zijn neus. Maar Hubert Pisane meende voor Fong de
oplossing te hebben gevonden en gaf hem de raad het geld
op zijn plaats te leggen, onmiddellijk wanneer hij thuis
kwam.
Fong hield bij hoog en bij laag staande dat zoiets niet
mogelijk was omdat de doos op de 'ank' op Rosalies kamer
stond en dat ze altijd de deur vastdeed. Maar hij zou het
morgen doen, terwijl ze naar de mis was.
Rosalie ging alle dagen naar de mis, anders kwam ze niet
buiten 't Is te zeggen op 't straat, want ze was nogal
'kadukkelijk'. Wanneer ze. naar de kerk ging was dat met
behulp van een borstel, die ze gebruikte als steun. Een fijne
borstel die gebruikt werd om binnenshuis te vegen en
waarvan de haren bijna helemaal waren weggesleten. De
korte resterende haren moesten dan beletten dat de borstel
verschoof. Want indien dat gebeurde kwam Rosalie zonder
meer ten val.
Hubert Pisanes suggereerde of hij morgen vroeg in de kerk
niet zou vragen of het lang geleden was dat ze haar geld nog
geteld had? Daar trapte Fong echter niet in. Hij wist dat
Hubert tot veel in staat was, maar was er vast van overtuigd
dat hij zoiets nooit zou doen.
Maar Jef herhaalde zijn vraag 'wat hij zou doen indien
Rosalie hem vertelde dat er duizend frank te kort was. De
gouden raad kwam van Pisane die Fong adviseerde zich
aan Rosalie niet te vertonen voor ze terugkwam van de mis.
Wanneer ze dan iets zei van duizend frank tekort, dan kon
hij zeggen dal ze zich misteld had en ze aanzetten nog eens
opnieuw te tellen.
Fong smeekte echter zijn vrienden te zwijgen en dezen
beloofden dat te doen, zelfs al zouden ze hen de tong uit de
mond trekken.
Toen Fong naar huis ging stond hij bij Irma zeker voor vier
tournees in het krijgt.
(wordt vervolgd)
Pierre Van Rossem
orde
dan)
v
«20
af
_J
levr.
Jnclu
at de
ste
Hi be
fciaai
t 1
ttgee
In we
vo
Ou M
lar
riant
I re
leep
tt an
too 1
jaa
*erk;
lj«
nu
he
gcrin
bom
vei
is de
>est
iprini
)len
lerije
er d
eeps
lor,
dit