Jos Ghysens Geschiedenis der straten van Aalst Rene Bekaert: kunst als filosofie en filosofie als kunst KWB Erem- bodegem op de planken "Nieuw Leven" met "Den Tore van Bazel" Kunstschilder René Bekaert met «een staalkaart van mogelijkheden» in «De Vesten» te Aalst 'De Bathyscaaf" als praatcafé JOS GHYSENS GESCHIEDENIS DER STRATEN VAN AALST De Voorpost - 14.11.1986 - 13 De toneelvereniging KWB- Tejater voert dit jaar het blijspel op: «De verloofde van mijn vrouw» van O. Schwartz en G. Lengbach. Zoals uit voorgaande jaren is gebleken zal ook dit stuk een sukses worden. Dit dank zij de dynamische ploeg speler die alles in het werk zullen stellen om de kijkers een gezellige avond te bezorgen. Voor de regie tekent Gus- taaf Van den Meersche die door zijn jarenlange erva ring en talent alles in goede banen leidt. De opvoeringen hebben plaats op 29 en 30 novem ber en op 5, 6 en 7 december in het patronaat te Ter- joden. Aanvang: 19.30 u. stipt. Kaarten verkrijgbaar bij het bestuur en de spelers. Aalst. Nog een specifiek werk van René Bekaert (foto iedereen is van harte Boon) welkom. Toneelkring "Nieuw Leven" brengt op zaterdag 15, zon dag 16, zaterdag 22 en zondag 23 november telkens te 20 u. in zaal Kring, Dr. De Moorstraat, opvoeringen van "Den Tore van Bazel", een toneelspel van Juul Lambrechts in een regie van Fons Vinck. Algemene toegangsprijs: 130 ft-., kinderen tot 12 j. en 60-plussers betalen 100 fr. Abonnementen hebben uiteraard gratis toegang. Een aantal zitplaatsen blijft voor hen gereserveerd tot 19u45. Nieuw Leven heeft er goed aan gedaan dit stuk te kiezen. Het is een tof ding, zo uit het leven gegrepen, met alles erop en eraan, met kleine stukjes thriller, me lodrama en komedie. Of is het leven zelf niet de aan eenschakeling van al die kleine dingen? Juul Lambrechts, de au teur van dit toneelstuk, moet in het volle leven staan van elke dag, anders schrijf je zo een stuk niet, kan je ook niet. Dit is reali teit, dit is puur, echt! Zijn personages zijn de dóódsimpele mensen die rondom ons leven. Wij ont moeten ze elke dag in onze nabije omgeving. In dit stuk noemen ze toevallig Waar, Jeanine, Eddy, maar ze kunnen evengoed andere namen dragen. Feit is, dat wij hier eens eindelijk te doen hebben met mensen die ons op één of andere manier zeer herkenbaar voorkomen. Men treft ze op straat, op het werk, in de familie. Misschien bent u zelf één van hen... Vertolkers zijn Edmond Wellekens, Daniëlla Jacob, Paul Coppens, Mieke Lee mans, Jozef De Cock, Marti - ne De Pelsmaeker en Diane Raes. Het toneelspel werd nog niet opgevoerd. Het gaat dus om een heuse pre mière. Met deze opvoering neemt Nieuw Leven deel aan de Frans Coolswed- strijd 86-87, georganiseerd door de Vereniging van Vlaamse Toneelauteurs v.z.w. (L.H.) René Bekaert werd geboren te Aalst op 5 januari 1938. Van 1952 tot 1958 volgde hij de Akademie voor Schone Kunsten te Aalst, waar hij als leraars had Frans De Koninck, Albert Claeys (schilderen) en Jan Mulder (tekenen). Van 1960 tot 1964 studeerde hij aan het Nationaal Hoger Instituut te Antwerpen, waar hij zeer van dichtbij kennis maakte met kunstschilder-leraar Ant. Marstboom en toenmalig direkteur J. Kreytens die hem leerde figuurschilderen 8indsdien heeft Bekaert zich een eigen weg gebaand in de plastische kunstwereld. Zijn atelier is thans gevestigd Houtkaai 10 te Aalst. Mevrouw D'Haeseleer: «René Bekaert wordt door sommige kunstkritici als een ware staalkaart van mogelijkheden bestempeld: het pastorale of nostalgische landschap, de haast fauvistisch aangegeven figuur en de bijna abstrakte kompo sities in overweldigende kleuren, zijn z'n zeer gewaardeerde kunstekspressies die hij steeds weer beoefend en telkens met sukses Op 8 september 1957 reeds werd hem bij de prijsuitreiking van het schooljaar 1956-1967, in de Aalsterse akademie, na het vijfde studiejaar afdeling schilder kunst, door de jury de Prija Valerius De Saedeleer toegekend. Hij behaalde trouwens 95% van de punten I In 1961 werd Bekaert laureaat van de «Club der Twaalf» met «De Prijs van de Prins» te Antwerpen. Deze prijs behaalde hij met een zelfportret: een werk dat zioh nu in het Nathaniamuseum in Israël bevindt. In 1961 werd hij ook met een bijzondere vermelding bedacht in de «Prijs Godecharles» te Brussel. En in 1972 werd hij derde gerangschikt in de prijs Felix De Boeck» te Brussel en tevens geselekteerd in het Herfstsalon voor schilderkunst te Etterbeek voor de «Louis Schmidt Prijs 1972» Bekaert kan ook reeds terugblikken op een reeks geslaagde individuele tentoon stellingen die zijn werk bekendmaakte te Brussel, Gent, Antwerpen, Oostende, Deurle a/d Leie, Geraardsbergen, Dendermonde, Aalst en omgeving... Mevrouw Diane D'Haeseleer: «De beginperiode van Bekaert werd overheerst door, wat hij zelf noemde «gebakken kleuren», zijn onder invloed van Opsomer ontstane vrouwefiguren en zijn halve tinten, grijze en grauwe overwegend, bij genuanceerde licht- en donkerschildering. Nadien zou Bekaert de passie ontdek ken voor de komplementaire kleuren: met «platte» vlakken stelt hij ze moedwillig tegenover elkaar. Later zal blijken dat dit de overgang was tot zijn zogenaamde technische opzoekingen. Weer later zal Bekaert zioh bezinnen over nieuwe pikturale problemen bij zijn konfrontatie met mikroskopische kleurenopnamen en zijn zoeken naar een technische vernieuwing. Zijn hedendaagse oeuvre wordt sis volgt getypeerd: «Het lijkt wel zo of Bekaert een definitieve vormgeving sohuwt. Ook het emotionele en het cerebrale staan in zijn werk naast elkaar. Tot het beste van deze eksposant behoort voorzeker zijn meer mystiek-kosmisch en exoterisoh werk... In sommige werken werd de impulsieve sohilderhand van Bekaert het meest door filosofische refleksie en bedachtzaamheid in toom gehouden.» René Bekaert is een Aalsters schilder die het zioh niet gemakkelijk maakt. Wat hij brengt zijn geen populaire voorstellingen, maar wel wat men als «kunst» verwacht. "De Vesten» (Keizerlijk Plein 10, Aalst) presenteert thans nog tot 28 november 6611 vijfentwintigtal van zijn recentste werken. De tentoonstelling is dagelijks toegankelijk vanaf 8.30 u, eohter niet op zaterdagvoormiddag en 's zondags. D.B. De Aalsterse kunstschilder René Bekaert voorstellen hoeft eigenlijk niet meer. In dag- en weekbladen versohe nen reeds talloze artikels en lovende kritieken over hem en z'n werk. Tooh vonden we het de moeite het met René eens te hebben-over kunst en schoonheid, het bekijken van een sohilderij, de schildertechniek, de filosofie in de kunst en omgekeerd. Bené Bekaert is geen grote prater. Liever laat hij de mensen zelf kijken naar een schilderij dan er een mooi geformuleerde uitleg aan te geven. Hij zegt het moeilijk te heb ben om de stijl waarin hij werkt te omschrijven. «Ik zet me er trouwens te gen af», verklaart hij, «om aan iets een naam te geven. Wanneer je me toch zou vragen het kind een naam te geven zou ik zeggen dat de kleuren die ik gebruik aan het Fauvisme doen den ken. Als 16-jarige had ik ook al een manier van schil deren die aanleunt bij het Duits expressionisme. En nu keert dat terug in m'n werk, zij het in een andere vorm» Kleurmenging Het kleursysteem dat René Bekaert aanwendt is een beetje te vergelijken met dat wat de paintillisten ge bruikten. Het verschil zit hem er echter in dat Be kaert tussen de comple mentaire kleuren verschil- kleuren aanbrengt. «Het is natuurlijk moei lijk», legt hij uit, «om zon der kleurenschets een uit leg te geven in De Voorpost. Vele schilders gebruiken complementaire kleuren: ze gebruiken zonder ze te doen vechten moet echter oordeelkundig gebeuren. Het beste bekijkt men ze als een positieve en een nega tieve pool waarbij de nega tieve pool niet zo verzadigd mag zijn als zijn tegendeel. De negatieve kleur moet men dan ook met wit of zwart mengen. Ook moet deze pool een beetje van de positieve kleur in zioh heb ben omdat een kleine Aalst. Een dromend naakt van René Bekaert. verwantschap noodzakelijk is. De juiste hoeveelheid ge bruiken is een kwestie van aanvoelen. Bij de kleurmenging die ik gebruik zijn de komple- mentairen net iets te hevig (te verzadigd). Dit wordt opgevangen door tussen beide kleurvlakken een ver schil of een optelkleur te plaatsen. De optelkleur is nu de belangrijkste en is positief geworden. Bij de minder belangrijke delen van het schilderij wordt tussen bijv. rood en groen de verschillen gebruikt die dienst doet als bumper. Let wel, dit systeem pas ik niet toe als reerel, enkel wanneer ik iets wil beklem tonen. In een rood-bruin schilderij bijv. gebruik ik de kleuren liohtgroen, lichtpaars en heel lichtblauw als verlich ting. Dit is echter maar een voorbeeld. In werkelijkheid is het genuanoeerder». Kunst en schoonheid Dat schoonheid een zeer be trekkelijk begrip is maakt René Bekaert duidelijk met het volgende. «Wanneer iemand kijkt naar een objekt-subjekt dat z'n belangen of gevoelens dient op een voor hem aan gename manier noemt hij dit sohoonheid. Wanneer het werk het doel van een anders ingesteld iemand sohaadt noemt hij het af schuwelijkheid. Een derde voelt er zioh ge voelsmatig niet bij betrok ken en noemt het doelma- tigheid. Sohoonheid is dus een be trekkelijk begrip en de kunstenaar die er aohter aan holt zal dan ook nooit soheppen. Een sohoenma- ker die de bedoeling heeft degelijke schoenen te ma ken wel. Dat een kunstenaar door het bezit van een talent z'n gevoelens kan uitdrukken is een misverstand. Hij kan alleen gevoelens opwekken. Het zou zelfs kunnen ge beuren dat hij dit doet op een manier waarbij de toe schouwer de tranen in de ogen springen terwijl hij zelf alleen maar getroffen wordt door de slappe lach. Het opwekken van gevoe lens gebeurt door het even- wioht van de hoofdvorm te verstoren, echter op een dusdanige manier dat de achtergrond, de kern, het geheel in harmonie houdt. Dit bereikt men door de sensatie van het uitvinden en het ontdekken». Meesterschap of Ziener schap Als we René Bekaert vra gen naar de manier waarop een schilderij moet beke ken, moet gezien worden, definieert hij het volgerdo: «Voor mij is zien aandacht, konoentratie, bewustzijn Na Herd er sein, Hofstads, Meldert, Erembodegem, Baar- degem en Moorsel komt nu Aalst-stad aan bod in de reeks geschiedkundige bijdragen uitgegeven door het Genoot schap voor Aalsterse Geschiedenis. Over Aalst werd reeds heel wat gepubliceerd. Toch blijven vele vragen over de stad nog onbeantwoord. Jos Ghysens, bekend lokaal historicus, heeft than a met zijn jongste werk daaraan opnieuw willen tegemoet komen en de resultaten van zijn jarenlang onderzoek aan een brede lezerskring willen meedelen. Het boek bevat in het bij van de tegengestelde krachten, differentiëren en tot een geheel maken. Je kunt immers kontakt hebben met een kunstwerk, en alle positieve eigen schappen in herkennen en het werk tooh formeel en levenloos vinden. Dit is te wijten aan het feit dat de sohilder er niet in geslaagd is een artistieke wanorde te kreëren. In een goed sohilderij bevindt het patroon zioh dan ook niet aan de oppervlakte maar veeleer onder de verf, in een versluierde vorm. Men bereikt dit nooit door esthetioa te studeren. Men moet leren toveren. Kunst is magie, de leer van de paradoxen, en dat wordt in akademie's niet aangeleerd. Ook de zogenaamde kunst werken, ontstaan uit onver werkte roerselen en emo ties uit het onderbewuste hebben weinig artistieke waarde. Alleen een psyohia- ter heeft er voer aan. Het terrein van de moester ligt in het kollektief onbe wuste of, in esotherische termen gesproken, het ab- strale licht. Alleen door het hogere mentale gevoel niet te verwarren met het emo tioneel hartstochtelijke ge voel bereikt men mees terschap of Zienerschap». De kunst als filosofie, oppe ren we... «en de filosofie als kunst», vult René aan, «is wat ik tracht te verbeelden en laten we hopen (God en de Duivel sta me bij) dat het geen kunstenaarsfilosofie wordt, waarvoor de hemel ons beware». En tot slot meent hij nog: «Ach, waar het op aankomt is gewoon 'loslaten'. En hoe laat je los? Bekijk een sohil derij bijvoorbeeld eens van uit een spiegel, op z'n zijde en ondersteboven. Hoe meer identifioaties men ver liest hoe meer kosmische wetten men ontdekt. De museumbezoeker die een werk bekijkt tussen zijn be nen door is nog zo gek niet! Sirou An Tot 28 november kan men werk van René Bekaert be kijken in kultureel tref punt De Vesten, Keizerlijk Plein 10 te Aalst. Een historische inleiding door Dirk Callebaut over de middeleeuwste stad, haar groei en ontwikkeling; Een bijdrage van Erik Wauters, over de slechting van de stadsmuren vanaf de intre de van de Franse maar schalk Henri Turenne tot de laatste fasen van de ont- walling; een etymologische verklaring van het woord "Aalst" door verscheidene auteurs, het bevolkingsac ces en de opeenvolgende burgemeesters; een inde ling van de plaats: de stads wijken, de buurten, de aan loop tot het kadaster, de atlas der buurtwegen, het plan P.C. Popp; een over zicht van de verkeerswegen onderverdeeld in de open bare wegenis, de spoorwe gen, waterwegen en brug gen; een beschouwing over de openbare stad: het uit zicht der dingen: gebou wen, kiosken, monumen ten, post, postbussen, stadspompen, straatbor den, straatleidingen, straatreiniging, telefoon, telefoonoellen, urinoirs, vaste kramen, verlichting, vervoer, voetpaden en we- gendek; een inzicht in de totstandkoming van de straatnamen: de volkse overlevering, de moderne straatnaamgeving; een vol ledige nomenclatuur van meer dan 1750 straten (waarbij 94 ingangen en stegen, 25 bruggen, 159 buurtwegen, 91 *huizen', 124 hofsteden) waaronder de 347 huidige straten met hun begin en einde, lengte en indeling per wijk); een gesohiedenis van de stra ten: de eerste optekening van hun verschijning, de opeenvolgende benamin gen en bijzondere feiten, vanaf omstreeks het jaar 1000 tot 1986; een voorstel ling van de openbare do meinen: kastelen, kerken, kapellen, kloosters, thea ters, oinema's, fabrieken en bedrijven, alsook van Aal- stenaars die de aandacht trokken en kleurrijke ane kdoten; een uitzonderlijke iconografie bevattende een zeer groot aantal dokumen- ten, waaronder plans, gra vures, foto's van de heden daagse straten aangevuld met oude afbeeldingen die nog nooit werden gepubli ceerd; een beredeneerd glossarium met chronolo gische indeling van het huidige stratennet, de ver doopte straatnamen, de ver dwijning van zinvolle straatnamen en een syste matische groepering; de laatste dag van "Klein Aalst" en van zijn randge meenten op de vooravond van Groot-Aalst, een appen dix met bronnen en biblio grafie, 2090 voetnoten en het register. Het wordt een referentie werk. een gids voor elke Aalstenaar, een begrip van zijn omgeving en van zijn leefmilieu. Een moderne encyclopedie, een vakkun dig historisch woorden boek, de eerste en enige vol ledige inventaris in woord en beeld van de Aalsterse straten. Een boek van circa 450 bladzijden met meer Han 500 foto's en dokumenten, gebonden in linnen band met stofwikkel op formaat 30 bij 21 cm. Tot 10 decem ber bedraagt de voorinte kenprijs 1.950 fr. Bij ver schijnen, omstreeks 20 de cember 1986, wordt het 2.100 fr. De oplage is uiter aard beperkt. Van geen en kel van de vorige boeken van de reeks is nog één exemplaar te bemachtigen. Te bestellen bij het Ge nootschap voor Aalsterse Geschiedenis, Termuren- laan 24f te 9440 Erembode- gem-Aalst (pr. 000- 0572139-33, bij Jos Muy- laert, Dorp 63, 9392 Mel- dert-Aalst, pr. 000- 0525226-68, tel. 052/ 35.65.16 of bij de boek handel. (L.H.) PACT, Progressief Aalsters Collectief Toneel brengt naast de merkwaardige thea terp rod uk ties nu ook in "De Bathy scaaf', Meuleschettestraat, geregeld, telkens op donder dag, zijn "praatcafé". Bedoeling is dt een valabel inleider zorgt voor een inzet in de materie en dat na even pauzeren er mogelijkheid is tot stellen van vragen en aangaan van diskussies, Aanvang telkens te 20 uur. Aalst. Met brede halen worden de werken geschilderd (foto Boon) Half september stelde PACT, samen met de thea- terprogrammatie 1986-87 een nieuw initiatief voor: het wekelijkse artistiek café. In De Bathyscaaf, op don derdagavond omgebouwd tot "Praatcafé Pact" werden inmiddels reeds drie beken de Aalsterse gasten uitge nodigd: één "artiest" (Wil helm Mechnig), één "ande re vieze tist" (Jos Verdoodt) dixit L.P. Boon en Paul Verdonck die het had over Israël en de Arabische Wereld. De belangstelling voor deze eerste ongedwongen babbels was bevredigend zodat kon uitgekeken wor den naar nieuwe gespreks partners. Wie het doordeweekse TV-kijken moe is, thuis niets te vertellen heeft, of gewoon een avondje weg wil, kome naar de Bathy scaaf. De wekelijkse gast praat honderduit over zijn of haar passie, werk, liefde, woede... Het publiek inter- pelleert vrij. Nu eens kan vurig gediskussieerd wor den over aktuele politieke en sociale themata, dan weer zal men geboeid luis teren naar het verhaal van een kunstenaar. Als het maar gezellig blijft. Geen akademi8che uiteenzettin gen, geen formalisme, ge woon praat vóór de vaak. Programma Donderdag 20 november: Paul Ghysels: Van Paul tot Evenaar (onder voorbe houd). Donderdag 27 november: J.-P. Van Steerteghem (In ternationale Nieuwe Scène, gastregisseur PACT) over: "The boys in the band" van Mart Crowley. Donderdag 4 december: Jef De Loof (Werkgroep Medici tegen A-wapens) "De Vre desbeweging na Reyk javik". Donderdag 11 december: Toon Van Overstraeten (se nator) over 'Toon in Walen land". Donderdag 18 december: Bert Van Hoorick en Bert Ghijsels "De perikelen rond het L.P. Boon-monument".

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1986 | | pagina 13