Vijf laar Alem:
Waarheen met het wegbermbeheer?
Jan Louies:
«Afficheren te Aalst»
Fietspad in binnenstad
Jan Caudron: strenge sankties voor doping
Aalsters waterzuiveringsstation
echt operationeel?
VKAJ Heilig Hart herdacht
kardinaal Jozef Cardijn
Gospodi komt niet naar Affligem
Opnieuw strubbelingen binnen VU te Lede
De Voorpost - 10.4.1987 - 3
De mooiste wegbermen vond men vroeger vooral langs de
holle wegen waar plaats en ruimte de beste faktoren waren
om de pracht van de natuur ten toon te spreiden. Ook hier
heeft de moderne tijd zijn tol opgeëist en veel van het
pittoreske dat een holleweg bieden kan, verdween met de
aanleg van hofjes langs verbeterde straten waar nieuwbouw
het land verdrong. De aanleg van nieuwe wegen is echter
tevens de aanleiding dat ook wegbermen meer aandacht
moeten krijgen omdat ze nog altijd deel uitmaken van het
landschap, zij het dan ook soms van een verloederd
landschap.
Voor wat de begroeiing van de wegbermen betreft, hangt
dus enorm veel af van een al dan niet goed beheer. Als dit in
de goede zin gebeurt dan vormen zij de geschikte plaatsen
en biotopen voor een groot aantal planten en bloemen. Het
resultaat kan fascinerend zijn, vooral omdat men met een
bevoegd beheer een enorme verscheidenheid aan bloeiende
planten kan bekomen waardoor ze in werkelijkheid bont
gekleurde bermen worden.
Men mag het zo stellen dat een derde van onze inheemse
flora er een toevluchtsoord vindt wat er op neerkomt dat we
op de wegbermen maar liefst een 450-tal soorten planten
kan aantreffen, wat toch wel een inspanning waard is.
Onze wegbermen worden wel onderhouden doch men kan
moeilijk zeggen dat het huidige wegbermbeheer, in onze
gemeente gevoerd, er amper op gericht is om deze bloemen
pracht te creeëren. Integendeel is de wijze van het maaien
eerder een bevordering van de eentonige groenstroken waar
eerlijk gezegd, op de boerenbuiten weinig aan te beleven
valt. Toch stelt het absoluut geen probleem om de wegber
men van deze eentonigheid te vrijwaren en er een verrijkend
landschap van te maken met alle pracht van dien, zelfs
aangepast aan de seizoenen.
Van wegberm tot grasstrook
Dat de bonte fleurigheid niet zomaar verdwenen is, pleit
voor zichzelf want het vormen van een doodgewone
grasmat heeft velerlei redenen. Kilometerslange grasstro
ken, die deel uitmaken van onze wegbermen, hebben voor
een monotoon landschap gezorgd, wat vooral het gevolg is
van het overmatig gebruik van herbiciden wat vaak gebeurt
in kombinatie met een intensief maaibeheer.
Het is echter wel zo dat, na wereldoorlog twee, deze
beheersvorm gestalte gekregen heeft omdat het beheren
op een andere manier gebeurde. Voordien werden de
wegbermen meestal verpacht aan veehouders of landbou
wers en het hooi werd met de hand en soms, later dan, met
de machine geoogst. Indien het een eigendom was van de
gemeente werd de opbrengst, ook toemaat genoemd, open
baar verkocht. Ook gebeurde het dat er beweiding van vee
toegepast werd, hetzij aan touw of ketting, hetzij onder
toezicht van een koewachter of schapenhoeder. Dit werkje
werd in de meeste gevallen aan kinderen toevertrouwd maar
ook gepensioneerde werkmannenkweekten een schaap
of een geit waarmee ze het veld introkken en de kanten
lieten afgrazen.
Na deze tweede wereldoorlog kondigden zich sterk doorge
voerde veranderingen aan op alle gebied, vooral dan in de
agrarische bedrijfsvorming, en moest men een economische
explosie ervaren. Wat bovendien niet ekonomisch haalbaar
was (en nog niet is), o.a. het tijdrovende oogsten van de
bermbegroeiingen, werd volledig afgeschaft, maar nog
meerdere faktoren hebben op het wegbermbeheer inge
werkt. Hierbij denken we aan de enorme oppervlakten
landbouwgronden die omgeschakeld werden tot weiden
waarbij de meeropbrengsten hiervan in ruime mate het niet
oogsten van de wegbermen kompenseerde.
Daarnaast stellen we het snellere en drukkere verkeer dat er
binnenkort aan is en het maaien gevaarlijker gemaakt heeft,
dit zowel voor landbouwer als weggebruiker. De aanleg
van bredere wegen gaven als logisch gevolg dat de wegber
men versmalden en minder geschikt waren om er een ernstig
beheer aan te koppelen. Zijn er dan al uitgestrekte wegber
men zoals deze langsheen de autosnelwegen, dan zijn ze
praktisch ongeschikt voor «konsumptie» als veevoeder door
de overmatige uitlaatgassen. De landbouwer heeft er als
dusdanig alle belangstelling voor verloren en nieuwe midde
len aangewend om de enorme groeikracht, vooral van de
grassen, in te tomen. Het besproeien met doortastende
produkten heeft het hoog opschietende planten moeilijk
gemaakt om zich ten volle te ontwikkelen en hierbij denken
we in de eerste plaats aan fluitekruid, bereklauw en wilde
peen. Maar al te vaak wordt groot onkruidverdelgd wat
niet altijd noodzakelijk is.
Daarbij komt nog dat men veelvuldig maait met zwaar
materiaal zodat zelfs de meeste planten niet meer tot bloei
kunnen komen. Laat staan in de mogelijkheid zijn om zaad
te zetten. Het niet meer afvoeren van het fijn gehakselde
maaisel heeft als belangrijk gevolg dat de bermen steeds
voedselrijker worden en de grasgroei in bijzondere mate
stimuleert.
Gelukkige kentering
Ondanks de talrijke problemen is er in het wegbermbeheer
de laatste jaren heel wat veranderd. Het principe van de
weinig kruidenrijke bermen wordt sterk aangevochten even
als de netheidsoverwegingen om het gras kort te houden
krijgen minder belangstelling. Deze teorie wordt minder en
minder nagevolgd en het is logisch dat kleurige en bloemrij
ke bermen in allerlei opzichten aantrekkelijker zijn. Ook al
winnen de nieuwe gedachten veld, toch is het nog een hele
stap om een totale ommekeer te bewerkstelligen en een
bepaalde richting in het beheer op te dringen.
De beheerder oordeelde in het verleden dat een ordelijke
aanblik van de wegennoodzakelijk was. Wie voor een
ruigere begroeiing opteerde had onmiddellijk te kampen
met bezwarende motieven waarbij verkeersveiligheid tot de
voornaamste argumenten behoorde. Zo zou hoog opge
schoten gras de wegbermsignalisatie, o.a. de reflectoren die
bij duisternis een veilige afbakening van de weg zijn, gaan
overgroeien, het uitzicht van de binnenbochten van de weg
zouden evenzeer kunnen belemmerd worden, sommige
spraken zelfs van bermvreesvan de weggebruiker waar
mee men bedoelt dat hij na verloop van tijd in het midden
van de weg zou gaan rijden op een te veilige afstand van de
berm. Een andere thesis spreekt van hoog opschietende
begroeiing die aanleiding kan zijn om de wegberm als
stortplaats te gebruiken. Landbouwers zien er een te
gemakkelijke groeibodem in voor onkruid wat dan gevolgd
wordt door het gebruik van herbiciden.
Tegenover dit systeem van een zekere orde en netheid stelt
men als verdediging dat de bermen ook een vernieuwende
functie kunnen hebben wanneer men de natuurlijke be
groeiing de vrije loop laat wat niet noodzakelijk betekent
dat er een ruikte dient te ontstaan maar dat alles dient te
gebeuren volgens een zeker systeem en men het beheer moet
aanpassen aan de ter plaatse aanwezige begroeiing. Daarbij
kan men het hooilandbeheer van vroeger tot voorbeeld
nemen wat er op neerkomt dat men het gras tot in de tweede
helft van juni en soms langer, liet groeien. Men hooide het
dan af en voerde het materiaal van het land, een handeling
die meestal tweemaal per jaar gebeurde. Voor het vee war
dit levensnoodzakelijk wan eertijds was er niet zoveel
bijvoedsel en moest men zich tevreden stellen met alles wat
de natuurlijke omgeving te bieden had.
Zeer waardevol
De natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarde
van de wegbermen is alleszins eenvoudig. Niet alleen
verwijzen wij hier naar het groot aantal plantensoorten dat
op de wegbermen een groeiplaats vindt maar talrijke
planten, die elders in het landschap moeten verdwijnen
vinden echter in bermen een laatste plaats waar de levens
omstandigheden gunstig zijn. Het is duidelijk gebleken dat
veel soorten, die in wegbermen optimaal groeien, in natuur
reservaten soms moeilijk in stand kunnen gehouden wor
den. De meeste van deze planten zijn trouwens sterk
afhankelijk van het typisch wegbermmilieu, een speciaal
biotoop waar niet alles gedijt omdat het leven er bovendien
nogal in moeilijke omstandigheden moet gebeuren. Daar
naast moest men vaststellen dat in een kultuurlandschap
veel insektensoorten van hun voortbestaan nu juist aange
wezen zijn op de begroeiing van de wegbermen. Daarbij
denken we niet alleen aan bloembezoekende insekten of
vlinders, hommels en wilde bijen, maar eveneens aan een
aantal insekten die in hun larvaal stadium aan specifieke
planten gebonden zijn en er hun gading vinden, m.a.w.
voedsel voor hun voortbestaan. Een schoolvoorbeeld hier
van is de rups van onze mooiste dagvlinder, de koninginne-
page, die bijna uitsluitend voorkomt op de wilde peen, een
plant die overvloedig langs onze wegbermen te bespeuren
is.
De wegbermen zijn bovendien ook zeer belangrijk voor
hun bewoners die ze herbergen. Zo leven er niet minder dan
twintig soorten zoogdieren of 40% van het totaal, 40
soorten vogels en zes soorten reptielen, 25 soorten vlinders
en acht soorten hommels.
Waar en wanneer?
Natuurlijk is het duidelijk dat het zeker niet in de bedoeling
ligt de bermen en taluds zonder enige vorm zomaar te laten
verruigen. De tussenkomst van de mens is nog altijd
noodzakelijk en er moet dus wel degelijk gemaaid worden.
Daarbij stelt men zich echter de vraag wanneer dit moet
gebeuren en waar? De maaifrekwentie en het tijdstip zal
vooral afhangen van de grondsoort, de vegetatie en het
uitzicht en het resultaat dat men wil bereiken.
Door het maaien, kort na de aanvang van het groeiseizoen,
worden de pas gevormde bladeren verwijderd. Door dit te
vroege maaien zullen éénjarige planten onmiddellijk afster
ven. Voor de twee-en meerjarige planten is dit niet zo erg
maar toch zullen zij ook in hun ontwikkeling geremd
worden. Grassen daartegenover zijn echter door hun groei
wijze perfekt aan zulke ingrepen aangepast.
Maait men nu later, maar nog voor de bloei, dan zijn
slechts weinig planten in staat om hetzelfde jaar nog
bloemknoppen te vormen. Bij grassen echter heeft dergelij
ke werkwijze juist een tegenovergesteld effect. Als algemene
regel wordt aanvaard dat de meest geschikte periode om te
maaien deze is wanneer de voorjaarskruiden hun over
vloedige bloei achter de rug hebben en de grassen in bloei
staan. Met dit systematisch maaien mag ook niet te lang
gewacht worden omdat dan de laatbloeiende en meermaals
bloeiende planten onvoldoende tot ontwikkeling komen en
bijgevolg eveneens een remming betekent.
De beste maaibeurt gebeurt het best in de periode einde mei
tot begin juli en in de meeste gevallen zal men dan minst
kwaad aan de planten berokkenen. Soms is het echter
aangewezen om van dit maaitijdstip af te wijken. Dit wordt
gedaan om zeldzame planten de zekerheid en gelegenheid te
geven zaad te zetten en het gebeurt ook om zeer aantrekke
lijke planten volledig tot hun recht te laten komen.
Voor het maaien zelf dient men een goede selektie te maken
van het materiaal. De werktuigen moeten zodanig geschikt
zijn dat het maaisel goed afvoerbaar is en dat men de
grasmat niet beschadigt en de eventuele bijennesten intakt
houdt. Er is tegenwoordig genoeg materiaal voorhanden
om ook hierin een bevoegd beheer te bewerkstelligen.
Een maaihoogte van ongeveer tien centimeter is sterk aan te
bevelen want bij dieper maaien beschadigt men reeds het
plantendek wat dan later kans geeft aan ongewenste soorten
(akkerdistel, veldzuring) om zich op die plaatsen te vesti
gen. De funktie van de bermen moet altijd gerespekteerd
worden en daarom moet men zo vaak maaien als voor de
verkeersveiligheid noodzakelijk is maar dan wel slechts «'n
strook met een breedte van ongeveer anderhalve meter langs
het wegdek en daarbij zo weinig mogelijk herbiciden
gebruiken.
Bij het aanleggen van wegbermen langs nieuwe wegen
kunnen van bij het begin een aantal problemen opgevangen
worden door o.a. het afzien van het aanbrengen van een
voedselrijke bovenlaag. Bij het inzaaien van zaadmengsels
langs grote taluds moet men er steeds voor waken dat er
zaden van inheemse en streekgebonden kruiden gebruikt
worden. Dit moet vooral gedaan worden om floraverval
sing te voorkomen. Men moet ten volle aandacht besteden
aan een gevarieerde beplanting om aan de verschillende
leefgemeenschappen (vogels, insekten) grotere en betere
kansen te bieden. Ook hier moet men voor streekeigen en
inheemse soorten zorgen bij de aanplantingen.
De hoger genoemde beheersvormen vragen duidelijk meer
inzicht van de wegbeheerder. Hier is trouwens een aange
paste voorlichting en begeleidng noodzakelijk waarbij men
beroep kan doen op natuurbeheerders, die onoverkomelij
keproblemen helpen oplossen.
Alem biedt hiervoor alleszins zijn diensten aan en hoopt op
een verdere samenwerking met het gemeentebestuur om aan
ons fusiedorp een kleurrijk aspect te geven met bloemenrij
ke wegbermen, die in feite niets kosten. De aanplanting van
bomen langs sommige wegen wordt alleszins door de
bevolking positief ervaren en als dat kan gekombineerd
worden me een aangepast wegbermbeheer kunnen de «vuile
kanten» omgetoverd worden tot prachtige kleurpaletten.
JV
Zondag 5 april had in de Heilig
Hartkerk te Aalst een temavie-
ring plaats met als centraal
gegeven «En nu vooruit».
Hierdoor werd gezinspeeld op
de woorden van de stichter van
de VKAJ, wijlen kardinaal Jo
zef Cardijn. In het welkomst
woord onderstreepte een
VKAJ lid dat Cardijn een fijne
kunstenaar was in het opvoe
den van mensen. Hij was pries
ter die hen boeiend wist te
bezielen.
Zij citeerde ook Helder Cama-
ra die over deze imposante
figuur van Cardijn ooit zei:
«Wij menen dat Cardijn graag
als hulde zou aanvaarden, de
bereidheid te blijven stilstaan
bij wat hij gedaan heeft, maar
om te ontdekken en te onder
nemen wat hij zou doen indien
hij op aarde zou weerkeren».
In zijn homilie hield e.h. Jac
ques Lievens een pleidooi om
een nauwere band tussen vol
wassenen en kinderen na te
streven. Opvoeden kan soms
tot konflikten leiden, maar
daardoor moeten jonge men
sen en hun ouders juist elkaar
leren aanvoelen en eerbiedi
gen. Verder riep hij op tot
solidariteit, een naam dat ieder
VKAJ lid nauw aan het hart
moet liggen. Tijdens de eucha
ristieviering konden wij ver
schillende liedjes horen uit de
Cardijnmusical. Deze liedjes
werden gezongen door een ge
legenheidskoor. Met het lied
«En nu vooruit», meteen het
tema van de viering, en woor
den die Cardijn zo graag in
beperkte kring liet weerklin
ken, werd aan de leden een
zending meegegeven. Het
werk dat moet volbracht wor
den is een geweldige opdracht.
Er valt geen tijd te verliezen,
zo zei Cardijn het altijd op
nieuw. Cardijn vroeg ook om
bekommerd te zijn voor de
medemensen en niet zoveel
oog te hebben voor het eigen
bezit, zodat we solidair kunnen
zijn met miljoenen armen van
de derde wereld. Die opdracht
waarmaken binnen deze mate
rialistisch ingestelde maat
schappij is inderdaad een hele
opdracht.
JM Heyman
Lede. In Hof stade op de weg Gijzegem-Aalst gebeurden
de laatste tijd enkele zware ongevallen waarbij dodelijke
slachtoffers te betreuren waren. Eerst, verongelukte een
onderwijzeres uit Hamme, kort daarop kwam Lieve
Minoodt (20 jaar) uit Lede om het leven toen haar wagen
werd aangereden door een tegenligger die dwars door de
middenberm schoot (arch)
Jan Louies stelt een in persmededeling dat te Aalst steeds
meer mogelijkheid tot aankondigen van plaatselijke kultu-
rele aktiviteiten verloren gaat.
Een tijdje geleden doken ook
te Aalst kommerciële affi
ches op in aluminium kaders
aan winkelramen. Bij de vlees
houwer, in de boekenwinkel,
in cafés. Vaak op plaatsen
waar nooit affiches van Aal-
sterse kulturele verenigingen
mochten hangen. Zulks zou
niet «chique» genoeg zijn.
Dat bedoelde affiches er allicht
zonder vergunning en mis
schien zonder betalen van taks
hangen is reeds een interpella
tie waard. Erger is dat heel wat
ruimte verloren gaat voor aan
kondigen van kulturele aktivi
teiten. En die ruimte is al zo
schaars. Handelaars, en vooral
winkelketens, hebben meestal
geen boodschap aan de sociale
rol die hun winkeldeuren kun
nen vervullen en weigeren
steevast elke affiche van plaat
selijke verenigingen.
Aan het politiekommissariaat
werd een officieel aanplakbord
weggehaald om plaats te ma
ken voor een kommercieel ver
licht bord.
Op andere borden is er geen
plaats genoeg en moet de
stadsplakker overplakken voor
de aktiviteit verstreken is.
Agressieve aanplakmetoden
van organisaties Kortrijk,
Gent en Brussel palmen de
zuilen op de Markt in...
Elk jaar stel ik in de vergade
ring van de «kultuurraad» de
vraag hoe het komt dat mijn
voorstel van voor 5 jaar in
verband met affiche-vriende
lijk beleid nog niet aan de orde
is gekomen. Er wordt aan ge
werkt, zegt de voorzitter.
Maar nu hebben ze zich daar
blijkbaar doodgewerkt want
van vergaderingen hoor ik
niets meer.
Aldus Jan Louies.
LH
Door het instellen van dubbel-
richtingsverkeer op de zoge
naamde «Wallenring» werd de
verkeerstechnische situatie in
de stad Aalst ingrijpend gewij
zigd. Raldes heeft er zich van
bij het smeden van deze plan
nen reeds tegen verzet vooral
omdat het stadsbestuur alle ad
viezen in verband met ver-
keersleefbaarheidsproblemen
gewoon naast zich neerlegde
en zonder enig overleg met
andere betrokken partijen de
ze regeling doordrukte en de
werken snel liet uitvoeren.
Maar ook inhoudelijk heeft nu
nog Raldes bezwaren tegen de
ze regeling. Die houdt inder
daad al te weinig rekening met
de situatie in het verkeer van
de zwakke weggebruiker, de
voetganger en de fietser. En
die zijn nog steeds in een
schoolstad als Aalst er een is
met zowat 20.000 leerlingen
legio.
Gebleken is bovendien dat het
aantal voertuigen door de
nieuwe regeling niet uit de
stadskern is kunnen verwij
derd worden. Een bezorgdheid
die bij dergelijke situatie noch
tans primordiaal zou moeten
zijn. Raldes is ervan overtuigd
dat binnen afzienbare tijd de
verkeersdrukte in de binnen
stad een verstikkend - letter
lijk en figuurlijk - effekt zal
sorteren voor zover dit nu
reeds nog niet zo ver zou zijn.
Raldes vraagt dan ook dat de
globale situatie opnieuw zou
bekeken worden. Liefst door
een gespecialiseerd bureau of
door een deskundige in ver-
keersleefbaarheid. Eventueel
dan in samenwerking met de
Koning Boudewijnstichting.
Raldes stelt reeds voor in de
Vaartstraat, Esplanadestraat,
Vrijheid- en Zonnestraat één
richtingsverkeer met aan de
ene zijde het huidig voetpad
plus parkeergelegenheid met
bomen en aan de andere zijde
gescheiden van de rijbaan, een
fietspad met dubbele rijrich
ting en een wandelpromenade
met veel groen i.p.v. het hui
dig voetpad. Met behoud
uiteraard van «zone 30».
LH
Het geplande koncert van Gospodi kwartet dat daar
vrijdagavond 10 april in de zou optreden. Het koncert
abdijkerk van Affligem, zal worden verschoven
gaat niet door wegens fami- naar een latere datum,
liale omstandigheden van JM Heyman
een van de leden van het
Sinds de strubbelingen tussen
het Lecdse VU-bestuur en het
Arrondissementele en Natio
nale Bestuur i.v.m. de laatste
parlementaire verkiezingen en
ondanks de rehabilitatie van
de afdeling en van de toenma
lige voorzitter Ghislain Hen-
derickx, heeft het binnen de
VU-afdeling niet meer ge
draaid zoals het hoorde. Door
dat Ghislain Henderickx die
acht jaar lang de afdeling ge
leid had, voorzitter geworden
is van het Leedse OCMW en
de VU-statuten kumul tussen
voorzitterschap van de afde
ling en voorzitterschap van het
OCMW verbiedt, moest uitge
keken worden naar een andere
voorzitter. Iemand die acht
jaar lang de partij geleid had,
met de bekende resultaten
(burgemeesterschap, voorzit
terschap OCMW, schepen
ambt, gemeenteraadslid enz.)
opvolgen was uiteraard een he
le uitdaging, die de nieuwe
voorzitter Wilfried Van Eet-
velde, blijkbaar niet heeft aan
gekund.
De partij werd meermaals bin
nen de koalitiegroep gecoun
terd, ,door vooral raadslid
Grepdon die het openbaar ver
kondigde dat hij het niet nam
dat de VU hem het burge
meesterschap had afgenomen
en hij naar een gewone raads-
ledenstoel verwezen werd.
Ook binnen de partij bleek het
niet te klikken. Het is nu tot
een definitieve uitbarsting ge
komen. Direkte aanleidingen
zouden zijn de houding van
Van Eetvelde tegenover sche
pen Mertens. Hij zou i.v.m
tussenkomsten van raadslid
Brantegem en Grepdon die
vooral VU-schepen Mertens
viseerden, geen weerwerk heb
ben gegeven en de schepen in
steek hebben gelaten. Ook zijn
uitlatingen i.v.m. de plannen
van de met de VU simpatise-
rende vzw «Priester Daens»
om een dienstenkompleks te
openen in de Nieuwstraat,
waardoor, zo zou Van Eetvel
de vrezen, er geen financiële
reserves zouden overblijven
om de komende gemeen
teraadsverkiezingen te helpen
bekostigen, zouden binnen de
vzw niet met dank zijn afgeno
men. En last but not least zijn
er nog de pogingen van Van
Eetvelde om opnieuw aan te
pappen met een groep die in
de voorbije jaren uit de VU-
boot is gestapt, waarbij zelfs
enkele personen die de partij
op alle mogelijke manieren
probeerden te dwarsbomen.
Vooral deze laatste stap heeft
kwaad bloed gezet en vormde
de druppel die de emmer deed
overlopen. Van Eetvelde werd
door het VU-bestuur samen
met de gecoöpteerde bestuurs
leden Koen De Cremer en Rik
Galle van alle bestuursfuncties
ontslagen. Hoe het nu verder
moet met deze VU-afdeling is
voor de hele Leedse politieke
wereld een drukbesproken on
derwerp en de gissingen zijn
uiteraard niet uit de lucht.
Begin maart schonk Kiwanis
Brussel Toison d'Or aan de
v.z.w. Le Condor een minibus-
je Volkswagen. Le Condor
maakt deel uit van een groep
van kindertehuizen die kinde
ren en adolescenten met socia
le problemen opvangt en hun
aanpassing in het leven steunt.
Tijdens zijn tussenkomst in de
Vlaamse Raad over de sport-
begroting heeft VU kamerlid
Jan Caudron een pleidooi ge
houden voor strenge sankties
voor sportbeoefenaars die be
trapt worden op doping.
Het was lang niet zijn enige
opmerking. Kamerlid Caudron
stede ook dat de gewone sport-
begroting en de begroting van
het Nationaal Sportfonds best
kunnen geïntegreerd worden.
Het gaat om een bedrag van
780,6 miljoen of 0,84% van de
totale begroting van de Vlaam
se Gemeenschap. Hij was ver
heugd dat men blijkbaar met
de randbemerkingen van het
jaar voordien rekening had ge
houden zodat men nu cijfers
kan vergelijken. Toch was hij
niet over de hele lijn optimis
tisch. Zo kon hij nergens een
verklaring vinden voor een
verschil van 56 miljoen in de
begroting van het Nationaal
Sportfonds en stelde hij dat
met een minibegrotig geen
maxibeleid kan gevoerd wor
den. Men moet zich tevreden
stellen met de kruimels die van
de tafel vallen.
Zorgwekkend is het feit dat
het aantal sportende Vlamin
gen met 7% is gedaald in ver
gelijking met 1980. Misschien
moeten er weer een aantal
sportakties voor de grote mas
sa worden opgezet en als
woordvoerder van de VU
vroeg hij zich af waarom er
geen «Vlaanderen sportief»
aktie wordt opgezet zoals er
momenteel in Limburg een
projekt loopt.
Ook over het Bloso valt er veel
te zeggen. Zijn explosieve
groei beantwoordt niet aan een
evenredige groei van de mid
delen en het personeel,
De expansie van 6 naar 26
rijkssportcentra stelt heelwat
problemen. Een groeiende
werking veronderstelt een
groeiende personeelsbezet
ting, meer uitgaven. Met tijde
lijk statutairen gaat men het in
geen geval kunnen volhouden.
Een degelijk statuut dringt
zich op voor de personeelsle
den Bloso zou zich trouwens
niet moeten bezighouden met
de uitbating van de lokale
sportcentra, daarvoor beschikt
men over lokale besturen. Blo
so kan wel steun verlenen aan
gemeenten die niet over die
middelen beschikken. Het Bel
gisch Olympisch en Interfede
raal Comitee dan is een vloek.
Van interfederaal zou men be
ter spreken van unitair. Cau
dron heeft over het BIC een
aantal klachten niet in het
minst over de onkundigheid
van de voorzitter om de Ne
derlandse taal te spreken.
Maar dat is niet het allerbe
langrijkste. De som van ander
half miljoen toelage voor het
BOIC moet worden geschrapt.
Het BOIC beschikt over vol
doende ruime middelen via
sponsoring en presto-in
komsten en de Vlaamse spor
ters kunnen dit geld beter ge
bruiken, vindt de volksverte
genwoordiger die tenslotte ook
het probleem van de doping
benaderde en zei dat doping,
geweld, overkommercialize-
ring, omkoperij, fiskale frau
de, overtraining en sportletsels
elementen zijn die de sport
doen ontaarden.
Hiertegen moet fel worden op
getreden en strenge sankties
moeten voor de overtreders
worden voorzien. Caudron
stelde de atletiekbond als
voorbeeld wat de sanktione-
ring aangaat.
Nadat het waterzuiveringssta
tion Dendermonde reeds lang
operationeel is en nu dat van
Ninove vandaag vrijdag 10
april met een plechtigheid in
werking wordt gesteld, heeft
volksvertegenwoordiger Jan
Caudron vragen over het wa
terzuiveringsstation Aalst,
waarbij hij het heeft over niet
verantwoorde bezuinigings
maatregelen. De zuivering van
het water van de Dender die
reeds in omgekeerde orde (te
Dendermonde in plaats van de
Geraardsbergen) werd aange
vat, wordt zwaar afgeremd
door het schrappen in ont
werpen.
De zuivering komt gewoon op
de helling te staan en de vraag
kan worden gesteld of «zuive
ringsstations geen dure fabrie
ken zijn die onder hun ver
wacht rendement zullen
blijven».
Jan Caudron stelt dat de
VZW, Vlaamse Waterzuive
ringsmaatschappij, gewoon
haar taak niet aankan bij een
dubbel gebrek: dat aan geld
middelen en dat aan perso
neel. Als 100 miljard nodig is
om het Vlaams afvalwater te
zuiveren en de VZW krijgt per
jaar slechts 1,8 miljard dan kan
het niet anders of de berg zal
een muis baren, stelt Jan
Caudron.
Caudron zegt te hebben ge
hoord dat men tussen de bek
kens grasvelden zou aanleggen
en die goedkoop zou onder
houden gewoon door er scha
pen op te zetten. «In sommige
stations tiert alleszins een wil
dernis».
Dat de anaerobe slibstabilisa-
tie of slibgisting wordt wegge
laten noemt Jan Caudron een
zeer ongelukkige bezuinigings
maatregel, die zal resulteren in
stankhinder. De nu te leveren
elektromotoren die later door
motoren werkend op gaspro-
duktie zullen moeten worden
vervangen noemt hij kosten op
het sterfhuis.
Hij vraagt zich dan ook af wat
er te gebeuren staat met een
dagproduktie van 15 m3 slib
vanaf oktober, een aan ver
gunning onderhevige afvalstof.
Verder wordt gesteld dat ver
dere uitbouw van het Aalsters
zuiveringsstation tot 140.000
inwoners-équivalentwellicht
een vrome wens zal blijven
vermits de voorzieningen voor
de tweede fase deerlijk werden
afgeslankt.
En ook wat betreft de kontrole
op de lozingen kunnen er pro
blemen rijzen. Alle in de Den
der geloosd water is aan kon
trole onderhevig. Dus ook dat
komend van het waterzuive
ringsstation doch het is de
VZW die dat moet kontrole-
ren en dus tegelijkertijd partij
en rechter zal zijn. Jan Cau
dron spreekt de hoop uit dat
de oplevering van het station
Aalst niet zal gebeuren zoals te
Ninove, waar werd opgeleverd
toen nog allerhande appara
tuur ontbrak die er pas vele
maanden later kwam.
Jan Caudron stelt verder het
gebrek aan deskundig perso
neel aan de kaak. Voor heel
Oost-Vlaanderen beschikt de
VZW uitgerekend over twee
inspekteurs die duizenden be
drijven moeten kontroleren.
En voor de installaties Den
dermonde, Aalst en Ninove
heeft men één industrieel inge
nieur, Ter beschikking gesteld
personeel uit de privésektor
moet de klus dan maar klaren.
In het zuiveringsstation van
Ninove werkt een eerste va
kman en in dat van Aalst één
elektromechanicien eerste
klasse en een meesterknecht
derde klasse. En het labo te
Hofstade opgetrokken is wel
450 mJ groot, doch ontbeert
apparatuur en laboranten. En
voor het optrekken van dit
gebouw moest het hele kon-
cept van het waterzuiverings
station hertekend worden.
LH
De GOMOV heeft een bro
chure "Strategische program
ma's voor het Europa van de
jaren '90" gepubliceerd waarin
een up-to-date beschrijving
van de verschillende program
ma's qua doel, opzet, duur,
budget, aard die in aanmer
king komen voor subsidie zijn
opgenomen. Te bestellen door
overschrijving van 250 fr. op
het rekeningnummer 091/
0015655-67 van Gomov te
Gent met de vermelding van
de titel.