Vijf laar Alem: Waarheen met het wegbermbeheer? Jan Louies: «Afficheren te Aalst» Fietspad in binnenstad Jan Caudron: strenge sankties voor doping Aalsters waterzuiveringsstation echt operationeel? VKAJ Heilig Hart herdacht kardinaal Jozef Cardijn Gospodi komt niet naar Affligem Opnieuw strubbelingen binnen VU te Lede De Voorpost - 10.4.1987 - 3 De mooiste wegbermen vond men vroeger vooral langs de holle wegen waar plaats en ruimte de beste faktoren waren om de pracht van de natuur ten toon te spreiden. Ook hier heeft de moderne tijd zijn tol opgeëist en veel van het pittoreske dat een holleweg bieden kan, verdween met de aanleg van hofjes langs verbeterde straten waar nieuwbouw het land verdrong. De aanleg van nieuwe wegen is echter tevens de aanleiding dat ook wegbermen meer aandacht moeten krijgen omdat ze nog altijd deel uitmaken van het landschap, zij het dan ook soms van een verloederd landschap. Voor wat de begroeiing van de wegbermen betreft, hangt dus enorm veel af van een al dan niet goed beheer. Als dit in de goede zin gebeurt dan vormen zij de geschikte plaatsen en biotopen voor een groot aantal planten en bloemen. Het resultaat kan fascinerend zijn, vooral omdat men met een bevoegd beheer een enorme verscheidenheid aan bloeiende planten kan bekomen waardoor ze in werkelijkheid bont gekleurde bermen worden. Men mag het zo stellen dat een derde van onze inheemse flora er een toevluchtsoord vindt wat er op neerkomt dat we op de wegbermen maar liefst een 450-tal soorten planten kan aantreffen, wat toch wel een inspanning waard is. Onze wegbermen worden wel onderhouden doch men kan moeilijk zeggen dat het huidige wegbermbeheer, in onze gemeente gevoerd, er amper op gericht is om deze bloemen pracht te creeëren. Integendeel is de wijze van het maaien eerder een bevordering van de eentonige groenstroken waar eerlijk gezegd, op de boerenbuiten weinig aan te beleven valt. Toch stelt het absoluut geen probleem om de wegber men van deze eentonigheid te vrijwaren en er een verrijkend landschap van te maken met alle pracht van dien, zelfs aangepast aan de seizoenen. Van wegberm tot grasstrook Dat de bonte fleurigheid niet zomaar verdwenen is, pleit voor zichzelf want het vormen van een doodgewone grasmat heeft velerlei redenen. Kilometerslange grasstro ken, die deel uitmaken van onze wegbermen, hebben voor een monotoon landschap gezorgd, wat vooral het gevolg is van het overmatig gebruik van herbiciden wat vaak gebeurt in kombinatie met een intensief maaibeheer. Het is echter wel zo dat, na wereldoorlog twee, deze beheersvorm gestalte gekregen heeft omdat het beheren op een andere manier gebeurde. Voordien werden de wegbermen meestal verpacht aan veehouders of landbou wers en het hooi werd met de hand en soms, later dan, met de machine geoogst. Indien het een eigendom was van de gemeente werd de opbrengst, ook toemaat genoemd, open baar verkocht. Ook gebeurde het dat er beweiding van vee toegepast werd, hetzij aan touw of ketting, hetzij onder toezicht van een koewachter of schapenhoeder. Dit werkje werd in de meeste gevallen aan kinderen toevertrouwd maar ook gepensioneerde werkmannenkweekten een schaap of een geit waarmee ze het veld introkken en de kanten lieten afgrazen. Na deze tweede wereldoorlog kondigden zich sterk doorge voerde veranderingen aan op alle gebied, vooral dan in de agrarische bedrijfsvorming, en moest men een economische explosie ervaren. Wat bovendien niet ekonomisch haalbaar was (en nog niet is), o.a. het tijdrovende oogsten van de bermbegroeiingen, werd volledig afgeschaft, maar nog meerdere faktoren hebben op het wegbermbeheer inge werkt. Hierbij denken we aan de enorme oppervlakten landbouwgronden die omgeschakeld werden tot weiden waarbij de meeropbrengsten hiervan in ruime mate het niet oogsten van de wegbermen kompenseerde. Daarnaast stellen we het snellere en drukkere verkeer dat er binnenkort aan is en het maaien gevaarlijker gemaakt heeft, dit zowel voor landbouwer als weggebruiker. De aanleg van bredere wegen gaven als logisch gevolg dat de wegber men versmalden en minder geschikt waren om er een ernstig beheer aan te koppelen. Zijn er dan al uitgestrekte wegber men zoals deze langsheen de autosnelwegen, dan zijn ze praktisch ongeschikt voor «konsumptie» als veevoeder door de overmatige uitlaatgassen. De landbouwer heeft er als dusdanig alle belangstelling voor verloren en nieuwe midde len aangewend om de enorme groeikracht, vooral van de grassen, in te tomen. Het besproeien met doortastende produkten heeft het hoog opschietende planten moeilijk gemaakt om zich ten volle te ontwikkelen en hierbij denken we in de eerste plaats aan fluitekruid, bereklauw en wilde peen. Maar al te vaak wordt groot onkruidverdelgd wat niet altijd noodzakelijk is. Daarbij komt nog dat men veelvuldig maait met zwaar materiaal zodat zelfs de meeste planten niet meer tot bloei kunnen komen. Laat staan in de mogelijkheid zijn om zaad te zetten. Het niet meer afvoeren van het fijn gehakselde maaisel heeft als belangrijk gevolg dat de bermen steeds voedselrijker worden en de grasgroei in bijzondere mate stimuleert. Gelukkige kentering Ondanks de talrijke problemen is er in het wegbermbeheer de laatste jaren heel wat veranderd. Het principe van de weinig kruidenrijke bermen wordt sterk aangevochten even als de netheidsoverwegingen om het gras kort te houden krijgen minder belangstelling. Deze teorie wordt minder en minder nagevolgd en het is logisch dat kleurige en bloemrij ke bermen in allerlei opzichten aantrekkelijker zijn. Ook al winnen de nieuwe gedachten veld, toch is het nog een hele stap om een totale ommekeer te bewerkstelligen en een bepaalde richting in het beheer op te dringen. De beheerder oordeelde in het verleden dat een ordelijke aanblik van de wegennoodzakelijk was. Wie voor een ruigere begroeiing opteerde had onmiddellijk te kampen met bezwarende motieven waarbij verkeersveiligheid tot de voornaamste argumenten behoorde. Zo zou hoog opge schoten gras de wegbermsignalisatie, o.a. de reflectoren die bij duisternis een veilige afbakening van de weg zijn, gaan overgroeien, het uitzicht van de binnenbochten van de weg zouden evenzeer kunnen belemmerd worden, sommige spraken zelfs van bermvreesvan de weggebruiker waar mee men bedoelt dat hij na verloop van tijd in het midden van de weg zou gaan rijden op een te veilige afstand van de berm. Een andere thesis spreekt van hoog opschietende begroeiing die aanleiding kan zijn om de wegberm als stortplaats te gebruiken. Landbouwers zien er een te gemakkelijke groeibodem in voor onkruid wat dan gevolgd wordt door het gebruik van herbiciden. Tegenover dit systeem van een zekere orde en netheid stelt men als verdediging dat de bermen ook een vernieuwende functie kunnen hebben wanneer men de natuurlijke be groeiing de vrije loop laat wat niet noodzakelijk betekent dat er een ruikte dient te ontstaan maar dat alles dient te gebeuren volgens een zeker systeem en men het beheer moet aanpassen aan de ter plaatse aanwezige begroeiing. Daarbij kan men het hooilandbeheer van vroeger tot voorbeeld nemen wat er op neerkomt dat men het gras tot in de tweede helft van juni en soms langer, liet groeien. Men hooide het dan af en voerde het materiaal van het land, een handeling die meestal tweemaal per jaar gebeurde. Voor het vee war dit levensnoodzakelijk wan eertijds was er niet zoveel bijvoedsel en moest men zich tevreden stellen met alles wat de natuurlijke omgeving te bieden had. Zeer waardevol De natuurwetenschappelijke en landschappelijke waarde van de wegbermen is alleszins eenvoudig. Niet alleen verwijzen wij hier naar het groot aantal plantensoorten dat op de wegbermen een groeiplaats vindt maar talrijke planten, die elders in het landschap moeten verdwijnen vinden echter in bermen een laatste plaats waar de levens omstandigheden gunstig zijn. Het is duidelijk gebleken dat veel soorten, die in wegbermen optimaal groeien, in natuur reservaten soms moeilijk in stand kunnen gehouden wor den. De meeste van deze planten zijn trouwens sterk afhankelijk van het typisch wegbermmilieu, een speciaal biotoop waar niet alles gedijt omdat het leven er bovendien nogal in moeilijke omstandigheden moet gebeuren. Daar naast moest men vaststellen dat in een kultuurlandschap veel insektensoorten van hun voortbestaan nu juist aange wezen zijn op de begroeiing van de wegbermen. Daarbij denken we niet alleen aan bloembezoekende insekten of vlinders, hommels en wilde bijen, maar eveneens aan een aantal insekten die in hun larvaal stadium aan specifieke planten gebonden zijn en er hun gading vinden, m.a.w. voedsel voor hun voortbestaan. Een schoolvoorbeeld hier van is de rups van onze mooiste dagvlinder, de koninginne- page, die bijna uitsluitend voorkomt op de wilde peen, een plant die overvloedig langs onze wegbermen te bespeuren is. De wegbermen zijn bovendien ook zeer belangrijk voor hun bewoners die ze herbergen. Zo leven er niet minder dan twintig soorten zoogdieren of 40% van het totaal, 40 soorten vogels en zes soorten reptielen, 25 soorten vlinders en acht soorten hommels. Waar en wanneer? Natuurlijk is het duidelijk dat het zeker niet in de bedoeling ligt de bermen en taluds zonder enige vorm zomaar te laten verruigen. De tussenkomst van de mens is nog altijd noodzakelijk en er moet dus wel degelijk gemaaid worden. Daarbij stelt men zich echter de vraag wanneer dit moet gebeuren en waar? De maaifrekwentie en het tijdstip zal vooral afhangen van de grondsoort, de vegetatie en het uitzicht en het resultaat dat men wil bereiken. Door het maaien, kort na de aanvang van het groeiseizoen, worden de pas gevormde bladeren verwijderd. Door dit te vroege maaien zullen éénjarige planten onmiddellijk afster ven. Voor de twee-en meerjarige planten is dit niet zo erg maar toch zullen zij ook in hun ontwikkeling geremd worden. Grassen daartegenover zijn echter door hun groei wijze perfekt aan zulke ingrepen aangepast. Maait men nu later, maar nog voor de bloei, dan zijn slechts weinig planten in staat om hetzelfde jaar nog bloemknoppen te vormen. Bij grassen echter heeft dergelij ke werkwijze juist een tegenovergesteld effect. Als algemene regel wordt aanvaard dat de meest geschikte periode om te maaien deze is wanneer de voorjaarskruiden hun over vloedige bloei achter de rug hebben en de grassen in bloei staan. Met dit systematisch maaien mag ook niet te lang gewacht worden omdat dan de laatbloeiende en meermaals bloeiende planten onvoldoende tot ontwikkeling komen en bijgevolg eveneens een remming betekent. De beste maaibeurt gebeurt het best in de periode einde mei tot begin juli en in de meeste gevallen zal men dan minst kwaad aan de planten berokkenen. Soms is het echter aangewezen om van dit maaitijdstip af te wijken. Dit wordt gedaan om zeldzame planten de zekerheid en gelegenheid te geven zaad te zetten en het gebeurt ook om zeer aantrekke lijke planten volledig tot hun recht te laten komen. Voor het maaien zelf dient men een goede selektie te maken van het materiaal. De werktuigen moeten zodanig geschikt zijn dat het maaisel goed afvoerbaar is en dat men de grasmat niet beschadigt en de eventuele bijennesten intakt houdt. Er is tegenwoordig genoeg materiaal voorhanden om ook hierin een bevoegd beheer te bewerkstelligen. Een maaihoogte van ongeveer tien centimeter is sterk aan te bevelen want bij dieper maaien beschadigt men reeds het plantendek wat dan later kans geeft aan ongewenste soorten (akkerdistel, veldzuring) om zich op die plaatsen te vesti gen. De funktie van de bermen moet altijd gerespekteerd worden en daarom moet men zo vaak maaien als voor de verkeersveiligheid noodzakelijk is maar dan wel slechts «'n strook met een breedte van ongeveer anderhalve meter langs het wegdek en daarbij zo weinig mogelijk herbiciden gebruiken. Bij het aanleggen van wegbermen langs nieuwe wegen kunnen van bij het begin een aantal problemen opgevangen worden door o.a. het afzien van het aanbrengen van een voedselrijke bovenlaag. Bij het inzaaien van zaadmengsels langs grote taluds moet men er steeds voor waken dat er zaden van inheemse en streekgebonden kruiden gebruikt worden. Dit moet vooral gedaan worden om floraverval sing te voorkomen. Men moet ten volle aandacht besteden aan een gevarieerde beplanting om aan de verschillende leefgemeenschappen (vogels, insekten) grotere en betere kansen te bieden. Ook hier moet men voor streekeigen en inheemse soorten zorgen bij de aanplantingen. De hoger genoemde beheersvormen vragen duidelijk meer inzicht van de wegbeheerder. Hier is trouwens een aange paste voorlichting en begeleidng noodzakelijk waarbij men beroep kan doen op natuurbeheerders, die onoverkomelij keproblemen helpen oplossen. Alem biedt hiervoor alleszins zijn diensten aan en hoopt op een verdere samenwerking met het gemeentebestuur om aan ons fusiedorp een kleurrijk aspect te geven met bloemenrij ke wegbermen, die in feite niets kosten. De aanplanting van bomen langs sommige wegen wordt alleszins door de bevolking positief ervaren en als dat kan gekombineerd worden me een aangepast wegbermbeheer kunnen de «vuile kanten» omgetoverd worden tot prachtige kleurpaletten. JV Zondag 5 april had in de Heilig Hartkerk te Aalst een temavie- ring plaats met als centraal gegeven «En nu vooruit». Hierdoor werd gezinspeeld op de woorden van de stichter van de VKAJ, wijlen kardinaal Jo zef Cardijn. In het welkomst woord onderstreepte een VKAJ lid dat Cardijn een fijne kunstenaar was in het opvoe den van mensen. Hij was pries ter die hen boeiend wist te bezielen. Zij citeerde ook Helder Cama- ra die over deze imposante figuur van Cardijn ooit zei: «Wij menen dat Cardijn graag als hulde zou aanvaarden, de bereidheid te blijven stilstaan bij wat hij gedaan heeft, maar om te ontdekken en te onder nemen wat hij zou doen indien hij op aarde zou weerkeren». In zijn homilie hield e.h. Jac ques Lievens een pleidooi om een nauwere band tussen vol wassenen en kinderen na te streven. Opvoeden kan soms tot konflikten leiden, maar daardoor moeten jonge men sen en hun ouders juist elkaar leren aanvoelen en eerbiedi gen. Verder riep hij op tot solidariteit, een naam dat ieder VKAJ lid nauw aan het hart moet liggen. Tijdens de eucha ristieviering konden wij ver schillende liedjes horen uit de Cardijnmusical. Deze liedjes werden gezongen door een ge legenheidskoor. Met het lied «En nu vooruit», meteen het tema van de viering, en woor den die Cardijn zo graag in beperkte kring liet weerklin ken, werd aan de leden een zending meegegeven. Het werk dat moet volbracht wor den is een geweldige opdracht. Er valt geen tijd te verliezen, zo zei Cardijn het altijd op nieuw. Cardijn vroeg ook om bekommerd te zijn voor de medemensen en niet zoveel oog te hebben voor het eigen bezit, zodat we solidair kunnen zijn met miljoenen armen van de derde wereld. Die opdracht waarmaken binnen deze mate rialistisch ingestelde maat schappij is inderdaad een hele opdracht. JM Heyman Lede. In Hof stade op de weg Gijzegem-Aalst gebeurden de laatste tijd enkele zware ongevallen waarbij dodelijke slachtoffers te betreuren waren. Eerst, verongelukte een onderwijzeres uit Hamme, kort daarop kwam Lieve Minoodt (20 jaar) uit Lede om het leven toen haar wagen werd aangereden door een tegenligger die dwars door de middenberm schoot (arch) Jan Louies stelt een in persmededeling dat te Aalst steeds meer mogelijkheid tot aankondigen van plaatselijke kultu- rele aktiviteiten verloren gaat. Een tijdje geleden doken ook te Aalst kommerciële affi ches op in aluminium kaders aan winkelramen. Bij de vlees houwer, in de boekenwinkel, in cafés. Vaak op plaatsen waar nooit affiches van Aal- sterse kulturele verenigingen mochten hangen. Zulks zou niet «chique» genoeg zijn. Dat bedoelde affiches er allicht zonder vergunning en mis schien zonder betalen van taks hangen is reeds een interpella tie waard. Erger is dat heel wat ruimte verloren gaat voor aan kondigen van kulturele aktivi teiten. En die ruimte is al zo schaars. Handelaars, en vooral winkelketens, hebben meestal geen boodschap aan de sociale rol die hun winkeldeuren kun nen vervullen en weigeren steevast elke affiche van plaat selijke verenigingen. Aan het politiekommissariaat werd een officieel aanplakbord weggehaald om plaats te ma ken voor een kommercieel ver licht bord. Op andere borden is er geen plaats genoeg en moet de stadsplakker overplakken voor de aktiviteit verstreken is. Agressieve aanplakmetoden van organisaties Kortrijk, Gent en Brussel palmen de zuilen op de Markt in... Elk jaar stel ik in de vergade ring van de «kultuurraad» de vraag hoe het komt dat mijn voorstel van voor 5 jaar in verband met affiche-vriende lijk beleid nog niet aan de orde is gekomen. Er wordt aan ge werkt, zegt de voorzitter. Maar nu hebben ze zich daar blijkbaar doodgewerkt want van vergaderingen hoor ik niets meer. Aldus Jan Louies. LH Door het instellen van dubbel- richtingsverkeer op de zoge naamde «Wallenring» werd de verkeerstechnische situatie in de stad Aalst ingrijpend gewij zigd. Raldes heeft er zich van bij het smeden van deze plan nen reeds tegen verzet vooral omdat het stadsbestuur alle ad viezen in verband met ver- keersleefbaarheidsproblemen gewoon naast zich neerlegde en zonder enig overleg met andere betrokken partijen de ze regeling doordrukte en de werken snel liet uitvoeren. Maar ook inhoudelijk heeft nu nog Raldes bezwaren tegen de ze regeling. Die houdt inder daad al te weinig rekening met de situatie in het verkeer van de zwakke weggebruiker, de voetganger en de fietser. En die zijn nog steeds in een schoolstad als Aalst er een is met zowat 20.000 leerlingen legio. Gebleken is bovendien dat het aantal voertuigen door de nieuwe regeling niet uit de stadskern is kunnen verwij derd worden. Een bezorgdheid die bij dergelijke situatie noch tans primordiaal zou moeten zijn. Raldes is ervan overtuigd dat binnen afzienbare tijd de verkeersdrukte in de binnen stad een verstikkend - letter lijk en figuurlijk - effekt zal sorteren voor zover dit nu reeds nog niet zo ver zou zijn. Raldes vraagt dan ook dat de globale situatie opnieuw zou bekeken worden. Liefst door een gespecialiseerd bureau of door een deskundige in ver- keersleefbaarheid. Eventueel dan in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting. Raldes stelt reeds voor in de Vaartstraat, Esplanadestraat, Vrijheid- en Zonnestraat één richtingsverkeer met aan de ene zijde het huidig voetpad plus parkeergelegenheid met bomen en aan de andere zijde gescheiden van de rijbaan, een fietspad met dubbele rijrich ting en een wandelpromenade met veel groen i.p.v. het hui dig voetpad. Met behoud uiteraard van «zone 30». LH Het geplande koncert van Gospodi kwartet dat daar vrijdagavond 10 april in de zou optreden. Het koncert abdijkerk van Affligem, zal worden verschoven gaat niet door wegens fami- naar een latere datum, liale omstandigheden van JM Heyman een van de leden van het Sinds de strubbelingen tussen het Lecdse VU-bestuur en het Arrondissementele en Natio nale Bestuur i.v.m. de laatste parlementaire verkiezingen en ondanks de rehabilitatie van de afdeling en van de toenma lige voorzitter Ghislain Hen- derickx, heeft het binnen de VU-afdeling niet meer ge draaid zoals het hoorde. Door dat Ghislain Henderickx die acht jaar lang de afdeling ge leid had, voorzitter geworden is van het Leedse OCMW en de VU-statuten kumul tussen voorzitterschap van de afde ling en voorzitterschap van het OCMW verbiedt, moest uitge keken worden naar een andere voorzitter. Iemand die acht jaar lang de partij geleid had, met de bekende resultaten (burgemeesterschap, voorzit terschap OCMW, schepen ambt, gemeenteraadslid enz.) opvolgen was uiteraard een he le uitdaging, die de nieuwe voorzitter Wilfried Van Eet- velde, blijkbaar niet heeft aan gekund. De partij werd meermaals bin nen de koalitiegroep gecoun terd, ,door vooral raadslid Grepdon die het openbaar ver kondigde dat hij het niet nam dat de VU hem het burge meesterschap had afgenomen en hij naar een gewone raads- ledenstoel verwezen werd. Ook binnen de partij bleek het niet te klikken. Het is nu tot een definitieve uitbarsting ge komen. Direkte aanleidingen zouden zijn de houding van Van Eetvelde tegenover sche pen Mertens. Hij zou i.v.m tussenkomsten van raadslid Brantegem en Grepdon die vooral VU-schepen Mertens viseerden, geen weerwerk heb ben gegeven en de schepen in steek hebben gelaten. Ook zijn uitlatingen i.v.m. de plannen van de met de VU simpatise- rende vzw «Priester Daens» om een dienstenkompleks te openen in de Nieuwstraat, waardoor, zo zou Van Eetvel de vrezen, er geen financiële reserves zouden overblijven om de komende gemeen teraadsverkiezingen te helpen bekostigen, zouden binnen de vzw niet met dank zijn afgeno men. En last but not least zijn er nog de pogingen van Van Eetvelde om opnieuw aan te pappen met een groep die in de voorbije jaren uit de VU- boot is gestapt, waarbij zelfs enkele personen die de partij op alle mogelijke manieren probeerden te dwarsbomen. Vooral deze laatste stap heeft kwaad bloed gezet en vormde de druppel die de emmer deed overlopen. Van Eetvelde werd door het VU-bestuur samen met de gecoöpteerde bestuurs leden Koen De Cremer en Rik Galle van alle bestuursfuncties ontslagen. Hoe het nu verder moet met deze VU-afdeling is voor de hele Leedse politieke wereld een drukbesproken on derwerp en de gissingen zijn uiteraard niet uit de lucht. Begin maart schonk Kiwanis Brussel Toison d'Or aan de v.z.w. Le Condor een minibus- je Volkswagen. Le Condor maakt deel uit van een groep van kindertehuizen die kinde ren en adolescenten met socia le problemen opvangt en hun aanpassing in het leven steunt. Tijdens zijn tussenkomst in de Vlaamse Raad over de sport- begroting heeft VU kamerlid Jan Caudron een pleidooi ge houden voor strenge sankties voor sportbeoefenaars die be trapt worden op doping. Het was lang niet zijn enige opmerking. Kamerlid Caudron stede ook dat de gewone sport- begroting en de begroting van het Nationaal Sportfonds best kunnen geïntegreerd worden. Het gaat om een bedrag van 780,6 miljoen of 0,84% van de totale begroting van de Vlaam se Gemeenschap. Hij was ver heugd dat men blijkbaar met de randbemerkingen van het jaar voordien rekening had ge houden zodat men nu cijfers kan vergelijken. Toch was hij niet over de hele lijn optimis tisch. Zo kon hij nergens een verklaring vinden voor een verschil van 56 miljoen in de begroting van het Nationaal Sportfonds en stelde hij dat met een minibegrotig geen maxibeleid kan gevoerd wor den. Men moet zich tevreden stellen met de kruimels die van de tafel vallen. Zorgwekkend is het feit dat het aantal sportende Vlamin gen met 7% is gedaald in ver gelijking met 1980. Misschien moeten er weer een aantal sportakties voor de grote mas sa worden opgezet en als woordvoerder van de VU vroeg hij zich af waarom er geen «Vlaanderen sportief» aktie wordt opgezet zoals er momenteel in Limburg een projekt loopt. Ook over het Bloso valt er veel te zeggen. Zijn explosieve groei beantwoordt niet aan een evenredige groei van de mid delen en het personeel, De expansie van 6 naar 26 rijkssportcentra stelt heelwat problemen. Een groeiende werking veronderstelt een groeiende personeelsbezet ting, meer uitgaven. Met tijde lijk statutairen gaat men het in geen geval kunnen volhouden. Een degelijk statuut dringt zich op voor de personeelsle den Bloso zou zich trouwens niet moeten bezighouden met de uitbating van de lokale sportcentra, daarvoor beschikt men over lokale besturen. Blo so kan wel steun verlenen aan gemeenten die niet over die middelen beschikken. Het Bel gisch Olympisch en Interfede raal Comitee dan is een vloek. Van interfederaal zou men be ter spreken van unitair. Cau dron heeft over het BIC een aantal klachten niet in het minst over de onkundigheid van de voorzitter om de Ne derlandse taal te spreken. Maar dat is niet het allerbe langrijkste. De som van ander half miljoen toelage voor het BOIC moet worden geschrapt. Het BOIC beschikt over vol doende ruime middelen via sponsoring en presto-in komsten en de Vlaamse spor ters kunnen dit geld beter ge bruiken, vindt de volksverte genwoordiger die tenslotte ook het probleem van de doping benaderde en zei dat doping, geweld, overkommercialize- ring, omkoperij, fiskale frau de, overtraining en sportletsels elementen zijn die de sport doen ontaarden. Hiertegen moet fel worden op getreden en strenge sankties moeten voor de overtreders worden voorzien. Caudron stelde de atletiekbond als voorbeeld wat de sanktione- ring aangaat. Nadat het waterzuiveringssta tion Dendermonde reeds lang operationeel is en nu dat van Ninove vandaag vrijdag 10 april met een plechtigheid in werking wordt gesteld, heeft volksvertegenwoordiger Jan Caudron vragen over het wa terzuiveringsstation Aalst, waarbij hij het heeft over niet verantwoorde bezuinigings maatregelen. De zuivering van het water van de Dender die reeds in omgekeerde orde (te Dendermonde in plaats van de Geraardsbergen) werd aange vat, wordt zwaar afgeremd door het schrappen in ont werpen. De zuivering komt gewoon op de helling te staan en de vraag kan worden gesteld of «zuive ringsstations geen dure fabrie ken zijn die onder hun ver wacht rendement zullen blijven». Jan Caudron stelt dat de VZW, Vlaamse Waterzuive ringsmaatschappij, gewoon haar taak niet aankan bij een dubbel gebrek: dat aan geld middelen en dat aan perso neel. Als 100 miljard nodig is om het Vlaams afvalwater te zuiveren en de VZW krijgt per jaar slechts 1,8 miljard dan kan het niet anders of de berg zal een muis baren, stelt Jan Caudron. Caudron zegt te hebben ge hoord dat men tussen de bek kens grasvelden zou aanleggen en die goedkoop zou onder houden gewoon door er scha pen op te zetten. «In sommige stations tiert alleszins een wil dernis». Dat de anaerobe slibstabilisa- tie of slibgisting wordt wegge laten noemt Jan Caudron een zeer ongelukkige bezuinigings maatregel, die zal resulteren in stankhinder. De nu te leveren elektromotoren die later door motoren werkend op gaspro- duktie zullen moeten worden vervangen noemt hij kosten op het sterfhuis. Hij vraagt zich dan ook af wat er te gebeuren staat met een dagproduktie van 15 m3 slib vanaf oktober, een aan ver gunning onderhevige afvalstof. Verder wordt gesteld dat ver dere uitbouw van het Aalsters zuiveringsstation tot 140.000 inwoners-équivalentwellicht een vrome wens zal blijven vermits de voorzieningen voor de tweede fase deerlijk werden afgeslankt. En ook wat betreft de kontrole op de lozingen kunnen er pro blemen rijzen. Alle in de Den der geloosd water is aan kon trole onderhevig. Dus ook dat komend van het waterzuive ringsstation doch het is de VZW die dat moet kontrole- ren en dus tegelijkertijd partij en rechter zal zijn. Jan Cau dron spreekt de hoop uit dat de oplevering van het station Aalst niet zal gebeuren zoals te Ninove, waar werd opgeleverd toen nog allerhande appara tuur ontbrak die er pas vele maanden later kwam. Jan Caudron stelt verder het gebrek aan deskundig perso neel aan de kaak. Voor heel Oost-Vlaanderen beschikt de VZW uitgerekend over twee inspekteurs die duizenden be drijven moeten kontroleren. En voor de installaties Den dermonde, Aalst en Ninove heeft men één industrieel inge nieur, Ter beschikking gesteld personeel uit de privésektor moet de klus dan maar klaren. In het zuiveringsstation van Ninove werkt een eerste va kman en in dat van Aalst één elektromechanicien eerste klasse en een meesterknecht derde klasse. En het labo te Hofstade opgetrokken is wel 450 mJ groot, doch ontbeert apparatuur en laboranten. En voor het optrekken van dit gebouw moest het hele kon- cept van het waterzuiverings station hertekend worden. LH De GOMOV heeft een bro chure "Strategische program ma's voor het Europa van de jaren '90" gepubliceerd waarin een up-to-date beschrijving van de verschillende program ma's qua doel, opzet, duur, budget, aard die in aanmer king komen voor subsidie zijn opgenomen. Te bestellen door overschrijving van 250 fr. op het rekeningnummer 091/ 0015655-67 van Gomov te Gent met de vermelding van de titel.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1987 | | pagina 3