Dank zij boottocht ervaar je
Lokeren en omgeving
eens anders
■4. m
mn mi*
De Voorpost - 14.8.1987 - 9
Het moet gezegd dat sedert de ekonomische krisis en
de grotere aandacht voor het milieu, de belangstel
ling voor het streektoerisme fors is toegenomen.
Reeds lang was het in feite geweten dat Lokeren niet
alleen een eigen gezicht heeft met een eigen mentali
teit, maar dat de stad ook buiten de loutere enge
grenzen veel te bieden heeft voor de buitenwereld.
Lokeren, soms bekrompen en gefrustreerd, gekneld
tussen Sint-Niklaas en Gent, komt stilaan uit een
egelstelling.
Vaardigheid dwingt men af door initiatieven te
nemen. Er zijn zovele dingen te beleven in de
Durmestad, maar van en naar Lokeren wordt thans,
dank zij een nieuw initiatief, via een boottocht, de
stad en de natuur extra beklemtoond. Het kan nooit
kwaad een ervaring rijker te worden maar wie 'lief
heeft' mag zeker deze unieke kans niet laten voorbij
gaan.
Vorige week maandagnamid-
dag had de eerste vaart plaats.
Zo'n 120 genodigden hadden
plaatsgenomen aan boord van
de Golden River in de onmid
dellijke omgeving van het pro
vinciaal domein Puyenbroeck,
om precies te zijn de Kalve-
brug. Een impressie en terzelf-
dertijd een aantal wetenswaar
digheden die tijdens de tocht
door een gids verklaard wor
den verneem je hierna.
Aan het vertrekpunt bemerk
je de alluviale Moervaartde
pressie, die zich uitstrekt van
Mendonk tot Stekene. Als
moerasgrond werd het gebied
door en onder impuls van de
monniken van Boudelo en
Wulfsdonk drooggelegd om
weiland en landbouwgrond te
winnen. Eeuwenlang werd er
turf gestoken, die langs talrijke
beken werd vervoerd naar de
Moervaart. In de 16-17de
eeuw waren er rond Wulfs
donk ook eendenopvangplaat
sen en eendenkooien.
Noordelijk van de Moervaart
bevindt zich een strook zand
grond die gans het Waasland
overspant. Hier was eens het
Moerewoud gelegen. Het
Moerewoud was een typisch
loofbos in de middeleeuwen
met vooral eiken, beuken en
olmen als belangrijkste
boomsoorten. Nog noordelij
ker strekken zich de polders
uit tot aan de Westerschelde.
Terwestbrug
De Terwestbrug is de tweede
brug die men op de vaart
tegenkomt. Ze is ongeveer
drie kilometer van het start
punt gelegen. De brug bevindt
zich aan het begin van de ag
glomeratie van Moerbeke. In
de onmiddellijke omgeving is
er de weg die leidt naar het
kasteel van Wulfsdonk. een
vroegere heerlijkheid. Reeds
in 1245 hoorde de heerlijkheid
Wulfsdonk bij de abdij van
Sint-Baafs te Gent. In het kas
teelpark staat een reusachtige
plantaan met 28 m. kruin
breedte. Het kasteel werd vol
ledig herbouwd.
Suikerfabriek
De Moerbeeksc suikerfabriek
werd gesticht in 1879. Het is de
tweede belangrijkste in Vlaan
deren. De produktiecapaciteit
is 90 miljoen ton.
Er wordt kristalsuiker gemaakt
voor binnen- en buitenland.
De produktie is volledig geau-
tomatizeerd en komputerge-
stuurd. Er werken altijd onge
veer zo'n 300 personen en tij
dens de kampagne wordt dit
aantal opgetrokken tot onge
veer 350.
Moerbeke
Links van de vaart ligt de Een typisch gezicht van het eerste gedeelte waarlangs de boottocht gaat, m.n. de alluviale
dorpskern van Moerbeke- Moervaartdepressie, (polo)
Waas. De naam van de ge
meente is afgeleid van het Ger
maans. Mora turfontgin-
ningsterrein en baki beek.
Het dorp bestond reeds in de
Romeinse tijd als woonkern
aan de noordelijke heerbaan.
De Romeinen zouden hier
reeds met het eikehout uit het
Moerwoud hun boten ge
bouwd hebben, wat in de loop
van de eeuwen veel navolging
kreeg.
Het fort en de strategische lig
ging aan waterwegen zijn
Moerbeke niet steeds ten goe
de gekomen. De invloed van
de abdij van Boudelo was be
langrijk voor de ontginning
van landbouwgronden.
Momenteel is naast de land
bouw de zuivel- en suikerin
dustrie de funktie als woon
dorp van belang. De vroegere
scheepswerf Van Garsse werd
gesloopt in de jaren zestig.
De priester-dichter Antoon
Van Wilderode woont momen
teel hier in zijn geboortedorp.
De Sint-Antoniuskerk, in goti
sche stijl opgetrokken, dateert
voornamelijk uit de 14de eeuw
en uit 1530. Het interieur is
grotendeels 18de-eeuws.
Dambrug
Bij het verlaten van Moerbeke
vaar je voorbij de Dambrug.
Hier hadden de Franken reeds
in de vroege middeleeuwen
een vlotbrug om hun vee over
te drijven. Rechts leidt de weg
naar Eksaarde. Deze weg was
tot voor twee jaar omzoomd
door een prachtige dubbele
bomenrij.
Koudenbornbrug
Koudenborn was één van de
hoeven die destijds afhankelijk
waren van de abdij van Boude
lo. Thans is van de hoeve enkel
de ruïne van de tiendenschuur
overgebleven. Het was een sta
pelplaats waarin de eigenaars,
in ruil voor andere voordelen,
verplicht waren een tiende van
de opbrengst op te stapelen en
te bewaren. Zo nodig dienden
die ter beschikking gesteld te
worden van de hoofdabdij.
Deze kon ze aan de behoefti-
gen uit de omgeving uitdelen.
Boudelo
Even verder, links van de
Moervaart, staat de Boudelo-
hoeve. Vroeger was er hier de
abdij van Boudelo gevestigd
(Boudelo Bos van Boude-
wijn). Nu zijn enkel nog de
overblijfselen van de in 1199
gestichte Cisterciënzerabdij te
bezichtigen. Ze werd in 1578
door Calvinisten vernield en in
1602 te Gent heringericht.
Vrijwilligers hielpen mee aan
de archeologische opgravin
gen, vóór de nieuwe woon
wijk neergezet werd. Wat wel
tot op heden gespaard is, is de
Boudelohoeve uit de 17de
eeuw.
Kanaal van Stekene
Aan de grens van Moerbeke
en Stekene en op een recht
stuk gaat de aandacht naar het
kanaal van Stekene. De mon
ding van het kanaal ligt enig
mooi in het groen. Het werd in
oorsprong gegraven door - zo
zegt men - Robrecht van Bé-
thune. Als het voorgaande
waar zou zijn dan was hij er nu
wellicht nog aan bezig. Maar
ja, niet voor niets wordt hij
ook 'De leeuw van Vlaande
ren' genoemd. Nadien werd
het kanaal verbeterd door de
Spanjaarden om voor hun
troepentransport en oorlogs
schepen een verbinding te heb
ben tussen Gent en Hulst.
Verderop kan men rustig ge
nieten van het vette meersbos.
Dit bos werd spijtig genoeg op
3 augustus 1986 getroffen door
een windhoos. Ook de omlig
gende canadabossen werden
als het ware door deze wind
hoos met de grond gelijkge
maakt. Vanaf de laatste bos
rand vaar je vervolgens op de
grens tussen Lokeren en Sint-
Niklaas. Hier bevindt men zich
aan de zuidrand van de Moer
vaartdepressie.
Liniewegel en Kruiskapel
Deze streek is een echt park-
land. Op zomerdagen hangt er
een grijsblauwe nevel tussen
de vele populieren en cana
da's. Rechts op de hoger gele
gen zandgronden ligt het Li
niepad. Dat volgt een smalle
aarden berm die de grens
vormt tussen een hoger en la
ger gelegen terrein. Vermoe
delijk betreft het hier een Ro
meinse aanleg, noodzakelijk
om het drassige Durme-land-
schap te kolonizeren. Later
verwierf deze weg een belang
rijke militaire betekenis. Tij
dens de Spaanse periode
(16de, begin 17de eeuw) zou
dit pad een onderdeel geweest
zijn van de Schelde-kust verde
digingslinie tegen de Geuzen,
die zich schuilhielden in
Zeeuws-Vlaanderen. De na
tuur is hier uniek. Door ver
schillende minimale hoogte
verschillen is een sterke varia
tie in de begroeiing ontstaan.
Als je het liniepad ongeveer
een kilometer volgt, ontmoet
je de Kruiskapel in Eksaarde.
Dit bakstenen gebouw werd in
1625 gebouwd in opdracht van
Philip Lanchals en Florentina
de Gruitere. Aanleiding voor
het bouwen van deze kapel op
die afgelegen plaats was de
vondst van 2 kruisen in 1317:
de «Mirakelkruisen».
Keysersbrug
Deze brug werd recentelijk
(1984) versterkt, voor militaire
doeleinden.
Links bemerkt men het Key-
sershof dat nu een taverne-
restaurant is. Vroeger was het
een kaai met woonhuis, stapel
plaatsen en een leeraart.
Een leeraart is een bewaarput
voor de aal die door de heer
schippers werd aangevoerd en
doorverkocht aan de landbou
wers. In de eerste wereldoor
log werd de beeraart omge
bouwd tot een kazemat.
De weg leidt links naar Sinaai.
Sinaai bezit een goedbewaarde
dries rondom de Sint-Kathari-
nakerk. Rechts komt men in
Eksaarde terecht. Een bezoek
aan de O.-L.-V -kerk is zeker
de moeite waard. Verder op de
tocht kom je op een plaats
waar je deze kerk kan zien.
Stilaan vaar je vervolgens een
ander type van landschap in.
De alluviale Moervaartdepres
sie wordt dan ingeruild voor
het zandruggen- en depressie
landschap van de Durmevallei.
De rivier begint vanaf hier ook
opmerkelijk meer te kronke
len, de loop is hier dus natuur
lijk ontstaan, terwijl de rechte
stukken waar je tot dan toe
doorvaarde grotendeels door
mensenhanden verwezenlijkt
werden.
De aankomst van de bootvaart in Lokeren. (polo)
De Golden River zorgt voor de boottocht van Lokeren naar het provinciale domein, (polo)
Pieraveir
Even na het begin van het
tweede gedeelte van de water
weg ontmoeten we de typische
veer van weleer. Pieter Hey-
densveer, of Pieraveir in de
volksmond. Hier ligt nog
steeds de sloep aan de kant
gemeerd. Na de afschaffing
van het officiële veer heeft
'Marie van 't Veer* jarenlang
wandelaars overgezet. De tra
ditie werd overgenomen in de
familie.
Spletterenbrug
Deze brug werd in de jaren '70
van de vorige eeuw aangelegd
ten behoeve van de spoorweg
tussen Lokeren en Zelzate.
Vooral voor het goederenver
keer was deze spoorweg van
groot belang. Denken we maar
aan de suikerfabriek te Moer
beke. Tonnen suikerbieten
passeerden jaarlijks, van okto
ber tot januari, over deze
spoorwegbrug. Het uitbaten
van deze spoorlijn werd stilaan
te duur en sinds 1974 werd het
treinverkeer hier stilgelegd.
Het Kommissariaat-Generaal
voor Toerisme liet op het ein
de van de jaren zeventig op de
oude spoorwegbedding een
fietspad aanleggen.
De benaming Spletteren komt
van het keltische woord
«Splettra», dat splitsen bete
kent. Het is ook op deze plaats
dat de Durme splitst in de
Moervaart en de Zuidlede.
Vanaf deze plaats vaar je dus
op de Durme.
Daknambrug
Reeds in 1140 lag er hier een
brug over de Durme. Ergens
moet men de volgende Latijn
se tekst gevonden hebben:
in fluvio qui dicitur Dorma
a ponte de Dackenam usque
ad pntem Lokerhante...».
Midden van de 15de eeuw
moet deze brug verdwenen
zijn en vervangen door een
veerpont. Die veerpont was
nog steeds in gebruik in 1780.
Het veerhuis staat er nog
steeds.
Daknam
De naam Daknam komt van
de oudere vorm Dakingahem
(komt voor in een oorkonde
van de 12de eeuw) en betekent
woonplaats van de familie Da-
ko. Men weet dat in 1199 graaf
Boudewijn van Vlaanderen
een jachtslot had in Daknam.
Heden is dat slot sinds lang
volledig verdwenen. Dat slot
stond dicht bij de Durme, van
daar de veronderstelling dat
het gebouwd werd op de plaats
waar voordien een Romeinse
uitkijktoren stond. Romeinse
munten die in de vorige eeuw
werden gevonden wijzen im
mers op een romeinse neder
zetting.
Daknam heeft de toerist eigen
lijk niet zoveel te bieden. Maar
wat de kleinste gemeente van
het Waasland (750 inwoners)
aan bezienswaardigheden
heeft, is zeker de moeite
waard. Het landelijke karakter
van de gemeente is vrij onaan
geroerd gebleven. De twee-
beukige kruiskerk met haar
mooie vieringtoren kan je van-
op de boot goed waarnemen.
Het kleine kerkje heeft een
Romaanse aanleg, midden van
de 12de eeuw, terwijl het in de
15de eeuw aanzienlijk werd
uitgebreid.
Binnenin de kerk is vooral het
orgel een echte trekpleister
voor muziekliefhebbers (orgel-
koncerten, Festival van Vlaan
deren). De lage, witgekalkte
kerkhofmuur heeft een over
dekte pui die destijds door de
veldwachter werd gebruikt om
na de hoogmis de gemeentebe-
richten voor te lezen of om
kippen en konijnen te verko
pen die geschonken werden
aan de kerk.
Daknam is ook het dorp waar
volgens de middelnederlandse
«van den vos Reynaerde» Cop-
pe, die door de vos Reinaert
doodgebeten werd, begraven
ligt. Ook blijkt «Tes coninx
hove». het hof van de koning,
in Daknam gelegen geweest te
zijn.
Vanop deze plaats zijn bij hel
der weer de drie kerktorens
Eén van de merkwaardigste bruggen langs het boottrajekt. (polo)
van groot-Lokeren (Eksaarde,
Daknam en Lokeren zelf) te
zien, met daartussen de ver
lichtingspijlers van het voet
balveld van een niet nader te
vermelden ploeg.
Daknamse meersen
en bossen
Langs de linkerzijde vaar je
vervolgens voorbij een pomp-
huisje. Bij zware regenval lo
pen de lager gelegen gronden
naast de Durme gemakkelijk
onder water. In de volksmond
noemt men deze gebieden de
Daknamse meersen. Bij hoge
waterstanden wordt het water
overgepompt in de Durme,
vandaar de funktie van dit
pomphuisje. De Daknamse
meersen vormen één van de
drie draslanden die Lokeren
rijk is. Samen met het Mols-
broek en de Buylaers herber
gen de Daknamse meersen
heel wat zeldzame planten die
alleen hier nog voorkomen.
Verderop bevinden zich op de
hogergelegen kurkdroge zand
gronden de Daknamse bossen.
Met een beetje goede wil kan
men de loof- en naaldbomen
van deze bosgordel ten noor
den van Lokeren in de verte
zien.
Heirbrug
Stilaan kom, of liever vaar je,
dichter bij Lokeren. Aan de
rechterzijde zijn de bakstenen
te bemerken van de Sint-An-
nakerk uit 1950. Rechtop is cr
de viadukt van rijksweg 14, die
van Gent naar Antwerpen
loopt. De huidige brug is nog
niet zo oud, maar toch heeft
deze plaats wel al een hele
'bruggeschiedenis' achter de
rug.
Op deze plaats werd ooit een
brug gebouwd door de abdij
van Sint-Baafs te Gent. Feit is
echter dat het onderhoud er
van als een soort leenplicht
rustte op de eigenaars van een
aantal akkers en meersen die
zeker voor een groot deel res
sorteerden onder de heerlijk
heid van Sint-Baafs. Het was
een ophaalbrug met die afde
lingen. Bij dekreet van keize
rin Maria-Theresia moest ze in
1778 worden afgebroken en
vervangen door een veer.
Hiermee heeft de stad Loke
ren veel moeilijkheden gehad.
Het veer, dat eerst, eigendom
van de stad was, werd verkocht
aan een privé-persoon. Later
werd het op last van de Fran
sen teruggekocht en overge
dragen aan de staat om daarna
weer aan de stad toe te komen.
Dikwijls werd de vraag gesteld
om een nieuwe brug te bou
wen. Eindelijk werd deze
vraag ingewilligd bij de aanleg
van de tramlijn naar Doorslaar
en Zaffelaere. Deze spoorweg
brug werd aangelegd in 1910.
Een andere brug werd ge
bouwd bij het verbreden en
vernieuwen van de weg naar
Gent. zodat er twee bruggen
dicht bij elkaar lagen. De oud
ste werd gedurende de oorlog
vernield en niet meer weder-
opgebouwd.
Lokeren
Stilaan nadert de boottocht
zijn eindbestemming, met na
me Lokeren. Over deze pro
vinciestad hier niets schrijven
zou voor de lezer misschien
kunnen betekenen dat er hele
maal niets te zeggen valt en dat
is uiteraard totaal onjuist. Lo
keren heeft een verleden, een
heden en wellicht ook nog een
toekomst.
Lokeren is sinds lang be
woond. De plaatsnaamkunde
en voorhistorische vondsten
staven de mening dat er reeds
een bewoning vóór de Ro
meinse tijd was. Deze bewo
ning dankt haar ontstaan aan
de gunstige eigenschappen van
de Durme. Lokeren betekent
immers «De plaats bij het hel
dere water». Terloops even
dit: cafés die de laatste jaren in
Lokeren het levenslicht zagen
hebben als namen De Donkere
Wolk, De Klare Hemel en De
gloazen boterham. Is er enige
inspiratie? Men zou het haast
durven geloven! Maar keren
we terug naar het verleden.
Reeds in 1139 was er een vrij
talrijke Lokerse bevolking om
een afzonderlijke parochie te
vormen. Verdere bronnen
over de ontwikkeling van de
stad ontbreken echter (De
Voorpost bestond toen immers
noch niet) tot het midden van
de 16de eeuw. In 1555 verleen
de Keizer Karei een oktrooi
om wekelijks een markt te
houden, wat meteen het ver
trekpunt is van de bloei van de
gemeente. Men telde op dat
ogenblik tussen de 2.500 en
3.500 inwoners en Lokeren
werd de grootste kem van het
Waasland. De stadsontwikke
ling werd in 1584 tijdelijk ge
temperd toen ten tijde van de
Gentse Republiek de kerk en
het grootste deel van het dorp
door het garnizoen van Den-
dermonde in de as gelegd wer
den. Het duurde tot na 1600
vooraleer er een heropleving
kwam. In de 17de en 18de
eeuw kende Lokeren een snel
le ontwikkeling. Een relatief
hoog aantal huizen stamt dan
ook uit deze periode. Hieron
der ook de Sint-Laurentius-
kerk, ongetwijfeld het grootste
monument tussen Gent en
Antwerpen. Als Sint-Niklaze-
naren dit lezen is het best mo
gelijk dat de zweetdruppels tot
in de nek voelbaar; worden.
Ook het stadhuis, gebouwd in
1761, is een pareltje van een
bouwwerk uit die periode. In
1800 was de bevolking op 200
jaar tweemaal verdubbeld. De
bloeiende handel en de huis
nijverheid lagen hier aan de
grondslag. In het midden van
de 18de eeuw is de hoedenma
kersnijverheid ontstaan, wat
Lokeren vooral in de daarop
volgende eeuw een ekonomi
sche bloei verschafte. Ook ont
stonden talrijke katoenspinne
rijen en -weverijen, evenals
linnenblekerijen.
Na een stilstand tijdens de eer
ste jaren van het Hollands be
wind kende Lokeren een nieu
we, zij het afgeremde groei.
Tot dan toe had de stad zich
uitsluitend op de rechter Dur-
meoever ontwikkeld. Door de
aanleg van de spoorweg tussen
Gent en Antwerpen en de
bouw van een station in ^846
kende de stad nu ook uitbrei
ding op de linkeroever. Na de
tweede wereldoorlog werden
nieuwe wijken en straten ge
trokken en volgebouwd en
groeiden afzonderlijke wijken
naar het centrum toe.
Op- en aanmerkingen
Al wie deze eerste bootreis
heeft meegemaakt, moet tot
de vaststelling komen dat het
initiatief alle troeven bezit om
een toeristische attraktiepool
te vormen voor het hele Waas
land én er buiten. Zoals bij
vele andere zaken kan er nog
gesleuteld worden om de per-
fektie te bereiken. Het is de rol
van de pers om deze nieuwig
heid in de verf te zetten, maar
ook is het onze plicht om op
een aantal onvolkomenheden
te wijzen.
Een eerste en zeer belangrijk
punt - daarover was het ie'der-
een eens - is de laagte van de
boot. Dit heeft voor gevolg dat
veel zicht van het landschap
verloren gaat. Men mist im
mers de betekenis van het uit
spansel en de deskundige uit
leg heeft geen enkele beteke
nis wanneer men ook niet ziet
waarover het gaat.
Een grove tekortkoming was
de eindmeet, m.a.w. een tref
felijke afstapmogelijkheid
voor de bootvaarders was in
Lokeren niet aanwezig. Dit
mag niet en dient zo vlug mo
gelijk verholpen te worden.
Voor de Lokerse schepen van
toerisme, Theo De Meyer, was
het een eer voor de genodig
den het initiatief bij het begin
van de afvaart te beklemtonen.
Uit gesprekken achteraf moch
ten we vernemen dat hij alles
in het werk zal stellen om bo
venstaande zaken te verhel
pen. Zonder enige persoonlij
ke en elektorale bedoelingen is
schepen De Meyer bezorgd om
het volledige sukses van de
'onderneming'.
Zonder spijkers op laag water
te willen zoeken (misschien is
dit eigen aan het feit zelf) kan
er nog wat gesleuteld worden
aan de deskundige uitleg. Bo
venstaande tekst - ere wie ere
toekomt - werd niet door ons
gebrouwd, wel door de gidsen
die de deelnemers aan de boot
tocht zullen begeleiden. Aan
de uitleg dient o.i. wat meer
diepgang gegeven te worden
en men dient zich niet te be
perken tot de traditionele en
oppervlakkige vormen van de
geschiedenis. Vooral sociale
aspekten werden vergeten en
- om welke reden ook - men
stopt bij het nabije tijdsgebeu
ren. Er is niet alleen het verle
den, maar er is vooral het
heden, en dat ziet er niet zo
rooskleurig uit. Waarom dit
niet vermelden? De werkloos
heid te Lokeren is thans één
van de hoogste van het Waas
land. Vooral bij de vrouwen
zijn er opmerkelijke zaken
vast te stellen. Zeg het, a.u.b.,
want alle middelen tot het er
kennen van de werkelijkheid
zijn goed om er iets aan te
veranderen.
Vermelden we ten slotte ook
dat vele vissers die we op deze
eerste vaarttocht mochten 'be
groeten' allerminst tevreden
waren met het kronkelende
waterding. Een beetje terecht,
maar een degelijke informatie
zou veel ongenoegen kunnen
voorkomen.
De boottocht duurt ongeveer
2u30' en kost 250 fr. Deze ta
melijk hoge prijs belette echter
niet dat zo'n 1.500 mensen zich
inschreven voor de voorbije en
komende dagen, maar dat het
ticketje wel duur kost, is in
middels duidelijk. Hopelijk
wordt ook hiervoor een oplos
sing gevonden. In elk geval is
het de moeite waard.