Monteverdi's Vespers besluiten hoogstaande 24ste Internationale Muziekdagen De klokken tikken nu ook te Dendermonde Staf Broeckaert uit Hamme schreef al tweehonderd gedichten De Voorpost - 21.8.1987 - 13 Met de uitvoering van de Mariavespers van Claudio Monteverdi werd een waardig «orgelpunt» gezet achter het Brugse luik van het Festival van Vlaan deren. Terugkijkend op het 16-daagse muziekfeest kunnen we niet anders dan de loftrompet steken over wat aan het trouwe publiek geboden werd: een muzikale diamant met talrijke schitterende facet ten, met vakmanschap gezet in het juweel dat de stad Brugge toch is! In deze laatste bijdrage over de 24ste Internationale Muziekdagen hebben we het over de koncerten van de slotweek. Chiaroscuro: Haendels oratorium «n Trionfo j groots in zijn eenvoud Nigel Rogers is een van die I vele Britse uitvoerders van oude muziek, die regelma- I tig naar Brugge terugke ren en er geliefd zijn. In de Sint-Jacobskerk was hij met zijn Chiaroscuro Vocal Soli8ts en zijn Chiaroscuro Baroque Orchestra te gast met Haendels oratorium «II Trionfo del Tempo e del Dis- inganno», zoals de titel van de originele versie uit 1707 luidt, of «De Triomf van de Tijd en de Wijsheid». Het deel vóór de pauze kon ons maar matig bekoren maar nadien kregen we schitterende recitatieven, aria's en samenzang te ho ren, die reeds de meesterlij ke Haendel reveleerden. Sopraan Nancy Argenta als Schoonheid, sopraan Patri- zia Kwella als Genot, kon- tratenor Michael Chance als Wijsheid en Nigel Ro gers zelf in de rol van Tijd presteerden met veel gevoel voor ekspressiviteit en vir tuositeit. Rogers «leidde» ook het instrumentaal en semble, dat zich degelijk van zijn taak kweet al vie len er toch nogal wat on nauwkeurigheden te note ren; vooral Paul Nicholson op orgel kweet zich briljant van zijn taak. Ensemble Circa 1500: renaissancemuziek aan de hoven van Mantua en Ferrara In de Sint-Annakerk dins dagavond opnieuw een overwegend Brits ensemble met instrumentale en voka- le werkjes, intimistische en gezellige hofmuziek zoals die geklonken heeft aan de hoven van Mantua en Fer rara, in de 16de eeuw cen tra met een bloeiende mu- ziekkultuur. Uitvoerders waren de so praan Emily Van Evera, omringd door Nancy Had den (traverso en blokfluit), Erin Headly (viola da gam ba en lirone), Paula Cha- teauneuf (luit en gitaar) en Andrew Lawrence-King (harp). Zij brachten een mooie keu ze uit het repertoire van die dagen, ontspannend diver tissement, elegant en melo disch, fris en rijk geva rieerd. De vertolking lag in dezelfde lijn; sfeervol, onge- kompliceerd maar door voeld, virtuoos en erg mooi verklankt! Ensemble Organum: Franse kerkmuziek uit de 12de en 13de eeuw Het Ensemble Organum, gesticht in 1982 in de abdij van Sénanque, heeft zich tot doel gesteld de vokale en instrumentale kunst die tij dens de middeleeuwen be oefend werd, te doen herle ven. Hun repertoire strekt zich uit van de allereerste bronnen tot de 15de eeuw, met een voorliefde voor de liturgische zang. Op het einde van de 12de eeuw wordt Parijs het staat kundig en intellektueel centrum; ook op het vlak van de religieuze vokale muziek wordt de Notre-Da- meschool (meer een stijlbe weging dan een opleidings instituut) toonaangevend. Deze stijlbeweging zou een oude kunst (de meerstem migheid) op een nieuwe, ruimtelijk-polyfone manier voorstaan. Uit deze «school» bracht het Ensemble Organum de Mis voor Pinksteren samen met het Morgenofficie. Het werd een unieke belevenis; de eenvoudige meerstem migheid krijgt een modern karakter. Het gregoriaans, tegenwoordig aan een ge dragen tempo uitgevoerd, krijgt een extra-dimensie door de uitvoeringsprak tijk van Organum, een praktijk die trouwens aan sluit bij de profane muziek uit die dagen. Een heerlijk meditatief rustpunt! Barokensemble Stubbs - Van der Kamp: Landi's «La Morte d'Orfeo» Wij waren donderdag in de Sint-Jacobskerk niet op de afspraak om er de koncer- tante uitvoering mee te ma ken van «La Morte d'Orfeo» van Stefano Landi, «een tra gikomische pastorale» over het antieke Orfeusverhaal met een min of meer happy end. Deze uitvoering werd ver zorgd door een aantal voka le solisten o.l.v. Harry Van der Kamp, een instrumen taal ensemble o.l.v. Stephen Stubbs en het Vokaal En semble Currende o.l.v. Erik Van Nevel. Het werk leek bij vele kriti sche toehoorders nogal zwak-kompositorisch over te komen; over de vertol king zelf hoorden we niets dan lof. The Hanover Band London of Beethoven zoals hij toen «zou» geklonken hebben... The Hanover Band werd in 1980 opgericht naar het model van de Weense Aka- demieorkesten van rond 1800; hij specialiseert zich in de muziek van Beetho ven, Hay dn en ook Mozart, de laat-klassieke periode. Ook vorig jaar waren ze reeds in Brugge te gast, toen nog o.l.v. Monica Hug- gett, en eveneens met een Beethovenprogramma. Nu onder de leiding van Roy Goodman. Zoals dit vorig jaar het geval was, werd ook nu hun interpretatie met gemengde gevoelens ontvangen: sommige «ken ners» waren na afloop erg positief, andere «kenners» waren meer dan skep- tisch... De «autentieke uit voeringspraktijk» zal wel licht nog wel een tijdje kon trover sen uitlokken... en een beoordeling zal, geluk kig, wel altijd sterk per soonlijk blijven! Op hun programma stond de Egmontouverture, het vijfde pianoconcerto en de zesde. We hoorden telkens een erg frisse benadering met toch nogal wat i t.o.v. de blazersinterven ties. Volledig in de lijn van wat het orkest liet horen, speelde pianofortesolist Meivin Tan het 5de piano concerto. Alleszins een in teressante belevenis! The Sixteen Choir and Orchestra: indrukwekkende Mariavespers van Monteverdi Het koor The Sixteen, in 1977 door zijn leider Harry Christophers opgericht, legt zich toe op een histo risch verantwoorde uit voeringspraktijk van voka le muziek van de renaissan ce tot vandaag de dag. Het is een te Brugge graag ge zien ensemble en dat was ook te merken op het slot- koncert vorige zaterdag. Op het programma de «Ves- pro della Beata Vergine» van Claudio Monteverdi, een werk dat sinds 1969 om de drie jaar te Brugge uit gevoerd wordt door telkens andere uitvoerders. De muzikale genialiteit van Monteverdi blijkt mis schien wel het best uit deze kompositie; het stelt aan de solisten (zowel instrumen taal als vokaal) zulke hoge eisen dat het alleen door grote musici kan uitge voerd worden. En het pleit voor de kwaliteit van The Sixteen dat alle solisten «gewoon» leden van het koor zijn. Het bewijst vol doende de kwaliteit van dit koor: schitterende solisten die een koordiscipline kun nen verdragen en samen smelten tot een hecht ge heel in dienst van het en semble! Het werd een indrukwek kende uitvoering door o.m. zijn intimistische benade ring, zijn grote ekpressivi- teit en zijn eerlijke benade ring van de partituur. Een waardig, schitterend slot van schitterende 24ste In ternationale Muziekdagen! 9de Internationale Orgelweek - Musica Brittanica Terwijl de genodigden reeds genoten van een ver zorgde slotreceptie, was de simpatieke knokploeg nog druk in de weer de Sint- Walburgakerk om te tove ren van een koncertruimte tot een huis van meditatie Het is niet de eerste keer dat ter gelegenheid van Dendermondse kermis in het BAC kantoor in de Kerkstraat een tentoonstelling wordt georganizeerd. Dit keer heeft men daar geopteerd voor een dualiteit: enerzijds de stilte en schoonheid van de landschappen die Dany Persoon schildert, anderzijds het bestendig getik van uurwerken - allemaal antieke - die uurwerkmaker M.H. Schreurs in bruikleen heeft afgestaan. Deze tentoonstelling kan men nog gaan bezoeken tot en met 28 augustus in de kantoren van BAC tijdens de kantooruren of tijdens het weekend van 14 tot 18 u. en gebed en dacht Robrecht Dewitte waarschijnlijk al aan zijn jubileumuitgave, de 25ste Internationale Mu ziekdagen. Van 30 juli tot en met 14 augustus 1988 wordt Brugge weer het centrum van de orgelmuziek, een concours J.S. Bach en Klas sieke Improvisatie; er zul len weer een «tentoonstel ling», meesterkursussen en referaten georganiseerd worden; en een hele serie ten^zullen11 inV°h^°teken Dendermonde. Met belangstelling werd geluisterd naar de uiteenzetting van inleider staan van Musica Britta- G"ard Beirens (foto Piel Hermans) nica. Opnieuw zal Brugge het centrum worden van de ou de muziek, van de orgellite ratuur; het zal de interna tionale ontmoetingsplaats zijn van musici, instrumen tenbouwers, kenners en liefhebbers, van de grote groep bekende gezichten die we telkens weer aantref fen tijdens de wedstrijd, de koncerten, in de tentoon stellingsruimten en, tij dens verloren ogenblikken, op de vele simpatieke ter rasjes. Opnieuw zal het Brugse luik van het grote festival- gebeuren boeiende momen ten bieden met zenuwachti ge deelnemers aan het con cours, zeer strenge juryle den, fanaten van de auten tieke uitvoeringspraktijk, recent opgedolven kompo sities die in de Brugse kon- cert ruim ten nieuw leven «ingeblazen» worden en met die niet te definiëren atmosfeer van gezelligheid en vriendelijkheid. Deze sfeer wordt niet ieder jaar opnieuw gekreëerd maar is in de loop van de voorbije 24 jaar organisch gegroeid met het hele gebeuren. Zolang Robrecht Dewitte (met zijn hecht team mede werkers en zijn simpatieke knokploeg die door hun charme en inzet voor een goed deel mee het gelaat bepalen van deze muziekda gen) deze sfeer en de tradi tionele kwaliteit van wed strijd en koncerten weet te bewaren, hoeft hij geen «konkurrentie» te vrezen van de vele organisatoren, die hem proberen na te volgen! Wij geven nu alvast rendez vous voor 30 juli 1988. L. September Dat poëzie niet in de belangstelling staat van het grote publiek is geen geheim. Behalve op school en wat karamellenversjes bij een jubileum, komt men weinig in kontakt met poëzie. En toch schijnt er een groeiende belangstelling te bestaan voor poëzie. Vooral bij de jongeren. In een kraaknet huis in de Hof ter Bossen, woont samen met zijn vrouw, Staf Broeckaert. Een man die de laatste jaren meer dan 200 gedichten neerschreef en een bloemlezing daarvan verzamelde in zijn «Gedachtengang». Als men bij hem aanloopt is hartelijkheid en genegenheid geen ijdel woord. Hier is iedereen altijd en overal welkom. Binnenin voelt men de adem van iemand die kultureel is bijgebleven. Van een familielid, Willy Broeckaert die in Zuid- Frankrijk tracht met zijn penseel aan zijn brood te komen, een paar zeer kleurrijke werken. Vooral zijn bloemen zijn spranke lend en levensecht. Een schilderij van een dein zende spinner ontbreekt er evenmin. Met op de achtergrond het wazige beeld van een huisjes- krans met klokketoren. Maar ook nog andere werken, kopergravures en houtsnijwerk sieren zijn kamers. Kuituur is voor de inwoners hier geen slagwoord, maar Hamme. Meer dan 200 gedichten heeft hij tot dusver geschreven, meestal als gevolg van aktuele onderwerpen (foto vh) een echte belevenis. Op toneelgebied heeft Staf alle waters door zwommen. Hij begon zoals zo velen met een onbelangrijke figuran tenrol bij Trouw aan Kunst. Na een paar kleine rollen liep hij in de kijker en ontpopte zich tot iemand die vaak de hoofdrol toegewezen kreeg. Hij debuteerde als scholier in de «Klucht van de brave moordenaar» in 1949. En sedert die periode was er geen toneelstuk van Trouw aan Kunst of hij stond op het pro gramma. Meer dan eens vertolkte hij fantas tische rollen. Zo onder meer in «Straat zonder bomen», «Eer de haan kraait» en als een stot teraar in «Het onstuimi ge hart». Op 1 april 1974 (en dat was alvast geen april grap) werd hij gehul digd als 25 jaar toneel speler en bestuurslid. Dit gebeurde na de op voering van «Baby Ha milton» waar Staf Broe ckaert de rol van Bron- sor vertolkte. Toen schreef men van hem: «Hij was niet alleen de centrale figuur in het hele gebeuren, maar ook de sterke akteur die de hele vertoning een bij zondere allure gaf. Broe ckaert is een ernstig en toegewijd akteur met veel talenten die tot de basisspelers behoort van Trouw aan Kunst, zowel in het komische als in het ernstige.» Van 1950 tot 1965 was hij vaandrig van deze maatschappij. In 1976 zou hij verdwijnen als toneelspeler, maar zou nog vijf jaar, tot in 1981, als teksthulp zich zeer verdienstelijk maken. Toen hij in 1981 aan al les vaarwel zegde, duur de het niet lang of de mikrobe begon opnieuw te bijten. Hij schreef zo voor het plezier wat ver sjes. Maar met de tijd was poëzie schrijven een fascinerende hobby dat nog meer gestalte kreeg via een paar eerder toe vallige dingen. In «De Schalmei», het blaadje van de buurtwerking 't Hofken, kwamen zijn gedichtjes terecht. En ze vielen in de smaak zodat men voortdurend beroep deed op hem. In de perio de van Kerstmis schreef hij «Moeder». Toen men in de wijk een ontspanningsavond lan ceerde, was hij de aange wezen man: hij schreef de teksten, deed de regie en «De tijd van toen» werd gelanceerd. Alle maal met eigen mensen uit de buurt: Robert De Beule, Cesar Boodts, ac cordeon Harry Van Hoey weghen en vele an deren. Het was een suk- ses dat om herhaling vroeg. Trouwens, hij kende de knepen van het vak. In de periode dat hij portier was bij Le Lis, was hij de man die de personeelsfeesten lan ceerde. Samen met Jef Van Geert en Hilda Segers. De laatste jaren ging zijn aandacht vooral naar de poëzie. Volgens hem is een gedichtje neerpennen helemaal niet moeilijk. Ik schrijf neer, vertelt hij wat in mijn gedachten rijpt. Zeer eenvoudig voor ge wone mensen. Hij zoekt het allemaal in de gewo ne dingen. Hij ankert zich niet vast op bepaal de onderwerpen. De meest eenvoudige din gen, zoals b.v. een vogel schrik die hij op zijn wandelingen zag staan, hij pikt in op de aktuali- teit (de bende van Nijvel, aids), greep naar het verleden (zijn thuis, zijn vader); naar dingen die hem treffen (het afster ven van zijn nonkel Jef) enz. Op dat terrein kent hij geen grenzen of tijden. Sommige werkjes klaar ik op 10 minuten, ande ren slepen langer aan. Als mijn vrouw 's mor gens om zes uur opstaat, blijf ik in mijn bed lig gen dromen en dan ko men vaak de gedachten naar boven. Dan worden ze snel neergepend, an ders verdwijnen ze in het niet. Wanneer men in zijn bundel «Gedachten- gang» bladert, is het duidelijk dat hij in alle tema's thuis is. Als aan klacht aan de oorlog schreef hij «De tinnen soldaat»; toen aids be kend werd, schreef hij de aanklacht «Open je ogen voor aids ze sluit». «De ster» is een ballade bij het afsterven van Lu- do Coeck, de bekende voetballer. «De weg der tranen» werd geboren toen hij in het TV-pro- gramma 'Van Pool tot Evenaar' een indiaan zag wenen. Voor Burge meester Baert schreef hij «Mijn klompjes van hout». De afbeelding van Inleider Dirk Leybaert maakte in zijn wel komstwoord duidelijk dat het een tentoonstel ling is die de moeite waard loont. Zowel voor de liefhebbers van an tiek die er naar de verza meling van de Nederlan der Schreurs ook klok ken uit 2 private kollek- ties kan zien, als voor de liefhebbers van de zo vlakke Vlaamse land schappen die Dany Per- soons schildert. Eeuwenoud Gerard Beirens had zich om de tentoonstelling in te leiden, rijkelijk gedo- kumenteerd. Over de antieke uurwerken zei hij ondermeer dat een uurwerk bedoeld is om de tijd aan te duiden en dat uurwerken haast van alle tijden zijn, al waren ze altijd niet even funktioneel. De eerste tijdsaandui ding is deze van een stok die een schaduw af werpt, een soort van zonneuurwerk dus, de voorloper van de zonne wijzer. In China kende men het wateruurwerk dat zeer ingenieus in el kaar stak en daar kende men ook de vuurklok- ken bestaande uit kaar sen of olielampen die voorzien waren van merktekens. Later kwa men de zandlopers en dan brak het tijdperk van de mechanische uurwerken aan die een meer nauwkeurige tijd meting toelieten. Over de herkomst van die me chanische uurwerken is volgens spreker weinig bekend. Wel weet men dat in de tweede helft van de dertiende eeuw er in Centraal Europa uur werken bestonden. Hij verwees daarbij naar een torenuurwerk uit 1368. Rond 1500 kregen we dan kleinere uurwerken die aangedreven werden door een veer, maar het nadeel hadden dat de veer eenmaal ontspan nen, ervoor zorgde dat het uurwerk zeer on nauwkeurig werd. Men slaagde er later in de trekkracht van de veer te verbeteren. Rond 1800 kwamen de uur werken met slagkracht op de markt, kreeg men de eerste slingeruur werken te zien, al moet men de ontdekking van het slingeruurwerk toe schrijven aan Christiaan Huyghens (1556). Nog andere mijlpalen in de tijdmeting zijn 1670 de eerste staanklokken, 1680 het toevoegen van een minuutwijzer, 1690 de seconden wijzer en het begin van onze eeuw de eerste miniatuuruur werken, met de polshor loge natuurlijk vooraan. In 1970 kregen we de kwartshorloge en dan zitten we natuurlijk vo lop in de miniaturize- ring. Een landschapsschilder Over Danny Persoons wilde de inleider kwijt dat deze uit Aspelare af komstige kunstschilder die thans in Geraards- bergen woonachtig is, zich bekwaamde in de schilderkunst aan de Akademie te Gent. Hij beschouwt zich als een schilder van het poë tisch en idylisch realis me. Vrij jong begonnen met schilderen - Persoon was pas negen toen hij zijn eerste olieverfschil derij maakte - zijn het vooral de Vlaamse land schappen die de schilder aantrekken. Misschien wel om hun heel aparte kleur, vooral dan wan neer er over dat weidse landschap een vage ne velsliert hangt en men dus grijzen krijgt in het landschap. Schildert Persoons liefst in de hem vertrouwde omge ving van zijn huis, na tuurlijk moet hij op stap. Hij zet zijn schil derijen immers op in de natuur zelf. Deze stille en bescheiden man zou men kunnen noemen de vertolker van een per- fekt persoonlijk land schap waar de drukken de lucht opgelost wordt in een harmonieus land schap waaruit sfeer en diepgang harmonisch op de voorgrond treden. Het lijkt wel dat zijn kleurenpalet beperkt is maar wie nauwkeuriger toekijkt, ziet in de grij zen, de groenen en de diepe bruinen ontzet tend veel variaties, sub tiel en fijn aangebracht. Zij zorgen ervoor dat de landschappen van Dan ny Persoons beginnen te leven en aanzetten tot* een waardering voor de natuur. Zijn werken ge tuigen van een geduldi ge opbouw, bezitten iets sereens, soms weer me lancholisch, maar ze hebben de sfeer van de zuiverheid gemeen. Per soons kan men ook de konservator van de Vlaamse Ardennen noe men. Dat zijn werken op meerdere tentoonstellin gen met de hoogste on derscheidingen gingen lopen zal niemand ver wonderen. Een van die onderscheidingen is on der meer de zilveren me daille Prix de France 1986. En dat zegt genoeg. Dendermonde. Danny Spiessens. landschapsschilder van de Vlaamse Ardennen (foto Piet Hermans) Christus geschilderd door de kunstschilder Victor Suy uit Moerzeke trof hem zo, dat hij «Die doornkens» neerschreef en «Prutske» vertelt van een hondje dat op de par king werd achtergelaten in de vakantietijd... Staf Broeckaert herhaalt het steeds weer: «Ik ben maar een gewone fa brieksarbeider. Dertig jaar toneel heeft me kul tureel sterk verrijkt. In de oorlogsjaren toen ik in Duitsland in Maag denburg werd tewerk gesteld, heb ik zeer veel kulturele bagage opge daan». Hij kwam daar in kontakt met Otto Katz- marck. Hij bezat wel duizend boeken. Maag denburg was hem gun stig. Hij heeft er trou wens zijn vrouw gevon den. Een Hamse die als opgeëiste wdrkzaam was. Gustaaf Broeckaert heeft toekomstplannen. Hij hoopt binnenkort een nieuwe bundel ge dichten uit te geven. Willy Broeckaert zal in dit werkje de tekenin gen verzorgen. En tot besluit een krea- tie van Gustaaf Broe ckaert: Harlekijntje Kleine, kleine harlekijn In glanzend wit satijn Speel voor 's werelds koor Schoonheid loont gehoor Kleine, kleine harlekijn In glanzend, wit satijn Zing 'n droevig lied Je ogen tranen ziet Kleine, kleine harlekijn In glanzend, wit satijn Slape zacht in toverdoos De mens voor sprookjes koos.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1987 | | pagina 13