Erpe-Mere: Heemkundige Kring restaureert Ommegangkapel
Erpe-Mere: heemkunde
opnieuw op het voorplan
Vinkensport tiert welig
in Erpe-Mere
Jaarlijkse Novene:
hoogdagen
voor Mariavierend
Lede
Molenbergkapel
6 - 20.5.1988 - De Voorpost
De heemkundige kring van Erpe-Mere is zowel begaan
met het heden als met het verleden en daarnaast is men
nuchter genoeg om ook aan de toekomst te denken.
Vooral door dit laatste is deze kring begaan met het lot
van het bouwkundig erfgoed en tracht men het waarde
vol patrimonium in de verschillende deelgemeenten voor
verdere aftakeling te vrijwaren.
Het behoort trouwens tot
de doelstellingen van een
heemkring zorg te dragen
voor alle monumenten
waaraan een dorp rijk is;
men kan het ook anders
stellen: waaraan een dorp
«arm» is en in dit geval
dient men dubbel op zijn
hoede te zijn. Erpe-Mere
verkeert trouwens in het
laatste geval. Ondanks de
steeds dalende devotie ligt
het lot van de kapellen
nauw aan het hart en als
geheel van de eens zo ver
maarde ommegang zijn ze
kunsthistorisch waardevol
genoeg om de volle aan
dacht van de gemeenschap
te krijgen. Praktisch alle
kapellen zijn aan herstel
ling of restauratie toe en
de heemkundige kring
heeft het tot taak genomen
om ze in de mate van het
mogelijke, als financiële
middelen het toelaten ze
te herstellen, daarbij reke
ning houdend dat veel
werk door de leden zelf
gedaan wordt voor zover
hun vakmanschap reikt.
Dikwijls moet men beroep
doen op specialisten en
hiervoor zijn heel wat
fondsen nodig.
De Rozenkranskapellen
Om velerlei redenen heeft
de heemkundige kring het
plan opgevat om alle ka
pellen van de ommegang
te Mere te herstellen, zon
der daarom de andere
deelgemeenten te verge
ten. Dit laatste heeft men
trouwens bewezen met de
restauratie van de Hosse-
laerkapel te Erpe vorig
jaar, en het neemt niet
weg dat andere projekten
eveneens op korte of lan
gere termijn kunnen ge
realiseerd worden.
Op één na zijn de veertien
kapellen in neogotische
stijl opgebouwd op het
einde van de 19de eeuw.
Hier en daar werden reeds
vroeger herstellingen uit
gevoerd maar, na onge
veer een eeuw zijn de
meeste aan een grondige
restauratie toe. De oor
zaak valt meestal te zoe
ken bij het doorsijpelend
water en in één geval als
gevolg van vandalen-
streken.
Ongeacht de enkele ver
schillen behoren ze alle tot
hetzelfde type en elke wijk
werd een kapel toegewe
zen en een verantwoorde
lijke toevertrouwd om ze
te verzorgen.
De ommegang van Mere is
gebaseerd op een zuivere
Mariadevotie want in elke
kapel is een Mariabeeld
ondergebracht maar toch
stelt men vast dat daar
naast alles gedomineerd
wordt door een rozen
kransdevotie.
De pas gerestaureerde ka
pel heeft, vergeleken met
de overige, toch enkele
detailverschillen en is al
leszins groter dan haar
soortgenoten. Dit laatste
kan men wellicht toe
schrijven aan het feit dat
ze steeds in het bezit ge
weest is van de vooraan
staande familie Van den
Dorpe, in wiens voortuin
ze gebouwd werd, nl. op
de boerderij «Jooskens
hof». De laatste afstam
melingen van deze rijke
boerenfamilie, Marie-Ma-
tilde en haar zuster Juliana
Francisca, schonken in
1923 deze kapel aan de
kerk.
De eerste kapel van de
ommegang had een be
langrijke funktie als de
«processie uitging» want
op Sakramentsdag en
O.L. Vrouw Hemelvaarts
dag werd hier gezegend en
werd ze speciaal bekleed
met rode eredoeken en
vlaggen.
Restauratie
Onder impuls van be
werkt heeft. Voor sommi
ge werken heeft men uiter
aard moeten beroep doen
op vakmensen. Dit gold
trouwens vooral voor het
Mariabeeld dat erg toege
takeld was maar dank zij
«onzichtbare herstellin
gen» als nieuw op het
eveneens herstelde houten
altaar prijkt. Wat de res
tauratie betreft heeft men
zoveel mogelijk de origi
nele toestand behouden
wat echter niet volledig
kon nagevolgd worden wat
Erpe-Mere. De Molenbergkapel in mei van dit jaar.
stuurslid J. De Punt nam
men het plan op om deze
kapel grondig te herstellen
want er was meer aan te
doen dan datgene wat
zichtbaar was. De onzicht
bare gebreken waren trou
wens van die aard dat er zo
vlug mogelijk moest opge
treden worden en men aan
deze kapel dan ook de
voorrang gegeven heeft.
In een zestal maanden is
deze klus geklaard dank
zij de talrijke uren die het
bestuur aan dit projekt ge-
de schilderwerken betreft.
Het is alleszins een uiterst
geslaagde restauratie die
bovendien de goedkeuring
wegdraagt van de Koning
Boudewijnstichting en van
Monumenten en Land
schappen. Kenners getui
gen dat niet alle dagen
zoiets gerealiseerd wordt
en dan nog met beperkte
middelen. Gelukkig waren
hier de financiële midde
len voorhanden dank zij
de steun van officiële in
stellingen, milde schen
kers en niet in het minst de
buurtbewoners.
De recente restauratie van
de kapel, toegewijd aan
het H. Hart van Maria,
heeft bewezen dat er voor
dergelijke manifestaties
nog heel wat sympatie
heerst niet alleen bij de
buurtbewoners maar bij
andere schenkers die zulke
werken waarderen en
steunen. Het is mede dank
zij de financiële steun
dat men voor deze restau
ratie duurzame materialen
heeft kunnen aanschaffen
en aanwenden wat echter
het gebouw zelf ten goede
komt. Juist daarom is deze
kapel een lange toekomst
gewaarborgd. Veertig jaar
geleden kreeg ze haar laat
ste opknapbeurt maar de
recente restauratiewerken
zijn heel wat ingrijpender
doorgevoerd en dit na een
vakkundige beoordeling
en met dito begeleiding
die een optimaal resultaat
leveren en een waarborg
zijn voor het verder in
stand houden van deze
kapel.
Een bewijs dat een vooraf
gaande studie door een be
voegd persoon, die tevens
voor de begeleiding en de
uitvoering van de werken
zorgt, een onvoorwaarde
lijke noodzaak is om een
even verrassend als dege
lijk resultaat te bekomen.
Voor de restauratie van de
eerste kapel van de omme
gang te Mere waren deze
elementen voorhanden en
het looft nog meer de pres
tatie van de initiatiefne
mers die met dit projekt
blijk geven van een wel
doordachte en verant
woorde aanpak. Door on
besuisd en onoordeelkun
dig te werk te gaan kan
veel verknoeid worden
maar in Mere heeft men
bewezen dat het zeker an
ders kan want het is een
restauratie om fier op te
zijn. Daarom kan men het
bestuur van de heemkring
niet genoeg gelukwensen
en hen suggereren verder
te doen met het vooropge
stelde projekt.
Opnieuw ingezegend
Op de vooropgestelde da
tum werd vorige week de
grondig gerestaureerde
kapel door pastoor Wau-
ters opnieuw ingezegend.
Ook het beeld van het H.
Hart van Maria werd ge
wijd. Het prijkt nu weer
op het eveneens herstelde
houten altaar.
Tijdens de plechtigheid
heeft de voorzitter van de
kerkfabriek, H. Van Wil
der, een herinneringspla
ket onthuld dat op de
voorgevel aangebracht
werd. Er was trouwens
een enorme belangstelling
voor dit gebeuren. Het R.
Van Daele-koor uit Aalst,
o.l.v. E. Van den Brulle
vertolkte tussendoor enke
le Marialiederen die afwis
seling brachten in dit
openlucht gebeuren.
Vlaggen en muziek
Deze heuglijke namiddag
werd naar oude en heem
kundige gewoonte ingezet
met een lof in de Sint-
Bavokerk en de talrijke
aanwezigen werden buiten
opgewacht door de plaat
selijke volkskunstgroep
Uilenspiegel, een groep
gedisciplineerde en ge
trainde vlaggezwaaiers die
muzikaal begeleid worden
door het trommelkorps
van de muziekvereniging
Hand in Hand van Mere.
Bedevaartvaantje
Een blijvend «dokument»
om de plechtige herinwij
ding van deze kapel te
doen herinneren is een ge
legenheidsbedevaart-
vaantje dat ontworpen
werd door J. De Punt. In
een driehoekige krans van
meiklokjes, die op de mei
maand en de dito omme
gang wijst, staat links de
gerestaureerde kapel, be-
vlagd en bekleed met flu
weel. Aan de ingang van
de kapel zegent een van de
vroegere pastoors, De Vis,
de gelovigen die er ge
knield bijzitten. Daarnaast
staat de «hemel» van het
«Allerheiligste» waarmee
vroeger in de kapel geze
gend werd.
Het resterende gedeelte
van het nieuwe vaantje
wordt ingenomen door de
uitbeelding van het omme
gangtraject, maar dan van
uit de lucht gezien, met de
kerk als vertrekpunt. Zo
kan men het parcours vol
gen langs de twaalf van de
veertien nog resterende
kapelletjes, gedwarst door
een slingerende wimpel
met het alzeggend op
schrift «Rozenkransom
megang Mere». Dit vaant
je kan trouwens besteld
worden bij de heemkundi
ge kring van Erpe-Mere
tegen 25 fr.
JV
Deze kapel staat midden in het veld en is een
schrijnend bewijs van wat vandalenstreken vermo
gen. Zij is regelmatig het voorwerp van vernielzucht
waarbij meubilair noch beelden gespaard blijven.
Toch zijn er nog mensen die haar lot aantrekken en
hopelijk kan vandaag of morgen «vernieler» gevat
worden.
Daarbij komt nog dat niets ontziende landbouwers
de voetwegel mee omploegen en zelfs bezaaien
zodat het voor de mensen praktisch onbegaanbaar
gemaakt wordt. Ook hier zal binnenkort heftig
tegen geprotesteerd worden en zullen meerdere
verenigingen aandringen om de wegel met beton-
dallen te plaveien.
Gelukkig zijn niet alle kapellen zodanig beschadigd
maar toch moet hiertegen gereageerd worden met
alle middelen die voorhanden zijn. Het wordt
hoogtijd dat politioneel opgetreden wordt, tenzij
men geen oog meer heeft voor het bouwkundig
erfgoed van de eigen gemeente en bereid is om het
eigen kunstpatrimonium te laten aftakelen.
JV
De kerkgeschiedenis van Lede is sterk verbonden met de
verering van het mirakuleuze beeld «Nood Gods», dat
luidens de legende in 1414 uit de Rijnstreek naar Lede
werd gebracht.
De laatgotische St.-Martinuskerk is sinds de 15e eeuw
alvast een belangrijke bedevaartplaats.
De jaarlijkse novene blijft het hoogtepunt van Mariave
rering te Lede. De ommegang, met zeven devotiekapel
len, begint aan de dorpskerk.
Aalst. Veel belangstelling voor de opening van kantclub Rozemarijn (a)
Sinds enkele jaren hebben de heemkundige kringen van Oost-Vlaanderen een
zodanige werking tentoon gespreid dat ze, ongewild of niet, door de geschiedkundige
genootschappen e.a. historische verenigingen aanvaard worden, zij het dan ook met
een tikkeltje minachting waarin zeker evenveel afgunst moet schuilen omwille van hun
onbegrensde aktiviteiten en degelijke resultaten die zy regelmatig in het daglicht
stellen. Maar heemkringen storen zich aan niets of niemand en «boeren voort» met of
zonder opbouwende kritiek. De heemkundige kring van Erpe-Mere behoort tot deze
specimen en kan terugblikken op een werking die vele kringen tot voorbeeld kan
dienen.
Alleen al de uitgave van een
tijdschrift vergt enorme in
spanningen om het op tijd en
stond van teksten te voorzien
en het tijdig viermaal per jaar
aan de ongeveer 800 lezers te
bezorgen. Hierin is het be
stuur al ruim 28 jaar geslaagd
en het laatst verschenen num
mer getuigt eens te meer van
een juiste aanpak en een ge-
koördineerde samenwerking.
De Erpe-Merenaren kunnen
hun nieuwsgierigheid naar het
verleden en dus de belangstel
ling voor het leven van hun
voorouders dank zij dit tijd
schrift gemakkelijk bevredi
gen. Om de verwezenlijking
van het vooropgesteld ideaal,
nl. de studie van en van publi-
katïe over het eigen heem te
kunnen volbrengen heeft de
heemkundige kring talrijke
initiatieven van verschillende
aard moeten nemen. Toen het
bestuur van dertig jaar terug
met deze opzet startte was het
trouwens hun bedoeling om
het kringblad zodanig te ver
zorgen en uit te breiden dat
het door «iedereen mocht ge
lezen worden» en daarin is
men uitermate geslaagd als
men de huidige publikaties
zelfs in detail aandachtig in
kijkt. Gestadig is het uitge
groeid tot een volwaardig
heemkundig tijdschrift dat in
teressante artikelen biedt met
een variatie aan tema's, lees
baar voor elkeen die iets meer
van zijn dorp wil weten dan
het oppervlakkige dorps-
Ook nu weer krijgen de leden
twintig ruime bladzijden
heemkundige lektuur te ver
werken met een vervolg op de
artikelenreeks over het plaat
selijk landbouwmateriaal
door P. Struyver. Dit wordt
als het ware een vervolgro-
man maar dan een werk dat
voor de lokale geschiedenis
van enorm groot belang is
omdat veel van de beschreven
werktuigen en gebruiksvoor
werpen door de huidige gene
ratie niet bekend zijn. Het is
telkens rijk geïllustreerd
met fotomateriaal en tekenin
gen die samen een encyclope
disch werk vormen voor wat
Erpe-Mere betreft.
Het hoofdstuk is trouwens ge
wijd aan de werktuigen die
gebruikt worden of werden
bij de aardappelteelt zoals de
beerploeg. de eerste modellen
van de aardappelrooiers en
andere bijhorigheden. Dan
vervolgt de auteur met de
werktuigen voor de bieten
teelt. Het geheel van deze
studie zal uiteindelijk een uit
gebreid overzicht bieden van
wat de «kleine boerkens»
vroeger aan materiaal bezaten
om hun land te bewerken en
hun gewassen te oogsten.
De heemkundige kring tracht,
in de mate van het mogelijke,
om ook de kleine deelge
meenten aan bod te laten ko
men wat natuurlijk niet altijd
mogelijk is om reden dat er
over deze entiteiten minder te
vertellen valt op historisch ge
bied. In dit nummer komt
alleszins Vlekkem aan de
beurt met een paar schenkin
gen «Inter vivos» van J. De
Vuyst die ook verschillende
oude herbergnamen opge
zocht heeft aan de hand van
krantenartikels die blijkbaar
zeer interessant zijn voor
heemkundigen. De rechten
van de Abdij van Anchin te
Ottergem in 1433 worden
door G Liessens behandeld.
De vinkensport bestaat
sinds eeuwen in onze ge
westen en vermits Erpe-
Mere rijk is aan groeperin
gen komt ook dit tijdver
drijf hier aan bod. Ook
Bambrugge had vroeger
een vinkeniersverenging
doch thans resten nog al
leen de deelgemeenten Er
pe met de Dorpszangers
en Mere met de Meerse
Vinkeniers. Tussen mei en
juli zijn zij bedrijvig met
hun muiten en gedurende
enkele weken kan men ze
bezig zien langs een of an
dere voor het verkeer af
gesloten straat, aandachtig
luisterend naar de vogels
in hun kooien of ze wel het
melodietje goed en volle
dig zingen. Pas als dit ge
beurt wordt een aandui
ding gemaakt op de «stok»
waarna alles geteld wordt
om de winnaar te kunnen
terwijl de deelgemeente Erpe
vertegenwoordigd is met een
geschiedkundig aspekt van de
turfputten door R. De Mol en
met een munststuk uit 1772
door J. De Punt. Naast de
traditionele Meerse dialekt-
woorden is er een uitgebreid
artikel van de pas afgestu
deerde K. De Groot die een
archeologisch onderzoek te
Erpe ondernam en zijn bevin
dingen in het kort weergeeft.
Andere aktiviteiten
De heemkundige kring be
perkt zich echter niet tot het
publiceren van een tijdschrift
alhoewel redaktiesekretaris
D. De Boeck hiermee reeds
zijn handen vol heeft. Op
donderdag 12 mei werd de
eerste kapel van de omme
gang te Mere opnieuw ingeze
gend door pastoor Wauters.
Gedurende weken hebben
een paar bestuursleden intens
gewerkt om dit projekt te
kunnen verwezenlijken. Een
uitgebreide historiek van de
kapel en de werkzaamheden
zal volgende week gepubli
ceerd worden.
Als volgende punt op hun
programma staat de jaarlijkse
zomerreis die dit jaar gepland
is op zondag 3 juli. Het wordt
een tocht naar de belangrijk
ste musea in de Westhoek
Meer informatie kan men be
komen bij de bestuursleden.
Zoals steeds wordt het eens te
meer een leerrijke uitstap die
tevens geschikt is als familie-
reisje.
JV
aanduiden. Kampioen
wordt men niet op één dag
want een seizoen wordt in
«ritten» onderverdeeld
waarna pas op het einde
de beste gekende is. Tus
sendoor gaat men echter
ook eens op «verplaat
sing», kwestie van propa
ganda en trekt de vereni
ging soms ook naar een
der vele wijkkermissen om
er een «zetting» te organi
seren in het kader van de
feestelijkheden.
Zo zal de vereniging van
Mere dit seizoen tweemaal
met de kooien naar andere
oorden trekken voor een
avond-vinkenzetting. De
eerste is trouwens al ach
ter de rug en van de 27
vogels was Mario van C.
Matthijs met de palm weg.
Hij zong maar liefst 440
deuntjes tegen de tweede
Bill van E. Matthieu die
met zijn 417 wijsjes met
amper vier «suske-wieten»
Ann van N. Van Belle
voorafging. Opvallend bij
dit treffen is het feit dat
nieuwe namen op de voor
grond treden en de anders
zo aktieve vogels het lieten
afweten. De volgende
plaatsen werden ingeno
men door Arnold van M.
De Leeuw (354), Daisy
van J.P. Bedaert, Buck
van A. De Smet (304),
Flip van A. Van Den Bor-
re (296), Yvan van N. Uyt-
tersprot (295), Luc van H.
Van Gijsegem (294) en
Gregory van J.P. Maudens
(280). De winnaar van de
eerste jit, Raket van R.
Van Tittelboom, moest
zich tevreden stellen met
de eerste plaats in de pro
motie met 190 deuntjes.
De Meerse Vinkeniers wa
ren echter voltallig voor
hun tweede rit van het sei
zoen en hier traden de gro
ten weer op het voorplan.
Vooral de vinken van R.
Van Tittelboom blijken in
goede vorm te zijn want
hij kaapte de eerste twee
plaatsen weg met Tanga
(523) en Raket (501).
Venus van W. De Cock
perste er 459 wijsjes uit en
Nico van S. Wijnant 465.
Dan volgden Norma van
N. Van Belle en Bram van
L. Waegner samen met
448 zangen. Will van H.
De Lat (442;, Bill van E.
Matthieu (392). Ivic van
D. Van Den Hel (390) en
Yvan van N. Uyttersprot
(386). In promotie werden
de eerste twee plaatsen be
zet door Aster Van O.
Denie (227) en R. De
Frenne met Bruno (223).
JV
1414
Onze Lieve Vrouw
van 7 Weeën van
Lede
De talrijke gelovigen die
ieder jaar, vanaf eerste
vrijdag na Pinksteren, te
Lede «Den Ommegang»
en de novene meevolgen,
maken van Lede een druk
bezocht bedevaartoord.
Het wonderbeeld van
O.L.V. van 7 Weeën staat
centraal in de devotie.
Reeds herhaaldelijk wer
den er grote diocesane be
devaarten met ommegang
georganizeerd. Lede heeft
een voorname plaats ver
worven onder de bede
vaartsoorden, niettegen
staande ze met de op-
Aalst. Kantclub Rozemarijn
werd in de bloemetjes gezet
vierde haar tienjarig bestaan,
(a)
Mevrouw Van Hemeldonck
komst van Lourdes,
Frankrijk en Oostakker
meer op het gewestelijk
plan werd verdrongen
De kapelletjes, de proces
sie, de kaarskensproces-
sie, de ruitersommegang,
de fietswijding, de autowi-
ding, de traditionele bede
vaarten van de omliggende
gemeenten, het zijn alle
maal «overleveringen» van
eeuwenoude tradities te
Lede.
Door de jaren heen wer
den in dit Lede heel wat
opzienbarende religieuze
manifestaties gehouden:
de indrukwekkende ge
westelijke ziekendag van
25 mei 1952 ligt bij velen
ongetwijfeld nog fris in het
geheugen, evenals de jubi
leumviering met TV-mis
van 1964 en een totaal ver
nieuwde processie.
Maar ook eeuwen geleden
werd Lede het middelpunt
van Mariaverering.
Vrijdag 27 mei 1988 om 21
uur heeft de opening van
de novena (opnieuw)
plaats met de uitstalling
van het mirakuleuze beeld
van O.L.V. van 7 Weeën
en kaarskensprocessie met
ommegang. Vervolgens
worden gedurende de no
vene verscheidene bede
vaartmissen opgedragen
waarop vrome Mariaver-
eerders uit omliggende ge
meenten worden uitgeno
digd.
Zondag 5 juni, de laatste
zondag van de novene,
gaat vanaf 15 uur te Lede
een Mariale processie uit
met meer dan 1.000 figu
ranten.
Duizenden toeschouwers
komen er elk jaar die Ma-
ria-stoet bewonderen, een
processie die nog steeds
boeit omwille van het
overtuigend karakter en
de devote sfeer die gedu
rende de hele ommegang
bewaard blijft!
D.B.
Staatssekretaris voor emanci
patie Miet Smet heeft aan alle
bedrijven met meer dan 100
werknemers een «Gids voor
positieve aktie in de onderne
ming» toegestuurd waarin ze
aandringt om via het perso
neelsbeleid gelijke kansen
voor mannen en vrouwen te
bevorderen.