Edgard Van den Brulle uit Erpe of de passie van koordirigent
Vereniging van Arabische
Kuituur van Aalst vierde feest
De Voorpost - 14.4.1989 - 5
Wie over koordirigenten spreekt in de streek heeft het ook vaak over «Edgarken»
want zo kent men hem niet alleen in de deelgemeenten van Erpe-Mere maar ook er
buiten. Dank zij zijn inzet en bereidwilligheid is hij een typische figuur geworden in de
wereld van de koormuziek. Hier heeft hij zich een hoogstaande reputatie opgebouwd
die gegroeid is uit een eis voor precisie zowel op het vlak van de diktie als van de
uitvoering. Voor hem is samenzang een belevenis met een daaraan verbonden
kwaliteitsvorming ook al is zyn «werk-publiek» ongeschoold en hem by de aanvang
meermaals kopzorgen ten geschenke geeft.
Edgard Van Den Brulle is
zelf een autodidact. Door
omstandigheden kon hij
niet in de muziekacademie
terecht. Hij begon echter
met zijn eigenlijke muzi
kale opleiding in 1940. In
die periode was hij lid van
de muziekvereniging van
Burst waar hij dwarsfluit
speelde. Deze fanfare
werd geleid door toenma
lig koster Ben. Torrekens
die het ook op zich nam
zijn muzikanten de eerste
noten aan te leren, Edgard
incluis. Als Merenaar had
hij het geluk ook in zijn
dorp belangrijke gebeurte
nissen te mogen opluiste
ren, samen met de fanfare
van Burst. Dit zou voor
hem echter niet lang duren
want een operatie stelde
een einde aan zijn «loop
baan» als dwarsfluitist.
Toch wilde hij de muziek
als hobby blijven beoefe
nen en bijgevolg schakelde
hij over tot het dirigeren,
meer bepaald als koordiri
gent. Dit kwam echter niet
als vanzelfsprekend want
ook hier gaat een hele his
torie aan vooraf.
Na de oorlog, ongeveer in
1947, was Edgard lid van
het koor in Aalst dat on
der leiding stond van de
gebroeders Robert en Ka-
rel Van Daele. Gedurende
een zevental jaren bleef
hij zingen in dit intussen
wel bekend koor maar
daarna moest hij zich ech
ter aan familiezaken wij
den en met een bloedend
hart dit gezelschap vaar
wel zeggen.
Naderhand begon hij ech
ter opnieuw over meer
vrije tijd te beschikken en
was intussen ook lid ge
worden van de Vlaams-
Duitse Kuituurvereniging.
Deze groepering trachtte
sporadisch haar aktivitei-
ten muzikaal te omlijsten
met koormuziek maar een
gastkoor uitnodigen kost
altijd een hele boel geld,
iets wat een verenigings
kas niet dikwijls kan dra
gen. Hieruit ontstond de
idee om zelf van start te
gaan met een eigen koor.
Er waren onmiddellijk ge
noeg zangliefhebbers te
vinden in de groep maar
hier stond men opnieuw
voor een probleem want
men beschikte niet over
een dirigent. Op de vraag
wie deze - belangrijke -
funktie zou op zich nemen
was er weinig discussie
mogelijk want Art. Van
Den Brulle. eveneens lid
van het koor, antwoordde
prompt: Onze Edgard zal
dat wel doen. Dit was
meer het veto van een ou
dere broer dan een demo
cratische aanstelling. Maar
vermits het nooit in zijn
aard ligt om iets te weige
ren (als het muziek be
treft) is hij er zeker niet
lang lastig om geweest. Dit
zou dan de eerste kennis
making worden met het
stemvork. voorafgegaan
natuurlijk door een diep
gaande voorbereidende
werking.
'1 Snoerke
Een opdracht om een
gloednieuw koor te vor
men begint in feite bij het
verzamelen van materiaal.
Dus begon Edgard zo vlug
mogelijk met het opzoe
ken van partituren en
uiteraard ook de meest ge
schikte liederen voor een
nieuwe groep die wel kon
zingen maar nooit tot
koorzang opgeleid was.
De Aalsterse zanggroep
bestond bij de oprichting
slechts uit een tiental men
sen want niet iedereen die
lid was van de kulturele
vereniging was zanglief
hebber. Bijgevolg beschik
te men slechts over een
klein «koortje» en in ho
moniem gebruikt met
«koordje», is de benaming
van dit koor «'t Snoertje»
geworden... tot wat ge
lijkluidendheid kan
leiden.
Edgard Van Den Brulle is
er, met enigszins weinig
ervaring op dat gebied,
nogal eigenzinnig aan be
gonnen. Hij ging met een
zodanige precisie en veel
eisendheid te werk, dat hij
na enkele herhalingsavon
den al van een zekere
prestatie kon spreken. Het
koor was beslist nog niet
rijp voor een optreden in
publiek maar toch werden
een paar liederen al zeer
fraai uitgevoerd. Nader
hand kwamen er koorle
den bij maar toch schom
melt de getalsterkte steeds
om en bij de twintig. Dit is
geen overweldigend aantal
maar het is en blijft be
schouwd als een waar
«vriendenkoor», waarin
de leden zich komen ont
spannen en niet op zoek
zijn naar een solo-optre
den. Sommigen treden
ook wel eens op met ande
re koren, als het ware om
versterking te verlenen,
maar uiteindelijk is al
meermaals gebleken dat
zij het Snoertje nog altijd
boven de andere verkiezen
omdat zij hier de gezochte
vriendschap vinden even
als de samenhang die spij
tig genoeg niet overal aan
wezig is.
Voor de koorleden van 't
Snoertje blijft het in
hoofdzaak een vrijetijds
besteding, los van alle da
gelijkse beslommeringen,
't Snoertje bestaat intus
sen zowat een twintigtal
jaren en heeft heel wat
optredens, vooral om be
paalde aktiviteiten van an
dere verenigingen op te
luisteren. Dit gaat van het
verzorgen van trouwmis
sen, overlijdens, 11 juli-
vieringen tot inhuldigin
gen en andere. Door de
verscheidenheid van ge
beurtenissen moet ook tel
kens het programma aan
gepast worden en bijge
volg moeten de koorleden
over een uitgebreid en ge
varieerd repertorium be
schikken. Dit brengt ook
mee dat niet alleen spora
disch aan vernieuwing
moet gedaan worden maar
dat de dirigent voor
«nieuw materiaal» moet
zorgen en het zelf instu
deren.
Edg. Van Den Brulle kan
natuurlijk niet alle taken
vooral omdat hij bij zovele
zangkoren werkzaam is.
Daarom heeft hij enkele
jaren terug de organisatie
van het Snoerke in handen
gegeven van Willem de
Ketelbutter, die niet al
leen zorgt voor de admini
stratieve kant van het koor
maar ook de liederkeuze
maakt en de eventuele be
slommeringen in de goede
plooi legt. Alles wordt dan
achteraf met enkele men
sen samen besproken op
een herhaling van het koor
want elk lid heeft hier zijn
inspraak.
Dat het repertorium van
het Snoerke thans uitge
breid is tot een honderdtal
liederen is een groot voor
deel want vermits ze heel
goed gekend zijn door alle
koorleden geeft dit de
kans om rustig naar een
optreden te gaan, een pri
mordiaal element voor het
welslagen van een optre
den. Plankenkoorts is er
nauwelijks zodat zij be
heerst voor een perfekte
uitvoering kunnen zorgen,
dit natuurlijk naar het kal
me voorbeeld van hun di
rigent die hen met een gro
te graad van zekerheid
door alle moeilijkheden in
de goede banen leidt. Dit
kan men gerust van E.
Van Den Brulle zeggen,
dat hij werkelijk een toon
beeld van kalmte is vóór
een optreden, en moest hij
dan toch zenuwachtig zijn
dan is het toch zeker zeer
verdoken dat vooral zijn
koorleden het niet
merken.
Dat hij werkelijk voor dit
vak leeft, heeft hij bewe
zen door in 1982 toen hij
gedurende drie jaar lang in
de muziekschool te Aalst
lessen volgde bij Chris
Crombeen die naar hij zelf
zegt «mij veel geleerd
heeft behalve dirigeren».
Toch leidde hij daar al het
koortje van de klas dat bij
speciale gelegenheden
optrad.
Dirigent van andere koren
Edgard Van Den Brulle is
een dirigent die weinig aan
het toeval overlaat als hij
een lied aanleert. Of hij nu
te doen heeft met een jong
publiek of met andere
mensen maakt voor hem
geen verschil uit. Overal
gaat hij even precies te
werk en elk koor weet bij
ondervinding dat hij zich
gewetensvol van zijn plicht
kwijt. Hij rafelt als het
ware elk aan te leren lied
uit en er zijn maar weinig
koorleiders die op een der
gelijke manier te werk
gaan: nuancering en dictie
vormen zijn hoofdelemen
ten voor een geslaagde uit
voering.
In zijn hobby is E. Van
Den Brulle zowat een glo
betrotter in onze streek
want naast het Snoertje is
hij nog aktief in verschil
lende andere zangkoren
die doorgaans gesticht
werden in de schoot van
gepensioneerdenbonden
Als «zingend lid» van het
koor Singhet Fro uit Mere
trad hij ook op als dirigent
maar dan slechts als ver-
Erpe-Mere. Het zangkoor van Papegem onder leiding van dirigent Van den Bruggel
(uiterst rechts) (jv)
vanger, of opvolger van
Zr. Beatrijs, die op een
zeker ogenblik naar een
ander klooster overge
plaatst werd. Deze taak
vervulde hij tot na de
komst van Frans Mathieu,
de nieuwe koorleider van
Singhet Fro, op suggestie
van E. Van Den Brulle.
Toch bleef hij aktief in het
Meerse koor en moest tus
sendoor toch als vervan
gend dirigent het koor
leiden.
Drie jaar terug is hij be
gonnen met het WG-
koor dat uit mensen be
staat met een Vlaams Na
tionale strekking. Het zijn
gepensioneerden die de
bedoeling hadden om ook
met een eigen koor naar
buiten te treden. Zij wil
den allereerst iets brengen
aan de eigen «passieve»
leden en na een paar her
halingen bleek dat met de
ze zangers veel te bereiken
viel. Tweemaal per maand
hebben zij een zangstonde
maar op het ogenblik is dit
schema voorlopig veran
derd want in het teken van
een tornooi, dat in de
maand mei in Ekeren
doorgaat, is het aantal her
halingen natuurlijk sterk
opgedreven om er een
goed figuur te slaan. Het is
een tornooi van zangkoren
die deel uitmaken van een
plaatselijke gepensioneer-
denbond. Voor deze wed
strijd moet men twee vrije
en één opgelegd stuk uit
voeren.
Sinds de oprichting van
hun koor worden al hun
feestjes opgeluisterd door
wat zij nu noemen hun
eigen Renaat Van Daele
koor. Zij brengen door
gaans tweestemmige liede
ren en hun repertorium is
intussen al tot een vijf
tigtal liederen opgelopen.
Men leert zelfs minstens
één lied per herhaling aan
wat een uitzonderlijke
prestatie mag genoemd
worden.
Ook met dit koor volgt hij
het gewone stramien van
de optredens die zich
eveneens toespitsen
- naast de feestjes - tot
het opluisteren van missen
en andere belangrijke ge
beurtenissen.
Intussen dirigeerde hij ook
nog een aantal jaren het
koor van Erondegem maar
bij «toeval» verzeilde hij
ook in Lede. Door bepaal
de omstandigheden kon
koster J. Heiremans op
een gegeven ogenblik zijn
koor niet meer leiden en
dit juist op een moment
dat de herhalingen zeer
noodzakelijk waren. Door
toedoen van Cesar Roels,
een zingend lid van 't
Snoerke maar die ook ak-
tieve zanger was in het
KBG—koor van Lede,
kwam hij op de warme
aanbeveling naar Lede.
Hier zou hij louter de
Paasmis - als vervanger -
voorbereiden. Hieraan
was echter een plezante
anekdote aan verbonden:
voor het eerste optreden
kwam C. Roels zijn gele
genheidsdirigent afhalen
maar door de fout van een
kermiskoers werden zij
onderweg opgehouden en
kwamen een kwartier te
laat voor de dienst. Geluk
kig had de deken van Le
de, samen met een drie
honderdtal gepensioneer
den, op hen gewacht om
van start te gaan. Geluk
kig voor hem (nadien niet
meer zo gelukkig) verliep
alles zeer vlot en kon men
van een uiterst geslaagde
uitvoering spreken. Niet
alleen de deken van Lede
was entoesiast maar ook
de koorleden die zijn kun
dige leiding zodanig op
prijs stelden dat zij met
aandrang verzochten om
te willen blijven en hen als
een goed zangkoor te wil
len opleiden. Zij verkozen
hem boven iemand anders
en bijgevolg dirigeert hij
nu al drie jaar het zang
koor van de gepensioneer-
denbond van Lede.
Van Lede belandde hij in
het naburige Papegem en
dit nog in groter «toevalli
ge omstandigheden». In
1987 werd hij er uitgeno
digd door twee mensen om
er enkele kerkzangers te
dirigeren die hun mis
moesten opluisteren ter
gelegenheid van hun veer
tigjarig huwelijksjubi
leum. Deze misviering was
terzelfdertijd bestemd
voor de zuster van R. Go-
defroid die op dat ogen
blik ook veertig jaar ge
profest was. Alhoewel er
enkele zangers aanwezig
waren dirigeerde hij er in
feite het volk, samen met
koster Frank Van Tittel
boom, eveneens een Me
renaar die er echter woon
achtig is.
Uitgenodigd op de recep
tie, vroeg men hem om de
kerkzangers te willen
voorbereiden en dirigeren
voor de Kerstmis, maar
men kreeg een negatief
antwoord vermits hij «be
slist geen tijd» had. Men
voerde échter enkele stevi
ge pinten aan, genoeg in
aantal om hun vraag nog
eens te herhalen en Ed
gard bezweek aan de
smeekbede met het gevolg
dat hij het voorstel aan
vaardde. Deze doodgewo
ne kerkzangers waren niet
gewoon aan een dirigent
en hij kende er een zeer
moeilijk begin. Toch is hij
er in een paar jaar tijd in
geslaagd om deze mensen
tot op een zeker peil te
brengen. Zij leren echter
geen profane liederen aan
want zij beperken zich tot
het opluisteren van de mis
sen in eigen midden.
Bij het kerkkoor van Pa
pegem heeft hij al heel wat
bereikt. Zoals praktisch
alle kerkkoren beging ook
dit van Papegem de fout
dat men weinig aandacht
had voor de juiste uit
spraak en het samen be
ginnen. Hier heeft hij aan
de zangers aangeleerd wat
beleving van tekst bete
kent, hoe bepaalde woor
den tot hun recht komen
bij een goede dictie, hoe
men de klemtoon legt en
wat een crescendo aan een
interpretatie kan verande
ren. E. Van Den Brulle
hield er de teugels streng
maar daarvan plukt men
nu al de vruchten want
tussen het Papegemse
koor van een goed jaar
terug en dit van het huidig
ogenblik bestaat geen ver
gelijking meer: zij mogen
thans gehoord worden,
zoals men zegt.
Of dat dit allemaal nog
niet genoeg was, kreeg hij
een paar maanden geleden
een voorstel om enkele
zangers van de KBG-Mere
te komen opleiden. Voor
zitter Edg. Flobert zat er
enkele tijd mee in het
hoofd om in zijn fantas
tisch florerende gepensio-
neerdenbond ook een
koor te stichten. Hoe kon
het anders of men dacht
aan een dorpsgenoot en de
keuze viel eens te meer op
Edgard Van Den Brulle.
Hij werd gepolst door se-
kretaris Maur. Van Den
Eeckhout en dit was nu
juist de man aan wie Ed
gard nooit iets weigeren
zou want voegt hij er zelf
aan toe: «Ik zal nooit ver
geten wat die gebuur voor
ons gedaan heeft ook al is
het vele jaren terug».
In Mere is het geenszins de
bedoeling om een kerk
koor te stichten maar wel
een zanggroep bij elkaar
te brengen met de bedoe
ling op een eigen manier
de vrije tijd te benutten
met iets wat men graag
doet. Zij vormen slechts
een sektie zoals de andere
clubs van de afdeling wat
niet wegneemt dat zij in
het kader van de derde
leeftijdsgroep later wel
eens zullen optreden,
maar dat is nog toekomst
muziek.
Dit betekent dat E. Van
Den Brulle thans aktief is
bij vijf koren warvan er
toch drie tot een gepensio-
neerdenbond behoren. Hij
wordt daarnaast ook ge
noemd als de «volksdiri
gent» bij Broederband
waar hij zeker geen onbe
kende is.
Dit jaar gaat hij met 't
Snoertje nog naar Duits
land waar zij een feestop-
treden verzorgen. In Kort-
rijk valt hen de grote eer
te beurt om er afzonderlijk
op te treden tijdens de 11
juliviering.
Wat Edgard nog het meest
Erpe-Mere. Dirigent Van den Brulle tijdens een herhaling van het pas opgerichte
zangkoor van KBG Mere (jv)
aan het hart ligt is het
optreden tijdens de mis
voor Staf De Clercq in
Lennik waar hij de muzi
kale leiding waarneemt.
Wat maakt nu het sukses
van koorleider E. Van
Den Brulle? Hijzelf ver
moedt dat het komt door
het feit dat hij goed kan
omgaan met mensen en we
weten zelf uit ervaring dat
hij van geen kwinkslag
vervaard is en dat een sap
pige mop, vóór de herha
ling verteld, de zangers
van de meeste nervositeit
ontdoet. Bovendien is hij
zodanig door de microbe
gebeten dat hij moeilijk
«nee» kan zeggen als het
gaat om te dirigeren. Bo
vendien blijft hij een een
voudig muzikant, zonder
misgroeiing want hij geeft
aan de beteren wat hen
toekomt. Ook deze visie
geeft nog meer gestalte
aan tomeloze inzet die op
vele plaatsen zeer hoog ge
waardeerd wordt en van
hem een geliefd koorleider
maken in volle eenvoud
bij eenvoudige zangers.
IV
n - 1
Aalst. De kinderen waren ook van de partij (a)
Aalst. De verantwoordelijken en de hoogwaardigheidsbekleders (a)
Naar aanleiding van de 28' verjaardag van de troonsbestijging van koning Hassan
II van Marokko heeft de Vereniging van de Arabische Kuituur van Aalst en
omstreken en de Vriendenkring van Marokkaanse werknemers en handelaars uit
Temse en omstreken, in het Volkshuis te Aalst een feest georganizeerd met zang
en dans en een filmvoorstelling.
Het werd een kulturele namiddag die door heel wat belangstellenden werd
bijgewoond, niet alleen door Marokkaanse mensen, maar ook door vele
Belgische vrienden en kennissen.
Op het programma volksdansen en volksliederen, Arabische muziek en een
optreden van een buikdanseres.
Tijdens het feest werd onder meer gezegd dat sinds de Marokkaanse gemeen
schap zich gevestigd heeft in Aalst - en dat is nu al enkele jaren - er nooit grote
problemen zijn geweest, niet met de rijkswacht, niet met de gemeentelijke
politiediensten. Dat maar om aan te tonen dat de goede samenwerking mogelijk
Aalst. Er werd ook gemusiceerd (a)