Schola Cantorum Aalst
dertig jaar
suksesrijk aktief
Al zingend door vijf kontinenten
14 - 29.6.1990 - De Voorpost
Met koncerten te Aalst en in diverse andere Vlaamse steden door een Australisch orkest en zangkoor in
samenwerking met Cantate Domino Aalst haalt de Schola Cantorum van het Sint-Maarteninstituut met een
koncertreis naar India, Singapore en Australië een orgelpunt in haar dertigjarige werking. Een orgel- en
hoogtepunt maar geen rustpunt.
Wat drijft E.H. Michaël Ghijs, dirigent, motor en bezieler van dit gereputeerd ensemble om jaar in jaar uit, drie
decennia lang met ieder jaar een eeuwig herbeginnen om zulks vol te houden met studenten wiens eerste taak
het is te studeren?
Als priester vooreerst via gezang de dienst des Heren luister bijzetten. En verder ook zijn muzikale begaafdheid
en drang om zijn dromen met zijn koor te realiseren. Toch stelt hij dat voor studenten studeren prioritair staat
Dat ze er ook nog tijd voor vinden om twee keer daags en op zaterdagen te komen repeteren is een kwestie van
organisatie en zelfdiscipline. Waar andere jongens hun vrije tijd gebruiken met o.m. voetballend of gekluisterd
zitten vóór de beeldbuis gebruiken de koorzangers van Cantate Domino hun vrije tijd om te zingen. Zo eenvoudig
is dat. Maar men moet het in de werkelijkheid kunnen waarmaken.
Dat hun jaarlijkse koncertreizen een valabele beloning zijn en een motivering om in het zangkoor te treden en
te blijven zal wel niemand betwijfelen.
Dit jaar gaat hun wereldreis naar onze antipoden. Daarmee hebben ze dan niet alleen quasi alle landen van
Europa aangedaan, die van het Oostblok incluis, doch alleszins de 5 kontinenten. «Komt er ooit eens een trip
naar Antartica?»
Dertig jaar zingen en reizen
In 1961 maakte Cantate Domino zijn
eerste koncertreis. Het zong in Til
burg, Düsseldorf, Keulen, Maria-
Laach, Echternach en ook voor de
Eurovisie via de Luxemburgse Tele
visie.
In 1963 werd de Schola Cantorum
Cantate Domino voor de eerste
keer door ons vorstenpaar op het
Koninklijk Paleis ontvangen. Na
een eerste plaats op het Pueri Can-
tores-Congres te Loreto in Italië en
een privé-audiëntie bij Paus Paulus
VI kreeg het belangrijke engage
menten.
Zo werden in die jaren de Kerstcan
tate van Honegger, het War Re
quiem van Britten, het Stabat Mater
van Pergolesi en de Rubenscantate
van Benoit voor de Belgische Radio
en Televisie gezongen o.l.v; F. De-
vreese.
Suksesrijke reizen naar Wenen en
Salzburg bekroonden het harde
werken van zangers en dirigent.
Ondertussen waren zij herhaalde
lijk laureaat Radioschoolkoor en
rangschikten zij zich bij de Belgi
sche koren op het Internationaal
Muziekfestival voor de jeugd te
Neerpelt.
Na een eerste optreden in de Lon-
dense Queen Elisabeth Hall, met
onder meer de bekende Ceremony
of Carols van Britten, togen zij naar
Tsjechoslovakije en traden er op in
belangrijke muziekcentra als Praag
en Karlovy Vaiy.
In november 1968 brachten zij tij
dens een galaconcert voor ontwik
kelingssamenwerking de eerste uit
voering in België van Handels Or
gelconcerto opus IV nr. 4 in G met
alleluia. Een nokvolle Gentse Ope
ra bracht toen hulde aan Cantate
Domino, Jo Van Eetvelde en de
Solisten van het Belgisch Kameror
kest onder leiding van Georges
Maes Datzelfde jaar bezochten zij
ook San Sebastian, Lourdes, Li-
sieux, Saumur en Saint-Laurent-
sur-Sèvre.
Kerstmis 1968 werd bijzonder luis
terrijk. Zij kregen in Brussel «De
Gouden Ster» en in Londen creëer
den zij Jos Wuytacks Kerstcantate,
samen met het Orffensemble van
het Lemmensinstituut. Dit werk
werd live geregistreerd en op plaat
vastgelegd. In de volgende jaren
werd nogmaals Tsjechoslovakije
bezocht.
Naar de States!
Alles verzinkt echter in het niet met
de in 1970 gemaakte koncertreis in
de Verenigde Staten. Een maand
lang toerden zij doorheen de U.S.A.
en gaven ze talrijke optredens, on
der meer in Washington, New York
en Dallas.
In 1971 was het onvergetelijke hul-
dekoncert in memoriam Dom Re-
naat Van Hecke beslist het hoogte
punt. Minutenlange staande ovaties
en verscheidene integrale uitzen
dingen van dit koncert via de beide
nationale zenders ingevolge de
honderden aanvragen getuigen van
de bijzondere waarde van dit kon
cert. Een jaar later verscheen een
langspeelplaat met de indrukwek
kendste fragmenten van dit kon
cert.
1972 bracht naast de optredens voor
het Festival du Hainaut te Charle
roi, Mons en Brussel, waar Cantate
Domino zijn medewerking verleen
de aan de uitvoering van het War
Requiem van Britten onder leiding
van M. Davis, ook de eerste uitvoe
ring in België van Bachs Johannes-
veerden zij in de D.D.R. en reisden
vervolgens door naar Polen.
De reis bereikte een muzikaal hoog
tepunt met een koncert te War
schau.
Na Polen stonden zij paraat voor
een geslaagde deelname aan het
Festival van Vlaanderen in het
raam van het tot abdijenjaar gepro
moveerde 1973.
Naast een tweede Israëireis nam
Cantate Domino ook deel aan de
uitvoeringen in de Nationale Opera
te Brussel van Hindemiths werk
«Wir bauen eine Stadt», terwijl zij
Zingen voor koning en koningin
zen, oogstte Cantate Domino een
ongeëvenaard sukses tijdens een
eucharistieviering en een koncert in
de met een sublieme akoestiek ge
zegende Regensburger Dom (juni
1976).
Bachs motet Jesu meine Freude,
Pestrina's Missa 1ste Confessor en
Durantes Magnificat werden er
onthaald op een staande ovatie, en
dit in het hol van de leeuw!
Datzelfde Magnificat verscheen het
volgende jaar op plaat.
Het sukses van de eerste U.S.A.-
reis vond een herhaling in 1976:
Cantate Domino verzorgde er tal
rijke koncerten in Charlotte, Prin
ceton, Hamsburg en Philadelphia,
dit in het kader van de Bicentan-
nial-viering en van het Intematio-
Washington (St-Matthews Cathe
dral), Alexandria, Fredericksburg
en Port Washington. Het najaar van
1980 werd ingezet met een vijftal
uitvoeringen van les Beautitudes,
een oratorium van C. Franck, onder
leiding van P. Bartholomée.
Het knapenkoor verleende zijn me
dewerking aan een grootse uitvoe
ring van het Te Deum van H. Ber
lioz onder leiding van Cl. Abbado
(Festival van Vlaanderen - Gent).
Het jaar daarop verleenden zij hun
medewerking aan de achtste en de
derde symfonie van G. Mahler on
der M. Tilson Thomas. Ter gelegen
heid van de viering van het vijfhon
derdjarig bestaan van de St. Marti-
nuskerk in Aalst verleende Cantate
Domino zijn medewerking aan de
Cantate Domino voltallig
passion in originele uitvoeringspra-
xis. Deze uitvoering onder leiding
van M. Scheck werd een geslaagd
experiment in de eigentijdse drang
naar authenticiteit. Datzelfde jaar
bracht hun ook een koncertreis
doorheen Frankrijk en Spanje, wel
ke begon met een optreden in Pa
rijs. Niet minder dan driemaal zon
gen zij in een stampvolle Notre Da
me.
In de Saint-Eustache, het muzikale
hart van Parijs, luisterden zij de ar-
tiestenmis op en gedurende acht
dagen verleenden zij hun medewer
king aan de Lourdesbedevaarten.
Bijzonder ontroerend klonk in de
traditierijke Montserrat-basiliek de
stralende serenade van Cantate
Domino na de unieke koorklank
van de wereldberoemde Escolania.
Ook de kathedraal van Barcelona
en de romaanse katedraal van Jak-
ka, vormden luisterrijke ruimten
voor dit verfijnde koor. Met Kerst
mis 1971 waren zij voor het eerst in
Israël. Cantate Domino zong er te
Bethlehem op uitnodiging van Mgr.
Raya, aartsbisschop van Galilea.
Naar het Oosten
In 1973 trokken zij oostwaarts. Via
Wolfsburg, waar zij het publiek bij
zonder geestdriftig maakten, arri-
Cantate Domino bij de Paus ontvangen
van de zo suksesrijke Johannespas-
sionuitvoeringen een jaarlijkse tra
ditie wilden maken.
In 1974 stonden de Grote Passionen
van Bach centraal. De medewer
king van Cantate Domino te Aalst,
Dendermonde, Hasselt, Oudenaar
de en Luxemburg onder leiding van
Jean Jakus gaf aanleiding tot loven
de perskritieken. Hij leidde ook in
Brussel (Paleis voor Schone Kuns
ten) de uitvoering van Mandu Cara-
ra en Chorus van Villa-Lobos, een
nieuwe ervaring voor het koor.
Samen met het befaamde Poolse
ensemble voor oude muziek, de Ca-
pella Bydgostiensis, bracht Cantate
Domino tijdens zijn jaarlijks jubel-
koncert de creatie in België van het
onbekende Requiem van Zwierz-
chowski, een vergeten meesterwerk
van monumentale barokmuziek. In
december van dat jaar zong het
koor het Weihnachtsoratorium van
Bach onder leiding van L. Gras.
De suksesrijke uitvoeringen van
Bachs Passionen werden verderge-
zet, en in mei 1975 bracht het koor
een bijzonder gewaardeerde uit
voeringvan Bachs meesterlijke mo
tet Jesu meine Freude (Live-uitzen
ding BRT 3). In de zomervakantie
van datzelfde jaar vinden wij het
koor terug tijdens een vier weken
lange tournee door Zuid-Afrika,
waar het een twintigtal koncerten
gaf. De SAUK realiseerde een op
name van Handels Coronation An
thems. Kerstmis '75 werd door de
zangers in Rome gevierd. Het koor
luisterde er enkele eucharistievie
ringen op ter gelegenheid van het
Heilig Jaar.
Wiener Sangerknaben
Begin 1976 ontving Cantate Do
mino het Consortium Musicum
Viennensis, een kamerorkest be
staande uit oud-leden van de Wie
ner Sangerknaben, dat de koorkna
pen zou begeleiden voor de plaa
topname van het Stabat Mater van
Pergolesi. Uitgenodigd voor de vie
ring van het duizendjarig bestaan
van het wereldberoemd knapen
koor, de Regensburger Domspat-
naal Eucharistisch Kongres.
Ook 1977 werd een buitengewoon
suksesjaar: in Aalst zong het koor
voor de zevende keer de Johannes-
passion van Bach. In het buitenland
trad het koor op in Lourdes,
Straatsburg (Frankrijk) en in Tur
ku, Helsinki (Finland), terwijl de
kerstvakantie hen voor de derde
keer naar het Heilig Land voerde.
De traditie voor het uitvoeren van
grote barokoratoria bereikte zijn
hoogtepunt in 1978. Cantate Domi
no zong tijdens drie uitvoeringen
van Handels Messiah onder leiding
van André Vandernoot.
Naast talrijke grote namen uit de
internationale muziekwereld ver
leende het koor zijn medewerking
aan het Festival de Musica Religio-
sa in Popayan (Colombia, Goede
Week 19791.
De Messian van Handel, onder lei
ding van Michaël Ghijs, werd
rechtstreeks door de Colombiaanse
televisie uitgezonden en werd er
met zuiders temperament onthaald.
Veertien dagen later zong het kna
penkoor, samen met de Berliner
Sting-Akademie en het Radio-Sin-
fonie-Orchester, onder leiding van
Hans Hilsdorf, de Mattaüspassion
van Bach in Huy.
Zingen in de Eeuwige Stad
Onvergetelijk echter was het optre
den in Rome voor Paus Johannes
Paulus II in november 1979. Terwijl
de Poolse hymne Gaude Mater Po-
lonia nog nazinderde over het im
mense St-Pietersplein, onderhield
de H. Vader zich persoonlijk met de
zangers en begeleiders en tekende
het Gulden Boek.
De viering van het twintigjarig be
staan van het koor leidde tot een
hoogtepunt in de geschiedenis van
Cantate Domino.
Onder de leiding van Prof. Dr. L.
Lützen zong het koor driekeer de
Mariavespers van Claudio Monte
verdi.
In juli 1980 waren zangers en diri
gent opnieuw te gast in de Verenig
de Staten; er werd opgetreden in
New York (St-Patricks Cathedral),
uitvoering van Feremans' Bronzen
Hart.
Het Jubeljaar werd afgerond met
een geslaagd experiment: Cantate
Domino zong (voor de zevende
keer reeds) Bachs Weinachtsorato-
rium, begeleid door de Aalsterse
Symfonie Door Eendracht Groot
en met solisten uit eigen stad.
Het Magnificat van Bach en het
aartsmoeilijke jeugdwerk van Han
del Dixit Dominus sierden het pro
gramma van het jubelkoncert uitga
ve '81. In december van dat jaar
vertrok Cantate Domino voor een
veertiendaagse «wereldreis» naar
het Verre Oosten. Japan en Taiwan
ontvingen de Aalsterse zangers met
een onbekende gastvrijheid. In de
katedraal van Tokyo werd een live
plaatopname gerealiseerd en in de
Sun Yat Sen Memorial Hall in Tai
pei bekroonde een galakoncert van
het koor de onafhankelijkheidsher
denking van Taiwan.
Het Japanse en het Chinese publiek
werd vooral bekoord door
Palestrina's Missa Papae Marcelli
en de opvoering van Mozarts jeugd
werk, de opera Bastien und Bas-
tienne.
In februari 1983 was Cantate Do
mino te gast op het Internationaal
Festival voor Knapenkoren te Poz-
nan (Polen).
Michaël Ghijs dirigeerde er een op
gemerkte Messiah. Dit werk werd in
april van datzelfde jaar hernomen
in een aantal Vlaamse steden, sa
men met de Filharmonie van Ant
werpen onder leiding van André
Vandernoot. 1983 werd besloten
met de realisatie van een LP met
Advents- en kerstliederen van L.
De Vocht. Het koor bracht de
Nieuwjaarsdagen door in Israël
waar het reeds voor de vierde keer
voor een koncertreis te gast was.
Zingen in het zilver
Het zilveren jubileumjaar 1984 werd
met veel luister gevierd met drie
suksesrijke uitvoeringen van Han
dels monumentale koororatorium
Israël in Egypt. Het koncert werd
bijgewoond door Prinses Paola,
prinses Astrid en Premier Martens.
In juli '84 trad het koor op in Lour
des tijdens de jaarlijkse bedevaar
ten van het bisdom Gent en onmid
dellijk erna zette het voor de tweede
keer koers naar het Verre Oosten
met bestemming Signapore en Tai
wan.
1985 werd uitgeroepen tot het Bach-
en Handeljaar. Cantate Domino
droeg zijn steentje bij met de uitvoe
ring van Bachs Johannespassion en
Handels Messiah. Het verleende te
vens zijn medewerking aan de Lu-
kaspassion van K. Penderecki in
Keulen en Altenberg onder leiding
van Volker Hempfling.
Dit werk werd hernomen in juli '85
tijdens Europa Cantat in Straats
burg, samen met het Te Deum van
H. Berlioz o.l.v. Kazimierz Kord.
Het koor vulde zijn «pijlers in de
muziekliteratuur» aan met de Hohe
Messe van Bach, uitgevoerd in
Brussel, Gent en Aalst in mei 1986.
Tijdens de zomervakantie ging Can
tate Domino de Spaanse toer op.
Het nam deel aan het Festival Inter
national de Musica de Cantonigros
in Catalonië en reisde vervolgens
door naar Venezuele, waar het o.m.
de plechtigheden voor de nationale
feestdag opluisterde in de kathe
draal van Caracas. In het Teatro
Teresa Carreno trad het samen op
met de bekende Schola Cantorum
de Caracas onder leiding van Alber-
to Grau en werd het onthaald op
een warm Zuidamerikaans applaus
van meer dan duizend melomanen.
1987 werd het jaar van de zwane-
zang, zeker niet die van Cantate
Domino, maar wel de cyclus dub-
belkorige motetten Opus Ultimum
van H. Schütz. Het werkjaar werd
bekroond met een prachtige kon
certreis in de Sovjetunie. Cantate
Domino trad er op in Moskou en
Leningrad en was tevens te gast in
Vilnius voor de viering van zeshon
derd jaar kristendom in Litouwen.
Het bezoek aan de USSR is voor de
leden zonder twijfel één der leer
rijkste ervaringen in hun koorkar-
rière geweest.
In september '87 bracht het koor
voor het Festival van Vlaanderen in
Antwerpen de Missa Pascalis van de
Vlaamse barokkomponist W. de
Fesch. In de Kerstvakantie vinden
wij Cantate Domino terug in Tai
wan en Thailand tijdens een ge
slaagde tiendaagse koncertreis.
Handel duikt opnieuw op in 1988,
wanneer Cantate Domino vier uit
voeringen van zijn minder bekend
oratorium Solomon geeft. In het ka
der van het Festival de Wallonië
verleende het koor opnieuw zijn
medewerking aan de acntste symfo
nie van G. Mahler, dit keer in Na
men onder leiding van Pierre Cao,
met de orkesten van de RTBF en de
RTL. In juli en augustus werd voor
de tweede keer Zuid-Afrika be
zocht. Het koor trad er op in missie
posten, kerken en koncertzalen
voor zwarten, kleurlingen en blan
ken en kreeg ruim de kans om er de
bonte mengeling van kuituren te le
ren kennen. Kroon op de reis was
een optreden in het Staatstheater in
Pretoria en een radio-opname bij
de SAUK, waar een koncert met
een zwart koor, de Vaal Reef Cho-
rusters, werd gegeven. Tijdens het
Festival van Vlaanderen (1988) ver
zorgde Cantate Domino een ge
slaagde uitvoering van Purcells ope
ra Dido Aeneas, en op 11 novem
ber '88 verleende het koor zijn me
dewerking aan de viering van 70 jaar
Wapenstilstand met het War Re
quiem van Britten o.l.v. Laszlo Hel-
tay in de St-Niklaaskerk te Diksmui-
de voor Eurovisie.
In '89 werd Haendels «Solomon» in
Poznan (Polen) uitgevoerd doch de
koncertreis naar Australië moest
wegens omstandigheden worden
uitgesteld naar 1990.
Over dit gebeuren leest u elders in
dit blad meer.