Balinese kunst centraal in
Kultureel Centrum Affligem
Balinese
Kunst
Historische en mytologische achtergrond
van Balinese kunst
De batik techniek
Ten voordele
van Affligemse
missionarissen
De Voorpost - 10.8.1990 - 11
Het Kultureel Centrum van Affligem organizeert in samenwerking met
KWB Hekelgem en Interflza Teralfene (deze laatste vereniging groepeert
de missionarissen van Teralfene die in Zaire werkzaam zijn) een uitzonde
rlijke tentoonstelling met Balinese kunst. Dat wil zeggen zeer fraai en
kunstig houtsnijwerk, juwelen, zijde en natuurlijk de wereldvermaarde
batiks. Van 11 tot en met 26 augustus kan men deze tentoonstelling gaan
bekijken in het Kultureel Centrum van Affligem, op zaterdag van 14.30 tot
20.00 uur, op de zon- en feestdagen van 11.00 tot 12.00 en van 14.30 tot
20.00 uur en op de weekdagen op afspraak (053/66.70.25.). Onder de
bezoekers wordt een prachtig ebbenhouten beeld ter waarde van 15.000 fr
verloot.
Balinese kunst
De tentoonstelling "Balinese
Kunst" bevat meer dan 500 origine
le houtsnijwerken, batik en schil
derijen rechtstreeks overgevaren
uit Bali. De beelden gesneden uit
drie verschillende houtsoorten -van
het bijna zwarte ebbenhout, een
donkerbruine houtsoort en een bij
na witte- zijn de illustraties van twee
heldendichten de ramayana en de
mahabaratha. Sommige ervan zijn
getrouwe kopieën van werken uit de
tienduizend Balinese tempels. An
dere zijn geïnspireerd op de hindoe
kuituur. Spilfiguren uit de legenden
zijn Rama en Sita. Zij worden het
meest afgebeeld, maar ook afbeel
dingen uit het dagelijks leven zitten
in de kollektie vervat.
Alles is zo kunstig en perfekt gesne
den dat we de Balinese kunst, ook
de kunst van het geduld noemen.
Inderdaad, sommige beeldjes zijn
pas na zes maand kappen, snijden,
afwerken en polijsten klaar.
Hetzelfde kan gezegd worden van
de batik-schilderijen die volgens
een oeroude wastechniek ge-
kreëerd worden en waarbij niet
minder dan zestig verschillende mo
tieven de symbolen vormen die in
houd hebben. Ook de schilders vin
den hun inspiratie in de rijke hin
doekuituur.
Animatie en demonstratie
Gedurende de tentoonstelling zal
het publiek getuige kunnen zijn van
de kunstvaardigheid en de artistie
ke begaafdheid van een echte hout-
snijbewerker uit Bali. Beeldhouwer
Ida Bagus Sumartha snijdt er met
een eindeloos geduld de mooiste
figuren in het hout, terwijl er ook
Balinese dansen worden vertoond.
Een ideale gelegenheid om uitge
breid kennis te maken met de ver
schillende vormen van de Balinese
kuituur.
Een vleugje geschiedenis
Het staat niet vast dat de chinezen
in hun oudste oorkonden met Bali
het hindoerijk bedoelen in de Indo-
Een wit weefsel, mori genaamd, wordt vooreerst in een bad aardnoot-
'olie gedrenkt, waarna het gedompeld wordt in een bad met water in
rijststro om alzo de overtollige olie weg te nemen.
Vervolgens wordt het weesfel glad gestreken, op een plan openge-
spreid, het wordt beklopt met een houten lat en nadien gedroogd. Dan
brengt de kunstenaar met potlood de tekening op het doek en duidt
met een afzodnerlijk teken elk te kleuren deel aan.
De omtrek van deze tekening wordt dan zowel op de voor- als
achterzijde gemaakt met vloeibare, hete was die langzaam vloeit. Zo
kan de kleur niet indringen wanneer de hele stof in een eerste
kleurstofbad wordt ondergedompeld. Om de eerste kleur te bescher
men, zal men het doek terug laten drogen en opnieuw gedeeltelijk met
was bedekken. Dan geburt de tweede kleuring en deze handelingen
worden zo dikwijls herhaald als er verschillende kleuren op het doek
voorkomen. Als eindfase wordt het weefsel in kokend water gedom
peld, waar de was volledig gaat smelten. De "batik" is dan klaar.
Batik is mooi, kunstig, origineel en trekt de westerling aan. Zuiver
van kunst en uitdrukkingen eerlijk in zijn techniek. Een kunstwerk dat
in elk "Europees gezin met smaak" thuis hoort.
nesische archipel. Maar het is mo
gelijk. De eigenlijke geschiedenis
van Bali begint in de negende eeuw,
met de grote migratie uit Java na de
val van Midden-Java.
Op het einde van de 10e eeuw
bracht de Oostjavaanse vorst Dhar-
mawangsa het eiland onder Javaan
se heerschappij, waaronder het vijf
eeuwen bleef, tot in het begin van de
16e eeuw het Javaanse Madjapahit
onder de islam bezweek en er een
grote volksverhuizing plaatsgreep
van hindo-Javanen naar Bali. De
kuituur van deze laatsten bleef be
houden.
In de 17e eeuw deed sultan Agung
nog een poging om het eiland te
onderwerpen, maar dat lukte niet,
dankzij de dappere tegenstand van
de Balinezen.
De eerste kontakten met Neder
land dateren van 1597, maar tot in
de 19e eeuw waren die van minder
belang. De Verenigde Oostindische
Compagniet was tevreden met de
slavenhandel die zij met het eiland
kon drijven. Expedities tussen 1846
en 1849 veroorzaakten de eerste
botsingen met de inlandse bevol
king.
Toen een gestrand Chinees schip
geplunderd werd, ontstond de be
kende Balinese oorlog, die eigenlijk
neerkomt op de expedities van 1906
en 1908 met als gevolg de volledige
onderwerping van Bali. Van 1942
tot 1954 werd het eiland door de
Japanners bezet. Het jaar daarop
werd het autonoom en sinds 1950
maakt het deel uit van Indonesië.
De tentoonstelling Balinese kunst
in het Kultureel Centrum van Affli
gem wordt georganizeerd ten voor
dele van de Affligemse missioanris-
sen. Dat zijn er acht. Dom Adreas
Baert o.s.b., een monnik van de ab
dij van Affligem die al sedert 1931
werkzaam is in de missie van
Noord-Tran,svaal en vikaris-gene-
raal is van het bisdom Pietersburg.
Zuster Wivine Bornauw, van de
kongregatie van de Zusters van
Liefde uit Heule die al sedert 1953
werkzaam is in Zuid-Afrika, hoofd
zakelijk als dierektrice van de blin-
denschool "Siloë" in Chunyspoor in
Noord-Transvaal. Zuster Maria
Christiaens van de kongregatie van
de Zusters van Liefde die in 1953
naar Noord-Transvaal vertrok als
verpleegster ener werk in het hospi
taal van Warmbad. Dom Rik De
Wit, o.s.b. uit Liezele, monnik van
de abdij van Affligem en gewezen
aalmozeneier van de plaatselijke
WKS afdeling, die aktief is in de
abdij Subiaco en animator is van
verschillende noodplannen ten be
hoeve van de zwarte bevolking in
Zuid-Afrika. Pater Jozef Van de
Velde, missionaris van de Heilige
harten, die in Zaïre aan het werk is
sedert 1972 en daar verantwoorde
lijk is voor de opleiding van de kate-
chisten in het bisdom Boteka. Pater
Jozef De Vos, missionaris van
Scheut, sedert 1962 werkzaam in
Indonesië, hoofdzakelijk op het ei
land Sulawezi en verantwoordelijk
voor de sociale werken in het gebied
Tantepao. Pater Raf Van Liedeker-
ke, Monfortaan, sinds 1959 werk
zaam in Zaïre vooral in Isangi, waar
hij verantwoordelijk is voor pasto
raal en onderwijs en zuster Jeanne
Van Nieuwenhove van de Jacht uit
Heverlee, die werk in Guatemala in
uiterst moeilijke omstandigheden
en verantwoordelijk is voor de op
leidingvan inlandse zusters in Gua-
temala-city.
Voor velen onder ons zal de naam Ranayana vreemd in de oren klinken.
De Ramayana is namely keen epos, een heldendicht, dat tal van beeldende
kunstenaars in Indonesië heeft geïnspireerd en dat nog steeds doet.
Daarom past het een korte toelichting te geven over dit epos en niet minder
over de achtergrond van dit werk, namelijk het hindoeïsme.
Ramayana, dat het Sanskriet woord
is voor de lotgevallen van Rama, is
een van de belangrijkste werken van
de Indische literatuur. Het is toege
schreven aan een legendarische
dichter of bewerker, Valmiki, ver
moedelijk tussen de 3e eeuw voor
Kristus en de 3e eeuw na Kristus tot
stand gekomen.
Het epos is een vermening van twee
geheel verschillende legenden tot
een enkel verhaal.
Het eerste verhaalt hoe koning Da-
saratha van Ayodya als gevolg van
een lichtvaardige belofte aan zijn
tweede vrouw, zijn oudste zoon Ra
ma onterft ten gunste van Bharata,
de zoon van de tweede vrouw. Ra
ma diende toen 14 jaar lang verban
nen te worden in het oerwoud. Ra
ma, die veel van zijn vader hield,
aanvaardde de verbanning en was
tevens bereid van de troon af te
zien. Hij ging in verbanning verge
zeld van zijn jongste broer Laksma-
na en zijn trouwe echtgenote Sita,
die met hem alle leed en pijn deel
de.
De tweede legende verhaalt de ont
voering van Sita door de demon
Rahwana, heer van Alenka. Deze
had een list gebruikt om Sita te kun
nen ontvoeren. Hij had zich name
lijk in een arme oude man ver
momd, die Sita om voedsel bedelde.
Met de hulp van de apen Anoman
en Sugriva wist Rama na enkele ja
ren zijn echtgenote te redden. Al
die jaren was Sita hem trouw geble
ven. Om haar trouw en onbevlekt
heid te bewijzen, liet zij zich levend
verbanden, docht het vuur kon haar
niet vatten. De geest achter dit werk
is het hindoeïsme. Zo is bievoor-
beeld Rama de inkamatie van Vish
nu, een hondoeïstische god.
In tegenstelling tot wat sommigen
misschien wel denken, is het hin
doeïsme niet louter een godsdienst,
meer eerder een kuituur. Het heeft
zowel godsdienstige als sociologi
sche, ekonomische, literair-histori-
sche en andere aspekten. Het hin
doeïsme duidt de Indische kuituur
aan van ongeveer de laatste 2000
jaar, als voortzetting van de oudere
vedisch-brahamanistische bescha-
- ving.
Het belichaamt principieel alle vor
men van religiositeit en streeft geen
eliminerende selektie na. Het is "to
lerant" in die zin dat het het godde
lijk wil vereren en dat ieder dat ge
loof moet bezitten en die kultus
aanhangen die het beste bij zijn
geestelijk niveau en zijn aanleg,
enz., past.
Een leer die onder een of andere
vorm van het hindoeïsme afwijkt,
wordt niet noodzakelijk als onjuist
beschouwd, maar wel als minder
doelmatig.
Voor vele westerlingen is het polu-
theïstisch karakter van het hin
doeïsme moeilijk te vatten. Vele In
diërs echter zijn van oordeel dat er
geen onderscheid bestaat tussen het
monotheïsme en het polytheïsme.
Deze opvatting kenmerkt de hin
doeïstische overtuging dat het
"brahman" de enige ware werkelijk
heid is, een allesomvattend en abso
luut principe, oorsprong, doel en
stuur van alles wat is. Brahman is
alles en emaneert zich in alles en is
onophoudelijk in de wereld werk
zaam scheppend, bewaren, veran
derend. Welke godheid men dus
ook vereert Brahama, Vishnu of
Shiva, tenslotte vereert men het (of
de) Ene.
Zeer belangrijk is ook het geloof in
"karman", wedergeboorte en een
door het karman bepaalde staat en
situatie en de mogelijkheid tot ver
lossing, dit wil zeggen definitieve
bevrijding van deze noodzaak. Men
wordt dus geboren in de kaste die
men in een vorige existentie heeft
verworven. Dit geloof is onverbre
kelijk verbonden met de dharma-
leer, met de overtuiging dat er een
wetmatige causaal bepaalde en te
gelijk morele wereldorde bestaat,
die zich door de werking van het
karman in het gehele wereldgebeu
ren uit.
Wat de praktijk van de godsdiensti
ge aspekten van het hindoeïsme be
treft, deze is onder meer geke-
nemrkt door een kultus met tem
pels, beelden en symbolen; huiskui
tuur met offeranden van bloemen,
vruchten, spijzen, enz; meditatie,
bedevaarten, processie en gods
dienstige feesten zoals men ze in
Bali nog kan zien.
Voor het sociale leven zijn tot in de
moderne tijd kenmerkend het ka-
stewezen en de afhankelijke positie
van de vrouw. Het filosofisch aspekt
van het hindoeïsme is geen teoreti-
sche wetenschap, maar een hulp
middel met een praktisch doel, na
melijk het verwerven van innerlijke
rust en van harmonie met de godde
lijke macht, de realizatie van de gro
te idealen der zelfverheffing en der
verlossing van deze wedergeboorte.