Meerderheid opgetogen,
oppositie gelaten in Erpe-Mere
Meldertse Vissersclub
«Deo Volente»
gooide stuivers en teerlingen
Tussentijds verslag Mens en Ruimte
De Voorpost - 19.4.1991 - 3
Aalst. De voorzitter van Deo Volente F ons Moeyersoons is meer dan tevreden
In het najaar van 1989 werd een bijzonder krediet toegekend via het intussen wel bekend Fonds Van Den Bossche
waarbij Erpe-Mere over 8,5 kan beschikken. Deze moeten echter wel besteed worden aan projekten ter
bestrijding van de kansarmoede. Bij de aanvang opteerde de meerderheid voor het inrichten van de leegstaande
schoolgebouwen op de wijk Honegem te Erpe. Hiervoor worden de werken trouwens nog dit jaar aangevat en men
voorziet een realisatie van vijf sociale flats, met de bedoeling betere en goedkope woongelegenheid te bieden aan
de meest kwetsbaren. Daarmee beoogt men tevens het wegwerken van ongewenste leegstand en verkrotting. Op
6 november 1989 heeft het gemeentebestuur de vzw Mens en Ruimte belast met het uitvoeren van een
onderzoeksopdracht die als voorbereiding moet dienen voor een welzijnsplan en de begeleiding van welzijnspro-
jekten. Toen de eerste resultaten in de jongste gemeenteraad door een vertegenwoordiger van Mens en Ruimte
toegelicht werden kreeg hij applaus van de meerderheid maar de oppositie bleef er gelaten bijzitten aangezien
zij niet met alles akkoord konden gaan.
Toch had de CVP-fraktie, rekening
houdend met de kostprijs, hogere
verwachtingen gesteld dan uit een
eerste verslag zou blijken. Maar
heel wat ideeën in studie maken
echter veel goed vooral omdat de
aandacht toegespitst wordt op het
sociale beleid dat door het OCMW
moet verwezenlijkt worden. De ver
tegenwoordigervan Mensen Ruim
te vatte zijn tussentijds verslag aan
met de subsidiëring aan de gemeen
tebesturen waarbij een tweevoudi
ge bedoeling gemoeid is. Enerzijds
de problematiek van de kansarmoe
de en anderzijds vier consulten die
er aan verbonden zijn. Hij geeft zijn
advies aan de hand van vier tema's.
Administratie en OCMW
Hier werden in de studie een
scenario's vooropgesteld met in de
eerste plaats de centrale huisvesting
in een nieuwbouw waarbij zowel de
administratieve diensten als de
hulp- en dienstverlening worden
ondergebracht in een nieuw te bou
wen centrum 'en dan' indien nood
zakelijk, nog aangevuld met beperk
te deconcentratie van de hulp- en
dienstverlening. Daarbij rekent
men op het behoud van de adminis
tratieve diensten in het huidig Ad
ministratief Centrum maar met de
zelfde dekoncentratie als voorheen.
Tenslotte zou men de administra
tieve diensten kunnen onderbren
gen in een ander gebouw met een
eventuele dekoncentratie van de
hulp- en dienstverlening.
Men dient hier met heel wat fakto-
ren rekening te houden en daarom
is een gemotiveerde keuzebepaling
strikt noodzakelijk, vooral omdat er
verschillende zaken zijn die niet
aanbevolen zijn.
Zo besluit men voor het eerste the
ma: «De keuze wordt dus geken
merkt door enerzijds een op lokaal
niveau doorgevoerde centralisatie
van de beleidsvoorbereiding, be
leidsbeslissingen -uitvoering van de
twee besturen, nl. gemeente en
OCMW, anderzijds door een de
koncentratie en differentiatie in de
uitvoering van het werkveld. Het
beleid van de welzijnszorg dient in
de toekomst, ook op lokaal niveau
gekenmerkt te worden door een
planmatig en geïntegreerd karak
ter. Een gezamenlijke huisvesting
kan de interne communicatie en af
stemming bevorderen. Het wel
zijnswerk zal in de toekomst een
grotere betrokkenheid op en van de
samenleving moeten realiseren.
Daarom is het zinvol de uitoefening
van het welzijnswerk zo dicht moge
lijk bij de bevolking te laten plaats
vinden».
Uit dit advies blijkt dat een afzon
derlijke huisvesting van het
O.C.M.W. bestuur en -administra
tie en eventuele diensten niet aan te
raden is. Ook al omdat de geografi
sche situering van de nieuwbouw te
Bambrugge hoek Tweekerken-
straat - Sint-Annastraat geen noe
menswaardige meerwaarde en geen
bijkomende voordelen biedt inzake
geografische en socio-kulturele toe
gankelijkheid en bereikbaarheid
voor de bevolking.
Bovendien wordt gesteld dat de uit
oefening van de funktic bijstands-
maatschappelijk werk zo dicht mo
gelijk bij de bevolking gebeurt en
stelt men dat huisbezoek en consul
tatiemogelijkheid in de deelge
meenten moet bevorderd worden.
Een enkele centrale consultatiemo
gelijkheid is te beperkt.
Vandaar de suggestie om te werken
met een dedckoncentrcerde dienst
verlening, met hoor-, spreek- en in-
formatietijd in de diverse dorpsker
nen. Hiertoe kan gebruik gemaakt
worden van tie lokale ontmoetings
centra. zeker omdat de huidige ge-
bruikscapaciteit van deze polyva
lente centra zeker overdag nog on
voldoende is.
Consultatie in de dorpskernen
moet zeker onderzocht worden.
Herwaardering van het huisbezoek
is zeker noodzakelijk. De ontmoe
tingscentra (Mere-Erpe) kunnen in
een toekomstig perspectief een
aanknopingspunt vormen voor het
opzetten van een werking als dienst
encentrum voor bejaarden.
Verdere uitbouw van het circuit van
extra murale dienstverlening voor
bejaarden.
Ontwikkelen van een initiatief inza
ke kinderopvang en sociale huisves
ting.
Huurservice
De beoogde dienstverlening wordt
omschreven als een ter beschikking
stellen van «kwalitatief hoogstaan
de huisvesting voor een betaalbare
prijs». Volgens de studie van Mens
en Ruimte is het een zakelijk be
heerde, maar steeds sociale huis
vesting, waarbij een scheiding wordt
aangehouden tussen huisvesting en
hulpverlening. Het woningkom-
pleks moet in eerste instantie de
funktie van sociale huisvesting dra
gen, waaraan eventueel een dien
stenverlening kan gekoppeld wor
den of kan de huisvesting zelf als
een vorm van hulpverlening ingezet
worden. De woningen worden dus
uiteraard beschouwd als normale
sociale huurwoningen of gebruikt
worden als doorgangswoningen.
In het kader van een te ontwikkelen
lokaal huisvestingsbeleid vindt het
gemeentebestuur dat het aangewe
zen is om de funktie van verant
woordelijke OCMW-Huurservice
in de toekomst te koppelen aan de
funktie van huisvestingsambtenaar
van de gemeente. Deze laatste heeft
dan uiteraard een paar wel te ver
vullen opdrachten. Hij moet zorgen
voor de samenstelling van het ge
meentelijk woondossier met alle re
levante gegevens inzake bevolking,
woningbestand, ruimtelijke orde
ning en stedebouw, lokale initiatie
ven en instanties, resultaten en
woonbehoeftenstudies. Daarnaast
moet hij ook een woonwinkel ont
wikkelen die er in bestaat informa
tie, advies en dienstverlening aan de
bevolking te geven. Verder stelt het
gemeentebestuur dat met betrek
king tot de woningen voor minder
begoeden in Erpe (Honegem), het
in werkelijkheid onver het ter be-
schikkingstellcn gaat van «kwalita
tief hoogstaande huisvesting voor
een betaalbare prijs». Toch moeten
deze woningen beschouwd worden
als normale sociale huurwoningen.
De buurtbewoners van de Honege-
mwijk zijn echter niet ergopgetogen
met projekt om de school te herbou
wen en er vijf woningen van te ma
ken. In een nieuw manifest wijst
men op de bouw van een nieuwe
school in de Botermelkstraat te Er
pe «terwijl de Honegemschool leeg
staat. De nieuw op te richten school
is gelegen op minder dan één km
van de bestaande en is nog niet afge
werkt, zodat verbouwen aldaar
moet kunnen overwogen worden en
wellicht kan gebeuren met minder
kosten dan de verbouwing van de
Honegemschool zou meebrengen».
Hier vergeet men echter dat de
school in de Botermelkstraat geen
gemeenteschool is en er hier op ge
meentelijk vlak niets te doen valt
want zo eenvoudig liggen de zaken
nu eenmaal niet met twee verschil
lende «overheden». Daarbij geven
de aktievoerders nog enkele andere
argumenten tegen de plannen van
het gemeentebestuur, irrellevant
met wat ze vroeger al aangeklaagd
hadden, met uitzondering dan een
feit op juridisch vlak als zou «de
grond vóór de school, van de buurt
bewoners komen, die hem zeker
niet zouden afgestaan hebben, had
den ze geweten dat het voor potten
kijkers was». Uiteindelijk hebben ze
een schrijven met een grieven ge
richt naar Min. L. Van Den Bossche
en gouverneur H. Balthazar.
Woonvormen bejaarden
Ook naar de woonvormen toe voor
de bejaarden is in deze studie ruime
aandacht besteed. Het advies zelf is
gericht op het probleem van de op
vang en zorg voor zorgbehoevende
bejaarden ook al is er in Erpe-Mere
al een ambulante zorg aan huis uit
gebouwd. Er is echter gebleken dat
in de gemeente een belangrijk ver
ouderingsproces plaatsgrijpt alhoe
wel er in de toekomst geen gevoeli
ge stijging te verwachten is. Opmer
kelijk is dat de bejaarden hoofdza
kelijk in een aantal dorpskernen
van de vroegere deelgemeenten wo
nen en in principe komen deze loka-
ties in aanmerking voor de realisa
tie van een beschutte woonvorm.
Toch is men van oordeel dat de
keuzemogelijkheden dienen be
perkt te worden op basis van ver
schillende feiten.
Wat de kwaliteit van de woonsitua
tie betreft van de bejaarden is het
accent gelegd op een onvoldoende
aanwezigheid van funktionele
ruimten en/of technische installa
ties. Daarbij komt nog dat bijna alle
bejaarden zelf eigenaar zijn van de
woning zodat er bijgevolg geen ex
pliciete behoefte is aan woningen
voor bejaarden maar meer dienst
verlening vereist is, zoals deze o.a.
reeds door het OCMW in stand ge
houden wordt.
In het tussenverslag komt men tot
het besluit dat «een groep hoogbe
jaarden behoefte heeft aan een be
ginnende of verdergaande profes
sionele ondersteuning om zelfstan
dig te kunnen blijven wonen». In het
verslag wijst men er op dat er «voor
de realisatie van een woningcom
plex of serviceflats met dienstverle
ning vanuit een DC voldoende
ruimte is in het programmabeleid
van de Vlaamse Gemeenschap. Het
verdient aanbeveling om de vooraf-
gaandelijke vergunningsaanvraag
niet beperkt te houden tot de reali
satie in Mere of Burst-Bambrugge,
maar ook de wooneenheden (vijf in
Honegem) mee te verrekenen.
Voor een inplanting in Mere kan
daarbij funktioneel gebruik ge
maakt worden van bestaand en on
benut overheidspatrimonium. De
werking van het dienstencentrum
kan gebeuren vanuit een aangepast
ex-gemeentehuis in Mere. Het ach
terliggend gemeentelijk ontmoe
tingscentrum zou mee geïntegreerd
moeten worden in het dienstencen
trum. De terreinen en het achterlig
gend schoolgebouw kan gebruikt
worden voor de realisatie van het
woningcomplex of de flats. In
Burst-Bambrugge moet het initia
tief gerealiseerd worden via nieuw
bouw. In Bambrugge beschikt het
OCMW over bouwgrond die daar
toe eventueel kan worden aange
wend. In Burst zou men kunnen
gebruik maken van een gemeente
lijke eigendom in de nabijheid van
de gemeenteschool».
Onder de slogan «wij houden van
aanpakken» geeft de CVP-fraktie
een eigen visie op het onderzoek
door Mens en Ruimte en ze waren
alleszins zeer entoesiast over het
tussentijds verslag dat nu nog ver
der moet uitgewerkt worden. Over
de verschillende thema's geven zij
hun mening als volgt:
«Het idee van inplanting van de
OCMW-administratie en de ver
scheiden diensten in een nieuw
bouw wenst de CVP te verlaten. De
centrale administratie dient zo mo
gelijk behouden in het administra
tief centrum van de gemeente,
Steenberg.
Daarnaast ziet de CVP een verdere
uitbouw van het dienstennet in de
deelgemeenten van Erpe-Mere.
Wij willen leegstaande gebouwen
hier een nieuwe funktie geven.
Een eerste duidelijke stap in die
richting is de verbouwing tot wo-
ningkompleks van het voormalig
schoolgebouw «Honegem».. Deze
woningen zullen worden be
schouwd als normale sociale huur
woningen.
Tevens wordt in Honegem reeds ge
bruik gemaakt van de goed inge
richte keuken voor de maaltijden
bedeling.
Zoals Mens en Ruimte vaststelt,
wenst het OCMW-bestuur in Er
pe-Mere dat bejaarden zo lang mo
gelijk hun eigen baas kunnen blij
ven.
Dienst voor bejaardenhulp, poets-
dienst, maaltijdenbedeling moeten
toelaten zelfstandig te blijven wo
nen.
Toch moeten wij zoeken naar een
aanvulling op dit beleid. De rusthui
zen in onze gemeente (Aaigem, Er
pe en Mere) kennen een lange
wachtlijst.
Daarom wil de CVP dat ingegaan
wordt op de geboden kansen door
Minister Lenssens. In Mere, op de
gronden van het gemeentehuis en
de school, en in het midden van het
dorps- en gemeenschapsleven, wil
len wij de bouw van serviceflats voor
bejaarden realizeren.
Om het gemeentelijk beleid niet
verder naast de bejaarden om te
laten beslissen, wordt een «Advies
raad voor de Derde Leeftijd» opge
richt.
Het OCMW verkreeg van Kind en
Gezin de toelating om een «Dienst
voor Opvangezinnen» op te richten.
Voor de opvang bij onthaalmoeders
betekent dit een aanvulling naast de
bestaande dienst van de Vereniging
voor de Landelijke Beweging VZW.
De CVP is ervan overtuigd dat nog
heel wat andere vormen van kinder
opvang nuttig (nodig) zijn.
Zo namen wij ook het initiatief voor
de speelpleinwerking.
Reeds wordt nagedacht over voor-
en naschoolse opvang, over opvang
voor zieke kinderen, over occasio
nele opvang.
Zich baserend op de studie stelt
CVP voor een kinderdagverblijf te
organiseren. Hiervoor komen de
schoolgebouwen te Erpe-dorp zeer
goed in aanmerking».
Tussen een rapport en een realisa
tie is er alleszins een hemelsbreed
verschil zodat het nu afwachten is
op de volgende stap(pen) want fi
nancieel gezien zijn de mogelijkhe
den meer begrensd, tenzij de over
heid nog meermaals over de brug
komt met miljoenen.
JV
Aalst. Ook de dames en de jeugd waren aktief op de teerlingenworp ten voordele van Deo Volente (a)
De Meldertse Vissersclub «Deo Volente» scheepte vorig weekend niet in te Breskens maar hield zijn
traditionele avonden van bakschieten en teerling. Vrijdag, zaterdag en zondagavond was hun stamlokaal
«bij Herman» op het dorp te Meldert vanaf halfzeven bijna te klein om alle sympathisanten te kunnen
bedienen. Er was sfeer en er werd duchtig met stuivers en teerlingen gegooid in plaats van met netten of
vislijnen. Daarmee werd hun clubkas voldoende verstevigd om van de volgende afvaarten iets fijns te kunnen
maken.
Voorzitter Fons Moeyersoons maakte dan ook de volgende vertrekdata bekend: 27 april, 1 juni, 29 juni, 7
september, 12 oktober en 9 november.