rmtmr
De Canal Grande, slagader van
Venetië. Scuole en Correr Museum
Dogenpaleis, politieke structuur
van Venetië
Arsenale, ooit 's werelds grootste
scheepswerf. Scheepvaartmuseum
en Santa Maria del Salute
San Michele, het dodeneiland.
Murano, het glaseiland.
Ca 'Rezzonico' herinnering aan
vervlogen tijden
De Voorpost - 3.5.1991 - 31
Om deze kunstschatten te vergaren, hebben de Venetianen meer dan 6 eeuwen
nodig gehad.
Vele van de kunstwerken zijn echter niet van Venetiaanse origine maar behoren
toe aan Byzantium en andere overzeese gebieden. Ze kwamen op een minder
"gebruikelijke manier" in de San Marco terecht. Dat de Venetianen over het
leegroven van oude cultuursteden weinig scrupules hadden, bewijst een wet uit
de 11de eeuw. Die wet legde aan elk Venetiaans schip de verplichting op om
kunstschatten ter verfraaiing van de San Marcobasiliek te stelen.
Alleen dit verklaart de overweldigende rijkdom aan Byzantijnse, vroeg-christe-
lijke en islamitische voorwerpen en versieringen. Dit verklaart ook de alomte
genwoordige oriëntaalse sfeer zodat men gerust mag besluiten dat de mooist
bewaarde Byzantijnse kerk niet in Constantinopel, maar wel in Venetië staat.
In de namiddag namen we de lift van de Campanile.
De Campanile is niet alleen de kerktoren van San Marco maar fungeerde
destijds ook als oriënteringspunt voor de schepen die de haven van Venetië
aandeden.
Vanop de toren heb je een uitstekend panorama over de stad en de omliggende
eilanden San Giorgio, Lido, Murano, Burano en San Michele, het sinistere
dodeneiland.
Het was 5 uur in de namiddag. Na een blitsbezoek aan de Venetiaans-gotische
kerk Santa Giovanni e Paolo, waar verschillende dogen en veldheren begraven
liggen, wandelden we naar de Piazzale Roma waar de stadsbus, richting
Padua, genomen werd.
Na een frisse douche en het verzadigen van mijn hongerende maag, vond ik net
even de tijd om dit verslag neer te pennen.
Straks, na een paar uurtjes ontspanning, zullen rond 22 uur alle lichten
gedoofd worden, en zal de radio het zwijgen opgelegd worden. Na een dag als
vandaag zal het wellicht niet lang duren vooraleer iedereen slaapt.
Yves d'Hoey
Woensdag om 9.20 u. stappen wij ter hoogte van de Piazzale Roma op de
waterbus, een van de vele lijnboten die het Canal Grande op geregelde
tijdstippen afvaart.
De Canal Grande, zonder twijfel de hoofdstraat van Venetië, kronkelt zich als
een slang doorheen de stad. Hierdoor krijgt men de indruk door een veel grotere
stad te varen dan Venetië werkelijk is. Langsheen deze waterstraat staan wel
300 paleizen en kerken waardoor de pracht en praal met geen enkele boulevard
te vergelijken valt. De paleizen werden destijds in opdracht van de meest
invloedrijkste en welgestelde families, ten teken van hun prestige en rijkdom,
gebouwd. Deze tocht geeft ons daarom een uitstekend inzicht in de architektuur
tussen de 12de en de 18de eeuw.
Op weg naar onze bestemming San Torna, varen we langs de kerk San Piccolo.
Een 18de-eeuws bouwwerk met een zuilenvoorportaal en hoge koepel beho
rend tot de classicistische architektuur. Van de paleizen die we tijdens onze
boottocht te zien krijgen, is het Ca d'Oro, met een voorgevel als verfijnd
kantwerk, het meest opmerkelijke. Dit 15de-eeuws paleis heeft de naam
"Gouden huis" te danken aan de vroeger met goud en kleuren versierde gevel.
Weer op de begane grond, begeven we ons naar de Scuole San Giovanni
Evangelista, een gotisch gebouw verfraaid met stukwerk.
De scuole zijn broederschappen van leken die hun rijkdom in dienst van de
kunst stelden. De leden oefenden dezelfde ambacht uit, behoorden tot hetzelfde
volk, waren verenigd in een bepaalde vorm van liefdadigheid of deelden
dezelfde godsdienstige kultus. Ze verplichtten zich tot godsdienstige taken en tot
bijstand aan kameraden bij ziekte. Uit de jaarlijkse bijdragen werd geput voor
de bouw of verfraaiing van hun gebouwen. De scuole kan dus gezien worden
enerzijds als een voorloper van onze sociale zekerheid en anderzijds als het
begin van het verenigingsleven.
Van de Scuole San Giovanni Evangelista trekken we verder, richting San
Marco. Daar brengen we een bezoek aan het Correr Museum.
De immense hall wekt de indruk van een Romeinse tempel vol met beelden
ingewerkt in de muur. Bij nader toezien merk je echter dat het reliëf maar schijn
is. Wat aanvankelijk stukwerk en beelden leken, blijken muurschilderingen te
zijn. Niettegenstaande dat de schilders die hier aan het werk geweest zijn, niet
tot de Venetiaanse groten behoren, mag hun werk zeker gezien en geprezen
worden.
In de zalen van het museum wordt doormiddel van schilderijen, documenten,
kledingstukken, juwelen, beelden en maquettes de geschiedenis van Venetië op
een zeer aanschouwelijke manier voorgesteld.
De vele gewaden en de vreemdsoortige mutsen van de dogen, de miniaturen
van de galjas, de trots van de Venetiaanse scheepswerf Arsenate, de Bucintoro'
het praalvaartuig van de doge, vele harnassen en wapens voeren je als het ware
tenig in de tijd.
Na de lunchpauze staat het Dogenpaleis op het programma.
Hei is 14 u. Iedereen, met uitzondering van enkele jongens, is op de afspraak.
Aan het telaatkomen hangt natuurlijk een karwei vast! Wanneer ze om
14.15 u. verschijnen, krijgen ze de mededeling deze avond te mogen instaan
voor het schillen van aardappelen en het wassen van de vaat.
Erika Vehent, Nancy Haesmans en Sylvie De Decker
De binnenkoer van het Dogenpaleis
paleis, vergaderde tot de afschaffing van de volksdemocratie, de tweede kamer.
Nadien werden hier door de doge banketten met vaak 3.000genodigden,
De derde verdieping wordt ingenomen door de raadkamers. Stuk voor stuk
adembenemende juweeltjes van grote meesters als Tintoretto, Sansovino en
Veronese die voorde afwerking zorgden. Vooral het vergulde plafondstukwerk
en de schilderijen van Tintoretto zijn van die aard, dat zelfs cultuurbarbaren
niet onberoerd kunnen toekijken.
De raadkamers huisvestten de Grote Raad of senaat, de Kleine Raad of het
controleorgaan over de doge en de Raad van Tien of rechtbank.
Sinds de 12de eeuw waren de rijke patriciërs erin geslaagd, door het invoeren
van kieshervormingen en het doordrukken van nieuwe wetten, de macht van
de doge sterk te beknotten en het volk buiten spel te zetten. In de raden zetelden
vanaf dat moment nog uitsluitend welgestelde families. De demokratie was
Via de beroemde "Brug der zuchten" komt men in een minder fraai gedeelte
van het paleis, de gevangenis. Hierin werden individuen, waarvan de Raad van
Tien vond dat ze een gevaar voor de staat waren, opgesloten. Na een kijkje
vanuit de loggia op de piazetta, verlaten we het Dogenpaleis.
Aan San Zaccaria nemen we opnieuw de waterbus. Die brengt ons naar het
eilandje tegenover het San Marco, San Giorgio.
De kerk San Giorgio Maggiore is een meesterwerk uit de 16de eeuw van één der
Venetiaanse groten, Palladio, gebouwd in opdracht van het hier gevestigde
Benedictijnenklooster.
De symmetrische konstruktie en het gebruik van wit marmer, zowel voor de
bekleding van de gevel als voor de versiering van het interieur, het rijk met
houtsnijwerk bezette monnikenkoor en enkele werken van Tintoretto, bezorgt
de kerk plechtstatige allures.
Aangekomen op de camping, kruipen we na het nemen van een lekker maal
en een hete douche, in onze tenten. Na een vermoeiende dag als deze luidt het
motto: "Uitrusten!".
Franky Boute, Bert Bonte en Yves d'Hoey
De Piazza San Marco
Met een lichte vertraging komen we in het Dogenpaleis aan.
Het Dogenpaleis is meer dan de residentie van de dogen. Het illustreert de
politieke structuur van Venetië. Het omvat niet alleen de privé-appartementen
van de doge, maar ook het parlement, het gerechtshof en de gevangenis zijn hier
gehuisvest.
Het Dogenpaleis is het werk van vele eeuwen. Samen met de San Marcobasi
liek werd de bouw gestart in de 9de eeuw. In de 14de eeuw kreeg het zijn
definitieve vorm. Na de brand in de 16de eeuw werd het in zijn oorspronkelijke
Byzantijns-gotische stijl herbouwd.
Via de Porta delta Carta, een juweel van Venetiaans-gotische beeldhouwkunst
van de gebroeders Bon, komen we op de imposante binnenkoer waar de
monumentale beelden van Mars en Neptunus, kunstwerken van Sansovino,
ons opwachten.
De Scala d'Oro die leidt naar de eerste verdieping en destijds bedoeld was om
vreemde bezoekers te imponeren, behoort met zijn vergulde structuurreliëfs van
Vittoria en beschilderde panelen van Franco, tot de indrukwekkendste trappen
van de wereld.
Op de tweede verdieping treft men de vertrekken van de doge. Volgens
Venetiaanse normen eenvoudige kamers waar thans werken van beroemde
schilders tentoongesteld worden. Ook werken van de Vlaamse Primitieven
hebben een plaats gekregen. In de Sala del Maggior, de grootste zaal in het
Deze nacht heeft het, sinds ons verblijf in Venetië, voor het eerst geregend. Na
het nemen van een hap, vertrekken we naar Venetië.
Vandaag starten we met het scheepvaartmuseum.
Het illustreert op uitstekende wijze de evolutie van Venetië van klein vissersha
ventje tot grote handelshaven, de opbloei van zijn wereldbekende scheepswerf
Arsenale en de ontwikkeling van de machtigste oorlogsvloot aller tijden.
Tot de pronkstukken van het museum behoren natuurlijk de maquettes van de
destijds even beroemde als beruchte galjas.
De galjas is een verbeterd type van de galei en een produkt van de scheepswerf
Arsenale. Veel sneller, beweeglijker en tot de tanden gewapend, kreeg het de
faam onoverwinnelijk te zijn. Hierdoor kon Venetië, ondanks de vele belagers,
eeuwenlang zijn hegemonie op zee bewaren.
De houtsnijwerken die deze schepen versierden, kunnen gerust kunstwerken
genoemd worden.
Buiten de verzameling navigatietoestellen, meetinstrumenten en kaarten kan
men er ook de ontwikkeling van eenvoudige tot meer gesofistikeerde wapens
volgen.
Ook de gondels hebben hier een plaatsje gekregen. Stap voor stap wordt de
bouw van een gondel voorgesteld.
Een grote maquette van de Bucintoro, het praalvaartuig waarmee de doge
jaarlijks op Hemelvaartdag de zee opvoer om het symbolisch huwelijk van
Venetië met de zee te voltrekken, staat hier te glinsteren. Stijf beladen ondereen
laag bladgoud en houtsnijwerk, bekleed met kostbare stoffen en versierd met
edelstenen, moet dit vaartuig een fortuin gekost hebben.
Bij het verlaten van het museum volgen we het kanaal dat leidt naar het
Arsenale.
Spijtig genoeg is het niet voor bezoek toegankelijk en moeten we ons tevreden
stellen met een blik op de monumentale toegangspoort, bewaakt door vier
aanvalsklare leeuwen afkomstig uit het Oude Griekenland en op de welbeken
de manier hier terecht gekomen.
In de namiddag wandelen we verder naar Castello.
Castello is een arme visserswijk, waar niets van de praal en pracht van de rijke
San Marcowijk te vinden is. Oude en vaak bouwvallige woningen staan er
langs het kanaal ingeplant. Sloepen beladen met vis, groenten en fruit, doen
dienst als marktkraam. In de nauwe steegjes hangt het wasgoed aan een draad
van de ene woning naar de andere te bengelen.
Een aanrader voor wie buiten de mondaine wijken van Venetië ook kennis wil
maken met het dagdagelijkse leven van de minder begoede Venetiaan.
Als slot voor vandaag zetten we koers naar Santa Maria del Salute.
De kerk, gebouwd op het eindpunt van de Canal Grande schuinover de San
Marco, staat symbool voorde overwinning van de mens op de gevreesde plaag,
de pest.
Nadat in de 17de eeuw 1/3 van de bevolking aan de pest was bezweken, gaf de
Grote Raad de opdracht aan Longhena om te starten met de bouw van de kerk.
Om het monumentale gebouw voldoende te kunnen ondersteunen, moesten er
niet minder dan 1 miljoen palen in de drassige bodem gedreven worden.
Zijn uitzonderlijke vorm, zijn koepels, zijn beelden en zijn ligging maken dat
deze barokke kerk het stadsbeeld domineert.
Veerle en Diana Flipkens, Sven Vogels en Jens Dils
Het heeft de tweede nacht geregend. Maar zelfs regen kan ons humeur niet
bederven.
Om 8.30 u. is iedereen paraat. Vandaag doen we de eilanden San Michele en
Murano aan.
San Michele, een eiland dieper in de lagune gelegen, is voorbehouden aan de
doden van Venetië.
Vanop afstand merk je reeds de met arkaden versierde hoge muur die het
kerkhof omringd. De kruinen van cypressen en de daken van de graftomben
boven de muur uitreikend, geven San Michele eerder het uitzicht van een
versterkte stad dan van een begraafplaats.
Bij het aanmeren valt de vreedzame stilte en rust die van het eiland uitgaat,
onmiddellijk op.
Het kerkhof omvat een kristelijk en een ortodoks gedeelte.
Het kristelijk gedeelte wordt gekenmerkt door pracht en praal die van de
mausoleums, toebehorend aan de rijke families van Venetië, uitstraalt.
Veelkleurige mozaïeken, witte marmer, houten en stenen beeldhouwwerken
maken deel uit van het interieur van deze kleine paleizen.
Het ortodoks gedeelte is eenvoudig, maar niet minder opvallend. De doden
worden hier niet onder de grond begraven maar worden boven de grond achter
één der kleine zerkplaatjes van de grote brede bouwsels geschoven, vaak met
drie of vier boven elkaar en in rijen van wel 50 naast elkaar.
Enkele uitzonderingen op deze manier van begraven werden gemaakt voorde
Russen Stravinsky en Diaghilew. Zij werden begraven op een manier die ons
vertrouwder voorkomt.
Murano ligt slechts op 10 minuten varen van San Michele.
Het uitzicht van het stadje leunt eerder aan bij het eenvoudige Chioggia dan bij
het rijke Venetië. Het is nauwelijks te geloven dat het eiland in de 16de eeuw,
een levendige stad met tienduizenden inwoners was.
De bloei van de stad viel samen met de opkomst van de ambacht die nog steeds
onafscheidelijk verbonden is met de naam Murano: de glasblazerij.
In het glasmuseum wordt de opkomst en de bloei van het glasblazen voorge
steld.
Rond het jaar 1000 moeten reeds de eerste glasblazers in Venetië aan het werk
zijn geweest. Hun werk sloot aan bij de Romeinse glasblaaskunst. Pas in de
13de eeuw werden de glasblazers verplicht zich te vestigen op Murano. Deze
maatregel volgde niet uit het misprijzen van de Venetianen voorde ambachts
lui, maar wel uit veiligheidsoverwegingen. De glasblazers genoten trouwens een
zeer hoog sociaal aanzien, gezien hun uniek werk dat ze afleverden.
Veel van hun kunstwerken, daterend uit de 15de eeuw, zijn bewaard gebleven
en vormen nu de pronkstukken van het museum. Hiertoe behoren de hanglam
pen, de reliekschrijnen, de bonbonschalen en een schitterende "huwelijks-
schaal Barovier", een van prachtig blauw glas vervaardigd met schilderingen
versierd kunstwerk.
Het glasblazen door de eeuwen heen wordt aan de hand van wandpanelen
uitgelegd. Veel is er sindsdien niet veranderd. Zowel de techniek als de
instrumenten vertonen grote overeenkomsten met het tegenwoordige glasbla
zen.
Zo kende men reeds in de 16de eeuw het gebruik van ovens met 3 verdiepingen.
De kleurtechniek stond ook toen al op hoog peil.
In de kleine ateliers, voor iedereen toegankelijk, heb je de kans om beeldjes,
vazen, asbakken en kroonluchters vorm te zien krijgen.
Op een zeer bedreven manier en in een mum van tijd, wordt uit de gloeiende
glasklomp een stijgerend paard geplooid en getrokken of een arm van een
kroonluchter geblazen en gekruld.
Na enkele uurtjes vrij rondlopen in de winkeltjes die het fraaie glaswerk
verkopen, verzamelen we om 2 uur aan de halte van de boot.
Varend langs de Canal Grande, nemen we een stop ter hoogte van
Ca 'Rezzonico.
Het deftige paleis Rezzonico werd in de 17de eeuw, door Longhena in opdracht
van de rijke bankiersfamilie Rezzonico, opgetrokken.
Thans is er het museum "del Settecento Veneziano" of van het 18de-eeuws
Venetië, ondergebracht.
La Serenissima had in de 18de eeuw haar leidende positie in het politieke en
ekonomische leven allang verloren. Stilaan zag de stad haar ondergang
tegemoet. Als reactie trokken de Venetianen zich in hun paleizen terug waarde
beroemde gemaskerde bals van de 18de eeuw werden gegeven.
In de grote zalen van dit paleis kan, weliswaar met enige verbeelding, het leven
van de tanende maar toch feestvierende aristocratie, beleefd worden. De
stoffige meubels en het vergeelde behang stralen nog steeds de vroegere glorie
uit. Met de 30 kleine schilderijen van Longhi krijgt men een uitstekend beeld
van het 18de-eeuwse leven: Een geïdealiseerd Venetië, dat zich constant
gemaskerd amuseert.
De melancholische fresco's van Tiepolo verraden echter de nakende onder
gang.
De Saletta Browning herinnert aan de Engelse dichter die hier ooit leefde en
stierf.
Als slot van deze dag blijven we op het San Marco tot de avond is gevallen.
Diegenen die nog voldoende centen over hebben, krijgen de kans om te
gondelen dooreen "Venetië bij nacht". De minderbedeelden zullen het moeten
stellen met een wandeling door het nachtelijk Venetië!
Softe Meirsman, Chantal Verlent en Cindy Martens
Het eiland San Girgio vanop de Campanile gezien