Ere-veldwachter Frans Beirens geen eeuweling Cesar en Chipie beste vinken in Erpe-Mere Honegem Erpe heeft kermisprogramma klaar Davidsfonds Aalst kijkt naar katakomben van Rome Oudste inwoner van Mere overleden De Voorpost - 31.5.1991 - 11 Daar waar de Dorpszangers van Erpe maar een matig begin kenden, komt er stilaan vaart in de zettingen. Vorige zondag konden zij 34 vogels in lijn stellen en zij haalden uitzonderlijke botvinken naar de Bossestraat. Het kruim dat op andere zondagen in Mere te gast is kwam zich in de rij stellen en na de wedstrijd was het onmiddellijk duidelijk dat ze met de goede zangvinken gekomen waren. Alhoewel het tot enkele jaren na de tweede wereldoorlog overal de gewoonte was wijkkermissen in te richten dan is die roemrijke traditie na de jaren 1950 stelselmatig verdwenen. Het fenomeen van de andere ontspannings mogelijkheden deed zijn intrede en verdrong langzaam maar zeker de toen druk bijgewoonde wijkkermissen waar meestal nog meer belang aan gehecht werd omdat er meer plezier te beleven viel vanwege de kleine koncentratie feestvierders. Na de jaran 1960 behoorden deze buurtfeeste- lijkheden praktisch tot het verleden, dit op een paar uitzonderingen na. dag aanbiedt. Op 14 oogst gaat men verder met een duivenvlucht en op vrijdag 16 augustus wordt iedereen uitgenodigd op de gerrebolling die zowel voor vrouwen als voor man nen voorbehouden is. Het hele ker- misgebeuren wordt op vrijdag 23 oogst afgesloten met een hand- boogschieting eveneens met 5.000 fr vooruit. JV Andermaal was het Cesar uit de vlucht van R. Van Tittelboom die met 763 deuntjes de beker kwam afsnoepen op eigen terrein. Met zijn 716 liedjes versloeg Castaar van Y. Braem slechts met één deuntje Hos van H. D'Haese. Rapid van W. Janssens volgde met 667 en Einstein van D. D'Haese met 664. Het was lang geleden dat men bij de Dorps zangers nog zulke hoge scores mocht noteren. Bij de Vinkeniers te Mere was het met 53 deelnemers tegenwoordig een normale opkomst want de laat ste tijd zijn ze meer gewoon. Trou wens, in vergelijking met andere zondagen lag het niveau wat aan de lage kant alhoewel dit niet afdingt aan de overwinning van Chipie van K. De Pelsmaeker met 578 liedjes. Deze vogel is trouwens sinds het seizoenbegin zeer regelmatig en zingt zich meestal bij de besten van de dag. Toch was het maar een nipte zege om de beker te veroveren want hij zong slechts drie liedjes meer dan direkte rivaal Diederik van D. Van den Eynde. De in vorm verke rende Jef van voorzitter Gaston De Cock liet er 534 noteren en na hem volgden Bingo (519) van A. De Smet, Cid (517) van G. Uyttersprot, Besse (514) van L. Poels en Teddy en Kim (elk 504) van respektievelijk A. Corthals en Cl. De Bolle. Dan volgden Cezar (496) van F. Van Schandevyl en Pif (495) van P. Peer- linck. De vogels waren deze keer nogal sterk aan elkaar gewaagd want voor de promotie moest Ricky van Kr. Van Impe toch 312 deuntjes laten noteren om de beker te behalen. Ook Mario (290) van K. Matthijs en Mausty (272) van S. De Waegeneer zaten nog in de prijzen en gingen Hector (267) van A. De Frenne en Carlo (265) van A. De Pril vooraf. JV Deze die overbleven werden niet zo druk meer bezocht en uiteindelijk was er van kermis nog nauwelijks wat te bespeuren. Enkele jaren terug echter, in weer wil van de steeds toenemende ont spanningsmogelijkheden, werden in sommige wijken pogingen onder nomen om deze kermissen tot een heropflakkering te brengen, mits de feestelijkheden aan de huidige ver eisten van de tijd aan te passen. In sommige gemeenten is men daar wonderwel in geslaagd en alhoewel het programma enigszins verschilt met dit van rond de laatste wereld oorlog, dan toch is er genoeg be langstelling van de bevolking. Ook in de wijk Honegem te Erpe is de kermis opnieuw een levendige bedoening maar dan toch dank zij een enorme inzet van enkele gega- digden die elk jaar opnieuw geen moeite sparen om degelijke attrak- ties aan hun buurtgenoten aan te bieden. Ook dit jaar heeft het bestuur van het wijkkomitee Honegem voor een waaier van aktiviteiten gezorgd waarbij verscheidenheid het hoofd element vormt. Programma Alles speelt zich af om en rond de enige café De Rode Lantaarn aan de Kattelinnestraat te Erpe, het centrum van sociale, kulturele, sport- en ontspanningsaktiviteiten. De hele maand augustus kan men er terecht en men opent de reeks met een Vinkenzetting op 27 juli te 17 u waarvoor al 5.000 fr vooruit gege ven wordt. Op 3 oogst wordt voor de tweede maal de Bierprins van de Honegem verkozen met een optreden van Ur- banus om 20 u. Daags nadien is er de traditioneel geworden loopwed strijd voor de jeugd van 6 tot 16 jaar met om 14 u. de eerste start. Op vrijdag 9 augustus wordt de kermis officieel geopend door de fanfare Sint-Cecilia van Erpe en de dag na dien is er een belotting met 3.000 fr vooruit en 's zondags kan men tus sen 15 en 22 u een kijkje nemen op de rommelmarkt. Kermismaandag is van 15 u af voorbehouden voor de mensen van de derde leeftijd aan wie men een ontspanningsnamid- Op vrijdag 8 juni om 20.00 uur heeft ten huize van de heer en mevrouw G. Claus aan de Ninovesteenweg 28 te Erembodegem een buitenge woon boeiende voordracht plaats die wordt georganizeerd door het Davidsfonds afdeling Aalst. Op het programma staat een voordracht met dia's en gedichten door Patrick Lateur die het onderwerp 'De kata komben van Rome' behandelt. Katakomben staan bekend als schuilplaatsen van de eerste kriste nen in de periode van de vervolgin gen. Tegenover die romantische vi sie op de onderaardse begraafplaat sen rond Rome, plaatst de spreker een boeiend beeld van de katakom ben als plaatsen van getuigenis waaruit de hoop en de verwachting van de eerste kristenen spreekt doorheen inscripties en fresco's in het labyrinth van gangen rond Ro me. Na een ondergrondse tocht aan de hand van een reeks dia's leest de spreker een aantal gedichten voor uit zijn zopas verschenen dichtbun del 'Catacomben'. Patrick Lateur is classicus en leraar in Gijzegem. Hij is redaktielid van het tijdschrift 'Vlaanderen' en me dewerker aan onder meer 'Boekengids', 'Poëziekrant' en 'Wij'. Voor het Ernest Claesgenoot- schap verzorgt hij dit jaar 'Moeders', een uitgave van de moe dernovellen van Claes. Zijn meer maals bekroond manuscript van 'catacomben' verscheen onlangs bij het Poëziecentrum te Gent. Voor meer informatie Davidsfonds Aalst, Parklaan 30 bus 10 te 9300 Aalst (053/77.40.12.) Zijn vitaliteit en levenslust voorspelden hem om binnen een paar jaar te Mere als eeuweling gevierd te worden maar de laatste maanden ging het niet meer zo best en Frans Beirens overleed op bijna 96-jarige leeftijd. Slechts een paar weken geleden had men in Mere een analoog geval met Dominique De Troyer die zelfs een jaar ouder was en alhoewel ook nog in goede doen naar de eeuwigheid geroepen werd. Dit betekent dat deze deelgemeente haar oudste twee oudstrijders uit de eerste wereldoorlog verloor en daarbij nog de twee oudste dorpelingen. Dit bewijst nogmaals dat de kaap van de eeuw toch een moeilijk bereikbare grens is ook al laat alles soms vermoeden dat het wel zou kunnen. Als er in Mere één persoon mag aanspraak maken op de titel van 'dorpsfiguur' dan is het wel 'de oude champetter' Frans Beirens. Hij werd op de wijk Oostdorp geboren op 31 juli 1895, in een huisgezin met elf kinderen. Zijn vader was land bouwer en speelde daarbij een be etje veekoopman maar dan meer als tussenpersoon. Zijn vrij turbulente levensloop be gon echter met het uitbreken van de eerste wereldoorlog. Hij behoorde tot de 'klas van '15' en hoefde dus op dat ogenblik nog niet naar het leger te gaan alhoewel dat later toch ge beurde maar dan waren de officiële instanties te laat want in datzelfde jaar was hij al volop in de gevechten aan de IJzer gewikkeld. Hij was ech ter oud genoeg om zich nog de meeste zaken te herinneren en wist ons een paar jaar terug nog te ver tellen hoe de Duitsers in zijn wijk binnenvielen. Trouwens, het Duitse leger was niet zo brutaal als het voorgesteld werd, maar de reden was vooral een voorval aan een steenbakkerij te Opwijk waar zij slaags geraakten met dronken steenbakkers en vandaar dan het ontstaan van de zo beruchte 'lopen de maandag'. IJzersoldaat Vermits Frans Beirens bij het uit breken van de oorlog nog te jong was om opgeroepen te worden voor het leger, was het niet zijn bedoeling om zich vrijwillig aan te geven, maar hij wou evenmin het risiko lopen om 'opgepakt' te worden door de vij and. .Samen met een zekere Redant en diens zoon nam hij echter de biezen zonder ook te weten waar hij zou terecht komen. Samen met hen nam hij de trein te Burst naar Gent vanwaar zij kust- waarts spoorden waar hij toen voor het eerst in zijn leven met de duinen kennis maakte. Vermits hij de West hoek niet kende herinnerde hij zich niet van waaruit hij met een schip naar Lc Havre vertrok. Vandaar nam hij de boot naar Engeland zon der te weten waarheen en zonder enig doel. Het kwam er op aan te vluchten en liefst zover mogelijk weg. In Folkestone hielp hij later als gids om de onstuitbare vluchtelingen stroom op te vangen maar na enkele dagen ging hij dieper het land in bij een boer werken om wat te verdie nen. Hij kwam terecht bij een protestantse schapenboer... 'mor t'en duurde dor nie lank' want hij betaalde slechts één derde van het voorgestelde uurloon. Uit de schaarse krantenartikels, in het Nederlands opgesteld, vernam hij dat men vrijwilligers voor het leger vroeg en hij vertrok opnieuw naar Londen waar hij zich liet inlij ven. Na een keuring ging het weer met de boot via Le Havre naar Saint-Malo waar hij een zeer korte opleiding kreeg en als 'mitrailleur' aangeduid werd. Met dat wapen vocht hij op verschillende plaatsen aan de IJzer en heeft er uiteraard alle reeds gekende miseries meege maakt. Om de vier maanden mocht een soldaat 'met rapo' gaan, ergens over de grens in Frankrijk, ver van het oorlogsgeweld. Maar om wat bij te verdienen ging hij intussen wat bij een witloofboer werken en tijdens zijn vrije tijd, vooral als zijn bataljon in Westvleteren gelegerd was, 'lutterde' hij tegen andere soldaten en had als 'soigneur' Susken Braek- man een andere Merenaar met wie hij vaak samen in de 'tranchéesé' zat. Frans Beirens is net zoals vele ande ren niet ontsnapt aan kwesturen ook al mocht hij zich gelukkig ach ten naar Mere te kunnen terugke ren na de wapenstilstand. Ook hij heeft zijn verhaal tientallen keren gedaan, hoe hij zwaar gekwetst werd maar toch aan de dood ont snapte. Op zekere dag waren ze aan het oefenen maar werden onver wacht opgeroepen om een ingeno men post van de Duitsers te gaan ontzetten. Op een drietal km van het kamp kregen zij hun verdere orders in een stenen molen, herin nerde hij zich nog, en trokken op het doel af. Onderweg werden ze voor gas gewaarschouwd en werden hevig beschoten. Tientallen obus sen ontploften in hun omgeving en ook Fr. Beirens werd aan de opper arm en in de buik getroffen. Zwaar gekwetst kon hij toch nog een eerste hulppost bereiken waarna men hem naar het veldhospitaal in de omge ving van Westvleteren bracht, in Erpe-Mere. Ere-veldwachter Frans Beirens vertelt hoe hij als oorlogsvrijwilliger aan de Ijzer zijn tijd doodbracht met 'lutterenen andere kluchtige bezigheden. Tenminste als hij niet in de loopgrachten zat, oog in oog met de vijana (JV) een oud kasteel. In deze slag van 1917 sneuvelden ook nog twee van zijn oversten. In het hospitaal kreeg hij zelfs het bezoek van koningin Elisabeth die hem snoepgoed overhandigde en hem roemde voor zijn heldhaftig heid. Na een paar maanden werd hij ontslagen uit het hospitaal en mocht ergens in het Zuiden van Frankrijk herstelverlof nemen. Toch keerde hij later terug naar het front maar dan voor een lichte dienst, in de omgeving van Oost- Duinkerke waar hij 'ordonnance' werd in de staf en ten dienste stond van een dokter-aalmoezenier. Op die manier was hij ook veel vrij en mocht boodschappen doen tot in De Panne. Zo ontmoette hij talrijke andere soldaten van Mere en omge ving zodathij van allerhande nieuwsjes op de hoogte was. Dit systeem van nieuws uitdragen zou trouwens een groot gedeelte van zijn latere funktie vertegenwoordi gen. Na ruim vier jaar, zonder zelfs één enkele brief gekregen te heb ben, keerde hij na de bevrijding naar Mere terug. Veldwachter Na de oorlog wérkte Frans Beirens dan in het station van Denderleeuw en in 1924 stelde hij zich kandidaat voor de plaats van veldwachter te Mere. Na een eksamen in Gent werd hij uit vier kandidaten verko zen, zonder voorspraak want 'mijn vier jaar IJzersoldaat maakte niets De champetter uit de periode tus sen de twee wereldoorlogen be hoorde in feite tot de levende folk lore van een dorp en ook 'den oude champetter' zoals men hem later te Mere kende, maakte deel uit van een facet van het dagelijks leven. Hij was trouwens de man die overal bij was waar het speciale aangele genheden betrof. Hij was zowel ge tuige van een overlijden als van een geboorte of tegewoordig bij het af sluiten van het burgerlijk huwelijk- met nabespreking bij 'Bierbuik'. Als plastische voorstelling was hij ook de man die alle officiële dorps- nieuwsjes moest gaan verkondigen en verving aldus de ontbrekende 'belleman'. Toen een koebeest moest gestroopt en uitgekwartierd worden was hij de man die deze gebeurtenis moest gaan 'uitbellen' opdat de geïnteresseerden op dag en uur naar de boerderij konden komen om vlees aan te kopen. Som mig nieuws werd hem zelfs nog aan gebracht tijdens de zondagsmis en dan ging hij rechtover door het ven ster van de herberg 'waar toen twee oude kwezels woonden' het nieuws luidkeels verkondigen. Auteur-akteur Frans Beirens nam nogal vrij vroeg zijn pensioen en liet in zekere zin zijn plaats over aan zijn zoon die echter agent benoemd werd, de eer ste in zijn soort te Mere. Dit liet hem toe om het ook eens in de politiek te proberen en hij werd gemeente raadslid. Op dat vlak heeft hij zich echter niet als een 'echte politieker' ontpopt, maar wel als toneelschrij ver en akteur. Hij was medestichter van de Bond voor Kristelijke Gepensioneerden en als er feestelijkheden waren dan was hij steeds de man die voor de kluchtige kant zorgde. Hij schreef enkele toneelwerkjes die hij dan zelf opvoerde onder zijn regie en speelde ook zelf mee in stukken als o.a. De Vergissing, Mijnheer Pol voorde eerste keer grootvader, Stil le Nacht, Wat zit er in die doos, Boerke Stok, De Vreemdeling, On schuldig beticht. Frans Beirens was ook een fervent duivenmelker en verwoed wande laar want zelfs tot enkele maanden voor zijn overlijden, op 21 mei 1991 in het ziekenhuis te Merelbeke, za gen we hem nog dagelijks een tra- jekt van enkele kilometers afleggen. Frans Beirens zal niet de legende ingaan als vrijwilliger, oudstrijder, noch oorlogsinvalide of politieker maar wel als 'den oude champetter' die zijn stempel drukte op het dage lijks leven toen Mere nog niet in Erpe-Mere lag. JV

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1991 | | pagina 11