Merenaren bij de Losse Lijn te Kerksken Mariale ommegang wint aan belangstelling te Mere 2 - 7.6.1991 - De Voorpost De Mariale ommegang te Mere is sinds mensenheugnis gekend en eeuwen terug gaf dit aanleiding tot het aantrekken van enorm talrijke groepen bedevaarders die van dorpen uit de onmiddellijke en de verre omgeving toestroomden. Er was een tijd dat men zelfs een indeling moest maken en de bedevaarders van twee of drie dorpen op een bepaalde dag naar Mere moesten komen om aan de ommegang te kunnen deelnemen. Veel is intussen echter veranderd en vooral de laatste jaren was het erbarmelijk gesteld met dit devotiegebruik dat bijna zo goed als verdwenen was. Volgend jaar zal het juist een eeuw geleden zijn dat men de bouw van de kapelletjes van deze ommegang voltooide maar intussen heeft men een hele evolutie gekend die het devote leven van de gelovigen sterk aangetast heeft. Tot vorig jaar ken de de eens zo vermaarde ommegang een zeer beperkte deelname van de bevolking en bleef het meestal bij een paar tientallen deelnemers. Bij het afsluiten van de Maria maand dit jaar, op woensdag 29 mei, is gebleken dat er bij de plaatselijke bevolking nog altijd be langstelling genoeg bestaat voor de ommegang maar het is ook duidelijk dat het initiatief in de eerste plaats van de geestelijkheid moet komen. De nieuwe pastoor heeft terdege inspanningen geleverd om deze eeuwenoude traditie - voor hem in feite praktisch onbekend - te doen herleven. Dat hij in zijn opzet ge slaagd is, kon men afleiden uit de enorme belangstelling die door het volk van Mere getoond is tijdens de laatste rondgang langs de verschil lende kapelletjes die bovendien al gedeeltelijk gerestaureerd zijn. Net zoals jaren terug, trokken vele tien tallen mensen biddend door de vel den en de straten van Mere. Hieruit blijkt dat men wellicht met de oude traditie opnieuw definitief aangeknoopt heeft en dat de omme gang in de toekomst kan uitbloeien en de gekende glorie van vroeger verwerven met eens te meer hoog tepunten op Sacramentsdag en O.- L.-Vrouw Hemelvaart, de dagen waaraan in het verleden telkens een processie verbonden was. Het is niet omdat de kapelletjes van de ommegang pas een eeuw geleden gebouwd of herbouwd werden dat er vroeger geen kapelletjes zouden gestaan hebben. Er is weinig zeker heid hieromtrent bij gebrek aan ar chiefmateriaal maar dit is niet het geval met wat men in de volksmond noemt de Dikke Kapel waarvan men weet dat ze verschillende eeu wen oud is. Thans staat ze er nog verkommerd bij maar na de restau ratie zal ze opnieuw een fraaie aan blik bieden. Er zijn wel al een paar kapelletjes opgeknapt maar de meeste wachten nog op een dergelijke ingreep om ze voor de toekomst te vrijwaren. De zieltogende toestand van deze kleine monumentjes inspireerde een eenvoudige volksvrouw om haar indrukken in een nostalgische poëzie te verduidelijken. Zij herin nert zich de vroegere glorie en al hoewel deze kleinoden moeizaam en trager dan voorzien stuk voor stuk gerestaureerd worden, kan ze haar poëtische ontboezemingen niet verbergen. Zij het dan ook in wat wij plegen te noemen "karamel- leverzen", toch geeft Maria De Luyck van Mere in enkele strofen de toestand van de ommegangka pelletjes weer: 't Zijn vervlogen maar niet vergeten tijden. Eens hebben de kapelletjes van Mere eenzaam en alleen gestaan, Gelegen tussen de velden, de bloemen en weiden, Met een krinkelend veldwegeltje om er heen te gaan. Ze trotseerden ook de stormen met guur geweld Wat hebben ze toch een sterk fondament, Er slaan nog oude stoere bomen ongeveld Ze worden meer dan hohderd jaar geteld. Er zijn kapelletjes door grondbezitters Eens waren voorouders fier het te mogen geven, 't Kleine lapje grond is nu te veel Maar 't blijft steeds een ondank in hun verder leven. Nu worden ze één voor één mooi in eer hersteld En om niet als krot te vergaan. Moet er veel geld worden neergeteld Al de mensen van het dorp zijn er ook mee begaan. Zo blijft de grote ommegang bestaan in Mere Een ganse zomer gaat men er al biddend rond Om voorspraak en Onze-Lieve- Vrouw ter ere Al menig mens die bij haar troost en bijstand vond. Gelukkig wordt een einde gesteld aan de verkrotting maar dit vergt niet alleen financiële steun maar ook de inzet van belangeloze man kracht. Binnen afzienbare tijd zal men nu ook met de restauratie van de Dikke Kapel aanvangen die er meer dan twee jaar ontmanteld Erpe-Mere. De Dikke Kapel op de hoek van de Kruiskouter en de Ommega m°ge straat die met ongeduld wacht op een volledige restauratie die wellicht nogth strurr zomer gerealizeerd wordt (jv) deze heffii staat. Eindelijk zal de eerste faze procedurefouten. Nu is dit zodaa vergt in dt men J lieu. van de restauratie kunnen beginnen geëvolueerd dat het oudste rnon na een zeer moeilijke afwerking van ment van Mere op een fraaie ho het restauratiedossier te wijten aan stelling tegemoet kijkt. Hobby en vrijetijdsbesteding worden op alle manieren en in alle vormen beoefend. Iedereen zoekt wat ontspanning en uiteindelijk vindt men toch wat men graag doet. Zo zijn er mensen die het zoeken in een hondenclub maar vermits er op dat vlak maar weinig verenigingen bestaan moeten zowel Erpe-Merenaren als Ninovieters het in Kerksken gaan zoeken of zelfs naar Nieuwerkerken trekken. In Kerksken is de Losse Lijn pas aan haar eerste lustrum toe maar het is een entoesiaste club die, ondanks haar korte geschiedenis toch al een hele weg afgelegd heeft. Ontstaan Zoals het vaak gebeurt is ook bij de Losse Lijn de basis gelegd in een andere club door mensen die met de africhting van hun hond bezig wa ren. Na enkele tijd ondervindt men dat het te ver van huis is of wil men zelf initiatieven nemen die anders niet kunnen verwezenlijkt worden. Bij de Losse Lijn was het Roger Elskens, de huidige voorzitter, die in 1985 de uitdaging aanvaardde en samen met enkele andere fervente hondenliefhebbers tot de stichting van een eigen club overging. Niet dat een andere hondenclub niet goed is of zou zijn, maar omstandig heden leiden maar al te vaak om zelfstandig te werken. In het verle den is het bewezen dat dit meer perspektieven biedt en dat men zich beter kan ontplooien. Een eigen vereniging brengt natuurlijk ook zijn specifieke problemen mee en in eerste instantie is dit de akkommo- datie. Deze vond men in de wijk Terlicht te Kerksken en vrij vlug kwam men tot de vaststelling dat het een goed initiatief was om een ver eniging op te richten want reeds bij het begin boekte het bestuur aan zienlijke suksessen qua ledenwer ving. Talrijke bezitters van honden zagen het belang in van een "goed opgevoed dier" en sloten zich aan bij de Losse Lijn, niet zozeer om hem perfekt af te richten maar om toch wat "gehoorzaamheid en goe de manieren" aan te leren. In 1989 al werd de vereniging met het probleem van de huisvesting ge- konfronteerd vermits toen de oe fenterreinen voor nieuwbouw moesten plaats ruimen. Daar de honden "kursus" liepen, ging men huizen bouwen maar gelukkig had men vlug een alternatief gevonden om de club niet vroegtijdig te moe ten opdoeken. In de Hofstraat te Kerksken, in de buurt in feite waar men startte, vond men de geschikte oefenterreinen. Bij nader toezicht bood het toegewezen perceel een troosteloze aanblik en het grootste deel ervan was moerassig en als dus danig overwoekerd. Het was boven dien zo ver van de straat gelegen dat er evenmin sprake was van elektrici teit noch waterleiding. Het was evenwel gelegen in een zeer rustige omgeving waar men onge stoord kon werken. Maar dit kon het entoesiasme van het bestuur niet negatief beïnvloe den want samen met verschillende leden heeft men de gehele aanblik veranderd en ligt er nu een geslaagd kompleks met apparatuur te aan schouwen en beschikt men zelfs over verschillende terreinen wat ook noodzakelijk is aangezien de steeds stijgende belangstelling. Tevens beschikt de Losse Lijn nu ook over een ruim clubhuis, nuttig voor allerhande aktiviteiten ten ba te van de vereniging en tijdens de trainingen doet het uiteraard dienst als centrum voor "hondengesprek- Erpe-Mere. Boep, een produkt van de hondenschool de Losse Lijn te Kerks ken, weet wat luisteren naar zijn meester betekent (jv) ken" of andere "blaffende" diskus- sies want zelfs wel opgevoede hon den kunnen er bij tussenpozen hoge decibels verspreiden terwijl hun ba zen het rustiger aan doen bij pot en pint. Bij dit alles blijven bestuur, instrukteurs en leden met vol entoe siasme voortwerken aan de verdere uitbouw van de hondenvereniging en hopen zij de Losse Lijn tot een belangrijk opleidingscentrum te brengen. Doelstellingen Wie bij de Losse Lijn aansluit, vindt er gezelligheid maar alleen daarom komt de bezitter van een hond niet naar Kerksken want er zijn vooral andere redenen voor de geleider. Hier wordt de eigenaar van een hond op alle manieren bijgestaan om een goed opgevoede en sociale blaffer te verkrijgen, een dier dat daarenboven in alle omstandighe den naar zijn baas luistert. Het is tevens de bedoeling om de geleider met zijn hond zodanig voor te berei den dat hij een van de eerste drie attesten kan verkrijgen en dit moet dan mits intense opleiding resulte ren in het behalen van het brevet. Terzelfdertijd wordt de geleider met zijn hond - beiden gaan altijd samen - ook voorbereid op het spe len van wedstrijden in het nationaal gehoorzaamheidsprogramma van Sint-Hubertus. Toch legt men voor al de nadruk op het verkrijgen van een goed opgevoede en sociale hond, een element dat vrij sterk ge- aksentueerd wordt door de lesge vers. De honden zelf worden naar gelang hun kapaciteiten, of gevor derde leerprogramma, in een drie tal groepen onderverdeeld. Zo zijn er de "pips" die slechts drie tot zes maanden oud zijn en het best ge schikt om met de kursus aan te van gen. Dan zijn er de meer gevorder den die nog eens in een A-, B- of C-klas ondergebracht worden. Wie dan een brevet kan halen komt in de derde kategorie terecht, o.a. in de D- of E-klas en dan pas mag men aan wedstrijden deelnemen. Oefenstonden Het is algemeen gekend dat men soms ongewild met een hond opge scheept zit of men er ondoordacht een eksemplaar koopt zonder na denken over ras noch leeftijd. Het is pas na verschillende weken of zelfs maanden dat men met het dier geen kanten uit weet en sporadisch met een waar hondenprobleem te kam pen heeft. De oplossing kan gevon den worden in een hondenschool maar niet iedereen kent de weg naar een vereniging of club waar ze noch tans welkom zijn met welke hond dan ook. Wil men echter aan de moeilijkhe den verhelpen dan dient men vooral rekening te houden met de ouder dom van de hond en het is dus af hankelijk hiervan om aan de proble men hetzij gedeeltelijk, hetzij volle dig te verhelpen. Daarom stelt men dat men best met de opleiding van een hond op zeer jonge leeftijd (pup) begint omdat hij dan nog zeer ontvankelijk is en zijn sociaal gedrag optimaal kan beïn vloeden. Dc hondenschool biedt dus alleszins raad maar liefst komt men er zo vlug mogelijk met de hond en het beste ogenblik is als een hond zijn veertiende levensweek begint. Zo krijgt de hond al heel vlug een normaal sociaal gedrag ten opzichte van mensen en soortgeno ten. Vooral voor de kwestie van de gehoorzaamheid is het zaak zo vlug mogelijk te beginnen. Een hond die op "hogere leeftijd" pas in de school komt zal het daarom niet moeilijker hebben maar het zal langer duren vooraleer hij in een bepaalde klasse zal kunnen ondergebracht worden, laat staan een brevet te veroveren. Werking en systeem Een hond mag pas aan de werking deelnemen als hij gevaccineerd is want dit is een eerste vereiste om yd te worden. Het dier wordt dan in eerste instantie vertrouwd gemaakt met het verkeer, de geluiden, de mensen en andere honden. Bij de aanvang leert men het dier enkele basisoefeningen waarop steeds ver der gebouwd wordt. Als hij zes maanden oud is - dan spreken we van een hond die op zijn veertiende week begon met de lessen - kan de overstap gemaakt worden naar de A-klas. Het gaat dus allemaal zeer geleidelijk en de trainingen zijn vooral op geduld gebaseerd. Iedere maand wordt er in de A-klas, even als in de andere twee lage klassen B en C, een overgangsexamen afge legd waarbij men nagaat of een aan tal vast bepaalde oefeningen quasi feilloos afgelegd worden. Wie slaagt mag naar een hogere klas waarbij de oefeningen uiteraard steeds een hogere moeilijkheids graad hebben. Eens dat hond en geleider in de C-klas ondergebracht worden heeft men wel veel bereikt maar zeker niet alles want in de C-klas probeert men de oefeningen steeds beter uit te voeren en hier let men vooral op de details. Wie hier voldeed is rijp om naar de D-klas over te stappen. Dit kan soms al na een jaar intensieve training maar het gebeurt dat men er ook drie jaar over doet. De tijdspanne is vooral afhankelijk van het aantal uren trai ning en dit is op zichzelf afhankelijk van de mogelijkheden van mens en dier. Wie in de D-klas gerangschikt wordt heeft nog niet de verzekering om aan wedstrijden deel te nemen want ze moeten eerst het brevet be halen onder toezicht van keurders die daartoe speciaal aangesteld zijn. Indien de geleider en zijn hond over dit brevet beschikken dan mogen ze deelnemen aan de gchoorzaam- heidswedstrijden Sint-Hubertus wat meestal in groepsverband (een tiental deelnemers) gebeurt maar het kan ook wel invididueel. Het gaat echter allemaal niet zo ge makkelijk. Intern in de club kan men in de D- of E-klas komen maar daarom komt men niet altijd in aan merking voor een brevet dat men wel kan halen in een andere club. Er wordt wel gemakkelijk over ge praat maar het is in werkelijkheid allemaal niet zo eenvoudig. Men weet als men met een hond begint maar hier is zeker de toekomst een onbekende en het kan lang duren zodat men wijselijk geduld moet blijven uitoefenen zoniet is het een hopeloze zaak. Wie vlug wil te werk gaan komt bedrogen uit want het heeft geen zin om een hond te force ren. Daarom hecht men in de Losse Lijn enorm veel belang aan een langzaam begin met een paar een voudige basiskommando's om lang zamerhand het tempo en de moei lijkheidsgraad op te voeren. Men legt wel de nadruk op de belangrijk heid van de basis die zeker niet mag verwaarloosd worden zoniet be komt men niet de gewenste resulta ten en is het soms frustrerend voor een geleider die er de moed zou bij verliezen en dit tracht men even zeer te voorkomen in de club te Kerksken. De trainingen bij de Losse Lijn gaan door telkens op dinsdag- en vrijdag avond en dit van 20 tot 21 uur voor de "pups". Op hetzelfde uur maar op een ander terrein zijn ook dc drie "lagere" klassen aan de slag terwijl de wedstrijdhonden tussen 21 en 22 u. tonen wat ze waard zijn. Voor al het bijwonen van de training bij dezelaatste kategorie loont een be zoek de moeite waard want in deze groep wordt spektakel geboden: "Hun staaltjes van kunde en het plezier waarmee de geleider werkt met zijn lievelingsdier zijn echt de moeite waard om te bekijken, met steeds in het achterhoofd dat ook deze geleiders begonnen zijn met een pupje en met veel liefde en ge duld zo ver zijn geraakt". Wedstrijden Binnen de clubs worden onderling ook wel wedstrijden ingericht maar dan is dit meer bedoeld om de beste van een "klas" te kennen, kwestie van een beetje hiërarchie op te bou wen. Wie echter clubkampioen wil worden moet tot de E- en E-klas behoren. Sinds de start van de hon denvereniging te Kerksken heeft men toch al enkele kampioenen kunnen kronen. In 1986 was het Paul Van Mossevelde met Berner Senne. Hij werd opgevolgd door Joz. Kiekens met zijn Duitse herd Iri en in 1988 bekroonde m; R. Elskens met zijn Groenendal 88 Gibsi. De twee laatste jaren mo< men het meesterschap onder] van Danny Kiekens met Arak, Rottweiler. Bij de Losse Lijn heeft men dit voc I deel dat men met alle rassen j soorten wil werken wat niet alti het geval is bij andere clubs. Hii 1 wordt niemand geweerd en is icde een met om het even welke hon welkom. Hieraan is het misschien tl wijfen dat de vereniging zoveel sa ses kent en zowat ruim lóülcde telt waarvan er toch altijd tussem 40 en de 80 naar dc trainingen kt men. Bestuur Het bestuur is thans samengeste! uit voorzitter Roger Elskens die bij gestaan wordt door zijn ondervoor zitter Sabine Roos, sekretaris Hildi Beurms, penningmeester D'Haeseleer, Public Relations list De Borre, feestleider E. Beaupret pleinmeester M. Bevernage, hul pleinmeester Xav. De Koninck, m* teriaalmeester R. Raes en cantine houder Gust. Elskens. Dit is een homogene ploeg die ook voor ncvenaktiviteiten zorgt zoab het organiseren van wandelingen tijdens de wintermaanden. Dit ge beurt uiteraard samen met de hond en gaat om en rond Kerksken maa: soms ook wel verder, o.a. aan zee. Lustrumviering De Losse Lijn heeft zijn eerste lus trum praktisch achter de rug maar toch zit men nog in het vieringsjaar. In dit kader worden er nog dit jaar verschillende aktiviteiten georgani seerd met vooral de opendeurda gen tijdens de maanden juni en juli. Dit betekent een groot voordeel voor bezitters van honden die be lang stellen om bij de club eventueel aan te sluiten. Zo kunnen een gelei der en zijn hond vrijblijvend komen meetrainen gedurende deze twee maanden. Er worden dus geen ver plichtingen opgelegd en desgeval lend kan de geïnteresseerde zich nadien laten lid maken. De opendeurdagen worden afge sloten met een kermis tijdens het weekeinde van 27-28-29 juli met een resem aktiviteiten: clubwed strijd, ballonvaart, demonstraties, kinderrommelmarkt en natuurlijk de kermistuigen. De mensen die zich inspannen voor de bloei van de Losse Lijn verwach ten veel van deze festiviteiten en hopen dat de trainingsperiode druk zal bijgewoond worden door "onbe kenden" die de weg zoeken naar een hondenschool in de Hofstraat te Kerksken. Het is een enige gele genheid om kennis te maken met het reilen en zeilen van dergelijke vereniging en misschien de kans te grijpen om ook dc eigen hond een goede "hondenopvoeding" te be zorgen. JV'

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Voorpost | 1991 | | pagina 2